'Het kan raar lopen in het leven' Het vurige verzetvan de Vendée Leidenaar Van Ginkel: van bordenwasser tot directeur in Hongkong Franse revolutie verslikte zich twee eeuwen geleden in koppige boeren ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1987 Frank van Ginkel is eigenlijk per ongeluk aan de andere kant van de wereld beland. Dat hü nu in verze keringen doet is zo mogelijk nóg toevalliger. De reclameslogan 'ge lukkig heb ik meer verstand van verzekeringen' ging voor hem toen nog niet op. door Dirk-Jan Roeleven "Toen ik hier in januari 1974 aankwam had ik van veel dingen verstand, maar niet van verzekeringen. Ik had geen rooie cent, alleen twee handen, een por tie gezond verstand en het voornemen om hard te werken. Nu heb ik een kan toor met zeventien personeelsleden. Tja, het kan raar lopen in het leven". Het is dat hij het zelf zegt, want sinds Frank van Ginkel op 19-jarige leeftijd zijn geboortestad Leiden verliet om zijn geluk buiten onze landsgrenzen te gaan beproeven, is het op zijn minst 'raar' met hem gelopen. Het aantal ambachten dat hij heeft uitgeoefend overschrijdt de twaalf ruimschoots, terwijl het aantal bijbehorende ongelukken ook meer dan dertien bedraagt. Ruteck's Van Ginkels werkzame leven begon op jeugdige leeftijd als bordenwasser in het legendarische Leidse etablissement Ruteck's aan de Stationsweg. Gezien de huidige verblijfplaats van Van Ginkel kan het geen toeval zijn dat de naam Ru teck's later werd veranderd in chinees restaurant Het Verre Oosten. Frank van Ginkel zou na dit eerste baantje nog lang in de horeca blijven. Zijn jeugd ("altijd rotzooien in de buurt") bracht hij door in de Verdam- straat in de Burgemeesterswijk, maar op zijn negentiende trok hij naar Duitsland om zich te bekwamen in het hotelwezen. Na de Duitse hotelschool en banen in Zwitserse restaurants kwam hij terug in Nederland. Van Ginkel werd kelner in kasteel de Hooge Vuursche, maar kwam terug in Leiden als assistent-manager van restau rant Oudt-Leyden. Daarop vertrok hij naar de kust om anderhalf jaar manusje van-alles te zijn in het inmiddels ver dwenen Palace Hotel in Noordwijk aan Zee. "Het wilde daar nog wel eens bad water lekken. Dan stond je beneden ach ter de bar de Duitse toeristen wijs te ma ken dat het warm water regende. Mooie tijd was dat". Omdat hij weinig perspectief zag in de Nederlandse horeca vertrok de vrijgezel Van Ginkel in 1970 naar de andere kant van de aardbol. Australië heette het land waarheen hij emigreerde. Met weinig geld en diploma's op zak poogde hij daar voet aan de grond te krijgen. Hij begon ooit als bordenwasser bij het voormalige Leidse etablissement Ruteck's aan de Stationsweg. Na tal van omzwervingen belandde hij uiteindelijk in Hongkong, waar het geluk hem toelachte. Frank van Ginkel, directeur van Van Ginkel Company Ltd, doet in verzekeringen. Het verhaal van een selfmade man. Van Ginkel over die periode: "Ik heb daar geprobeerd cosmetica te verkopen, maar dat leverde weinig op. Toen ben ik in de advertentiewerving beland. Dat liep ook niet naar wens. Op een bepaald moment had ik nog vijftig Australische dollarcenten, een sinaasappel en een zak fish and chips. Je begrijpt dat ik me die emigratie anders had voorgesteld. Ik was van plan door hard werken rijk te worden, maar dat lukte van geen kant. Gelukkig kreeg ik van een Frans/Neder lands echtpaar tien Australische dollars waarmee ik naar Brisbane ben gelift. Daar heb ik huis-aan-huis typemachi nes, type-linten en papier verkocht. Ook geen baan waarmee je binnenloopt, maar je moet toch wat". Ommekeer De ommekeer in het kommervolle be staan van de avontuurlijke handelaar in alles-en-nog-wat kwam in 1973. "Toen ontmoette ik een vriendje uit de tijd dat ik in