Tropenj aren voor Dingeman Stoop Rinus Michels: 'Ik heb alles van me afgezet' Ik heb geen hoge pet op van trainers WOENSDAG 12 AUGUSTUS 1087 DEN HAAG (GPD) - Dé Stoop hanteert het komende seizoen niet alleen de voorzitters hamer bij FC Den Haag, hij gaat zich ook bemoeien met het technische beleid. Trainer Pim van de Meent heeft van hem te horen gekregen hoe hij zijn elftal moet laten voet ballen. „Omdat legt Stoop uit, „ik het afgelopen seizoen steeds weer geluiden kreeg te horen dat de opbouw van FC Den Haag vanuit de achterhoede te langzaam ging. Ik heb Van de Meent nu de duidelijke opdracht gegeven dat er in de achterhoede niet langer moet worden geschoven. De bal moet zo snel mo gelijk naar voren worden gespeeld. Het voetbal in Nederland is afgezakt in syste men en gedegradeerd tot een soort schaak voetbal. Dal moet veranderen en dat kan alleen als de trainers daartoe opdracht krij gen". „Natuurlijk was Van de Meent niet geluk kig met die opdracht. Hij zei direct: wil je het elftal dan misschien ook opstellen? Ja, zo zijn de trainers in dit land. die denken al- lijd dat alleen zij het weten. Ze spelen veel te weinig in op hetgeen de klant vraagt. Dal vind ik voor een bedrijfsleider - want dat is een trainer - een slechte zaak. Als ik in mijn bedrijf alleen maar zou doen wat de techni ci willen, zonder te luisteren naar hetgeen de klant wil, leid ik mijn bedrijf ook slecht"'. „Bovendien moet een trainer natuurlijk nooit tegen mij zeggen dat ik geen verstand van voetbal heb, want hij lag nog in de luiers toen ik al voetballeider was. En had ik er tijd voor en zin in om dagelijks bij de spelers te zijn, dan stélde ik het elftal ook op, zondermeer... en dan was ik met FC Dén Haag ook in de Europa Cup gekomen „Van de Meent krijgt minder zeggen schap. Hij was technisch directeur - iedere trainer in dit land wil dat op dit moment worden. Maar de meesten zijn er volkomen ongeschikt voor. Van de Meent mist er ook de kwaliteiten voor. Dan zag ik hem met al lemaal papieren achter z'n bureau bezig, met dingen die op mijn bedrijf de jongste bediende doet. Of ik zag hem een lijst maken en die nog zelf uittikken ook. Maar. wat mijn secretaresse in drie minuten tikt, daar doet hij natuurlijk drie uur over. Ik heb daarom tegen hem gezegd: jongen jij hoort op het veld thuis en daar zal-ie dit seizoen ook weer vooral zijn". „Nee, ik heb geen hoge pet op van trai ners. Alleen zij weten het altijd precies en de klantenkring interesseert ze geen ene moer. Dat heb ik in de loop der jaren met alle trai ners zó ervaren. En de salarissen die ze op strijken liggen over het algemeen ook veel te hoog. Salarissen van om en nabij de 150.000 gulden vind ik absurd. Trainers moeten lus sen de 60 en 100.000 gulden verdienen en dan moet het afgelopen zijn. De werktijden van die jongens zijn ook niet zo daverend". DEN HAAG (GPD) - Dé (Dingeman) Stoop stond ruim dertig jaar geleden aan de basis van het betaalde voetbal in Nederland. Hij zat destijds in het bestuur van de Nederlandse Be roeps Voetbalbond, die in 1954 met de KNVB fuseer de. De Amsterdammer maakte deel uit van het bondsbestuur en het be stuur betaald voetbal. Hij was veertien jaar voorzitter van eerst DWS en daarna FC Amsterdam, dat hij in 1982 zelf om zeep hielp. Me dio 1983 bracht hij twaalf dagen door in een cel in ver band met de 'zwart-geld- zaak' FC Amsterdam. Is ei genaar/directeur van de lif- tenfabriek Starlift. Gaf ooit zijn voltallige personeel 25 gulden toen de regering Den Uyl-Boersma viel. Ver toont met zekere regelmaat demagogische trekjes. Is sterk controversieel, vaak ongenuanceerd, soms irri tant, een ras opportunist en tegenwoordig voorzitter van FC Den Haag. Dé Stoop is inmiddels 67; een mooie leeftijd toch om eens wat ex tra aandacht te besteden aan de kleinkinderen. Maar nee, Stoop moest drie jaar geleden zonodig voorzitter van FC Den Haag wor den, de meest relgevoelige club van Nederland. „De kleinkinde ren", schiet Stoop in een harde lach, „komen heus niet te kort hoor. Het is zelfs zo dat ze