'Het kan raar lopen in het leven'
Het vurige verzetvan de Vendée
Leidenaar Van Ginkel: van bordenwasser tot directeur in Hongkong
Franse revolutie verslikte zich twee eeuwen geleden in koppige boeren
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1987
Frank van Ginkel is eigenlijk per
ongeluk aan de andere kant van de
wereld beland. Dat hü nu in verze
keringen doet is zo mogelijk nóg
toevalliger. De reclameslogan 'ge
lukkig heb ik meer verstand van
verzekeringen' ging voor hem toen
nog niet op.
door Dirk-Jan Roeleven
"Toen ik hier in januari 1974 aankwam
had ik van veel dingen verstand, maar
niet van verzekeringen. Ik had geen
rooie cent, alleen twee handen, een por
tie gezond verstand en het voornemen
om hard te werken. Nu heb ik een kan
toor met zeventien personeelsleden. Tja,
het kan raar lopen in het leven".
Het is dat hij het zelf zegt, want sinds
Frank van Ginkel op 19-jarige leeftijd
zijn geboortestad Leiden verliet om zijn
geluk buiten onze landsgrenzen te gaan
beproeven, is het op zijn minst 'raar' met
hem gelopen. Het aantal ambachten dat
hij heeft uitgeoefend overschrijdt de
twaalf ruimschoots, terwijl het aantal
bijbehorende ongelukken ook meer dan
dertien bedraagt.
Ruteck's
Van Ginkels werkzame leven begon
op jeugdige leeftijd als bordenwasser in
het legendarische Leidse etablissement
Ruteck's aan de Stationsweg. Gezien de
huidige verblijfplaats van Van Ginkel
kan het geen toeval zijn dat de naam Ru
teck's later werd veranderd in chinees
restaurant Het Verre Oosten.
Frank van Ginkel zou na dit eerste
baantje nog lang in de horeca blijven.
Zijn jeugd ("altijd rotzooien in de
buurt") bracht hij door in de Verdam-
straat in de Burgemeesterswijk, maar op
zijn negentiende trok hij naar Duitsland
om zich te bekwamen in het hotelwezen.
Na de Duitse hotelschool en banen in
Zwitserse restaurants kwam hij terug in
Nederland.
Van Ginkel werd kelner in kasteel de
Hooge Vuursche, maar kwam terug in
Leiden als assistent-manager van restau
rant Oudt-Leyden. Daarop vertrok hij
naar de kust om anderhalf jaar manusje
van-alles te zijn in het inmiddels ver
dwenen Palace Hotel in Noordwijk aan
Zee. "Het wilde daar nog wel eens bad
water lekken. Dan stond je beneden ach
ter de bar de Duitse toeristen wijs te ma
ken dat het warm water regende. Mooie
tijd was dat".
Omdat hij weinig perspectief zag in de
Nederlandse horeca vertrok de vrijgezel
Van Ginkel in 1970 naar de andere kant
van de aardbol. Australië heette het land
waarheen hij emigreerde. Met weinig
geld en diploma's op zak poogde hij daar
voet aan de grond te krijgen.
Hij begon ooit als bordenwasser bij het voormalige Leidse
etablissement Ruteck's aan de Stationsweg. Na tal van
omzwervingen belandde hij uiteindelijk in Hongkong, waar
het geluk hem toelachte. Frank van Ginkel, directeur van
Van Ginkel Company Ltd, doet in verzekeringen. Het
verhaal van een selfmade man.
Van Ginkel over die periode: "Ik heb
daar geprobeerd cosmetica te verkopen,
maar dat leverde weinig op. Toen ben ik
in de advertentiewerving beland. Dat
liep ook niet naar wens. Op een bepaald
moment had ik nog vijftig Australische
dollarcenten, een sinaasappel en een zak
fish and chips. Je begrijpt dat ik me die
emigratie anders had voorgesteld. Ik
was van plan door hard werken rijk te
worden, maar dat lukte van geen kant.
Gelukkig kreeg ik van een Frans/Neder
lands echtpaar tien Australische dollars
waarmee ik naar Brisbane ben gelift.
Daar heb ik huis-aan-huis typemachi
nes, type-linten en papier verkocht. Ook
geen baan waarmee je binnenloopt,
maar je moet toch wat".