cosmetica handelde. Ik vroeg hem wat hij op dat moment uitspookte. Hij bleek met redelijk succes verzekeringen te verkopen, maar stond op het punt de wijk te nemen naar Hongkong. Hij had genoeg van Australië en zag zich daar niet rijk worden. Het was alsof het mijn eigen woorden waren, ik dacht er pre cies eender over. Ik vroeg of ik met hem mee kon. Dat kon, alleen had ik geen rooie cent om in Hongkong iets te begin nen. Door een dubbele baan als taxi chauffeur en verkoper van levensverze keringen kwam ik aan het geld voor de reis". Op 13 januari 1974 stapte Van Ginkel met zijn kersverse compagnon in het vliegtuig naar het beloofde land Hong kong. Eén troost had hij: veel slechter dan Australië kon het in de Britse kroon kolonie niet worden. Maar weer moest hij vanaf het nulpunt beginnen. "Daar stond ik dan. Geen geld, geen contacten. Die eerste tijd zat ik in een goedkoop ho telletje annex bordeel. Daar gold trou wens ook 'no money, no honey'. Ik ben toen met mijn compagnon maar gewoon begonnen met wat verzekeringen te ver kopen. Op een bepaald moment ver trouwde ik de samenwerking niet meer en ben ik alleen verder gegaan", aldus de huidige directeur van Van Ginkel Company Ltd. r waarop dit bedrijf tot stand kwam is een verhaal apart. "Ik had vrij wel geen verstand van verzekeringen, maar ik had wel door dat het in Hong kong alleen maar om geld draait. Dus wat deed ik? Ik ging bij mensen langs die al een verzekering hadden. Dan vroeg ik hun polis om die zogenaamd door mijn experts te laten onderzoeken op eventuele foutjes. Die polis kopieer de ik en vervolgens ging ik een paar da gen later weer langs bij de klant. Die ver telde ik dan dat mijn experts geen gebre ken in de polis hadden ontdekt, maar dat mijn bedrijf dezelfde verzekering vijf procent goedkoper kon afsluiten. Meestal gingen ze daarmee akkoord. Zo bouwde ik langzaam maar zeker mijn verzekeringskantoor op, ook al liep ik bij wijze van spreken vijf mijl per dag". Hard Knox Gezien zijn niet geringe lichaamsom vang loopt deze self-made man tegen woordig heel wat minder kilometers en heeft hij door zijn slimme tactiek en hard werken een goed belegde boter ham verkregen. Iets dat volgens hem in Nederland niet gelukt zou zijn: "Hier kun je het zonder diploma's en met hard werken maken. Als ze mij vragen of ik diploma's heb, zeg ik maar dat ik heb gestudeerd aan de universiteit van Hard Knox. Hard kloppen op vele deuren, dat is tenslotte wat ik hier heb moeten doen om een poot aan de grond te krijgen". De oud-Leidenaar houdt in Hongkong kantoor op de zestiende verdieping van het Jubilee Commercial Building. Hij heeft uitzicht op het water dat het eiland Hongkong scheidt van Kowloon, het an dere dichtbevolkte deel van de Britse kroonkolonie. Vanuit zijn kantoor kijkt hij ook uit op de vele wolkenkrabbers die hem omringen. Wie van zestien hoog loodrecht naar beneden durft te kijken ziet acht rijbanen boordevol taxi's, dub beldekkers, vrachtwagens en personen wagens van - vooral - Japanse makelij. Om het ongeluk buiten zijn kantoor te houden, heeft Van Ginkel een aantal niet-alledaagse maatregelen getroffen. Zo is op dringend advies van zijn Hong- kong-chinese personeel een spiegel aan gebracht met het reflecterende gedeelte naar buiten gericht, in de richting van een verderop gelegen gevangenis. De re den van deze ongebruikelijke manier van een spiegel ophangen is dat hiermee de slechte gedachten van de gevangenen worden teruggekaatst, zodat ze het ver zekeringskantoor geen schade kunnen doen. Een andere vorm van bijgeloof is het aanbrengen van een grote ijzerzaag on der de ballustrade bij het raam. De tan den van de zaag zijn naar buiten gericht. Van Ginkel legt de functie hiervan uit: "Zie je dat gebouw