OE
a:
De privatisering
van de koopkracht
ft
De economische ontwikkeling in
1987 - vorig jaar nog aangeduid als
een rampjaar - valt mee. De pro-
duktie van de bedrijven groeit met
2 procent. Dus ook het door de Ne
derlanders met elkaar verdiende
nationale inkomen. Omdat het le
ven dit jaar 1 procent goedkoper
wordt, vooral door de prijsdaling
van olie en aardgas, kunnen de Ne
derlandse consumenten, net als vo
rig jaar, ongeveer 3 procent meer
goederen en diensten kopen. Vol
gend jaar halveert de produktie-
groei in de bedrijven.
door
Frans Nypels en Flip de
Kam
Door de haperende economische
groei valt er minder te verdelen.
Maar net als dit jaar hoeven men
sen met de hogere inkomens zich
niet zoveel zorgen te maken. Hun
koopkracht zal ook in 1988 toene
men, zij het met slechts 1 procent.
Kille koopkrachtoverzichten in de
Miljoenennota 1988 wijzen voor de
minima een onverbiddelijke nul
lijn aan.
Maar koopkrachtoverzichten la
ten slechts de halve waarheid zien.
Bij het maken van die overzichten
houden de Haagse cijferaars name
lijk geen rekening met alle feiten
die de inhoud van de huishoudpor
temonnee beïnvloeden. Ze letten
vanzelfsprekend op de stijging van
de cao-lonen. Het kabinet veron
derstelt dat de vakbeweging vol
gendjaar genoegen neemt met een
loonsverhoging van gemiddeld een
half procent.
De rekenmeesters gaan tevens
uit van een voortgezette bevriezing
van ambtenarensalarissen en so
ciale uitkeringen. Bovendien hou
den ze rekening met de op handen
zijnde tariefverlaging van de loon-
en inkomstenbelasting, met veran
deringen in sociale premies en met
de verhoging van de kinderbijslag
met 6 procent. Die laatste maatre
gel betekent voor een gemiddeld
werknemersgezin met twee kinde
ren op de basisschool een belas
tingvrije opsteker van f.180 per
jaar.
De gebruikelijke koopkracht-
plaatjes tonen alleen de gevolgen
van zaken waarmee praktisch ie
dereen te maken heeft. Bezuinigin
gen die slechts een deel van de
mensen raken, plegen niet in het
koopkrachtoverzicht te worden
verwerkt. Dit jaar geeft de Nota in
komensbeleid 1988 voor het eerst,
verstopt in een bijlage, in elk geval
een opsomming van kabinetsplan
nen met gevolgen voor de porte
monnee van de burger.
Eigen bijdrage
Met dat lijstje bij de hand wordt
het mogelijk om een beter beeld te
schetsen van wat er in 1988
werkelijk met de koopkracht van
grote groepen burgers gebeurt.
Neem een bejaard echtpaar dat
volgens het koopkrachtoverzicht
volgend jaar precies op de nullijn
blijft. Net zoals alle 4,5 miljoen in
het ziekenfonds verzekerde gezin
nen zal dit echtpaar in 1988 een ei
gen bijdrage van 25 gulden dienen
te betalen als de huisarts een van
hen naar de specialist verwijst.
Door deze nieuwe eigen bijdrage
en andere wijzigingen van de zie
kenfondsverzekering verliest dit
echtpaar volgend jaar al 1 procent
koopkracht. Dat is ongeveer 200
gulden. Met zo'n koopkrachtver
lies krijgen de meeste mensen die
in het ziekenfonds verzekerd zijn,
te maken, zonder dat dit uit het ge
bruikelijke koopkrachtoverzicht
blijkt.
Maar dat is nog lang niet alles.
