OE a: De privatisering van de koopkracht ft De economische ontwikkeling in 1987 - vorig jaar nog aangeduid als een rampjaar - valt mee. De pro- duktie van de bedrijven groeit met 2 procent. Dus ook het door de Ne derlanders met elkaar verdiende nationale inkomen. Omdat het le ven dit jaar 1 procent goedkoper wordt, vooral door de prijsdaling van olie en aardgas, kunnen de Ne derlandse consumenten, net als vo rig jaar, ongeveer 3 procent meer goederen en diensten kopen. Vol gend jaar halveert de produktie- groei in de bedrijven. door Frans Nypels en Flip de Kam Door de haperende economische groei valt er minder te verdelen. Maar net als dit jaar hoeven men sen met de hogere inkomens zich niet zoveel zorgen te maken. Hun koopkracht zal ook in 1988 toene men, zij het met slechts 1 procent. Kille koopkrachtoverzichten in de Miljoenennota 1988 wijzen voor de minima een onverbiddelijke nul lijn aan. Maar koopkrachtoverzichten la ten slechts de halve waarheid zien. Bij het maken van die overzichten houden de Haagse cijferaars name lijk geen rekening met alle feiten die de inhoud van de huishoudpor temonnee beïnvloeden. Ze letten vanzelfsprekend op de stijging van de cao-lonen. Het kabinet veron derstelt dat de vakbeweging vol gendjaar genoegen neemt met een loonsverhoging van gemiddeld een half procent. De rekenmeesters gaan tevens uit van een voortgezette bevriezing van ambtenarensalarissen en so ciale uitkeringen. Bovendien hou den ze rekening met de op handen zijnde tariefverlaging van de loon- en inkomstenbelasting, met veran deringen in sociale premies en met de verhoging van de kinderbijslag met 6 procent. Die laatste maatre gel betekent voor een gemiddeld werknemersgezin met twee kinde ren op de basisschool een belas tingvrije opsteker van f.180 per jaar. De gebruikelijke koopkracht- plaatjes tonen alleen de gevolgen van zaken waarmee praktisch ie dereen te maken heeft. Bezuinigin gen die slechts een deel van de mensen raken, plegen niet in het koopkrachtoverzicht te worden verwerkt. Dit jaar geeft de Nota in komensbeleid 1988 voor het eerst, verstopt in een bijlage, in elk geval een opsomming van kabinetsplan nen met gevolgen voor de porte monnee van de burger. Eigen bijdrage Met dat lijstje bij de hand wordt het mogelijk om een beter beeld te schetsen van wat er in 1988 werkelijk met de koopkracht van grote groepen burgers gebeurt. Neem een bejaard echtpaar dat volgens het koopkrachtoverzicht volgend jaar precies op de nullijn blijft. Net zoals alle 4,5 miljoen in het ziekenfonds verzekerde gezin nen zal dit echtpaar in 1988 een ei gen bijdrage van 25 gulden dienen te betalen als de huisarts een van hen naar de specialist verwijst. Door deze nieuwe eigen bijdrage en andere wijzigingen van de zie kenfondsverzekering verliest dit echtpaar volgend jaar al 1 procent koopkracht. Dat is ongeveer 200 gulden. Met zo'n koopkrachtver lies krijgen de meeste mensen die in het ziekenfonds verzekerd zijn, te maken, zonder dat dit uit het ge bruikelijke koopkrachtoverzicht blijkt. Maar dat is nog lang niet alles. Twee derde van alle gezinsverzor ging wordt verleend aan bejaar den. Door allerlei wijzigingen van de regeling zullen nogal wat van de ongeveer een miljoen bejaarde ge zinnen volgend jaar een hogere ei gen bijdrage voor gezinsverzorging moeten gaan betalen. Gemiddeld gaat het nierbij om f.100 (een half procent van het besteedbaar inko men), maar het juiste bedrag hangt erg af van de persoonlijke situatie en het inkomen van de bejaarde. Meer dan 300.000 bejaarden krij gen individuele huursubsidie. Met ingang van 1 juli 1988 gaat het be zuinigingsmes opnieuw in deze re geling. Daardoor stijgen de jaar lijkse woonlasten voor de grootste groep van deze bejaarden met min- maal 60 gulden per jaar tot maxi maal 660 gulden. Het exacte be drag van de