Deltakiinst of het failliet
van een opdrachtenbeleid
Risicoloos en onevenwichtig
'Een Bijzondere Dag'
maakt povere indruk
KUNST
PAGINA 17
SPAARNWOUDE - Anton Pieck heeft zaterdag ten bate van de instand
houding van het kerkje in Spaarnwoude overdrukken van een tekening,
die hij in 1942 van het kerkje maakte, gesigneerd. HTS-student Mare Gij-
sen combineerde het nuttige met het aangename, toen hij zowel een hand
tekening van de meester kreeg als zijn ontgroeningsopdracht vervulde.
(foto ANP)
ADVERTENTIE
Mevrouw Truus van Duijvenbode
Katwijk
"Ik heb mijn baan aan MAVO te
danken". Werkt als receptioniste
bij de Universiteitsbibliotheek.
Volgde de afdeling MAVO te Kat
wijk. Ging door met Tekenen in af-
I deling HAVOeindexamen in 1987
en ook een jaar Nederlands, Engels
I en Duits VWO. Gaat in verband
met het werk waarschijnlijk met
deze vakken verder in 1987-88. Als oudste van negen
kinderen kreeg ze destijds niet de kans voor voortgezet
onderwijs; werkte al met 14 jaar. Is nu al zeven jaar een
trouwe studerende bij "Boerhaave".
Of u de MAVO wilt doen voor uw plezier of als basis
voor een vervolgopleiding," u bent bij Boerhaave aan het
goede adres. Dat blijkt wel uit het verhaal van mevrouw
Van Duijvenbode. De volledige opleiding duurt 3 jaar
maar u kunt het ook vak-voor-vak doen (deelcertifi
caten).
De studiemogelijkheden: VWO, HAVO, MEAO, MAVO,
(volledig pakket of alle 29 vakken afzonderlijk), Neder
lands voor anderstaligen. Ook intensieve cursussen
(kortere studieduur). V
Meer inlichtingen, bel overdag 071-14 00 43 en
's avonds (ma, di, do) van 19.00-21.00 uur 071-15 55 66.
Eert informatiemap ligt voor u klaar.
Inschrijven elke maandag en donderdag van 13.00 tot
15.00 uur Noordeinde 1-3 en van
19.00-21.00 uur Kagerstraat 7 (s.g.
Louise de Coligny). Wacht niet te
lang.
Dag- en avondscholengemeen
schap Boerhaave, rector: D.J. van
Kooten, Noordeinde 1, 2311 CA
Leiden, telefoon 071 - 14 00 43.
VOLWASSENEN
ONDERWIJS
Trins Snijders als Antonietta in 'Een Bijzondere Dag'<r«to Pan Soki
Als toneelbewerking bij Haagse Comedie
Een Bijzondere Dag (Una Giomata
Particolare) van Ettore Scola door
de Haagse Comedie. Toneelbewer
king: Gigliola Fantoni en Ruggero
Maccari. Regie: Rosamaria Rinaldi.
Decor/kostuums: Marc van Helden.
Met o.a. Trins Snijders, Willem Nij-
holt, Kees Coolen, Maria Stiegelis,
Patty Pontier, Victor Low, Agnes Ve
ger, Kaj Madsen. Gezien op 21 augus
tus in de Koninklijke Schouwburg,
Den Haag. Op 28 september in de
Leidse Schouwburg te zien.
DEN HAAG - Dat gebeurt niet
vaak: van een beroemde film een
toneelbewerking maken. Meest
al is het omgekeerd een roman,
verhaal of ook wel eens een
succesvol toneelstuk, waarvan
i verfilming wordt gemaakt.
Maar hier was er eerst de film, en
daarna de toneelbewerking. De
film van Ettore Scola is vrij alge-
en bekend: Sophia Loren en
Marcello Mastroianni speelden
;r de hoofdrollen in.
Het is het verhaal van de ont
moeting van Antonietta en Ga-
briele tegen de achtergrond van
i historische gebeurtenis in
het Rome van 1938: het bezoek
i Hitier aan Mussolini om de
vriendschapsbanden tussen de
Duitse en Italiaanse fascisten tot
uitdrukking te brengen. Als haar
n en kinderen het huis verla
ten hebben om de grote fascisti
sche manifestatie bij te wonen,
blijft Antonietta alleen achter:
n rust in haar bestaan van ab
solute dienstbaarheid aan man
i kinderen. Aandacht schenken
haar dagelijkse plicht, aan
dacht, krijgen lijkt zelden voor te
komen.