Twee derde van alle gezinsverzor
ging wordt verleend aan bejaar
den. Door allerlei wijzigingen van
de regeling zullen nogal wat van de
ongeveer een miljoen bejaarde ge
zinnen volgend jaar een hogere ei
gen bijdrage voor gezinsverzorging
moeten gaan betalen. Gemiddeld
gaat het nierbij om f.100 (een half
procent van het besteedbaar inko
men), maar het juiste bedrag hangt
erg af van de persoonlijke situatie
en het inkomen van de bejaarde.
Meer dan 300.000 bejaarden krij
gen individuele huursubsidie. Met
ingang van 1 juli 1988 gaat het be
zuinigingsmes opnieuw in deze re
geling. Daardoor stijgen de jaar
lijkse woonlasten voor de grootste
groep van deze bejaarden met min-
maal 60 gulden per jaar tot maxi
maal 660 gulden. Het exacte be
drag van de woonlastenstijging
hangt af van de kale huur en de
hoogte van het inkomen. Gemid
deld verliezen de betrokkenen
door deze maatregel opnieuw een
half tot een heel procent koop
kracht.
Achteruit
Alleen al door maatregelen bij de
ziekenfondsverzekering, de gezins
verzorging en de huursubsidiere
geling zakken meer dan 300.000 be
jaarden met 2 procent of meer door
de nullijn. Anders dan het koop
krachtoverzicht suggereert, gaan
ze er volgend jaar dus ten minste 2
procent in koopkracht op achter
uit.
Mensen beneden 65 jaar hebben
behalve met bezuinigingen in de
ziekenfondsverzekering en op de
huursubsidie ook te maken met
een serie andere bezuinigings
maatregelen die aan de koopkracht
knagen, zonder dat dit zichtbaar
wordt in het koopkrachtoverzicht.
Mensen die bruto meer dan
f.40.000 verdienen, verliezen hun
aanspraak op door de overheid ge
subsidieerde rechtsbijstand.
Het collegegeld voor Hoger Be
roeps Onderwijs en het Weten
schappelijk Onderwijs gaat om
hoog. Omdat dit wordt gecompen
seerd door hogere studietoelagen,
merken de ouders pas iets van deze
maatregel als het bruto inkomen
hoger is dan f.70.000. In 175.000
huishoudens voelen de ouders be-
zuinigingspijn, doordat het kabi
net de Tegemoetkoming Overige
Studiekosten (TOS) wil beëindi
gen. De TOS gaat naar ouders met
kinderen van 16 en 17 jaar, die ex
tra kosten hebben door excursies
en stages.
Die TOS beloopt f.1000 per kind.
Doordat deze regeling wordt ge
schrapt, leiden 175.000 gezinnen -
voor het grootste deel met een be
scheiden inkomen - een koop
krachtverlies dat kan oplopen tot 4
a 5 procent. Verder zit een bezuini
ging op het openbaar vervoer in de
pen. Dat betekent uitdunning van
de dienstregeling dan wel hogere
prijzen voor trein- of buskaartjes.
-
Behalve met ingrepen die recht
streeks gevolgen hebben voor de
koopkracht, komt het kabinet met
voorstellen voor bezuinigingen op
tal van door de overheid aangebo
den voorzieningen. Minister Brink
man hakt opnieuw in op het club-,
buurthuis- en vormingswerk. De
bewindsman van justitie, Korthals-
Altes, kort op de kinderbescher
ming.
Onderwijsminister Deetman be
zuinigt onder andere op de vergoe
dingen aan schoolverenigingen en
gemeenten voor het beheer van ge
bouwen. De minister van volks
huisvesting, Nijpels, schaft de sub
sidieregeling voor woningisolatie
af en legt per 1 juli 1988 een extra
huurverhoging (van 3 procent) op.
Minister De Koning van Sociale
Zaken kort op de bijstandsuitke
ringen aan jongeren van 18 tot en
met 23 jaar.
Alle bezuinigingen bij elkaar
moeten f.7 miljard opbrengen. Drie
miljard daarvan is in 1986 afge
sproken in het regeerakkoord.
