Nederlanders nog echte aardappeleters Peertjes uit hand, pan of glas Computerfirma's op markt van elektronisch drukwerk ETEN EN DRINKEN- Blauwmetalen serveerwagen r Een rijnwijn van Oranje ELEKTRONICA- Desktop publishing zorgt voor computer-revolutie Dure camera geen garantie DINSDAG 15 SEPTEMBER 1987 PAGINA 23 Standaarisering is wel makkelijk, maar het heeft ook nadelen. Al die eetkamertafels van 80 bij 120 centimeter bijvoorbeeld, blijken vaak te klein te zijn wanneer er voor een maaltijd een beetje wordt uitgepakt. Een mooi en tevens feestelijk alternatief is een serveerwagen, het mobiele broertje van de theetafel. Ze zijn in alle soorten, maten en prijzen te koop. Sommigen geven de voorkeur aan hout of kunststof, anderen vinden metaal mooier omdat dat chiquer is. Chroom komt erg koel over en van messing (goudkleurig) loopt niet iedereen warm. Vogels Agenturen in Valkenswaard biedt een andere kleur: een wagen van blauw-metaal. Het metaal is door deze kleur niet meer zo kil als chroom en mist ook de pretenties van het messing. Eigenlijk heeft deze nieuwe kleur kameleon achtige trekjes. Het materiaal leent zich namelijk voor zowel een koel high-tech interieur, een sobere moderne inrichting als een klassieke of zelfs een wat barokke inrichting. Afhankelijk van de uitvoering moet u de serveertafel in de kleur Brunito rekenen op een prijs tussen 159 voor een ronde roltafel tot 430 gulden voor een opvouwbaar rechthoekig exemplaar. De aardappelconsumptie is de laatste 25 jaar flink gedaald. Gemiddeld staan er nu nog vier maal per week aardappelen op het menu. In 1960 was dat nog vrijwel dagelijks. Toen consumeerden we zo'n 98 kilo verse aardappelen per persoon per jaar. In 1986 was dat gedaald tot 60 kilo. Het gebruik van voorbewerkte aardappelprodukten, zoals frites, chips en aardappelpureepoeder vertoont een stijgende lijn. Gebruikten we in 1960 daar nog maar 1 kilo per persoon per jaar van, in 1986 was dat 12 kilo! Niet alle van de ruim 150 aardap pelrassen die in Nederland worden verbouwd, zijn consumptieaardap pelen. De zogenaamde industrie aardappelen komen nooit op tafel. Daar wordt in fabrieken aardappel meel en bijvoorbeeld stijfel van ge maakt. Van de consumptieaardap pelen geven de Malta's, Doré's en Eigenheimers een 'bloemige' aard appel die prima is voor stamppot en puree. Eerstelingen Gloria's en Bintjes zijn 'vastkokend' en daar door meer geschikt om er frites of aardappelsalade van te maken. Aardappelen zijn vooral rijk aan zetmeel. Hieruit haalt het lichaam energie. Verder bevatten ze vrij veel voedingsvezel, nodig voor een goede stoelgang. Aardappelen bevatten vitamines uit de B-groep, vitamine C en ijzer. Al met al een prima voedingsmid del dat regelmatig op ons bord hoort, vindt het Voorlichtingsbu reau voor de Voeding. De aardappelindustrie kan aard appelen vrij lang bewaren, afhan kelijk van het ras. Aardappelen, ge kocht in de winkel, zijn meestal niet langer dan 1 tot 2 weken te be waren. De ideale bewaarplaats is donker, goed geventileerd en heeft een temperatuur tussen de 5 en 10C. Geschrapte aardappelen zijn ten hoogste 1 dag onder water èn de koelkast te bewaren. Beter is het om ze dezelfde dag te gebruiken. Groen, blauw, glazig Eerste kwaliteit consumptie aardappelen hebben een gave schil en zijn daaronder geel/wit van kleur. Bij niet vakkundig behande len verkleuren aardappelen en gaan in kwaliteit achteruit. - GROENE PLEKKEN ontstaan als aardappelen te lang aan licht worden blootgesteld. In de groene plekken zit een giftige stof, solani- ne. Deze plekken moeten daarom altijd goed worden weggesneden. - BLAUWE PLEKKEN zijn het ge volg van ruwe behandeling. Ze zijn niet schadelijk voor de gezond heid. - GLAZIGE AARDAPPELEN rot ten snel bij bewaren en ze blijven na het koken hard. Bij een warm en droog groeiseizoen vormen aard appelen steeds nieuwe knollen. Gevolg: de moederaardappel wordt glazig. Er zijn van die drinkers die zweren bij Glenfiddich als het om whisky gaat. De beroemde malt whisky be staat dit jaar honderd jaar. Het was William Grant die een eeuw ge leden in Schotland met die whisky begon. Heel vroeger, ver voor William Grant zelfs maar geboren was, wa ren zogeheten Toby Jugs grote mo de. Dat zijn karaffen in de vorm van een zittende of staande figuur met de bekende kniebroek. Later vervingen geschilderde portretten die figuren. 