De verbijsterende wereld van Aboe Dhabi
ZATERDAG 22 AUGUSTUS 1987
PAGINA 21
l irtimiifi
I x 3SV
't
Een welkome onderbreking van een vliegreis naar het Ver
re Oosten. Zo kennen de meeste Nederlanders de arabi-
sche emiraten met hun weelderige en brandschone interna-
tionele vliegvelden. Maar de zeven tot één land samen
gevoegde sjeikdommen onder de naam Verenigde
Arabische Emiraten (VAE) zijn meer dan een springplank
voor lijndiensten naar Bangkok of Singapore. Onze corres
pondent in het Midden-Oosten Taco Slagter bezocht on
langs het gebied rond de Perzische Golf in verband met de
spanningen aldaar. Tussen de politieke en militairefbedrij-
ven door werd hij heen een weer gedreven tussen enerzijds
verbazing over zoveel luxe, verspilling en sociale contras
ten, en anderzijds bewondering voor zoveel schoonheid.
De watertaxi's met op de achtergrond het sjieke jacht van sjeik Maktoum.
Wie voor het eerst in Doebai of
Aboe Dhabi komt, weet niet
waarnaar hij het eerst moet kij
ken. Naar de op Manhattan gelij
kende skyline van indrukwek
kende gebouwen, de honderden
fraai gestileerde moskeeën,
symmetrische tuinen, ongerepte
parken, of naar de Pakistaan die
bij een temperatuur van 45 gra
den tien uur lang ontzilt zeewa
ter plenst op gras en bloeiende
struiken van een middenberm.
door Taco Slagter
En dan te bedenken dat de autochtone
bevolking van de Verenigde Arabische
Emiraten nog geen twintig jaar geleden
geiten hoedde, woonde in schamele ten
ten in een snikhete woestijn, de Golf be
viste of met teakhouten scheepjes han
del dreef met Iran en Oost-Afrika.
De onder het zand en in de zeebodem
verborgen energie (in de vorm van olie
of gas) veranderde de emiraten razend
snel van onherbergzame stamgebieden
in welvarende ministaatjes waar bijna
niets te gek is. Alles is er in overvloed.
Zelfs de voor moslims verboden alcoho
lische dranken, mits genuttigd in een
hotel.
In tegenstelling tot Saoedi-Arabië
hebben de emiraten in dat opzicht een
liberaal karakter. Het is buitenlandse in
woners toegestaan whiskey, bier of wel
ke soort drank dan ook met sloten tege
lijk in huis te halen. Met de stoerheid die
volgens de reclame bij een borrel past,
drinken veel Nederlanders in Doebai en
Aboe Dhabi jenever die altijd koud
staat.
Het is echter niet de alcohol die het
zicht op de met oliedollars vergaarde
rijkdommen benevelt, maar de overdaad
aan kunstmatige ingrepen in de oor
spronkelijke cultuur van de bedoeïnen
die in stamverband duizenden jaren in
dit woestijngebied overleefden.
Je hebt het sterke gevoel dat bijvoor
beeld de verkeerstunnel onder de baai
van Doebai en de betonnen bruggen
over het water van deze natuurlijke ha-_
ven afbreuk doen aan de authenticiteit"
van het gebied. Net als het torenhoge
handelscentrum buiten de stadskern
van dit emiraat - met 39 verdiepingen
het hoogste gebouw in het Midden-Oos
ten. Het lijkt eerder het prestige van
sjeik Rashid bin Saeed al Maktoum te
onderstrepen dan dat het een doelmati
ge bijdrage aan de economie heeft gele
verd. Of de heerser heeft met dit over de
horizon reikende baken in de woestijn
de bijbel willen tarten dat er op zand wèl
iets te bouwen valt.
Wedijver
Het is in feite een wereld van wedijver.
Sjeik Zayed bin Sultan Al Nahayyan van
Aboe Dhabi beoefent de dure hobby
'zijn' op een eilandje gelegen hoofdstad
van de VAE nog groener op te tuigen
dan hij al is. Om er bijvoorbeeld sjeik dr.
Sultan bin Mohammed Al Qasimi van
Shaijah mee naar de kroon te steken.
Deze maand liet de heerser van Aboe
Dhabi voor enkele miljoenen dollars
35.000 bomen importeren om er een nau
welijks bevolkt eilandje voor de kust
mee te 'groenificeren', zoals zijn politiek
officieel heet. Loof- en palmbomen die
speciaal moeten worden onder
steund. Het duurt jaren voordat ze in het
rulle zand wortel hebben geschoten en
dat kost ontzagwekkende hoeveelheden
water. Gewonnen via een energievre-
tend en daarom peperduur procédé.