Vlak voor de zomer dwong Ruding
nog eens f.4 miljard aan bezuini
gingen af, omdat zijn collega's dit
jaar vele miljarden meer uitgeven
dan vorig jaar in de miljoenennóta
was vastgelegd.
Sinds 1982 zijn de miljardenbe
zuinigingen elkaar in hoog tempo
opgevolgd. Hierdoor stroomt vol
gend jaar 64,5 cent van elke in Ne
derland verdiende gulden door de
overheid en de sociale fondsen, ter
wijl dat bij het aantreden van het
eerste kabinet-Lubbers nog 70,6
cent was. Het is Lubbers dus ge
lukt om de tomeloos gegroeide col
lectieve uitgaven terug te dringen.
Maar daarvoor is en wordt nog
steeds een hoge prijs betaald.
Vooral door uitkeringsontvangers.
Hun koopkracht is jaren achtereen
gedaald.
Doordat de uitgaven van de over
heid daalden met 6 cent van elke in
Nederland verdiende gulden, liep
het financieringstekort van de
rijksoverheid terug (in 1983 10 cent
van elke in Nederland verdiende
gulden) terug. Volgend jaar is het
nog maar 7 cent. Die tekortvermin
dering vergde 3 cent van elke in
Nederland verdiende gulden. De
andere door uitgavenbeperking
beschikbare 3 cent is gebruikt om
de gezamenlijke druk van belastin
gen, sociale premies en de niet-be-
lastingmiddelen (aardgaswinst) te
verlagen.
Leden van de Staten-Gene
raai,
Dat ik vandaag in uw midden kar
zijn, stemt mij dankbaar. Tijdens
mijn ziekte heb ik vele blijken var
medeleven en vele goede wenser
ontvangen uit alle delen van hel
Koninkrijk. Graag maak ik van de
ze gelegenheid gebruik om hier
voor mijn bijzonder hartelijke
dank uit te spreken.
In deze jaren is de vraag aan de
orde hoe de samenleving zich ver
der moet ontwikkelen. Bij alle
voorspoed zijn er ook gevoelens
van bedreiging, vervreemding en
onzekerheid.
Het is niet gemakkelijk op vra
gen naar de richting van maat
schappelijk ontwikkelingen één
simpel en duidelijk antwoord te
geven; zeker niet als men recht wil
doen aan de pluriformiteit die al
lerwegen in ons land als waardevol
wordt ervaren. Niettemin, de rege
ring moet keuzen maken.
De kern van het regeringsbeleid
wordt gevormd door:
- rechtshandhaving, opdat de
burger zich beschermd weet door
wetten en opdat wetsovertredin
gen op tal van terreinen worden te
ruggedrongen;
- meer vertrouwen op de ont
plooiing van de burger en van de
maatschappelijke verbanden;
- voortgaan met een driesporen-
beleid, gericht op werkgelegen
heid, economische groei en sober
heid in 's Rijks financiën;
- bevorderen van gerechtigheid,
vrede en veiligheid, ook over de
grenzen heen.
Bij dit alles wil de regering haar
beleid enten op solidariteit, to
lerantie en verantwoordelijkheid.
De basis voor een doeltreffend
overheidsoptreden moet in een
rechtsstaat als de onze gelegen zijn
in de wet. Regelgeving dient aan te
sluiten bij het rechtsbewustzijn
van brede lagen van de bevolking;
zij behoort goed uitvoerbaar te
zijn. De wet mag geen onevenredi
ge last leggen op bestuur en recht
spraak en moet gehandhaafd kun
nen worden door middel van het
strafrecht en andere sancties. Ver
betering van de kwaliteit van de
wetgeving is noodzakelijk. Door de
instelling van een toetsingscom
missie onder leiding van een rege
ringscommissaris wordt daaraan
een nieuwe impuls gegeven.