woonlastenstijging hangt af van de kale huur en de hoogte van het inkomen. Gemid deld verliezen de betrokkenen door deze maatregel opnieuw een half tot een heel procent koop kracht. Achteruit Alleen al door maatregelen bij de ziekenfondsverzekering, de gezins verzorging en de huursubsidiere geling zakken meer dan 300.000 be jaarden met 2 procent of meer door de nullijn. Anders dan het koop krachtoverzicht suggereert, gaan ze er volgend jaar dus ten minste 2 procent in koopkracht op achter uit. Mensen beneden 65 jaar hebben behalve met bezuinigingen in de ziekenfondsverzekering en op de huursubsidie ook te maken met een serie andere bezuinigings maatregelen die aan de koopkracht knagen, zonder dat dit zichtbaar wordt in het koopkrachtoverzicht. Mensen die bruto meer dan f.40.000 verdienen, verliezen hun aanspraak op door de overheid ge subsidieerde rechtsbijstand. Het collegegeld voor Hoger Be roeps Onderwijs en het Weten schappelijk Onderwijs gaat om hoog. Omdat dit wordt gecompen seerd door hogere studietoelagen, merken de ouders pas iets van deze maatregel als het bruto inkomen hoger is dan f.70.000. In 175.000 huishoudens voelen de ouders be- zuinigingspijn, doordat het kabi net de Tegemoetkoming Overige Studiekosten (TOS) wil beëindi gen. De TOS gaat naar ouders met kinderen van 16 en 17 jaar, die ex tra kosten hebben door excursies en stages. Die TOS beloopt f.1000 per kind. Doordat deze regeling wordt ge schrapt, leiden 175.000 gezinnen - voor het grootste deel met een be scheiden inkomen - een koop krachtverlies dat kan oplopen tot 4 a 5 procent. Verder zit een bezuini ging op het openbaar vervoer in de pen. Dat betekent uitdunning van de dienstregeling dan wel hogere prijzen voor trein- of buskaartjes. - Behalve met ingrepen die recht streeks gevolgen hebben voor de koopkracht, komt het kabinet met voorstellen voor bezuinigingen op tal van door de overheid aangebo den voorzieningen. Minister Brink man hakt opnieuw in op het club-, buurthuis- en vormingswerk. De bewindsman van justitie, Korthals- Altes, kort op de kinderbescher ming. Onderwijsminister Deetman be zuinigt onder andere op de vergoe dingen aan schoolverenigingen en gemeenten voor het beheer van ge bouwen. De minister van volks huisvesting, Nijpels, schaft de sub sidieregeling voor woningisolatie af en legt per 1 juli 1988 een extra huurverhoging (van 3 procent) op. Minister De Koning van Sociale Zaken kort op de bijstandsuitke ringen aan jongeren van 18 tot en met 23 jaar. Alle bezuinigingen bij elkaar moeten f.7 miljard opbrengen. Drie miljard daarvan is in 1986 afge sproken in het regeerakkoord. Vlak voor de zomer dwong Ruding nog eens f.4 miljard aan bezuini gingen af, omdat zijn collega's dit jaar vele miljarden meer uitgeven dan vorig jaar in de miljoenennóta was vastgelegd. Sinds 1982 zijn de miljardenbe zuinigingen elkaar in hoog tempo opgevolgd. Hierdoor stroomt vol gend jaar 64,5 cent van elke in Ne derland verdiende gulden door de overheid en de sociale fondsen, ter wijl dat bij het aantreden van het eerste kabinet-Lubbers nog 70,6 cent was. Het is Lubbers dus ge lukt om de tomeloos gegroeide col lectieve uitgaven terug te dringen. Maar daarvoor is en wordt nog steeds een hoge prijs betaald. Vooral door uitkeringsontvangers. Hun koopkracht is jaren achtereen gedaald. Doordat de uitgaven van de over heid daalden met 6 cent van elke in Nederland verdiende gulden, liep het financieringstekort van de rijksoverheid terug (in 1983 10 cent van elke in Nederland verdiende gulden) terug. Volgend jaar is het nog maar 7 cent. Die tekortvermin dering vergde 3 cent van elke in Nederland verdiende gulden. De andere door uitgavenbeperking beschikbare 3 cent is gebruikt om de gezamenlijke druk van belastin gen, sociale premies en de niet-be- lastingmiddelen (aardgaswinst) te verlagen. Leden