Door een kleine onoplettend
heid dreigt de beo weg te
vliegen. Als ze de vogel probeert
te vangen, maakt ze toevallig
kennis met Gabriele, een nieuwe
huurder. Gabriele is homófiél, en
daardoor uit de partij gestoten en
werkloos geworden. Het is deze
Gabriele, die Antonietta einde
lijk eens aandacht schenkt. Door
toedoen van de conciërge, bij uit
stek de fanatiekeling op wie een
dictatuur onvoorwaardelijk kan
rekenen, ziet Antonietta, vanuit
i naief soort trouw aan de par
tij, Gabriele aanvankelijk als een
verraderlijke antifascist en slap
peling. Toch is de wederzijdse
aantrekkingskracht tussen deze
twee in de steek gelaten mensen
d groot, dat de soms heftige con
frontatie leidt tot een steeds gro
tere toenadering. Terwijl buiten
de fascistische volksliederen
klinken en de radio verslag uit
brengt over de historische ont
moeting van beide dictators, be
drijven Gabriele en Antonietta
de liefde.
Uiteraard vertelt het toneel
stuk dit verhaal met andere tech
nische middelen dan een film.
Ook al heb je de film ooit wel
eens gezien, valt toch niet meer
zo gemakkelijk na te gaan, waar
nu precies de verschillen in
aanpak liggen - helaas kun je er
de film niet even op 'naslaan'. De
historische context bijvoorbeeld
wordt anders gerealiseerd, de
woordloze scènes functioneren
anders en het sturingsmechanis-
de
de
montage ontbreken.
Eigenlijk is het fout om je aan
de flimversie als origineel zo vast
te willen klampen. Maar mis
schien zou het vergelijken van
beide versies een verklaring kun
nen bieden voor de povere in
druk, die het verhaalgegeven on
danks de spelprestaties van
Trins Snijders en Willem Nijholt
in de toneelbewerking maakt.
Het gegeven blijft weliswaar
boeiend, maar is toch niet zo in
dringend, als je je van de film
meent te kunnen herinneren. De
winst van het theater, de acteurs
in levende lijve aan het werk te
kunnen zien, komt niet optimaal
uit de verf.
Het decor lijkt - blijkens een
foto in het tekstboekje - geïnspi
reerd door de pompeuze bouw
stijl van het paviljoen voor de
Wereldtentoonstelling (Rome,
1941). Het biedt geen realistische
sfeertekening van de leefwereld
van Antonietta en Gabriele;
groots, imponerend én vooral kil
maakt het de hoofdpersonen t
tra tot kleine mensen. Op e
meer abstrakte wijze toont het
dus de leefsituatie,
systeem als zodanig belangrijker
is dan het individu. In dat op
zicht is deze vormgeving één van
de sterkere punten van de voor
stelling, ook al gaat het wel weer
ten koste van de intimiteit van
het verhaalgegeven.
Dat er een pauze is ingelast, is
een misgreep. Het stuk is er te
kort voor; bovendien wordt hin
derlijk onderbroken, wat er aan
dramatische spanning is opge
bouwd. "Kan ze niet eens wat an
ders aantrekken?", fluisterde ie
mand tijdens de premièreavond.
Duidelijker dan aan dit voor
beeld van onbegrip kan niet ge
demonstreerd, dat de voortgang
van het verhaal geen onderbre
king duit.
De gezinsscènes aan het begin
en einde, de geluidsfragmenten
om het tijdsbeeld aan te geven:
het is allemaal net iets te schema
tisch wat zijn weerslag heeft op
die paar mooie scènes van toena
dering tussen Antonietta en Ga-
briela.
WIJNAND ZEILSTRA
'■■'HARDERWIJK Het was alles zo
'"Hraai begonnen. Kunstenaars kre-
laigen reisopdrachten, oriëntatiebe-x
a.'boeken werden georganiseerd, er
:'J'moest zilte lucht gesnoven worden.
ko's Lands alomtegenwoordige ad-
rPminstratie stelde verdeellijstjes op
ve5n onder het hoofdje Waterstaats-
tsVerken werden opgenomen: Wa
tersnood 1953, Zuiderzeewerken
*e4954-1956 en Deltawerken.