Criminaliteit
Voor het waarborgen van de
rechten van de burger zijn bescher
ming van de samenleving tegen
criminaliteit, en hulp aan slachtof
fers essentieel. De in het beleids
plan 'Samenleving en criminaliteit'
ontwikkelde visies op de beteuge
ling van veel voorkomende crimi
naliteit en de bestrijding van de
zware misdaad moeten in het ko
mende jaar merkbaar resultaten
gaan opleveren. Vandaag wordt u
de tweede voortgangsrapportage
voorgelegd. Bij de voorgenomen
bezuinigingen op de overheidsuit
gaven worden de organen belast
met rechtshandhaving en de poli
tie geheel ontzien. Teneinde haar
taak beter te kunnen vervullen,
staat de politie wel voor de nood
zaak van een aanzienlijke her
schikking van middelen.
Rechtsbescherming is belang
rijk. De werklast van de Raad van
State op dit punt is echter te veel
toegenomen. Daarom zullen u
voorstellen bereiken tot gedecen
traliseerde berechting van admini
stratieve geschillen.
In verband met vragen rond het
levenseinde en sterven en de
steeds verder gaan ontwikkeling
van de medische wetenschap en de
geneeskunde, zal u met betrekking
.tot euthanasie een voorstel berei
ken.
De bescherming tegen discrimi
natie zal worden verbeterd door
een aanpassing van het Wetboek
van Strafrecht en door een voorstel
van een Algemene Wet Gelijke Be
handeling, die nadere uitwerking
geeft aan artikel 1 van de Grond
wet.
Onlangs is een advies uitge
bracht ter zake van wetten
oorlogsgetroffenen. De regering
zal - overigens zonder bezuini
gingsoogmerk - bezien welke on
derdelen van dit advies ter wille
van de rechtszekerheid en in het
belang van een goede bestuurlijke
praktijk overgenomen kunnen
worden.
Kwam in de vorige kabinetspe
riode een vernieuwd stelsel van so
ciale zekerheid tot stand, in deze
periode moet het fundament ge
legd worden voor een vernieuwde
aanpak van de volksgezondheid.
Daarbij zal zo véél mogelijk ge
bruik worden gemaakt van de
commissie-Dekker.
Op het terrein van de arbeids
voorziening zijn bij de Raad van
State voorstellen voor een nieuwe
opzet aanhangig gemaakt. Over
heid en organisaties van werkne
mers en werkgevers delen daarin
de verantwoordelijkheid. Zo wordt
ook op dit terrein de rol van de
overheid scherper afgebakend.
Regelgeving
Dat is ook nodig op andere ter
reinen. Niet alleen om budgettaire
redenen, maar ook omdat veel re
gelingen in hun werking negatieve
bijeffecten hebben. Vaak gehoorde
bezwaren zijn oneigenlijk gebruik,
verstarring, bureaucratisering en
problemen bij de controle. Dit alles
leidt tot de noodzaak van sober
heid en doelmatigheid bij subsidië
ring en in de wet- en regelgeving.
De onderlinge afstemming van
taken en heldere financiële afspra
ken tussen Rijk, provincies en ge
meenten zijn ook belangrijk voor
de kwaliteit van het bestuur. Daar
om zijn bestuursakkoorden geslo
ten. Deze dwingen de verschillen
de overheden bij de onvermijdelij
ke herbezinning op tal van regelin
gen, zorgvuldig met elkaar om te
gaan.
Het opkomen voor het zwakke en
waardevolle zal door overheid èn
samenleving moeten gebeuren. De
regering wil meer ruimte scheppen
voor intiatieven van burgers en
maatschappelijke organisaties.
Onderlinge hulpverlening komt al
dus tot ontwikkeling en zal naast
het professionele werk nog verder
aan betekenis moeten winnen. De
fiscale tegemoetkoming voor het
vrijwilligerswerk is een positief
signaal voor nieuwe initiatieven
van vrijwillig hulpbetoon op aller
lei plaatsen in onze samenleving.