bij ons thuis zeggen: opa moet niet teveel met de kleinkinderen optrekken, want hij verpest ze". ,,'t Is zo", gaat Stoop verder, „dat als je ouder wordt, je ook om je heen geconfronteerd wordt met het ouder worden van mensen. Nou, mijn levensstijl is zo, dat ik zeg: zolang je nog aan het leven' mag deelnemen, doe het dan maar, want daarna heeft het leven weinig waarde meer. Als ik m'n schoon moeder toch zie - 83, helemaal de ment...". „Stoppen met werken op je 60e of 65e heb ik altijd een hele formele zaak gevonden, die ner gens op slaat. Er zijn echt i die moeten op hun 40ste al stop pen, die zijn daar dan al rijp voor. maar andere mensen moeten nog niet op hun 70e stoppen. Zoals ik nu leef, leef ik lekker, vind ik. Ik ben nog behoorlijk veel op de zaak, zit behoorlijk veel bij de club en be steed behoorlijk veel aandacht aan m'n gezin en m'n kleinkinderen. Ik kan het nog net allemaal bezetten". „De voetballerij is de laatste ja ren overigens wel een stuk zwaar der geworden; daardoor kom ik wel eens een beetje in tijdnood. Je moet tegenwoordig zóveel aan dacht besteden aan supporters, burgemeesters, politie en allerlei vergaderingen... En het is ook zwaarder geworden omdat je de kracht van je onafhankelijkheid wat verliest. Ik ben helemaal onaf hankelijk, kan me permitteren om te zeggen: ik doe vandaag niks. Ik heb geen verantwoording af-te leg gen aan banken, commissarissen of aandeelhouders, want dat ben ik allemaal zelf. Maar in m'n kwaliteit van voorzitter van FC Den Haag heb ik het afgelopen jaar wel een brokje onafhankelijkheid verloren, omdat ik afhankelijk was van een burgemeester, van de politie... dat is me eigenlijk het zwaarst geval len". Als voorzitter van FC Den Haag, zegt Stoop, heeft hij het afgelopen seizoen „dubbele tropenjaren" ge maakt. Bepaald geen overdreven voorstelling van zaken. De club uit de Residentie was voortdurend in opspraak vanwege het supporters- gedrag, ondermeer betrokken bij twee gestaakte wedstrijden (Excel- sior-FC Den Haag en FC Den Haag-Ajax - red.) en amper wel kom in andere gemeentes. Kort om: een outcast. Maar, hoe tegenstrijdig, aan het eind van het rampseizoen lag er zo waar een prijs voor de trammelant- club te wachten. De KNVB-beker- finale tegen Ajax werd weliswaar verloren, maar omdat de Amster dammers zich eerder in Athene al verzekerd hadden van Europees voetbal, mag ook FC Den Haag ko mend seizoen in het Europa Cup H-toemoói uitkomen. Al weifelde de KNVB nog even met inschrijving, bang als het is voor Europese excessen bij FC Den Haag, waarvan de andere Ne derlandse clubs dan weer de dupe zouden kunnen worden. Want de Uefa straft streng. Denk alleen maar aan de situatie van de Engel se clubs, die nu al voor het derde achtereenvolgende jaar uit de Eu ropese toernooien zijn verbannen. Stoop: „Had de KNVB ons niet in geschreven, dan was ik direct een kort geding begonnen". i de Stoop: „Dat weet ik niet alleen, dat weten onze supporters ook. Ze weten dat de schade die ze aan hun club toe kunnen brengen ongeloof lijk groot zal zijn. Daarom ben ik ook zo blij met een club uit Honga rije (Ujpest Dosza - red.) in de eer ste ronde. Oh gelukkig, goddank, dat gevaar is weer geweken, dacht ik bij de loting". „Er zullen geen supporters van Hongarije naar Nederland komen, waardoor het Zuiderpark- stadion optimaal benut zal kunnen wor den. En je mag ook verwachten dat er weinig supporters van de FC Den Haag naar Hongarije zullen gaan. En degenen die wel gaan, zullen geconfronteerd worden met een duidelijk andere instelling van de politie dan ze gewend zijn. Ze hoeven daar echt niet te proberen wat ze in Nederland doen. En de gevangenissen zijn er ook heel an ders... ze worden er ook sneller ge vuld dan hier". „Wij hadden het natuurlijk een stuk slechter kunnen treffen. De avond vóór de loting zeiden be stuursleden van KV Mechelen nog tegen me: We hopen niet dat we jullie treffen; we willen wel tegen jullie, maar dan het liefst aan het eind van het seizoen, want dan moet ons stadion toch afgebroken worden...". „Ook