daar, dat is gebouwd in de vorm van een schip. Het staat met de boeg naar mijn kantoor gericht. Om niet door dat 'schip' te worden overva ren is die ijzerzaag bevestigd. Het zaagt het schip doormidden, zodat wij veilig blijven". Water Maar dit is nog niet alles. "Water is hier het symbool voor geld. Om dat 'geld' uit de haven hier op te zuigen, staan die planten bij het raam. De zaken gaan niet slecht, dus waarom zou ik twij felen aan de functie van deze dingen. Onder mijn bureaustoel heb ik een om gekeerd kruis bevestigd. Dat is om te voorkomen dat de bovenliggende ver diepingen naar beneden vallen...". Het Chinese bijgeloof was ook de re den dat Van Ginkel in de eerste jaren moeite had met het slijten van levens verzekeringen. "Ze dachten dat ze daar mee het ongeluk over zichzelf afriepen. Of ze waren bang dat ze zouden worden vermoord, zodat anderen het geld op strijken. Het kostte heel wat moeite om dat bijgeloof weg te praten". Hoewel Van Ginkel nog regelmatig naar Leiden komt om familie op te zoe ken, ziet hij zich niet meer voorgoed te rugkeren naar Nederland. "Je weet na tuurlijk nooit hoe de dingen lopen, maar voorlopig heb ik het hier prima naar mijn zin. Zakelijk en sociaal. Ik hou me hier, net als vroeger in Leiden, bezig met hockey (hy is jeugdvoorzitter geweest van de hockeyclub LMHC - red.). Ver der speel ik rond 5 december voor Zwar te Piet voor de Nederlandse vereniging. Ik ben correspondent van de WD en geassocieerd lid van de vrijmetselaarslo ge in Leiden. Ook heb ik in Hongkong geholpen met de oprichting van het Dutch Charity Fundeen liefdadigheids fonds waar particulieren en bedrijven geld in storten. Met dat geld organiseren we dingen voor kinderen uit arme wij ken of voor de Vietnamese vluchtelin gen die hier zitten. Je ziet, ik heb het knap druk. Je merkt ook dat ik Neder lander in hart en nieren blijf. Vandaar dat ik niet definitief kan zeggen of ik hier nooit zal weggaan". Drie October Even later vraagt hij zich af of hij ei genlijk wel in aanmerking zou komen voor een woning als hij zich in Neder land zou willen vestigen. "Volgens mij De Franse revolutie is bijna tweehonderd jaar oud. Ze brak in 1789 uit en dat zal in 1989 worden gevierd. President Mitterrand hoopt op een smetteloze herdenking met vele malen de 'Marseillaise' en het soort volzinnen, dat door middel van een speciaal Frans ventiel met ijdele formules wordt volgepompt. Maar er ging zo veel mis dat een patriottische mantel der liefde te kort schiet. Zo ontbreekt in de officiële geschiedschrijving bijvoorbeeld de waarheid over het verzet tegen de revolutie in de Vendée. In die streek zouden zo'n vierhonderdduizend Fransen het leven hebben gelaten. door Rudolph Bakker Les Lucs-sur-Boulogne ligt aan één van die grote doorgangswegen, waarover in deze zomermaanden een onafzienbare stoet caravans op weg is naar warme doelen. Een kruispunt en een kerk, een bakker en een kroeg. Dat is Les-Lucs en geen voorbij razende vakantiegan ger heeft er een blik voor over. Achter de bakker en de kroeg gaat de dorpsstraat over in een landweg. Aan het eind van die landweg ligt op een heuvel tje een kapel; de deuren staan open en er zijn de resten van een podium. In het zand zijn de vage lijnen getekend van een hart. In dat hart staan de woorden 'Dieu, Le Roi' (God, de koning). Ieder jaar wordt in deze kapel één van die massamoorden herdacht, die karak teristiek waren voor de wreedheid waar mee de Fransen tijdens hun laatste bur geroorlog op elkaar hadden ingehakt. Revolutionaire moordcommando's had den op 28 februari 1794 Les-Lucs bereikt. Ze hadden in opdracht van de Parijse re gering tot taak om onder de revolutio naire leuze van 'vrijheid, gelijkheid en broederschap' in de Vendée iedereen