Onze economie heeft de afgelo
pen drie jaar een hechter funda
ment gekregen. Het driesporenbe-
leid werpt vruchten af. Investerin
gen en werkgelegenheid zijn sterk
toegenomen, ook al is de werkloos
heid nog steeds duidelijk te hoog.
Met aller inzet moet het mogelijk
zijn aan de opgaande lijnen vast te
houden. Vorig jaar zijn met werk
nemers en werkgevers afspraken
gemaakt om samen de werkloos
heid verder terug te dringen.
Met de beleidsvoornemens voor
1988 wordt getracht een verant
woorde basis te leggen voor de ge
zamenlijke inspanning van over
heid en sociale partners, gericht op
versterking van economie en werk
gelegenheid op langere termijn.
Daarom blijft de nadruk liggen op
het zo laag mogelijk houden van de
arbeidskosten, op het stimuleren
van technologische vernieuwin
gen, op het zo veel mogelijk scho
len en op het versterken van de in
frastructuur. Dit alles onder de on
misbare randvoorwaarde dat het fi
nancieringstekort moet blijven da
len.
Lastendruk
Blijvend herstel van de econo
mie is alleen mogelijk als de over
heid minder schulden maakt en als
de collectieve-lastendruk daalt.
Aan beide voorwaarden wordt vol
gend jaar voldaan. Toch dreigen de
rijksuitgaven in hun totaliteit nog
steeds te stijgen. Om dat te com
penseren stelt de regering bezuini
gingen voor, vooral daar waar de
uitgaven het snelst toenemen. De
overheid behoort immers de om
vang van haar uitgaven scherp in
het oog te houden. Omdat onvoor
ziene uitgavenoverschrijdingen
een bedreiging vormen voor be
stendig beleid, acht de regering het
noodzakelijk zich dit najaar verder
te beraden over concrete verster
king van de begrotingsdiscipline.
De hoogte van de arbeidskosten,
zo sterk bepaald door belastingen
en premies over het loon, heeft nog
steeds een belemmerende invloed
op de groei van de werkgelegen
heid. De regering tracht die nega
tieve invloeden zo beperkt moge
lijk te houden door het scherp vast
stellen van sociale premies en be
lastingtarieven. Waar mogelijk
worden deze verminderd, de hoge
re belastinginkomsten weer voor
hogere uitgaven gebruiken zou
niet de goede weg zijn. De verla
ging van de loon- en inkomstenbe
lasting, waarvoor de regering heeft
gekozen, is broodnodig om de ar
beidskosten zo laag mogelijk te
houden.
De financiële ruimte voor hét
overheidspersoneel is ten opzichte
van de aanvankelijke voornemens
enigszins vergroot, ook om extra
werk bij de overheid te kunnen
scheppen en enige inkomensver
betering mogelijk te maken, daar
waar de afstand tot het bedrijfsle
ven te groot dreigt te worden.
Voor mensen met het minimum
loon en uitkeringsgerechtigden is
een verhoging van de vakantieuit
kering van 7,5 procent naar 8 pro
cent voorzien. Voorgesteld wordt
de kinderbijslag te verhogen.
Dit alles moet ertoe leiden dat
behoud van koopkracht ook zon
der loonsverhoging tot de reële
mogelijkheden behoort. Dat dient
de werkgelegenheid en hierdoor
krijgen zo veel mogelijk mensen
kans op inkomen uit werk.
Minimumloon
Met ditzelfde doel voor ogen
heeft de regering zich gebogen
over de hoogte van het minimum
loon. Na rijp beraad is besloten
geen gevolg te geven aan een ad
vies van de meerderheid van de
Sociaal-Economische Raad om het
wettelijk minimumloon over de
hele linie te verlagen. Wel wordt
voorgesteld het wettelijk mini
mumloon tot 18 jaar af te schaffen
en dat voor een 23-jarige te verla
gen tot dat voor een 22-jarige. Met
deze maatregel hoopt de regering
een bijdrage te leveren aan het te
rugdringen van de hoge werkloos
heid onder met name jongere
werklozen met een laag opleidings-
Bevordenng van werkgelegen
heid is zeker niet alleen een zaak
van matiging van arbeidskosten.