Maar dat is voor een rijk land geen
probleem. Een ontzoutingsfabriek in Je-
bel Ali produceert per dag voor de VAE
110 miljoen liter zoet water dat volgens
deskundigen in kwaliteit uitsteekt bo
ven het in flessen verkrijgbare water uit
natuurlijke bronnen. Zou het de weten
schap ooit nog eens lukken auto's op wa
ter te laten rijden, dan is dat in de emira
ten in elk geval vele malen duurder dan
benzine.
De duizenden plantsoenarbeiders -
hoofdzakelijk Pakistanen - die dit kost
bare voeht dagelijks over de droomwe
reld van de sjeiks uitstorten, zal het een
zorg zijn. Voor een loon van zes- a acht
honderd gulden in de maand zijn ze
graag bereid het toegewezen aantal vier
kante meters groen in dit woestijnkli
maat voor verschrompeling te behoe
den. Waar je ook kijkt, overal staan ze.
Bewegingloos. Als varianten op manne-
kes pis.
Een andere liefhebberij van sjeik Na
hayyan uit Aboe Dhabi kost nog meer
geld. Als een Nederlander is hij verrukt
van landwinning. Vanaf de lommerrijke
Corniche-boulevard is te zien hoe Hol
landse baggeraars het scheppingsver
haal uit Genesis nog eens overdoen: uit
een schuimende branding verrijst lang
zaam nieuw land. En God mag weten
waartoe het dient.
Unie
Het verenigen van zes emiraten in
1971 - Bahrein en Qatar haakten in de
voorbereidende fase af, Ras Al Khaimah
trad pas een jaar later tot de federatie toe
- had juist tot doel de traditionale naijver
van de sjeiks ten faveure van het welzijn
der stammen te beteugelen.
In zeker opzicht is dat ook gelukt. Alle
emiraten dragen gezamenlijk bij aan de
staatsuitgaven van de unie. Volgens
westerse diplomaten bestaan de bijdra
gen uit vijftig procent van de olie-in
komsten. Maar niet alle sjeiks houden
zich aan die afspraak en dat heeft in het
verleden nogal eens spanningen veroor
zaakt.
Voor de verdediging van de VAE geldt
eveneens federale samenwerking. Maar
ook dat heeft in de praktijk al tot moei
lijkheden geleid. De afzonderlijke heer
sers laten het nog weieens afweten. Dat
bevordert de defensie van de jonge staat
niet bepaald, maar daarover maakt nie
mand zich echt druk.
Hoewel de verschillende legertjes mo
dern zijn uitgerust en hoofdzakelijk met
huurlingen uit Oman, Pakistan, Jemen,
Soedan en instructeurs uit Jordanië,
Egypte, Groot-Brittannië en de Verenig
de Staten zijn bemand, achten westerse
waarnemers de strijdkrachten niet in
staat een grootscheepse invasie van bij
voorbeeld Iran af te slaan.
Deze en andere problemen zijn feite
lijk niet verwonderlijk na 150 jaar Britse
overheersing en een door de cultuur be
paalde rivaliteit tussen de sjeiks. Zo
vocht de leidende familie Maktoum van
Doebai nog in de jaren dertig tegen die
van Sharjah.
Zelfs toen de huidige heerser de doch
ter van sjeik Mohammed Qasimi huwde
en daarmee een stuk grondgebied van
Sharjah ten oosten van de baai verwierf,
bestreden de krijgers van beide emira
ten elkaar op leven en dood, omdat zij
het met deze in de traditie van bedoeï
nen ongebruikelijke stap niet eens wa
ren.
Zwart goud
Waren de sjeiks in die tijd nog baas in
eigen huis of tent, sinds het zwarte goud
met miljoenen barrels (159 liter) per dag
uit de grond spuit, is dat in feite niet
meer het geval. Maar de demografische
balans, hoe de bevolking precies is sa
mengesteld, is echter voor de VAE een
staatsgeheim.
Een hotelmanager in Doebai, die om
commerciële redenen eens bij het minis
terie van binnenlandse zaken om de juis
te cijfers vroeg, kreeg te horen dat de ge
gevens 'geclassificeerd' zijn. „Ze willen
niet weten dat ze een minderheid in ei
gen land zijn", zegt hij vertrouwelijk.
Volgens cijfers uit goed geïnformeer
de westerse bronnen zijn van de 1.6 mil
joen inwoners binnen de VAE er slechts
300.000 ook daadwerkelijk geboren en
getogen. Ze worden ruimschoots over
vleugeld door 700.000 Zuid-Aziaten,
100.000 Europeanen en Iraniërs en ruim
80.000 Arabieren.
Arabieren waren er aanvankelijk in
een veel groter aantal. Maar de door lage
olieprijzen veroorzaakte teruggang van
de economie noopte de sjeiks de overtol
lige buitenlandse arbeidskrachten de
grens over te zetten. Tweehonderddui
zend sloebers uit Egypte, Jordanië en
over de Arabische wereld zwervende Pa-
lestijnen kregen hun congé.