Ommekeer
De ommekeer in het kommervolle be
staan van de avontuurlijke handelaar in
alles-en-nog-wat kwam in 1973. "Toen
ontmoette ik een vriendje uit de tijd dat
ik in cosmetica handelde. Ik vroeg hem
wat hij op dat moment uitspookte. Hij
bleek met redelijk succes verzekeringen
te verkopen, maar stond op het punt de
wijk te nemen naar Hongkong. Hij had
genoeg van Australië en zag zich daar
niet rijk worden. Het was alsof het mijn
eigen woorden waren, ik dacht er pre
cies eender over. Ik vroeg of ik met hem
mee kon. Dat kon, alleen had ik geen
rooie cent om in Hongkong iets te begin
nen. Door een dubbele baan als taxi
chauffeur en verkoper van levensverze
keringen kwam ik aan het geld voor de
reis".
Op 13 januari 1974 stapte Van Ginkel
met zijn kersverse compagnon in het
vliegtuig naar het beloofde land Hong
kong. Eén troost had hij: veel slechter
dan Australië kon het in de Britse kroon
kolonie niet worden. Maar weer moest
hij vanaf het nulpunt beginnen. "Daar
stond ik dan. Geen geld, geen contacten.
Die eerste tijd zat ik in een goedkoop ho
telletje annex bordeel. Daar gold trou
wens ook 'no money, no honey'. Ik ben
toen met mijn compagnon maar gewoon
begonnen met wat verzekeringen te ver
kopen. Op een bepaald moment ver
trouwde ik de samenwerking niet meer
en ben ik alleen verder gegaan", aldus
de huidige directeur van Van Ginkel
Company Ltd.
r waarop dit bedrijf tot stand
kwam is een verhaal apart. "Ik had vrij
wel geen verstand van verzekeringen,
maar ik had wel door dat het in Hong
kong alleen maar om geld draait. Dus
wat deed ik? Ik ging bij mensen langs
die al een verzekering hadden. Dan
vroeg ik hun polis om die zogenaamd
door mijn experts te laten onderzoeken
op eventuele foutjes. Die polis kopieer
de ik en vervolgens ging ik een paar da
gen later weer langs bij de klant. Die ver
telde ik dan dat mijn experts geen gebre
ken in de polis hadden ontdekt, maar
dat mijn bedrijf dezelfde verzekering
vijf procent goedkoper kon afsluiten.
Meestal gingen ze daarmee akkoord. Zo
bouwde ik langzaam maar zeker mijn
verzekeringskantoor op, ook al liep ik
bij wijze van spreken vijf mijl per dag".
Hard Knox
Gezien zijn niet geringe lichaamsom
vang loopt deze self-made man tegen
woordig heel wat minder kilometers en
heeft hij door zijn slimme tactiek en
hard werken een goed belegde boter
ham verkregen. Iets dat volgens hem in
Nederland niet gelukt zou zijn: "Hier
kun je het zonder diploma's en met hard
werken maken. Als ze mij vragen of ik
diploma's heb, zeg ik maar dat ik heb
gestudeerd aan de universiteit van Hard
Knox. Hard kloppen op vele deuren, dat
is tenslotte wat ik hier heb moeten doen
om een poot aan de grond te krijgen".
De oud-Leidenaar houdt in Hongkong
kantoor op de zestiende verdieping van
het Jubilee Commercial Building. Hij
heeft uitzicht op het water dat het eiland
Hongkong scheidt van Kowloon, het an
dere dichtbevolkte deel van de Britse
kroonkolonie. Vanuit zijn kantoor kijkt
hij ook uit op de vele wolkenkrabbers
die hem omringen. Wie van zestien hoog
loodrecht naar beneden durft te kijken
ziet acht rijbanen boordevol taxi's, dub
beldekkers, vrachtwagens en personen
wagens van - vooral - Japanse makelij.
Om het ongeluk buiten zijn kantoor te
houden, heeft Van Ginkel een aantal
niet-alledaagse maatregelen getroffen.
Zo is op dringend advies van zijn Hong-
kong-chinese personeel een spiegel aan
gebracht met het reflecterende gedeelte
naar buiten gericht, in de richting van
een verderop gelegen gevangenis. De re
den van deze ongebruikelijke manier
van een spiegel ophangen is dat hiermee
de slechte gedachten van de gevangenen
worden teruggekaatst, zodat ze het ver
zekeringskantoor geen schade kunnen
doen.
Een andere vorm van bijgeloof is het
aanbrengen van een grote ijzerzaag on
der de ballustrade bij het raam. De tan
den van de zaag zijn naar buiten gericht.