Ook de technologische vernieu
wing is van groot belang. De toe
passing van technologische kennis
in het midden- en kleinbedrijf zal
worden bevorderd door de oprich
ting van regionale innovatiecentra.
De technologische veranderingen
stellen hoge eisen aan kennis en
vaardigheden van de beroepsbe
volking. Scholing, vorming, het
opdoen van werkervaring en later
ook bijscholing, zijn van beslissen
de betekenis voor werkgelegen
heid en economische groei. De
daarop gerichte inspanningen wor
den nu in samenwerking met
werknemers en werkgevers sterk
opgevoerd. Hoewel deze inspan
ningen vooral vanuit bedrijven en
bedrijfstakken zelf moeten plaats
vinden, zal ook de regering daar
aan een grotere bijdrage leveren.
Het accent op scholing èn op een
individuele benadering van werk
lozen is nodig, omdat nog steeds te
veel mensen de drempel naar be
drijf en instelling niet overkomen.
Met gerichte programma's moeten
meer mensen aan het werk komen.
In die zin gaat het niet om banen
plannen, maar om het scholen en
het aan werkervaring helpen van
diegenen die nu buiten blijven
staan. Een voorbeeld van gerichte
benadering is ook het Jeugdwerk
garantieplan. Dit plan, dat sarnen
met de gemeenten wordt uitge
voerd, moet waarborgen dat jonge
ren hoe dan ook aan de slag gaan
en niet aan langdurige werkloos
heid gewend raken. Herverdeling
van werk blijft belangrijk.
Vrouwen
Meer deeltijdbanen, ploegen
diensten en flexibele arbeidsroos-
ters kunnen ertoe leiden dat meer
mensen werk vinden; ook ver
vroegde uittreding en flexibele
pensionering geven aan meer jon
geren eerder een kans. Met het oog
op de emancipatie moet de werk
gelegenheid voor vrouwen en de
groei van deelname van meisjes
aan het beroepsonderwijs extra
aandacht krijgen. Bij de overheid
wordt voorgesteld de vut-gerech-
tigde leeftijd tijdelijk met één jaar
te verlagen, het aantal deeltijdba
nen te laten toenemen en de scho
lingsinspanningen te vergroten.
Eerder goedgekeurde, maar niet
opgeroepen dienstplichtigen, van
wie een aantal nu werkloos is, krij
gen de kans alsnog te gaan dienen.
Dat geeft de mogelijkheid aan an
deren vaker uitstel voor scholing
en studie te geven.
De werkloosheid onder etnische
mindereden is onrustbarend hoog.
Daarom is een beleidsplan „Etni
sche minderheden bij de overheid"
ontwikkeld; maar ook de sociale
partners zullen een bijdrage aan
het verlichten van de werkloosheid
van deze kansarme groep moeten
leveren.
Ook in de onderwijswereld
wordt steeds meer aandacht gege
ven aan de bestrijding van de
werkloosheid. Het overleg in de
Stichting van de Arbeid met be
trekking tot de inspanningen voor
de scholing van jongeren en vol
wassenen heeft al veel tot stand ge
bracht. Het benutten van de aan
wezige onderwijsvoorzieningen en
-ervaring zal worden bevorderd.
Het vormen van nieuwe sector-
scholen in het middelbaar beroeps
onderwijs draagt daartoe bij.
In het onderwijs zelf wil de rege
ring enkele duizenden nieuwe ba
nen voor jonge leerkrachten moge
lijk maken. Mede gelet op het pro
bleem van de vergrijzing van het
onderwijspersoneel is taakverlich
ting voor oudere leerkrachten voor
dat doel een goed middel. In de
vorming en opleiding van de jeugd
is een evenwichtig fundament van
kennis en kunde onmisbaar. De in
voering van de basisvorming in het
voortgezet onderwijs zorgt voor
zo'n fundament voor elke leerling.