Want werkloosheid is de heersers net
zo vreemd als een sneeuwbui. Wie van
de buitenlanders geen baan meer heeft
vliegt er binnen een week uit. Zonder
scrupules. Omdat de sjeiks als de dood
zijn voor profiteurs die hun kapitale ver
worvenheden en hun gezag in gevaar
kunnen brengen. Vandaar dat een visum
voor de VAE slechts verkrijgbaar is als
een lokale bewoner voor de aanvrager
garant staat. Zelfs als dat een bezoek aan
een kennis of bedrijf betreft.
De VAE is eigenlijk een voetbalclub
samengesteld uit buitenlanders en met
sponsors die het helemaal voor het zeg
gen hebben. De 'spelers' kunnen in de
emiraten niets bezitten. Van taxichauf
feur tot scheepswerfdirecteur ben je
aangewezen op een contract met een
plaatselijke toezichthouder die juridisch
de eigenaar van het bedrijf is.
Zonder een vinger uit te steken tou
cheert de sponsor voor die bij wet gere
gelde dienst maandelijks een vorstelijk
bedrag. Hier geldt hetzelfde argument
als bij het weren van werklozen: de
angst ondergeschikt te zullen zijn aan
buitenlandse investeerders die de
grond, het onroerend goed en het econo
misch kapitaal bezitten.
De buitenlanders schikken zich in hun
lot. Voor de Nederlanders, Britten, Fran
sen en Amerikanen die topposities in
het bedrijfsleven bekleden, is dat geen
probleem. Zij zijn in feite zelf kleine
sjeiks in hun kasten van villa's en ge
koelde limousines.
Sappelen
Maar voor de honderdduizenden In
diërs, Pakistanen, Filipijnen en Iraniërs
ligt dat anders. Zij wonen in de schame
le optrekjes die twintig jaar geleden nog
onderdak verschaften aan de autochto
nen. Met dit verschil dat uit de met leem
opgetrokken muren van alle bouwsels
nu een air conditioner steekt.
Moestafa, een Pakistaanse moslim,
woont al twintig jaar in het emiraat Doe
bai. Zonder zijn vrouw en drie kinderen
die hij bij goede verdiensten eens per
twee jaar in Islamabad kan opzoeken.
Hij sappelt in zijn zeven jaar oude taxi
niet voor het plezier. Zijn bestaansfiloso-
fie is simpel. „Ik heb Doebai niet lief',
zegt hij, „maar ik houd van geld. En dat
is in Pakistan niet te verdienen". Hij
klaagt over de economische achteruit
gang van de afgelopen jaren. „Er was
hier tot voor kort geen openbaar ver
voer. Maar sinds enige maanden rijden
er bussen die afgelegen plaatsen met
Doebai verbinden. Dat kost ons veel
geld".
Voor een relatief kleine stad met maar
liefst zesduizend taxi's maakt dat de
spoeling voor Moestafa en diens landge
noten nog dunner. Vreemd is echter dat
de sjeiks er geen rem op zetten. Blijk
baar past ook de overvloed aan taxi's in
hun gedachtengang dat gesponsorde ar
beid geen kwaad kan en bijdraagt aan
het welvarende imago van de staat.
Bijna onvoorstelbaar luxe hotels pas
sen eveneens in die beeldvorming. Hier
verdienen voornamelijk Indiërs hun
geld. In deze met de duurste marmer
soorten, leren zitkuilen, tropische bin
nentuinen, exquise restaurants, klate
rende watervallen en schetterende dis
co's uitgedoste logiesmogelijkheden
waant de gast zich in één van de talrijke,
misschien nog potsierlijker ingerichte,
paleizen van de sjeiks.
Alleen een door de schoenpoetser van
het Intercontinental Hotel in Doebai
fraai gekleurd bedoeïnententje in de hal,
herinnert aan de afkomst van de hotelei
genaar. Voorzien van een vuurplaatsje
voor het pruttelen van kruidige Arabi
sche koffie heeft het veel weg van een
altaar in een kapelletje.
Maar die hotels weerspiegelen ook het
innerlijk conflict dat met name jonge
Arabieren uit fortuinlijke olielanden
hebben. Voor hen is het tijdens een
vakantie- of zakenverblijf zeker in de
westers georiënteerde emiraten moeilijk
kiezen tussen twee werelden: die van ka-
labiya (het traditionele gewaad) of de
westerse mode.