van de Staten-Gene raai, Dat ik vandaag in uw midden kar zijn, stemt mij dankbaar. Tijdens mijn ziekte heb ik vele blijken var medeleven en vele goede wenser ontvangen uit alle delen van hel Koninkrijk. Graag maak ik van de ze gelegenheid gebruik om hier voor mijn bijzonder hartelijke dank uit te spreken. In deze jaren is de vraag aan de orde hoe de samenleving zich ver der moet ontwikkelen. Bij alle voorspoed zijn er ook gevoelens van bedreiging, vervreemding en onzekerheid. Het is niet gemakkelijk op vra gen naar de richting van maat schappelijk ontwikkelingen één simpel en duidelijk antwoord te geven; zeker niet als men recht wil doen aan de pluriformiteit die al lerwegen in ons land als waardevol wordt ervaren. Niettemin, de rege ring moet keuzen maken. De kern van het regeringsbeleid wordt gevormd door: - rechtshandhaving, opdat de burger zich beschermd weet door wetten en opdat wetsovertredin gen op tal van terreinen worden te ruggedrongen; - meer vertrouwen op de ont plooiing van de burger en van de maatschappelijke verbanden; - voortgaan met een driesporen- beleid, gericht op werkgelegen heid, economische groei en sober heid in 's Rijks financiën; - bevorderen van gerechtigheid, vrede en veiligheid, ook over de grenzen heen. Bij dit alles wil de regering haar beleid enten op solidariteit, to lerantie en verantwoordelijkheid. De basis voor een doeltreffend overheidsoptreden moet in een rechtsstaat als de onze gelegen zijn in de wet. Regelgeving dient aan te sluiten bij het rechtsbewustzijn van brede lagen van de bevolking; zij behoort goed uitvoerbaar te zijn. De wet mag geen onevenredi ge last leggen op bestuur en recht spraak en moet gehandhaafd kun nen worden door middel van het strafrecht en andere sancties. Ver betering van de kwaliteit van de wetgeving is noodzakelijk. Door de instelling van een toetsingscom missie onder leiding van een rege ringscommissaris wordt daaraan een nieuwe impuls gegeven. Criminaliteit Voor het waarborgen van de rechten van de burger zijn bescher ming van de samenleving tegen criminaliteit, en hulp aan slachtof fers essentieel. De in het beleids plan 'Samenleving en criminaliteit' ontwikkelde visies op de beteuge ling van veel voorkomende crimi naliteit en de bestrijding van de zware misdaad moeten in het ko mende jaar merkbaar resultaten gaan opleveren. Vandaag wordt u de tweede voortgangsrapportage voorgelegd. Bij de voorgenomen bezuinigingen op de overheidsuit gaven worden de organen belast met rechtshandhaving en de poli tie geheel ontzien. Teneinde haar taak beter te kunnen vervullen, staat de politie wel voor de nood zaak van een aanzienlijke her schikking van middelen. Rechtsbescherming is belang rijk. De werklast van de Raad van State op dit punt is echter te veel toegenomen. Daarom zullen u voorstellen bereiken tot gedecen traliseerde berechting van admini stratieve geschillen. In verband met vragen rond het levenseinde en sterven en de steeds verder gaan ontwikkeling van de medische wetenschap en de geneeskunde, zal u met betrekking .tot euthanasie een voorstel berei ken. De bescherming tegen discrimi natie zal worden verbeterd door een aanpassing van het Wetboek van Strafrecht en door een voorstel van een Algemene Wet Gelijke Be handeling, die nadere uitwerking geeft aan artikel 1 van de Grond wet. Onlangs is een advies uitge bracht ter zake van wetten oorlogsgetroffenen. De regering zal - overigens zonder bezuini gingsoogmerk - bezien welke on derdelen van dit advies ter wille van de rechtszekerheid en in het belang van een goede bestuurlijke praktijk overgenomen kunnen worden. Kwam in de vorige kabinetspe riode een vernieuwd stelsel van so ciale zekerheid tot stand, in deze periode moet het fundament ge legd worden voor een vernieuwde aanpak van de volksgezondheid. Daarbij zal zo véél mogelijk