uit te roeien die uit de verte of van nabij aan de opstand deel had gehad. Vrouwen, grijsaards en kinderen vluchtten met de 70-jarige pastoor Voy- neau het kapelletje binnen. Als Voyneau de soldaten smeekt onschuldige men senlevens te sparen, rukken de soldaten zijn tong uit zijn mond en zijn hart uit zijn lijf. In de kapel worden de 563 vluch telingen met bajonetsteken gedood. On der hen zijn 100 kinderen onder de zeven jaar. De jongste is maar een paar maan den oud. De namen van de slachtoffers en hun leeftijden zyn nu op marmeren platen tegen de wanden van deze kapel vereeuwigd. Koningsgezind Bij het uitbrekên van de revolutie had de Vendée niet eens als geografische eenheid bestaan. De bolle heuvels ten zuiden van Nantes waren toen, net als nu, bedekt met laag eikenhakhout en de boerderijen met hun glooiende daken vallen er ook nu nog op door de harmoni sche manier waarop ze bijna ongemerkt in het landschap overgaan. 'blauwe' koren te scheiden. Onder de tienduizend moorden die hij er pleegde waren 4.000 mannen, vrouwen en kinde ren die in de Loire op speciale boten ver dronken werden. Carrier werd later door een menselijker Parijs' regime om zijn daden onthoofd. Trots In 1987, twee jaar voor de herdenking van de revolutie, is de Vendée nog even katholiek en in zichzelf gesloten als tweehonderd jaar geleden. Net als in de dagen van Henri de Rochejacquelein, die met 'Monsieur Henri' werd aangespro ken, is er geen stands verschil tussen de 'werkgevers' en 'werknemers' in de Ven dée. Vakbonden als de communistische CGT schieten er geen wortel. De 'geest van de Vendée' uitte zich weer toen een paar boeren in 1980 zich trots tot twee maanden gevangenisstraf lieten veroordelen omdat ze weigerden het 'bevel van de schoften uit Parijs' op te volgen om hun koeien te laten inenten. Nu de president denkt de revolutie van 1789 tweehonderd jaar later in alle eer en deugd te kunnen herdenken, lijkt hij zich ernstig te vergissen. Het drama van de Vendée was al die jaren uit de collec tieve herinnering verdwenen. Op de scholen was het een korte en onbegrepen passage in een geschiedenisboek. Maar met zijn revolutie-feest liet Mitterrand opnieuw een kwade geest uit de stopfles los. De rechtse pers van krantenmagnaat Hersant opende het offensief met een lang artikel in Figaro-Magazine van de overigens algemeen geachte historicus Pierre Chaunu, bijgenaamd de Billy Gra ham van de geschiedenis. In dit artikel noemde Chaunu de oorlog in de Vendée een 'franco-Franse volkerenmoord'. Dezelfde terminologie werd overgeno men door één van zijn leerlingen, die in een verbluffend snel tempo een disserta tie afleverde. Deze werd door Chaunu goedgekeurd. Hierin wordt de genocide aan de hand van overigens oncontroleer bare cijfers 'bewezen'. Sinds '86 versche nen meer dan honderd polemische arti kelen over de Vendée en het nut van de Franse revolutie. De academische geschiedschrijving in Frankrijk is altijd politiek getint ge weest. Terwijl de geografie in handen is van de socialisten en de sociologie in handen van de communisten, is de histo rie in Frankrijk traditioneel 'rechts'. De herleefde strijd over de waarheid achter de gruwelen in de Vendée dreigt de op gepoetste festiviteiten rond de viering dan ook danig in diskrediet te brengen. Ultra-rechtse groepen als de aloude Action Francaise' en zelfs het Nationaal Front van Jean-Marie le Pen krijgen in de Vendée overigens geen voet aan de grond. Le Pen had ooit als uitgever in zijn omstreden serie grammofoonplaten, waaronder die met marsmuziek van Hit- ler-Duitsland, een plaat uitgegeven met strijdliederen van de 'witten' in de Ven dée. Maar wat hij ook onderneemt om de Vendée voor zich te winnen, hij stuit steeds op het afwijzend woord