10 Schilders en grafici, naar oud ge
bruik op kwaliteiten geselecteerd
^aldoor op kwaliteiten geselecteerde
incommissies, togen naar de oorden
rovan het Nijver Bedrijf, snoven zout
^en voelden de krachten van Beau-
dtfort. Ze schilderden ook, stonden
§c'aan de persen en richten zo in wei-
'lsnige jaren een imposant monu-
ecment op.
eft
ke Dat nu bezit alle kenmerken Van
s^cdie tijd. De kunstenaars blijken
^Voornamelijk gegrepen te zijn door
ende degelijke verschijningsvormen
isVan de firma Noest Stoer. Zo ziet
ermen hoge heersende, niet zelden
dreigende luchten boven de bin
ken en bonken die de elementen
bevechten. Zo ziet men beton, sta
llen staketsels, zandzuigers, bagger
bakken. Het verlies van de natuur
wordt vrijwel nergens in beeld ge
bracht. Hoe anders zouden de
spraakmakende activiteiten nu
verwoord en verbeeld worden.
rsjj Tekenend voor de tijd is ook dat
,n op de lijst van negenendertig ver-
jgkozenen slechts één kunstenares
voorkomt. Zou dat, zo mag men
n_zich afvragen, ook te maken heb-
}eben gehad met kwaliteitsnormen?
-jeDie normen hielden in elk geval de
In 1959 verstrekt de rijksoverheid de eerste opdrachten
aan kunstenaars om in hun werk iets vast te leggen van de
grote veranderingen die het Nederlands cultuurlandschap
ondergaat als rechtstreeks gevolg van de Deltawerken. Het
is het begin van wat later Deltakunst genoemd zal worden.
Deze zomer zijn op verschillende lokaties in Harderwijk de
vruchten van dat opdrachtenbeleid te zien. Meteen wordt
ook het failliet ervan duidelijk; na 1970 droogde de stroom
op, terwijl de uitvoering van de werken tot 1986
spectaculaire vormen aannam. De indrukwekkende
tentoonstelling heeft dus zowel de kenmerken van een
zekere rijkdom als van een fundamentele armoede.
door
André Oosthoek
kunstenaars uit 'het eigen gebied'
buiten de prijzen.
Er is één goede uitzondering;
Frits Lensvelt uit Krabbendijke
werkte mee in de kopgroep van de
grafici.
Het succes van dit opdrachten
beleid was overduidelijk. Vooral
op het gebied van de grafische kun
sten scoorde 'de reeks' zeer hoog.
De verschillende bladen kwamen
terecht in veelgebruikte handboe
ken als Van Wessems overzicht van
de Nederlandse Grafiek na 1945
dat in 1964 verscheen. Uit zo'n nog
steeds handzaam overzicht wordt
ook duidelijk dat niet de gehele top
het waterstaatspad betrad. Er ont
breken nogal wat grote namen
maar het heeft de hoge kwaliteit
van de uitkomsten nauwelijks aan
getast.
De expositie in Harderwijk
brengt, onder veel meer, de con
frontatie van het ene kunstwerk
met het andere in beeld. Het water
staatsjargon spreekt over Kunst
werk als een object wordt uitge
dacht en gemaakt dat van invloed
is op bijvoorbeeld de waterloop, op
vervoer en verkeer. Het gaat dan
om kunstmatigheden: kanalen, dij
ken, dammen, stuwen en sluizen.
Heeft men het over verkeer, dan
kan men er viaducten, bruggen en
wegen aan toevoegen. Het ene
kunstwerk brengt op die manier
het andere in beeld, geeft de heel
persoonlijke visie van de ene crea
tieve mens op het werk van de an
dere weer. Het is een boeiend as
pect dat heel uiteenlopende disci
plines samenbrengt.