ge bruik worden gemaakt van de commissie-Dekker. Op het terrein van de arbeids voorziening zijn bij de Raad van State voorstellen voor een nieuwe opzet aanhangig gemaakt. Over heid en organisaties van werkne mers en werkgevers delen daarin de verantwoordelijkheid. Zo wordt ook op dit terrein de rol van de overheid scherper afgebakend. Regelgeving Dat is ook nodig op andere ter reinen. Niet alleen om budgettaire redenen, maar ook omdat veel re gelingen in hun werking negatieve bijeffecten hebben. Vaak gehoorde bezwaren zijn oneigenlijk gebruik, verstarring, bureaucratisering en problemen bij de controle. Dit alles leidt tot de noodzaak van sober heid en doelmatigheid bij subsidië ring en in de wet- en regelgeving. De onderlinge afstemming van taken en heldere financiële afspra ken tussen Rijk, provincies en ge meenten zijn ook belangrijk voor de kwaliteit van het bestuur. Daar om zijn bestuursakkoorden geslo ten. Deze dwingen de verschillen de overheden bij de onvermijdelij ke herbezinning op tal van regelin gen, zorgvuldig met elkaar om te gaan. Het opkomen voor het zwakke en waardevolle zal door overheid èn samenleving moeten gebeuren. De regering wil meer ruimte scheppen voor intiatieven van burgers en maatschappelijke organisaties. Onderlinge hulpverlening komt al dus tot ontwikkeling en zal naast het professionele werk nog verder aan betekenis moeten winnen. De fiscale tegemoetkoming voor het vrijwilligerswerk is een positief signaal voor nieuwe initiatieven van vrijwillig hulpbetoon op aller lei plaatsen in onze samenleving. Onze economie heeft de afgelo pen drie jaar een hechter funda ment gekregen. Het driesporenbe- leid werpt vruchten af. Investerin gen en werkgelegenheid zijn sterk toegenomen, ook al is de werkloos heid nog steeds duidelijk te hoog. Met aller inzet moet het mogelijk zijn aan de opgaande lijnen vast te houden. Vorig jaar zijn met werk nemers en werkgevers afspraken gemaakt om samen de werkloos heid verder terug te dringen. Met de beleidsvoornemens voor 1988 wordt getracht een verant woorde basis te leggen voor de ge zamenlijke inspanning van over heid en sociale partners, gericht op versterking van economie en werk gelegenheid op langere termijn. Daarom blijft de nadruk liggen op het zo laag mogelijk houden van de arbeidskosten, op het stimuleren van technologische vernieuwin gen, op het zo veel mogelijk scho len en op het versterken van de in frastructuur. Dit alles onder de on misbare randvoorwaarde dat het fi nancieringstekort moet blijven da len. Lastendruk Blijvend herstel van de econo mie is alleen mogelijk als de over heid minder schulden maakt en als de collectieve-lastendruk daalt. Aan beide voorwaarden wordt vol gend jaar voldaan. Toch dreigen de rijksuitgaven in hun totaliteit nog steeds te stijgen. Om dat te com penseren stelt de regering bezuini gingen voor, vooral daar waar de uitgaven het snelst toenemen. De overheid behoort immers de om vang van haar uitgaven scherp in het oog te houden. Omdat onvoor ziene uitgavenoverschrijdingen een bedreiging vormen voor be stendig beleid, acht de regering het noodzakelijk zich dit najaar verder te beraden over concrete verster king van de begrotingsdiscipline. De hoogte van de arbeidskosten, zo sterk bepaald door belastingen en premies over het loon, heeft nog steeds een belemmerende invloed op de groei van de werkgelegen heid. De regering tracht die nega tieve invloeden zo beperkt moge lijk te houden door het scherp vast stellen van sociale premies en be lastingtarieven. Waar mogelijk worden deze verminderd, de hoge re belastinginkomsten weer voor hogere uitgaven gebruiken zou niet de goede weg zijn. De verla ging van de loon- en inkomstenbe lasting, waarvoor de regering heeft gekozen, is broodnodig om de ar beidskosten zo laag mogelijk te houden. De financiële