van de ka tholieke geestelijkheid. Laatste woord Die geestelijkheid heeft, net als toen, het laatste woord in het eigenzinnige land van het eikenhakhout tussen Nan tes en Roche-sur-Yon. Het enige dat weg viel is het koningschap. Maar op de te rugkeer van de koning rekent er nie mand meer. Frank van Ginkel: "Hier kun je het zonder diploma's en hard werken maken". (foto Bart Rctcrlnk) kan je in Nederland nergens wonen als je niet staat ingeschreven. Dan gaan ze allemaal gekke dingen vragen". Als Leidenaar in de Oost mist Van Ginkel natuurlijk de laatste ontwikke lingen in zijn geboortestad. Maar de vie ring van het Leidse feest bij uitstek, Drie October, laat hij niet aan zich voorbij gaan. Leidens Ontzet wordt in den vreemde meestal uitgebreid gevierd. De KLM vliegt haringen en jenever over die vervolgens op de ambassade of het con sulaat worden genuttigd. Zo ook in Hongkong, waar Van Ginkel er als Lei denaar nog een extra (Leids) accent aan geeft. "Op 3 oktober mag ik een keertje plat Leids praten. Normaal gesproken doe ik dat niet. Ik zeg altijd: 'Ik krijg van mijn pa op m'n klets als ik Leids klets'. Je hebt hier veel mensen die in Leiden hebben gestudeerd en daar lid waren van sociëteit Minerva. Zij organiseren op 3 oktober meestal een feest. Toen ik dat doorhad, heb ik het ze wel even ge zegd: 'Als er 3 oktober wordt gevierd moet je ook iemand van de burgerij uit nodigen hoor'. Sindsdien is het op 3 ok tober steevast: 'Leidse glibber, kom er eens bij'. En dat hoeven ze mij geen twee keer te zeggen". den geëist dat die in hun strijd de beslis singen zou nemen. Want dat waren de boeren in het dagelijks leven van de adel lijke heren altijd al gewend geweest. Eén van hun beroemdste aanvoerders werd Henri de Rochejacquelein, nauwe lijks 20 jaar oud, die tenslotte net als de andere opstandige generaals onder de kogels van het officiële bewind het leven liet. In de drie jaar die op de ondergang van generaal Marce en zijn mannen volg den, leverden de boeren en de revolutio nairen 21 grote veldslagen en pleegden ze zevenhonderd overvallen. Tweehon derd plaatsen werden genomen en gin gen verloren. Alle gingen ze tenslotte in vlammen op. De boeren wonnen aanvankelijk om dat de officiële legers optrokken in ver warring en hun generaals onderling ver deeld waren. Ze verloren uiteindelijk omdat ze geen soldaten waren, maar boe ren die iedere avond naar huis terugkeer den om er de koeien te melken, want hun boerderij ging hen boven alles. Dit nam met weg dat de boeren met el kaar tegenover de officiële legers in hun blauwe uniformen, een constant leger van op zijn minst zo'n 50.000 man op de been hielden. Dat maakte de voortduren de aanwezigheid van zo'n 100.000 staats- soldaten in het westen van Frankrijk noodzakelijk. Waardoor ze weer niet aan de Franse oorlogen in Europa konden meedoen. Het voorlopige einde van het nog steeds onbegrijpelijke succes van de 'witten' (zo werden de boeren genoemd) kwam op 18 oktober 1793, toen ze door de revolutionairen de Loire werden overgedreven ten noorden van Nantes. Hun opperbevelhebber was Henri de Ro- chejacquelin. Het was een exodus van zo'n 100.000 mannen, vrouwen en kinde ren. Na een definitieve nederlaag bij Granville keerden van hen maar 4.000 le vend naar hun verbrande haardsteden terug. Op dat moment verklaarde de geachte revolutionaire afgevaardigde Barrere in het parlement: 'Vernietig de Vendée en de Republiek is gered'. Generaal Tur- reau werd aan het hoofd gesteld van de zogenaamde 'helse colonnes' die huis hielden in Les-Lucs-sur-Boulogne. In vijftien andere dorpen werden de slachtoffers in hun kerk bijeen gedreven en daar levend verbrand. In Les Espes- ses verscheen een revolutionair moord commando in een periode