In 1970 houdt de opdrachtenre
geling op te bestaan. In Den Haag
worden daar verschillende rede
nen voor gevonden. Het zou heel
moeilijk geworden zijn om nog lan
ger 'representatieve' kunstenaars
te vinden. Vervolgens zou de op
mars van de niet-figuratieve ten-
denzen in de beeldende kunst het
verstrekken van beeldgebonden
opdrachten in de weg staan en dan
was er nog de gewijzigde aanko
pen- en opdrachtenpolitiek die
zich meer en meer beperkte tot wat
op een bepaald moment als toon
aangevend werd beschouwd. Kort
om, de Deltakunst, ontwikkeld
door O.K. W. en C.R.M. zou on
der W.V.C. niet groot worden. De
uitvoering van de Deltawerken
ging inmiddels zeer figuratief door,
'alsof er inderdaad geen represen
tatieve kunstenaars meer waren' is
men geneigd te zeggen. Die kun
stenaars waren en zijn er wel en ze
blijven ook aan het werk, zij het
buiten het Haags bepaalde circuit.
In dat vrijere werkveld waren ze
ook de voorafgaande jaren actief.
De tekenen ervan zijn in het Delt
agebied overal aanwezig en men
zal er geen moeite hebben ze even
eens tot de Deltakunst te rekenen.
In die regionen is de kunstenaar
immers, verkorene of niet, de
boodschapper van zijn tijd ge
weest. Zo vindt men binnen en bui
ten de archieven, op dammen en
dijken de berichten van een ont
wikkeling: een land op de schop.
Op de Harderwijker peilplaatsen
vindt men dat alles niet; men heeft
zich daar beperkt tot het belang
wekkende en op zichzelf al zeer
omvattende overzicht van de op
drachtenkunst, de postzegelserie
niet uitgezonderd.
Hoe komt nu zo'n tentoonstel
ling in Harderwijk terecht? Het is
in feite de inzet van één man, Klaas
'Beton storten', litho uit 1961 van Nico Wijnberg. (foto gpdi
Roodenburg, die door het werk
van een vriend, de graficus Ap Sok,
belangstelling voor het onderwerp
kreeg, de gang van zaken bestu
deerde en een recollectie zonder
weerga verzorgde. Zijn verslag van
opzet, opgaan, blinken en verzin
ken van een spraak- en smaakma
kend beleid is het waard verder te
komen dan Catharinakapel, Stad
huis en Bibliotheek van Harder
wijk.
Sinds de eerste, minder uitvoeri
ge presentatie Kunstenaars zien de
Deltawerken in het Haags Ge
meentemuseum (maart 1961) is
zeer weinig met het materiaal ge
daan. Daar is nu een begin van ver
andering in gekomen: volgend jaar
laat het Zeeuws Museum op 'het
Land van Herkomst' het totaal
overzicht zien en de markt voor
aankoop van deze boeiende speci
mina van Deltakunst is opnieuw
opengesteld.
(Deltakunst in Harderwijk, Cat
harinakapel, Stadhuis en Biblio
theek. Werken van Jan Gregoor,
Rein Drayer, Nico Wijnberg, Jacob
Kuijper, Pieter Defesche, Mart
Kempers, Jan Sleeboom, Jaap
Kuijper, David Kouwenaar, Harrie
van Kruiningen, Abe Kuopers, Jan
Stekelenburg, Henk Pander, Her-
manus Berserik, Nico Bakker, Au-
ke de Vries, Toon Wegner, Johan
Lennarts, Henk Huig, Willem den,
Ouden, Jan Kuiper, Ap Sok, Wim
Noordhoek, Rob Otte, Aat Ver
hoog, Ben Ikelaar, Ed van Zanden,
Frits Lensvelt, Lex Hom, Cor Bas-
art, Lenze Elsinga, Piet Nieuwen-
huijsen en Wim Zwiers.
Brochure Deltakunst en verdere
inlichtingen 03410-18403.)
Summer Jazz '87:
De zangeres van het Dolf Del Prado Quintet vermaakte tot in de late uurtjes de bezoekers i
zanger Humphrey Campbell, die
een prachtig gevoel voor timing
aan de dag legde en daarmee met
een de beste vocalist van het hele
festival was. Hopelijk is Campbell
niet bang om zich meer op het im
provisatiepad te begeven.
Veel minder positief kan ik over
de vocale prestaties van de zange
res van de Basin Street Jazz Band
zijn. Het was het bekende gemid
delde 'revival-gebral' dat een ge
voel voor het materiaal moet mas
keren. Een troost was dat de band
zelf het er nog goed van afbracht.