Van Ginkel legt de functie hiervan uit:
"Zie je dat gebouw daar, dat is gebouwd
in de vorm van een schip. Het staat met
de boeg naar mijn kantoor gericht. Om
niet door dat 'schip' te worden overva
ren is die ijzerzaag bevestigd. Het zaagt
het schip doormidden, zodat wij veilig
blijven".
Water
Maar dit is nog niet alles. "Water is
hier het symbool voor geld. Om dat
'geld' uit de haven hier op te zuigen,
staan die planten bij het raam. De zaken
gaan niet slecht, dus waarom zou ik twij
felen aan de functie van deze dingen.
Onder mijn bureaustoel heb ik een om
gekeerd kruis bevestigd. Dat is om te
voorkomen dat de bovenliggende ver
diepingen naar beneden vallen...".
Het Chinese bijgeloof was ook de re
den dat Van Ginkel in de eerste jaren
moeite had met het slijten van levens
verzekeringen. "Ze dachten dat ze daar
mee het ongeluk over zichzelf afriepen.
Of ze waren bang dat ze zouden worden
vermoord, zodat anderen het geld op
strijken. Het kostte heel wat moeite om
dat bijgeloof weg te praten".
Hoewel Van Ginkel nog regelmatig
naar Leiden komt om familie op te zoe
ken, ziet hij zich niet meer voorgoed te
rugkeren naar Nederland. "Je weet na
tuurlijk nooit hoe de dingen lopen, maar
voorlopig heb ik het hier prima naar
mijn zin. Zakelijk en sociaal. Ik hou me
hier, net als vroeger in Leiden, bezig met
hockey (hy is jeugdvoorzitter geweest
van de hockeyclub LMHC - red.). Ver
der speel ik rond 5 december voor Zwar
te Piet voor de Nederlandse vereniging.
Ik ben correspondent van de WD en
geassocieerd lid van de vrijmetselaarslo
ge in Leiden. Ook heb ik in Hongkong
geholpen met de oprichting van het
Dutch Charity Fundeen liefdadigheids
fonds waar particulieren en bedrijven
geld in storten. Met dat geld organiseren
we dingen voor kinderen uit arme wij
ken of voor de Vietnamese vluchtelin
gen die hier zitten. Je ziet, ik heb het
knap druk. Je merkt ook dat ik Neder
lander in hart en nieren blijf. Vandaar
dat ik niet definitief kan zeggen of ik
hier nooit zal weggaan".
Drie October
Even later vraagt hij zich af of hij ei
genlijk wel in aanmerking zou komen
voor een woning als hij zich in Neder
land zou willen vestigen. "Volgens mij
De Franse revolutie is bijna
tweehonderd jaar oud. Ze brak in
1789 uit en dat zal in 1989 worden
gevierd. President Mitterrand hoopt
op een smetteloze herdenking met
vele malen de 'Marseillaise' en het
soort volzinnen, dat door middel van
een speciaal Frans ventiel met ijdele
formules wordt volgepompt. Maar er
ging zo veel mis dat een patriottische
mantel der liefde te kort schiet. Zo
ontbreekt in de officiële
geschiedschrijving bijvoorbeeld de
waarheid over het verzet tegen de
revolutie in de Vendée. In die streek
zouden zo'n vierhonderdduizend
Fransen het leven hebben gelaten.
door Rudolph Bakker
Les Lucs-sur-Boulogne ligt aan één
van die grote doorgangswegen,
waarover in deze zomermaanden
een onafzienbare stoet caravans op
weg is naar warme doelen. Een
kruispunt en een kerk, een bakker
en een kroeg. Dat is Les-Lucs en
geen voorbij razende vakantiegan
ger heeft er een blik voor over.
Achter de bakker en de kroeg gaat de
dorpsstraat over in een landweg. Aan het
eind van die landweg ligt op een heuvel
tje een kapel; de deuren staan open en er
zijn de resten van een podium. In het
zand zijn de vage lijnen getekend van een
hart. In dat hart staan de woorden 'Dieu,
Le Roi' (God, de koning).
Ieder jaar wordt in deze kapel één van
die massamoorden herdacht, die karak
teristiek waren voor de wreedheid waar
mee de Fransen tijdens hun laatste bur
geroorlog op elkaar hadden ingehakt.
Revolutionaire moordcommando's had
den op 28 februari 1794 Les-Lucs bereikt.