Nog dit jaar zal de regering het
wetsvoorstel indienen. De eigen
bijdrage voor de verschilllende
vormen van hoger onderwijs wordt
gelijkgetrokken. Daarnaast wordt
een hoger collegegeld voorgesteld
voor de student die de verblijfs
duur van 6 jaar in het hoger onder
wijs overschrijdt. Door deze twee
maatregelen te zamen kan het col
legegeld in het Wetenschappelijk
Onderwijs iets omlaag.
De wetenschap ontplooit zich
dynamisch. Dit houdt kansen en ri
sico's in. In het geding zijn niet al
leen de technische en economische
mogelijkheden, maar ook hun be
tekenis voor de normen en waar
den in onze samenleving. In de
nieuwe schets van het weten
schapsbeleid voor de toekomst zal
daaraan nader aandacht worden
besteed.
Milieu
Het milieu m ons land wordt on
danks alle inspanning nog steeds
van vele kanten bedreigd, en ver
slechtert zelfs in sommige opzich
ten. Om de kwaliteit van het milieu
te beschermen en te verbeteren wil
de regering de samenwerking met
de maatschappelijke sectoren in
tensiveren. In een Nationaal Milieu
Beleidsplan zal de lange-termijn-
visie worden opgenomen.
Om de verzuring tegen te gaan is
het noodzakelijk nog dit najaar
verder gaande maatregelen te over
wegen. Met de sanering van ver
vuilde waterbodems wordt een
aanvang gemaakt. Natuur, land
schap en openluchtrecreatie kun
nen het niet stellen zonder schoon
water, schone lucht, een schone
bodem. Maar zuivere hulpbronnen
zijn ook onontbeerlijk voor de con
tinuïteit van de agrarische bedrij
vigheid in ons land. De mestpro
blematiek heeft nog èens duidelijk
gemaakt dat zorgvuldig natuur- en
milieubeheer een basisvoorwaarde
is voor een goede ontwikkeling
van het landelijke gebied. Met het
oog hierop zal het Natuurbeleids
plan worden uitgebracht.
In een Nota „Volkshuisvesting
in de jaren 90" zullen beleidsvoor
nemens worden gepresenteerd
met betrekking tot de inhoud en de
organisatie van de volkshuisves
ting. Vooral de-verdeling van ver
antwoordelijkheden tussen het
Rijk en andere overheden, tussen
maatschappelijke organisaties en
de marktsector, zal daarin aan
dacht krijgen. Rond de jaarwisse
ling zal de Vierde Nota over de
Ruimtelijke Ordening verschijnen.
Deze zal zich richten op de verbete
ring van de ruimtelijke kwaliteit
van ons land en zal in het bijzonder
aandacht geven aan de ontwikke
ling van de marktsector.
Op tal van plaatsen, met name in
de randstad, ontstaan meermalen
per dag files. Dat is een bron van
ergernis en ook nadelig voor de po
sitie van ons land in het internatio
nale vervoer. Het is zaak de ver-
keers- en vervoersproblemen met
een reeks samenhangende maatre
gelen aan te pakken. Met provin
cies en gemeenten is voor de rand
stad een mobiliteits-scenario ont
wikkeld. Over deze problematiek
worden in het najaar besluiten ge
nomen. Wel heeft het kabinet reeds
besloten in te stemmen met de aan
leg van vier verkeerstunnels, die
particulier gefinancierd zullen
worden.
Ook de knelpunten in het tele
communicatieverkeer als gevolg
van de snel toegenomen vraag wor
den aangepakt. De PTT zal daartoe
haar investeringsprogramma ver
snellen.