ruimte voor hét overheidspersoneel is ten opzichte van de aanvankelijke voornemens enigszins vergroot, ook om extra werk bij de overheid te kunnen scheppen en enige inkomensver betering mogelijk te maken, daar waar de afstand tot het bedrijfsle ven te groot dreigt te worden. Voor mensen met het minimum loon en uitkeringsgerechtigden is een verhoging van de vakantieuit kering van 7,5 procent naar 8 pro cent voorzien. Voorgesteld wordt de kinderbijslag te verhogen. Dit alles moet ertoe leiden dat behoud van koopkracht ook zon der loonsverhoging tot de reële mogelijkheden behoort. Dat dient de werkgelegenheid en hierdoor krijgen zo veel mogelijk mensen kans op inkomen uit werk. Minimumloon Met ditzelfde doel voor ogen heeft de regering zich gebogen over de hoogte van het minimum loon. Na rijp beraad is besloten geen gevolg te geven aan een ad vies van de meerderheid van de Sociaal-Economische Raad om het wettelijk minimumloon over de hele linie te verlagen. Wel wordt voorgesteld het wettelijk mini mumloon tot 18 jaar af te schaffen en dat voor een 23-jarige te verla gen tot dat voor een 22-jarige. Met deze maatregel hoopt de regering een bijdrage te leveren aan het te rugdringen van de hoge werkloos heid onder met name jongere werklozen met een laag opleidings- Bevordenng van werkgelegen heid is zeker niet alleen een zaak van matiging van arbeidskosten. Ook de technologische vernieu wing is van groot belang. De toe passing van technologische kennis in het midden- en kleinbedrijf zal worden bevorderd door de oprich ting van regionale innovatiecentra. De technologische veranderingen stellen hoge eisen aan kennis en vaardigheden van de beroepsbe volking. Scholing, vorming, het opdoen van werkervaring en later ook bijscholing, zijn van beslissen de betekenis voor werkgelegen heid en economische groei. De daarop gerichte inspanningen wor den nu in samenwerking met werknemers en werkgevers sterk opgevoerd. Hoewel deze inspan ningen vooral vanuit bedrijven en bedrijfstakken zelf moeten plaats vinden, zal ook de regering daar aan een grotere bijdrage leveren. Het accent op scholing èn op een individuele benadering van werk lozen is nodig, omdat nog steeds te veel mensen de drempel naar be drijf en instelling niet overkomen. Met gerichte programma's moeten meer mensen aan het werk komen. In die zin gaat het niet om banen plannen, maar om het scholen en het aan werkervaring helpen van diegenen die nu buiten blijven staan. Een voorbeeld van gerichte benadering is ook het Jeugdwerk garantieplan. Dit plan, dat sarnen met de gemeenten wordt uitge voerd, moet waarborgen dat jonge ren hoe dan ook aan de slag gaan en niet aan langdurige werkloos heid gewend raken. Herverdeling van werk blijft belangrijk. Vrouwen Meer deeltijdbanen, ploegen diensten en flexibele arbeidsroos- ters kunnen ertoe leiden dat meer mensen werk vinden; ook ver vroegde uittreding en flexibele pensionering geven aan meer jon geren eerder een kans. Met het oog op de emancipatie moet de werk gelegenheid voor vrouwen en de groei van deelname van meisjes aan het beroepsonderwijs extra aandacht krijgen. Bij de overheid wordt voorgesteld de vut-gerech- tigde leeftijd tijdelijk met één jaar te verlagen, het aantal deeltijdba nen te laten toenemen en de scho lingsinspanningen te vergroten. Eerder goedgekeurde, maar niet opgeroepen dienstplichtigen, van wie een aantal nu werkloos is, krij gen de kans alsnog te gaan dienen. Dat geeft de mogelijkheid aan an deren vaker uitstel voor scholing en studie te geven. De werkloosheid onder etnische mindereden is onrustbarend hoog. Daarom is een beleidsplan „Etni sche minderheden bij de overheid" ontwikkeld; maar ook de sociale partners zullen een bijdrage aan het verlichten van de werkloosheid van deze kansarme groep moeten leveren. Ook in de onderwijswereld wordt