Ze hadden in opdracht van de Parijse re
gering tot taak om onder de revolutio
naire leuze van 'vrijheid, gelijkheid en
broederschap' in de Vendée iedereen
uit te roeien die uit de verte of van nabij
aan de opstand deel had gehad.
Vrouwen, grijsaards en kinderen
vluchtten met de 70-jarige pastoor Voy-
neau het kapelletje binnen. Als Voyneau
de soldaten smeekt onschuldige men
senlevens te sparen, rukken de soldaten
zijn tong uit zijn mond en zijn hart uit
zijn lijf. In de kapel worden de 563 vluch
telingen met bajonetsteken gedood. On
der hen zijn 100 kinderen onder de zeven
jaar. De jongste is maar een paar maan
den oud. De namen van de slachtoffers
en hun leeftijden zyn nu op marmeren
platen tegen de wanden van deze kapel
vereeuwigd.
Koningsgezind
Bij het uitbrekên van de revolutie had
de Vendée niet eens als geografische
eenheid bestaan. De bolle heuvels ten
zuiden van Nantes waren toen, net als
nu, bedekt met laag eikenhakhout en de
boerderijen met hun glooiende daken
vallen er ook nu nog op door de harmoni
sche manier waarop ze bijna ongemerkt
in het landschap overgaan.
'blauwe' koren te scheiden. Onder de
tienduizend moorden die hij er pleegde
waren 4.000 mannen, vrouwen en kinde
ren die in de Loire op speciale boten ver
dronken werden. Carrier werd later door
een menselijker Parijs' regime om zijn
daden onthoofd.
Trots
In 1987, twee jaar voor de herdenking
van de revolutie, is de Vendée nog even
katholiek en in zichzelf gesloten als
tweehonderd jaar geleden. Net als in de
dagen van Henri de Rochejacquelein, die
met 'Monsieur Henri' werd aangespro
ken, is er geen stands verschil tussen de
'werkgevers' en 'werknemers' in de Ven
dée. Vakbonden als de communistische
CGT schieten er geen wortel.
De 'geest van de Vendée' uitte zich
weer toen een paar boeren in 1980 zich
trots tot twee maanden gevangenisstraf
lieten veroordelen omdat ze weigerden
het 'bevel van de schoften uit Parijs' op
te volgen om hun koeien te laten inenten.
Nu de president denkt de revolutie van
1789 tweehonderd jaar later in alle eer en
deugd te kunnen herdenken, lijkt hij
zich ernstig te vergissen. Het drama van
de Vendée was al die jaren uit de collec
tieve herinnering verdwenen. Op de
scholen was het een korte en onbegrepen
passage in een geschiedenisboek. Maar
met zijn revolutie-feest liet Mitterrand
opnieuw een kwade geest uit de stopfles
los.
De rechtse pers van krantenmagnaat
Hersant opende het offensief met een
lang artikel in Figaro-Magazine van de
overigens algemeen geachte historicus
Pierre Chaunu, bijgenaamd de Billy Gra
ham van de geschiedenis. In dit artikel
noemde Chaunu de oorlog in de Vendée
een 'franco-Franse volkerenmoord'.
Dezelfde terminologie werd overgeno
men door één van zijn leerlingen, die in
een verbluffend snel tempo een disserta
tie afleverde. Deze werd door Chaunu
goedgekeurd. Hierin wordt de genocide
aan de hand van overigens oncontroleer
bare cijfers 'bewezen'. Sinds '86 versche
nen meer dan honderd polemische arti
kelen over de Vendée en het nut van de
Franse revolutie.
De academische geschiedschrijving in
Frankrijk is altijd politiek getint ge
weest. Terwijl de geografie in handen is
van de socialisten en de sociologie in
handen van de communisten, is de histo
rie in Frankrijk traditioneel 'rechts'. De
herleefde strijd over de waarheid achter
de gruwelen in de Vendée dreigt de op
gepoetste festiviteiten rond de viering
dan ook danig in diskrediet te brengen.
Ultra-rechtse groepen als de aloude
Action Francaise' en zelfs het Nationaal
Front van Jean-Marie le Pen krijgen in
de Vendée overigens geen voet aan de
grond. Le Pen had ooit als uitgever in
zijn omstreden serie grammofoonplaten,
waaronder die met marsmuziek van Hit-
ler-Duitsland, een plaat uitgegeven met
strijdliederen van de 'witten' in de Ven
dée. Maar wat hij ook onderneemt om de
Vendée voor zich te winnen, hij stuit
steeds op het afwijzend woord van de ka
tholieke geestelijkheid.