van bittere koude en vond er geen hout voor het aan steken van de ovens. Een vijftigtal 'teven van rovers' en vijftien kinderen werden aangewezen om als brandstof te dienen. Het schouwspel vermaakte de aanvoer der dusdanig dat hij aan de menselijke brandstapel nog vijftien echtgenotes toe voegde. Om het offensief te vervolmaken werd door de revolutionaire regering de ge achte afgevaardigde Carrier naar Nantes gezonden om er het 'witte' kaf van het ssaif7: aan recruten, ook onder de boeren in het gebied tussen Nantes en Roche-sur-Yon. Op het moment dat de staatsronselaars in de gemeentehuizen verschenen, be sloten de boeren er voorgoed een punt achter te zetten. Ze scherpten hun zei sen, stalen de geweren van de soldaten en joegen de officiële vertegenwoordi gers van de revolutie op de vlucht. De verbaasde regering trommelde generaal Marce op, die met zijn troepen in La Ro- chelle gelegerd was, en gaf hem opdracht de boeren een lesje te leren. Bij St. Vin- cent-Sterlanges nu ook zo'n dorp waar de caravans doorheen bolderen werd de generaal evenwel doOT de boeren, die zich hadden verstopt achter de heuvels en het eikenhakhout, in een hinderlaag gelokt en verslagen. Tweeduizend man voetvolk en hon derd ruiters sloegen op de vlucht. De re gering met de gedachte aan de wegge lopen generaal Dumouriez nog in het achterhoofd dacht aan een complot en vreesde in dit verband een landing van de Engelsen. Marce werd wellicht het eerste slachtoffer van een door een mo derne staat op touw gezet psychologisch propaganda-offensief. De generaal kreeg de schuld van alles wat er was mis gegaan en werd onthoofd. En omdat Marce ook de rivier de Vendée was overgetrokken, werd deze burger oorlog, die nu officieel begonnen was, voortaan naar de Vendée genoemd. Daarmee was ook een landstreek gebo ren en kreeg een mentaliteit van behoud zucht en onafhankelijkheidszin zijn naam. Verdeeld Dat hele jaar 1793 door behaalden de boeren de ene overwinning op de andere. Ze werden aangevoerd door hun eigen landadel, van wie ze op hoge toon had ia vendee militaire De meerderheid van de boeren in dit ruige gebied kon lezen noch schrijven. Ze werkten hard, waren intens katholiek en koningsgezind. De revolutie in Parys het werk van 'intellectuelen en avon turiers' interesseerde hen maar matig. Onder de boeren tussen Nantes en Ro che-sur-Yon was daaran geen enkele be hoefte. De boeren maakten het in hun ei gen ogen uitstekend. Een kort moment van belangstelling voor de revolutie verdween al snel toen het revolutionaire regime de kerkelijke goederen verbeurd verklaarde en de geestelijken tot staatsambtenaren uit riep. De verkoop van wat de kerk had toebehoord liep zo in de papieren, dat al leen de bourgeoisie er beter van werd. En met staatsgeestelijkheid wilden de boe ren niets te maken hebben. Ze trokken met hun eigen pastoors, wier woord voor hen altijd wet was ge weest, de natuur in en beleefden de mis voortaan tussen het eikenhakhout. Als op 21 januari 1793 de afgezette koning Lodewijk XVI dan bovendien nog in Pa rijs wordt onthoofd, zeggen de boeren tussen het struikgewas hun vertrouwen in de revolutie voorgoed op. Op de vlucht De revolutionaire regering in Parijs had in die dagen ook zijn eigen zorgen. De 'Nationale Conventie' had de oorlog verklaard onder andere aan Holland. De Oostenrijkers versloegen de Fransen bij Neerwinden. Hun generaal Dumouriez liep naar de vijand over. De staat had ver se troepen nodig. Ze eiste 300.000 man ocean atlantique Henri la Ro- chejaquélin, de markies van Vergier, leidt de opstandelingen tegen de revolu tionairen (links). De streek van de Vendée, be grensd door de Atlantische Oceaan en Nan tes (boven).

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 25