'Character Jugs' wer den die genoemd. Ter gelegenheid van het honderd jaar bestaan van Glenfiddich zijn er nu 2500 van die karaffen ge maakt met het portret van William Grant erop. Een dure whisky, want zo'n jug kost rond de 375 gulden. Sappige handperen zijn er lang niet altijd geweest. In vroeger eeu wen waren er uitsluitend stoofpe ren bekend: harde, bijna steenach tige vruchten. Pas na uren stoven of bakken werden ze lekker. Kwekers veredelden de perenras sen. Dat gebeurde voor het eerst zo'n vier eeuwen geleden in Italië en Frankrijk. Maar in heel wat mo derne handperen is nog iets terug te vinden van dat vroegere steen achtige. Ook de sappigste handpe ren hebben soms last van 'steencel len', vooral rondom het klokhuis. Zoals met zoveel gekweekte plan terassen het geval is, worden de beste resultaten bereikt als de boom wordt opgekweekt op een 'wilde' onderstam. Voor peren ge bruikt de kweker een kwee, een vruchtboom die tegenwoordig nauwelijks meer bekend is. Deze heel geurige Cydonia oblonga werd vroeger veel voor jam ge bruikt. De meeste stoofpeertjes worden rood, als ze maar lang genoeg sto ven. .Om die verkleuring te helpen werd vroeger wel bessensap toege voegd. Soms hielp ook, en dat is heel merkwaardig, een scheutje azijn. En in de jaren vijftig was er 'perensuiker' te koop. Roodge kleurde suiker, te gebruiken bij het stoven van peertjes. In Frankrijk stoven ze in rode wijn. Gestoofde peren als nagerecht zijn een beetje in onbruik geraakt. Maar vanuit toprestaurants valt een kleine ople ving te bespeuren. Het is dan bo vendien mode om een roodge- stoofd en een witgestoofd peertje naast elkaar te serveren. Die laatste stooft, hoe kan het anders, het mooist in witte wijn. Toch hoeven gestoofde peren niet altijd een zoet gerecht te zijn. Als garnituur bij vooral wildgerechten zijn ze van oudsher geliefd. En er kan ook zoetzuur van worden ge maakt door ze met allerlei specerij en in azijn te stoven. Kruidnagel, foelie, uien, gemberwortel, kaneel en zelfs peperkorrels of cayenne peper komen in oude recepten Gedroogde peren zien we niet veel meer. Veel minder in elk geval dan gedroogde appels. Wel maken ze van oudsher deel uit van de ge mengde gedroogde vruchten die onder de Italiaanse naam 'tutti frutti' in de handel komen. Maar ingeblikte peren op sap zijn nog wel over te koop. Combinatie Een hoofdstuk apart is de combi natie van peren en alcohol. De vruchten kunnen op alocohol wor den ingemaakt: rum, brandewijn of cognac, zelfs gin wordt hiervoor gebruikt. Van peren kan een pe renwijn (perry) worden gemaakt. De William-peer, die heel aroma tisch is, gaf zijn naam aan een van de mooiste blanke alcoholen die er worden gestookt: eau-de-vie Poire William, die ook wel Williamine heet. Erg veel van dit soort vruch tendestillaten komt uit de Franse Elzas en het aangrenzende Duitse Schwarzwald. Goede Poire Wil liam wordt gestookt in de streek rond de Franse stad Condrieu, ten zuiden van Lyon. Maar in het zuid westen van Zwitserland kunnen ze er ook wat van. In beide laatstgenoemde gebieden halen ze bovendien een bijzonder aardige, maar dure grap uit. Direct na de bloei hangt men in de boom gaard flessen om de vruchtbegin sels van de peren. De vrucht groeit en rijpt in de fles en iedereen vraagt zich af hoe zo'n grote vrucht door die kleiner flessehals kon, net als bij de scheepjes in een fles van zeelui. Als de peren rijp zijn, wor den de flessen 'geplukt' en bijge vuld met het vruchtendestillaat Poire William. In het Duitse wijngebied Rheingau ligt een bezitting waar de kleuren oranje, blanje, bleu van het huis Oranje Nassau alom aanwezig zijn. Men vindt ze terug op de palen die de wijngaarden afbakenen, op het vaatwerk in de keukens, op de bootjes die ter plekke de Rijn over varen en op de etiketten van de wijn. Het domein in kwestie heet Schloss Reinhartshausen. Dit is