Laatste woord
Die geestelijkheid heeft, net als toen,
het laatste woord in het eigenzinnige
land van het eikenhakhout tussen Nan
tes en Roche-sur-Yon. Het enige dat weg
viel is het koningschap. Maar op de te
rugkeer van de koning rekent er nie
mand meer.
Frank van Ginkel: "Hier kun je het zonder diploma's en hard werken
maken". (foto Bart Rctcrlnk)
kan je in Nederland nergens wonen als
je niet staat ingeschreven. Dan gaan ze
allemaal gekke dingen vragen".
Als Leidenaar in de Oost mist Van
Ginkel natuurlijk de laatste ontwikke
lingen in zijn geboortestad. Maar de vie
ring van het Leidse feest bij uitstek, Drie
October, laat hij niet aan zich voorbij
gaan. Leidens Ontzet wordt in den
vreemde meestal uitgebreid gevierd. De
KLM vliegt haringen en jenever over die
vervolgens op de ambassade of het con
sulaat worden genuttigd. Zo ook in
Hongkong, waar Van Ginkel er als Lei
denaar nog een extra (Leids) accent aan
geeft. "Op 3 oktober mag ik een keertje
plat Leids praten. Normaal gesproken
doe ik dat niet. Ik zeg altijd: 'Ik krijg van
mijn pa op m'n klets als ik Leids klets'.
Je hebt hier veel mensen die in Leiden
hebben gestudeerd en daar lid waren
van sociëteit Minerva. Zij organiseren
op 3 oktober meestal een feest. Toen ik
dat doorhad, heb ik het ze wel even ge
zegd: 'Als er 3 oktober wordt gevierd
moet je ook iemand van de burgerij uit
nodigen hoor'. Sindsdien is het op 3 ok
tober steevast: 'Leidse glibber, kom er
eens bij'. En dat hoeven ze mij geen twee
keer te zeggen".
den geëist dat die in hun strijd de beslis
singen zou nemen. Want dat waren de
boeren in het dagelijks leven van de adel
lijke heren altijd al gewend geweest.
Eén van hun beroemdste aanvoerders
werd Henri de Rochejacquelein, nauwe
lijks 20 jaar oud, die tenslotte net als de
andere opstandige generaals onder de
kogels van het officiële bewind het leven
liet. In de drie jaar die op de ondergang
van generaal Marce en zijn mannen volg
den, leverden de boeren en de revolutio
nairen 21 grote veldslagen en pleegden
ze zevenhonderd overvallen. Tweehon
derd plaatsen werden genomen en gin
gen verloren. Alle gingen ze tenslotte in
vlammen op.
De boeren wonnen aanvankelijk om
dat de officiële legers optrokken in ver
warring en hun generaals onderling ver
deeld waren. Ze verloren uiteindelijk
omdat ze geen soldaten waren, maar boe
ren die iedere avond naar huis terugkeer
den om er de koeien te melken, want hun
boerderij ging hen boven alles.
Dit nam met weg dat de boeren met el
kaar tegenover de officiële legers in hun
blauwe uniformen, een constant leger
van op zijn minst zo'n 50.000 man op de
been hielden. Dat maakte de voortduren
de aanwezigheid van zo'n 100.000 staats-
soldaten in het westen van Frankrijk
noodzakelijk. Waardoor ze weer niet aan
de Franse oorlogen in Europa konden
meedoen.
Het voorlopige einde van het nog
steeds onbegrijpelijke succes van de
'witten' (zo werden de boeren genoemd)
kwam op 18 oktober 1793, toen ze
door de revolutionairen de Loire werden
overgedreven ten noorden van Nantes.
Hun opperbevelhebber was Henri de Ro-
chejacquelin. Het was een exodus van
zo'n 100.000 mannen, vrouwen en kinde
ren. Na een definitieve nederlaag bij
Granville keerden van hen maar 4.000 le
vend naar hun verbrande haardsteden
terug.
Op dat moment verklaarde de geachte
revolutionaire afgevaardigde Barrere in
het parlement: 'Vernietig de Vendée en
de Republiek is gered'. Generaal Tur-
reau werd aan het hoofd gesteld van de
zogenaamde 'helse colonnes' die huis
hielden in Les-Lucs-sur-Boulogne.