Zo kun je op de terrassen van de ge
koelde winkelstraten de ene keer een
Arabier in een lange witte jurk met ka-
fiya (hoofdbedekking) tegenkomen en
hem enkel uren later treffen in flitsende
kledij van Franse of Italiaanse snit. Ge
kocht in een van de vele prijzige boe
tieks of hypermoderne overdekte win
kelcentra van Doebai of Sharjah.
Paradijsvogels
Een soms onnavolgbare gedaantever
wisseling in meer opzichten. Alleen als
hij bij het verruilen van sandalen voor
gelakte schoenen is vergeten sokken aan
te trekken is diens afkomst te traceren.
Als balderende paradijsvogels schokken
zij met de schouders op de gespiegelde
dansvloer om hun versiertalent te testen
op de blonde stewardessen van Lufhan-
sa of British Airways.
De 150.000 Indiërs van Doebai hebben
de tijd en het geld niet zich op deze luxe
wijze te vermaken. Bovendien zorgen
potige portiers bij de disco's er wel voor
dat het werkvolk zijn plaats weet. En die
is voor een deel in de honderden winkels
van het oude stadscentrum of in de
'souks' (markten). Daar kunnen buiten
landers uit westerse landen met hun ho
ge weeldebelastingen zich kunnen ver
gapen aan de goedkoop aangeboden
elektronische apparatuur.
De emiraten verdienen meer dan ge
noeg'aan de olie om te kunnen afzien
van accijnzen. Dat geldt ook voor het
echte goud dat er blinkt. In het 'goud-
straatje' van Doebai hangen aan waslij
nen in de kleine etalages voor miljoenen
guldens aan sieraden. Te koop tegen ge
wicht en dagprijs. Voor de soms kunsti
ge bewerking van de armbanden, bro
ches en knap in elkaar gevlochten ket
tingen wordt niets in rekening gebracht.
Maar er valt meer te bewonderen in
deze uit het zand verrezen ministaatjes.
Je raakt niet uitgekeken op de oogstre
lende architectuur. Ontwerpers over de
hele wereld hebben zich hier de afgelo
pen vijftien jaar kunnen uitleven. Vooral
de kantoorgebouwen hebben een allure
die zeldzaam is, waarbij het effect vooral
is gezocht in de dure materialen.
Aan de boulevard van Aboe Dhabi
staan de mooiste. Maar ook de ontelba
re villa's in de buitenwijken van de emi
raten hebben een futurologische vorm
geving waaraan architecten ongetwij
feld schatten hebben verdiend. Het
fraaiste van stijl is het stadhuis van Doe
bai. Een gedeeltelijk uit bruin graniet
opgetrokken kolos waarvan een leek het
uiterlijk moeilijk kan beschrijven.
Toch is niet alles het resultaat van fi
nanciële uitzinnigheid. Doebai bijvoor
beeld heeft als enig emiraat een pittores
ke oude kern met eeuwenoude bouwtra-
dities. Windtorens als voorlopers van
moderne koelapparatuur steken trots
boven de zandkleurige huizen uit. Maar
dat verleden dreigt onder de druk van
economische expansie verloren te gaan.
Als de sjeik niet meer geld steekt in de
renovatie van deze vervallen en deels in
ruïnes veranderde wijk, worden bepaal
de wortels van een onvervangbare cul
tuur doorgesneden.
Kamelen
Hoogste prioriteit hebben momenteel
maatregelen die het toenemend aantal
dodelijke verkeersongelukken moeten
terugdringen. De voornaamste oorzaken
zijn plotseling opduikende kamelen op
snelwegen of wangedrag van de automo-
blisten. Langs de vierbaansweg die de
twee emiraten met elkaar verbindt, zijn
al over ruim honderd kilometer aan
weerszijden hekken aangebracht.
Want het eens zo levensbelangrijke
'schip van de woestijn' is nu een doods
gevaar. Zoals ook veel autochtonen die
van het bultige dier zijn overgestapt in
zescylinders dat zijn. Nog niet gewend
aan de regels die voor het asfalt gelden,
rijden ze hard of tegen het verkeer in.
Met als bijkomend gevolg dat de fiets,
traditioneel vervoersmiddel voor de In
diër en Pakistaan, onlangs in Doebai
verboden is verklaard. De typische wa
tertaxi's over de kreek van Doebai varen
er wel bij. De dekbootjes steken schril al
tegen het honderden miljoenen guldens
dure jacht van sjeik Maktoum dat bij dc
vertrekplaats ligt afgemeerd.
Het ranke plezierschip is echter zelden
in gebruik, zo weten ingewijden. Maai
wat maakt dat uit? Er zit voor de komen
de honderd jaar nog genoeg olie en gas
in de bodem van de emiraten om de
overdadige welvaart voor een selecte
groep op peil te houden en aan honderd
duizenden minder bedeelden werk te
verschaffen.
Kaartende Arabieren in de straten van Doebai