in Erbach gesitueerd. De band met Oranje ontstond in 1852, toen Marianne van Hessen Homburg, de oudste dochter van koning Willem I, het slot kocht en zich er drie jaar later vestigde. Een kwart eeuw eerder was Marianne getrouwd met haar zeer van het leven genietende neef Albert von Preussen. Hun huwelijk werd een mislukking, en toen Marianne op Reinhartshausen ging wonen, deed zij dit met haar secretaris en minnaar Johannes van Rossum, van wie zij ook een zoontje had. Later zouden Marianne en Johannes in hetzelfde graf worden begraven. De familie Von Preussen behield het slot en zijn wijngaarden. De huidige eigenaar is de in 1946 geboren Friedrich Nicolaus prins von Preussen. Diens vader was tijdens de laatste wereldoorlog als krijgsgevangene in Engeland werkzaam en ontmoette daar zijn toekomstige vrouw. In 1945 was hij de allereerste Duitser die na de vrede met een Engelse trouwde. Het huidige wijndomein omvat bijna 70 hectare wijngaard. De meeste grond ligt in Erbach zelf, alsmede in het aangrenzende Hattenheim. Opvallend zijn de wijngaarden op het Marianenau, een langwerpig eiland in de Rijn. Het klimaat daar is buitengev/oon mild en zelfs in zeer koude jaren worden de druivestokken er voor vorst gespaard. De aanplant van Schloss Reinhartshausen bestaat voor 80 procent uit Rieslingdruiven. Van de 750.000 a 1 miljoen flessen die het jaarlijks produceert, wordt een klein deel verkocht in het eigen hotel. Terwijl Duitse wijnen tot voor kort voornamelijk halfzoet waren verschuift het accent steeds meer naar droge wijnen. In 1980 maakte Schloss Reinhartshausen voor ongeveer eenzevende deel droge witte wijnen, tegen momenteel bijna driekwart. Deze 'nieuwe Duitse wijnen' gaan vaak perfect samen met de 'nieuwe Duitse keuken', die veel fijner en lichter is dan voorheen. Trouwens ook met Frans georiënteerde keukens (als de Nederlandse) kunnen droge Duitse wijnen mooi combineren. In het Oegstgeester restaurant De Beukenhof heeft chefkok Jos Boomgaardt daar verrukkelijke staaltjes van laten zien. Het uitgebreide wijngamma van Schloss Reinhartshausen wordt gekenmerkt door zeer zuivere, sappige, elegante wijnen met een heldere smaak en een verkwikkende frisheid. Vaak proef je iets van fruit, maar soms ook ruik je bloemetjes. Dat plaatste gold voor de heerlijke Hattenheimer Nussbrunnen Riesling Kabinett 1986, een geheel droge wijn van ongeveer 13 gulden. Dat Rieslingwijnen van goede bezittingen uitstekend kunnen rijpen, bleek uit o.m. de Erbacher Schlossberg Riesling Kabinett 1980, een mildfrisse, geurige wijn met nog veel vitaliteit. Hij kost ongeveer 16 gulden. De laatste wijn was gebotteld op een speciale fles meteen kunstzinnig etiket. Ieder jaar kiest het slot een van zijn beste wijnen voor een dergelijke speciale verpakking. Steeds wordt een andere kunstenaar uitgenodigd om in het eigen kasteelatelier een passend etiket te schilderen. Men volgt hiermee het voorbeeld van Marianne, die in haar tijd hetzelfde liet doen. De wijnen van Schloss Reinhartshausen worden geimporteerd door de kleine wijnhandel F. M. Bruens in Den Briel. Deze verstrekt telefonisch (01810-15547) graag adressen van wederverkopers elders in Nederland. HUBRECHT DUIJKER Snoerloze mixer De mixer nog niet helemaal ver slagen. Sterker, snoerloos is hij zelfs in opkomst. De snoerloze mixer wordt gezien als een han dige aanvulling op de keuken machine. Want een ei klutsen, even de saus opkloppen en dui zend en een andere handelingen zijn vlot te doen met die mixer. Snoerloze mixers zijn er in tal van prijzen en kwaliteiten. Waar op gelet moet worden is de snel heid waarmee de mixer opgela den kan worden, de duur van het gebruik voordat hij opnieuw op geladen wordt en toch ook de kracht van de mixer. Van dat laatste hoeft men geen overdre ven verwachtingen te hebben. Een cakebeslag maken lukt nog wel, maar voor brooddeeg zijn ze toch te zwak. De kleinste mogelijke desktop publishingcombinatie: een Xerox computer met een ink-jet-printer. (foto gpdi Vaak zijn het de kleinere computerfirma's die het voortouw nemen. Ze komen met iets heel nieuws. In de kortste keren blijkt