steeds meer aandacht gege ven aan de bestrijding van de werkloosheid. Het overleg in de Stichting van de Arbeid met be trekking tot de inspanningen voor de scholing van jongeren en vol wassenen heeft al veel tot stand ge bracht. Het benutten van de aan wezige onderwijsvoorzieningen en -ervaring zal worden bevorderd. Het vormen van nieuwe sector- scholen in het middelbaar beroeps onderwijs draagt daartoe bij. In het onderwijs zelf wil de rege ring enkele duizenden nieuwe ba nen voor jonge leerkrachten moge lijk maken. Mede gelet op het pro bleem van de vergrijzing van het onderwijspersoneel is taakverlich ting voor oudere leerkrachten voor dat doel een goed middel. In de vorming en opleiding van de jeugd is een evenwichtig fundament van kennis en kunde onmisbaar. De in voering van de basisvorming in het voortgezet onderwijs zorgt voor zo'n fundament voor elke leerling. Nog dit jaar zal de regering het wetsvoorstel indienen. De eigen bijdrage voor de verschilllende vormen van hoger onderwijs wordt gelijkgetrokken. Daarnaast wordt een hoger collegegeld voorgesteld voor de student die de verblijfs duur van 6 jaar in het hoger onder wijs overschrijdt. Door deze twee maatregelen te zamen kan het col legegeld in het Wetenschappelijk Onderwijs iets omlaag. De wetenschap ontplooit zich dynamisch. Dit houdt kansen en ri sico's in. In het geding zijn niet al leen de technische en economische mogelijkheden, maar ook hun be tekenis voor de normen en waar den in onze samenleving. In de nieuwe schets van het weten schapsbeleid voor de toekomst zal daaraan nader aandacht worden besteed. Milieu Het milieu m ons land wordt on danks alle inspanning nog steeds van vele kanten bedreigd, en ver slechtert zelfs in sommige opzich ten. Om de kwaliteit van het milieu te beschermen en te verbeteren wil de regering de samenwerking met de maatschappelijke sectoren in tensiveren. In een Nationaal Milieu Beleidsplan zal de lange-termijn- visie worden opgenomen. Om de verzuring tegen te gaan is het noodzakelijk nog dit najaar verder gaande maatregelen te over wegen. Met de sanering van ver vuilde waterbodems wordt een aanvang gemaakt. Natuur, land schap en openluchtrecreatie kun nen het niet stellen zonder schoon water, schone lucht, een schone bodem. Maar zuivere hulpbronnen zijn ook onontbeerlijk voor de con tinuïteit van de agrarische bedrij vigheid in ons land. De mestpro blematiek heeft nog èens duidelijk gemaakt dat zorgvuldig natuur- en milieubeheer een basisvoorwaarde is voor een goede ontwikkeling van het landelijke gebied. Met het oog hierop zal het Natuurbeleids plan worden uitgebracht. In een Nota „Volkshuisvesting in de jaren 90" zullen beleidsvoor nemens worden gepresenteerd met betrekking tot de inhoud en de organisatie van de volkshuisves ting. Vooral de-verdeling van ver antwoordelijkheden tussen het Rijk en andere overheden, tussen maatschappelijke organisaties en de marktsector, zal daarin aan dacht krijgen. Rond de jaarwisse ling zal de Vierde Nota over de Ruimtelijke Ordening verschijnen. Deze zal zich richten op de verbete ring van de ruimtelijke kwaliteit van ons land en zal in het bijzonder aandacht geven aan de ontwikke ling van de marktsector. Op tal van plaatsen, met name in de randstad, ontstaan meermalen per dag files. Dat is een bron van ergernis en ook nadelig voor de po sitie van ons land in het internatio nale vervoer. Het is zaak de ver- keers- en vervoersproblemen met een reeks samenhangende maatre gelen aan te pakken. Met provin cies en gemeenten is voor de rand stad een mobiliteits-scenario ont wikkeld. Over deze problematiek worden in het najaar besluiten ge nomen. Wel heeft het kabinet reeds besloten in te stemmen met de aan leg van vier verkeerstunnels, die particulier gefinancierd zullen worden. Ook de knelpunten in het tele