Even consciëntieus, maar niet
erg geïnspireerd klonk de backing
van Greetje Kauffeld, die het zelf
ook van routine moest hebben. Al
leen aan drummer John Engels
was het te merken dat hier niet zo
maar de eersten de besten stonden.
Gelukkig voor alle betrokkenen
dat de regen binnen de perken
bleef, altijd een gevaar voor een
openlucht-manifestatie in Neder
land. Toen het donker begon te
worden en de muziek zich ver
plaatste naar de respectievelijke
etablissementen, was men deelge
noot gemaakt van heel wat middel
matig musiceren, zoals dat van de
Intercity Jazzmen (foute noten!),
de Frits Landesbergen Big Band
(soli op weg naar Nergenshuizen)
en Rob Hoeke (ongenuanceerd ge
stamp dat verboden moest zijn).
Gênant was de Hans Duifer
show van Rinus Groeneveld, die
vroeger veelbelovend heette te
zijn. Wel werden er nog pogingen
gedaan serieuze muziek te maken,
onder meer van het Trio Carlo de
Wijs, het Jaap van Biezen Kwartet
en het Bob Rigter Kwintet. Jam
mer alleen dat in deze gevallen wel
heel erg op safe werd gespeeld met
overbekende standards die elders
al beter zijn uitgevoerd.
De provinciale jazzfestivals blij
ven maar groeien. De vraag blijft of
muziek voor 'gezelligheid' en
drankomzet serieus genomen
dient te worden. Is het verkeerd
jazz op zijn eigen merites te beoor
delen? Aanstaande.zaterdag is er
weer een jazzfestival, echter van
een geheel andere opzet, in het
Rijksmuseum voor Volkenkunde.
KEN VOS
Summer Jazz '87 met onder meer
Rita Reys, Pim Jacobs Trio, Rob
Hoeke, Greetje Kauffeld, Bob Rig
ter, Karei Boehlee, Dolf Del Pra
do. Gehoord op 22 augustus.
LEIDEN - Voor de derde keer
werd door de organisatoren van
het podium Jazz on Sunday en een
deel van de plaatselijke midden
stand dit gratis toegankelijke (en
dus druk bezochte) eendaagse fes
tival gehouden. Een dergelijke op
zet houdt natuurlijk compromis
sen in: niet alleen moet er door de
neringdoenden een flinke omzet
gedraaid worden, ook moeten er
musici uitgenodigd worden die bij
een behoorlijk deel van de regiona
le bevolking tot de verbeelding
spreken. Wat dat laatste betreft, er
werden vooral plaatselijke muzi
kanten uitgenodigd, die je toch al
regelmatig kunt horen, naast die
ene 'bekende Nederlander', Pim
Jacobs.
Om met Pim Jacobs te beginnen,
de tent waarin zijn trio met zijn
echtgenote, Rita Reys, optrad, was
zodanig geplaatst, dat het slechts
weinigen vergund was om datgene
aan te horen wat werd gebodgn.
Dat viel niet mee. Jacobs musi
ceert bijna net zo oppervlakkig als
hij zijn quiz-programma's presen
teert en Nederlands bekendste
jazzzangeres kan evenmin aan ou-
derdomsslijtage ontkomen als bij
voorbeeld Sarah Vaughan. Eens te
meer bleek echter, dat naamsbe
kendheid voor het niet erg kriti
sche publiek veel belangrijker is
dan wel of niet vermeende muzika
le kwaliteit. Afgezien van deze
kanttekeningen kon echter wel ge
constateerd worden dat het trio
van Jacobs tenminste nog ambach
telijk verantwoord zijn werk ver
richtte dankzij de aanwezigheid
van bassist Ruud Jacobs en slag
werker Peter Ypma.
Zowel het spel van als de belang
stelling voor Jacobs was sympto
matisch voor de wijze waarop het
festival in elkaar stak. Risicoloos
en onevenwichtig. Voor het gemak
ging de organisatie ervan uit dat er
de laatste 25 jaar op jazzgebied
niets was gebeurd en het in groten
getale toegestroomde publiek
vond het kennelijk goed zo. Een
uitzondering was het trio van Karei
Boehlee die niet bang was om me
lodische fusion te spelen. Nog op
vallender was'de aanwezigheid van
Veel mensen waren zaterdagavond op de been c
gen van de artiesten op Summer Jazz '87.