het een revolutie. Zo is het met tekstverwerking gegaan. Net zo'n ontwikkeling lijkt zich nu in te zetten rond 'desk top en electronic publishing'. Desk top publishing (DTP, de een voudigste variant) is het - langs elektronische weg - zelf maken van goed ogend drukwerk. Een jaar of tien geleden kwamen Wang en Wordplex als eerste met aanvaard bare tekstverwerkings-program- ma's. Het liep storm toen men de computer eenmaal ontdekt had als de meest ideale schrijfmachine. Een programma als Wordstar - hoe lastig ook om te leren - betekende een doorbraak op dit gebied. Tekenen, tekstverwerking met de werkelijke lettersoorten op het scherm en DTP werden het eerst geïntroduceerd op de Macintosh van Apple. De totaal grafisch geo riënteerde computer met 'muis' voor het aanwijzen van allerlei do cumenten, betekende een door braak. De Apple Macintosh heeft als nadeel zijn kleine scherm. Een A-4 past daar niet op. Dat lost men op door de pagina als het ware heen en weer te schuiven, goed koop maar toch een beetje beperkt. Serieuze fabrikanten van personal computers geven er de voorkeur aan met een groter scherm te werken. Fabrikanten die op een profes sioneel niveau op de DTP-trein zijn gesprongen zijn Hewlett Packard en Xerox. Xerox heeft vanaf het begin de nadruk gelegd op een A3- formaat beeldscherm en het uit bouwen van een eigen tekstver- werkings systemen met program ma pakketten als Documenter en Ventura. Hewlett Packard is de derde gangmaker en nam het feit dat men het overgrote aandeel van Laser-Jet printers leverde als uit gangspunt om fors mee te doen. De Laser-Jet printer levert een kwali teit die die van drukwerk benadert. Rank Xerox ziet Desk Top Pu blishing in een wat groter kader. Computers en software staan in het teken van het organiseren van de documentenstroom. Met wat men daar noemt 'document pro cessing' bestrijkt men het totale gebied van de creatie van docu menten, de bewerking, de opslag, de vermenigvuldiging en de distri butie. In deze totaal-opzet passen elektronische schrijfmachines, de Documenter-software voor desk top publishing, kopieerappara ten, laserprinters, netwerken en facsimile apparaten. Desktop publishing maakt bij Rank Xerox onderdeel uit van electronic publishing. Electronic publishing valt ruwweg in twee werkgebieden te scheiden. In het cnc geval betreft gestructureerde documenten, in het andere geval ongestructureerde documenten. Ongestructureerde documenten kenmerken zich door telkens wis selende eisen die aan opmaak wor den gesteld. Bij gestructureerde documenten is er sprake van gro tendeels uniforme vormgeving. Gestructureerde documenten zijn te onderscheiden in host- en department publishing. Bij host publishing gaat het om het op pa pier verspreiden van grote hoe veelheden gegevens die in geheu gens van mainframes opgeslagen zijn. Dit kan uitsluitend op ge structureerde wijze plaatsgrijpen waarbij de programmatuur van Xerox automatisch voor de stan daardisatie van de vormgeving zoret. Nétwerkstructuur Department en office publishing horen bij elkaar. Bij department publishing moet men zich een ge specialiseerde afdeling binnen de onderneming voorstellen die ver- De foto's van de buurman zijn al tijd perfect, maar ja, die heeft een kostbare camera, met alles erop en eraan. Daar kun je met je eenvou dige 'kiekkastje' niet tegenop. Dit misverstand leeft nog altijd bij amateur- en gelegenheidsfotogra fen. Het is logisch dat apparatuur met alle geavanceerde technische (veelal elektronisch gestuurde) functies meer mogelijkheden biedt. Maar dat betekent helemaal niet datje alleen maar met zo'n pe perduur toestel echt goede foto's antwoordelijk is voor de vervaardi ging van publicaties (een huis drukkerij of repro-afdeling). Het is mogelijk dat een gespecialiseerde drukkerij zijn illustraties en tek sten via elektronische kanalen zo als met het Ethernet concept of via een andere netwerkstructuur ont vangt. Van office publishing spreekt men wanneer in de kantooromge ving een groep professionals geza menlijk publicaties maken. Men kan dit ook zien als een uitbreiding van desktop publishing, waarbij