communicatieverkeer als gevolg van de snel toegenomen vraag wor den aangepakt. De PTT zal daartoe haar investeringsprogramma ver snellen. Landbouw De Europese Gemeenschap staat in de komende periode voor enkele belangrijke, maar ook moeilijke, beslissingen, met name óp het ge bied van de landbouw en de finan ciering. Gezien het vitale belang van ons land bij het herstel van het evenwicht op de landbouwmark ten en bij een zich verder gezond ontwikkelende Gemeenschap, zal de regering zich tot het uiterste in spannen om in het overleg met de andere lidstaten tot verantwoorde oplossingen te komen. Dat is ook nodig in het belang van de mensen die werken in landbouw en visserij en die geconfronteerd worden met onzekerheden als gevolg van de noodzakelijke beheersing van de produktie. Een positieve ontwikkeling is dat in de Sowjet-Unie, alsmede in enkele Oosteuropese landen, her vormingen worden ondernomen. Hiervan kan een gunstige invloed uitgaan op de Oost-West-betrek- kingen. Er is nu uitzicht ontstaan op een historische ommekeer in de wapenwedloop, die enkele jaren geleden nog voor onmogelijk werd gehouden. Complete categorieën wapensystemen komen in aanmer king om te worden afgeschaft, waaronder ook de voor plaatsing in ons land bestemde, middellange- afstandsraketten. De grote over macht van het Warschaupact op het gebied van de conventionele bewapening stelt overigens gren zen aan de mogelijkheden voor nu cleaire ontwapening en onder streept het belang van beheersing van conventionele wapens. Een ze kere reële groei van de defensieuit gaven blijft nodig. Daarmee moet, in samenhang met een verbetering van de organisatie, onze defensie aan kwaliteit kunnen winnen. Aan de West-Europese Unie komt een belangrijke rpl toe bij het definië ren van wat binnen het Atlantische bondgenootschap specifiek van belang is voor de Europese veilig heid en bij het harmoniseren van standpiinten daarover. Nederland zet zich als voorzitter daarvoor in. Zeer ernstig is de situatie rond de Golf. De oorlog tussen Iran en Irak gaat nog altijd voort, ondanks de dringende oproep tot beëindi ging van de gewapende strijd, die uitging van de Veiligheidsraad. De regering acht verzekering van het recht van vrije scheepvaart in de Golf van vitaal belang en wil daar aan met andere West-Europese lan den een concrete bijdrage leveren. Uiteraard zal de veiligheid van de bemanning van de daarbij betrok ken mijnenjagers zo goed mogelijk worden gewaarborgd. Ontwikkeling Met voldoening stelt de regering vast dat het belang van de eerbiedi ging van mensenrechten en de waarde van de democratie in steeds meer landen wordt onder kend. Door extra hulpinspannin gen in het kader van de ontwikke lingssamenwerking wil de rege ring jonge democratieën onder steunen. De Noord-Zuid-dialoog komt geleidelijk weer tot leven. Tijdens de onlangs gehouden con ferentie over handel en ontwikke ling is confrontatie achterwege ge bleven en is met succes gezocht naar een beleid op basis van ge meenschappelijkheid. Het gaat er om deze trend te versterken, onder meer bij het overleg over de vrij making van de wereldhandel. De regering volgt met grote aan dacht de ontwikkelingen in Suri name en hoopt dat het komende referendum over de ontwerp- grondwet en de algemene verkie zingen het Surinaamse volk in staat zullen stellen in vrijheid aan een democratisch Suriname op nieuw gestalte te geven. Daarna kan een begin worden gemaakt met de normalisering' van de be trekkingen. De Nederlandse Antillen worden geconfronteerd met aanzienlijke fi- nancieel-economische problemen. Op Aruba gaat het geleidelijk be ter. Binnen het kader van de be schikbaar gestelde middelen zal worden getracht het eigen herstel beleid van beide landen zoveel mo gelijk aan te vullen en te onder steunen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 10