Landbouw
De Europese Gemeenschap staat
in de komende periode voor enkele
belangrijke, maar ook moeilijke,
beslissingen, met name óp het ge
bied van de landbouw en de finan
ciering. Gezien het vitale belang
van ons land bij het herstel van het
evenwicht op de landbouwmark
ten en bij een zich verder gezond
ontwikkelende Gemeenschap, zal
de regering zich tot het uiterste in
spannen om in het overleg met de
andere lidstaten tot verantwoorde
oplossingen te komen. Dat is ook
nodig in het belang van de mensen
die werken in landbouw en visserij
en die geconfronteerd worden met
onzekerheden als gevolg van de
noodzakelijke beheersing van de
produktie.
Een positieve ontwikkeling is
dat in de Sowjet-Unie, alsmede in
enkele Oosteuropese landen, her
vormingen worden ondernomen.
Hiervan kan een gunstige invloed
uitgaan op de Oost-West-betrek-
kingen. Er is nu uitzicht ontstaan
op een historische ommekeer in de
wapenwedloop, die enkele jaren
geleden nog voor onmogelijk werd
gehouden. Complete categorieën
wapensystemen komen in aanmer
king om te worden afgeschaft,
waaronder ook de voor plaatsing in
ons land bestemde, middellange-
afstandsraketten. De grote over
macht van het Warschaupact op
het gebied van de conventionele
bewapening stelt overigens gren
zen aan de mogelijkheden voor nu
cleaire ontwapening en onder
streept het belang van beheersing
van conventionele wapens. Een ze
kere reële groei van de defensieuit
gaven blijft nodig. Daarmee moet,
in samenhang met een verbetering
van de organisatie, onze defensie
aan kwaliteit kunnen winnen. Aan
de West-Europese Unie komt een
belangrijke rpl toe bij het definië
ren van wat binnen het Atlantische
bondgenootschap specifiek van
belang is voor de Europese veilig
heid en bij het harmoniseren van
standpiinten daarover. Nederland
zet zich als voorzitter daarvoor in.
Zeer ernstig is de situatie rond
de Golf. De oorlog tussen Iran en
Irak gaat nog altijd voort, ondanks
de dringende oproep tot beëindi
ging van de gewapende strijd, die
uitging van de Veiligheidsraad. De
regering acht verzekering van het
recht van vrije scheepvaart in de
Golf van vitaal belang en wil daar
aan met andere West-Europese lan
den een concrete bijdrage leveren.
Uiteraard zal de veiligheid van de
bemanning van de daarbij betrok
ken mijnenjagers zo goed mogelijk
worden gewaarborgd.
Ontwikkeling
Met voldoening stelt de regering
vast dat het belang van de eerbiedi
ging van mensenrechten en de
waarde van de democratie in
steeds meer landen wordt onder
kend. Door extra hulpinspannin
gen in het kader van de ontwikke
lingssamenwerking wil de rege
ring jonge democratieën onder
steunen. De Noord-Zuid-dialoog
komt geleidelijk weer tot leven.
Tijdens de onlangs gehouden con
ferentie over handel en ontwikke
ling is confrontatie achterwege ge
bleven en is met succes gezocht
naar een beleid op basis van ge
meenschappelijkheid. Het gaat er
om deze trend te versterken, onder
meer bij het overleg over de vrij
making van de wereldhandel.
De regering volgt met grote aan
dacht de ontwikkelingen in Suri
name en hoopt dat het komende
referendum over de ontwerp-
grondwet en de algemene verkie
zingen het Surinaamse volk in
staat zullen stellen in vrijheid aan
een democratisch Suriname op
nieuw gestalte te geven. Daarna
kan een begin worden gemaakt
met de normalisering' van de be
trekkingen.
De Nederlandse Antillen worden
geconfronteerd met aanzienlijke fi-
nancieel-economische problemen.
Op Aruba gaat het geleidelijk be
ter. Binnen het kader van de be
schikbaar gestelde middelen zal
worden getracht het eigen herstel
beleid van beide landen zoveel mo
gelijk aan te vullen en te onder
steunen.