In vijftien andere dorpen werden de
slachtoffers in hun kerk bijeen gedreven
en daar levend verbrand. In Les Espes-
ses verscheen een revolutionair moord
commando in een periode van bittere
koude en vond er geen hout voor het aan
steken van de ovens. Een vijftigtal 'teven
van rovers' en vijftien kinderen werden
aangewezen om als brandstof te dienen.
Het schouwspel vermaakte de aanvoer
der dusdanig dat hij aan de menselijke
brandstapel nog vijftien echtgenotes toe
voegde.
Om het offensief te vervolmaken werd
door de revolutionaire regering de ge
achte afgevaardigde Carrier naar Nantes
gezonden om er het 'witte' kaf van het
ssaif7:
aan recruten, ook onder de boeren in het
gebied tussen Nantes en Roche-sur-Yon.
Op het moment dat de staatsronselaars
in de gemeentehuizen verschenen, be
sloten de boeren er voorgoed een punt
achter te zetten. Ze scherpten hun zei
sen, stalen de geweren van de soldaten
en joegen de officiële vertegenwoordi
gers van de revolutie op de vlucht. De
verbaasde regering trommelde generaal
Marce op, die met zijn troepen in La Ro-
chelle gelegerd was, en gaf hem opdracht
de boeren een lesje te leren. Bij St. Vin-
cent-Sterlanges nu ook zo'n dorp waar
de caravans doorheen bolderen werd
de generaal evenwel doOT de boeren, die
zich hadden verstopt achter de heuvels
en het eikenhakhout, in een hinderlaag
gelokt en verslagen.
Tweeduizend man voetvolk en hon
derd ruiters sloegen op de vlucht. De re
gering met de gedachte aan de wegge
lopen generaal Dumouriez nog in het
achterhoofd dacht aan een complot en
vreesde in dit verband een landing van
de Engelsen. Marce werd wellicht het
eerste slachtoffer van een door een mo
derne staat op touw gezet psychologisch
propaganda-offensief.
De generaal kreeg de schuld van alles
wat er was mis gegaan en werd onthoofd.
En omdat Marce ook de rivier de Vendée
was overgetrokken, werd deze burger
oorlog, die nu officieel begonnen was,
voortaan naar de Vendée genoemd.
Daarmee was ook een landstreek gebo
ren en kreeg een mentaliteit van behoud
zucht en onafhankelijkheidszin zijn
naam.
Verdeeld
Dat hele jaar 1793 door behaalden de
boeren de ene overwinning op de andere.
Ze werden aangevoerd door hun eigen
landadel, van wie ze op hoge toon had
ia vendee militaire
De meerderheid van de boeren in dit
ruige gebied kon lezen noch schrijven.
Ze werkten hard, waren intens katholiek
en koningsgezind. De revolutie in Parys
het werk van 'intellectuelen en avon
turiers' interesseerde hen maar matig.
Onder de boeren tussen Nantes en Ro
che-sur-Yon was daaran geen enkele be
hoefte. De boeren maakten het in hun ei
gen ogen uitstekend.
Een kort moment van belangstelling
voor de revolutie verdween al snel toen
het revolutionaire regime de kerkelijke
goederen verbeurd verklaarde en de
geestelijken tot staatsambtenaren uit
riep. De verkoop van wat de kerk had
toebehoord liep zo in de papieren, dat al
leen de bourgeoisie er beter van werd. En
met staatsgeestelijkheid wilden de boe
ren niets te maken hebben.
Ze trokken met hun eigen pastoors,
wier woord voor hen altijd wet was ge
weest, de natuur in en beleefden de mis
voortaan tussen het eikenhakhout. Als
op 21 januari 1793 de afgezette koning
Lodewijk XVI dan bovendien nog in Pa
rijs wordt onthoofd, zeggen de boeren
tussen het struikgewas hun vertrouwen
in de revolutie voorgoed op.
Op de vlucht
De revolutionaire regering in Parijs
had in die dagen ook zijn eigen zorgen.
De 'Nationale Conventie' had de oorlog
verklaard onder andere aan Holland. De
Oostenrijkers versloegen de Fransen bij
Neerwinden. Hun generaal Dumouriez
liep naar de vijand over. De staat had ver
se troepen nodig. Ze eiste 300.000 man
ocean
atlantique
Henri la Ro-
chejaquélin, de
markies van
Vergier, leidt de
opstandelingen
tegen de revolu
tionairen
(links). De
streek van de
Vendée, be
grensd door de
Atlantische
Oceaan en Nan
tes (boven).