verschillende bureaus met elkaar communiceren via netwerken. In deze omgeving komen kleiner con figuraties voor. Office publishing is dus niet veel meer dan twee of meer DTP-systemen, die via een netwerk samenwerken. kunt maken. Goed fotograferen ligt in de eerste plaats aan degene die het toestel hanteert, in tweede instantie pas aan het apparaat zelf. Om goede foto's te maken is een eenvoudige camera voldoende. Maar wel een met een bepaalt be- dieningscomfort. Eigenlijk is de omschrijving „eenvoudig" wat misleidend. Het gaat meestal om camera's met een eenvoudige be- Afgezien van het feit dat Xerox ook DTP-software kan leveren voor IBM-achtige standaard com puters, levert men zelf graag een passend systeem met het grafische werkstation dat een grote A3- beeldbuis heeft. Dat komt bij pu blishing het overzicht te goede. Te vens geeft de beeldbuis een zeer scherp beeld en werkt speciaal goed samen met het Documenter programma van de fabrikant. Afdrukken in kleur Er is ook apparatuur om foto's, tekeningen, stoffen, teksten en zelfs dhe-dimensionele voorwer pen via een invoerstation in de elektronische systemen in te voe ren. Daarbij kunnen de afdrukken uiteraard vergroot en verkleind diening, maar ze zijn wel vaak uit gerust met zaken als automatische scherpstelling en automatische be lichtingsregeling en een ingebouw de flitser. Die „eenvoudige" came ra is dus al bijna een zelfdenkend apparaat. Er zijn verschillende typen ca mera's die de titel „eenvoudig" dragen: de pocket- en de disccame- door Hugo van der Heem worden. Uniek is ook de mogelijk heid om met de color-ink-jet-pnn- ter en de Xerox full color kopieer machine kleurenpagina's te ver vaardigen. Xerox heeft wat dat be treft een voorsprong gezien de gro te ervaring met reproductie appa ratuur. Hewlett Packard introduceert voor desk top publishing een nieuw invoerstation: de ScanJet, die een hoog oplossend vermogen toelaat. Ook hier is sprake van de reproductie van drie-dimensionele voorwerpen. Maar er kunnen ook erg grote vellen papier worden ges cand, waarbij niet alleen de vergro- tings/verkleinings factor kan wor den ingesteld, maar ook de resolu tie: van 38 (grofraster) tot 300 pun ten per inch, bijna een drukkers- De nieuwe HP-scanner kan 16 verschillende soorten grijstinten onderscheiden. Drie soorten image data worden door de scanner on dersteund: binair, een soort half- toon reproductie (dithering) en een 4-bits grijsschaal. Binaire scanning wordt gebruikt voor lijntekenin gen en tekst, zonder grijstinten. Di thering past men toe bij het repro duceren van foto's en is vergelijk baar met halftoon reproductie zo als bij krantendruk. De 4-bits grijs- schaal tenslotte is te vergelijken met wat men in de uitgeverswereld doet, wanneer het beeld als het wa re eerst geredigeerd wordt, voordat het geconverteerd wordt naar een dithering patroon. Hewlett Packard heeft bij desk top publishing gekozen voor het PageMaker concept van de softwa re pionier op dit gebied: Aldus. In een gebruikers vriendelijke omge ving van Microsoft MS Windows is - wat men zelf noemt - een mon sterverbond totstand gekomen dat op de Vectra-machines van HP op timale resultaten geeft. ADRESSEN: Hewlett Packard, Start baan 16, 1187 XR Amstelveen, tel:020- 547666. Rank Xerox, Postbus 9180, 1006 AD Amsterdam, 020-5106911. ra en de compactcamera. De poc ket- en de disccamera zijn de klein ste; ze vallen in de categorie „mini- camera's". De kwaliteit van de fo to's die ze leveren is goed. Niet al tijd lenen de relatief kleine negatie ven zich voor vergrotingen met een formaat dat groter is dan 20 bij 25 centimeter. De (wat duurdere) compactcamera is gebaseerd op het kleinbeeldfilmformaat. De ca mera is daardoor ook groter van af metingen. Het negatiefformaat laat flinke vergrotingen toe; een poster- formaat van 50x60 cm is haalbaar. Deze enorme plotter van Hewlett Packard tekent een bijna manshoge doorsnede van een zoomlens vanuit de computer. (foto gpd> Ruim een eeuw zijn we al 'aardappeleters'. Gelukkig is tijd wat gevarieerder geworden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23