het bestuur van HSV hoopte dat ze niet tegen ons zouden loten. Niet alleen vanwege jullie supporters, zeiden ze, want onze supporters zijn niet minder erg, maar vanwege de supporters botsingen. En zo is het natuurlijk ook, want het vandalisme houdt niet op aan de grens van Neder land". „Maar tegen die Hongaren zal het zo'n vaart niet lopen. Al is het wel zo dat als wij wat verder ko men, de risico's ook groter zullen worden. En als we dan een Belgi sche club, een Duitse, een Franse, een Spaanse of een Italiaanse lo ten, jaah, dan zijn we nog niet uit de problemen". - Met andere woorden, FC Den Haag moet maar in de eerste ronde worden uitgeschakeld. Stoop: „Op het moment dat ik er binnen kwam was FC Den Haag dood. Er was geen geld, er kwam geen publiek, er waren grote be- stuursruzies en er was een voorzit tersvacature. Al komt dat in het be taalde voetbal natuurlijk wel meer voor. Kort geleden had je er nog een in Maastricht, toen Melchior afscheid nam van MW, na het een jaar geprobeerd te hebben. In de paardesport bleek het hem toch beter af te gaan dan in de voetbal sport. Ze hebben nu professor Greep als voorzitter binnenge haald. Dat is natuurlijk een uitste kende chirurg, dat denk ik tenmin ste, maar die zal ook wel weer erva ren dat het vak van voetballeider een apart vak is". - Maar wat is er fijn aan om voor zitter van FC Den Haag te zijn. Of, ik zal de vraag anders stellen: waarom blijft u voorzitter van FC Den Haag? Stopp: „Om iets wat moeilijk gaat in de steek te laten, daar heb ik moeite mee. Ik ben een vechter, en een vechter vecht door, hè. Nee, niet tot het bittere eind. Ja, tot waar, dat is de vlaag. Er is natuur lijk een grens. Voor de bekerwed strijd tegen Ajax heb ik ook duide lijk gesteld: als er nü iets gebeurt door toedoen van de Den Haag supporters, dan ga ik weg... dan ga ik onherroepelijk weg". Dan, ontroerd bijna: „De suppor ters dragen me op handen, hè: de hele club draagt me op handen. En als ik dan terwille van een aantal vandalen zou zeggen ik stop er mee, dan doe ik veel mensen ver driet. Je laat niet alleen zo'mriub in de steek, maar je laat ook acht a negenduizend mensen in de steek. Want het vervangen van Dé Stoop als voorzitter wordt een heel groot probleem. Maar het afgelopen sei zoen is mijn aftreden wel heel dichtbij geweest. Het moet niet zo worden dat ze je voor gek verkla- - Maar gebeurt dat al niet? Stoop gaat niet op de vraag i „Dan vind ik het jammer voor spelers en voor iedereen die Stoop: „Nee, niet echt". - Bent u wel eens bang? Stoop: „Nee... Je moet natuurlijk wel oppassen, maar dat is met alle dingen zo. Als je weet dat er ergens een groepje supporters van de te genpartij staat, moet je daar na tuurlijk niet in de buurt gaan staan. Maar je moet ook geen weg over steken als er verkeer aan komt. En als ik Amsterdam in ga, weet ik precies op welke plaatsen ik wel kan komen en op welke plaatsen beter'niet. Zo leef je nu eenmaal in deze maatschappij". - U heeft geen body-guards? Stoop: „Nee". - Nooit gehad ook? hard voor werkt, maar dan heb ik wel te maken met miljoenen Ne derlanders, die niet zullen begrij pen dat ik aan blijf. Als deze club door mij het predikaat 'onbeheers baar' krijgt, treed ik terug". I club dan Stoop: „Dat onbeheersbare moet door mijzelf gevonden worden. Ik zal zeker niet door druk van bui tenaf opstappen, dan had ik het af gelopen seizoen al weg moeten gaan. M'n familie zegt ook: pa. moetje daar nu wel mee doorgaan? Om over m'n vrouw maar te zwij gen. Jij hebt dit soort dingen toch niet nodig, zegt ze. En dat is in we zen ook zo. Ik heb het privé niet nodig... ik ben bekend genoeg... En er moet ook echt niet zo vreselijk veel meer gebeuren, dan ga ik wel weg". Stoop: „Ja, één keer, bij de laat ste wedstrijd van FC Amsterdam. Toen was de stemming van de res terende 800 supporters zó slecht - en ik wilde niet weg blijven. Ik had toen een paar knapen van een ame- rican footballteam gehuurd, breed geschouderde jongens". (Lacht smakelijk). - Verwacht u komend weer grote problemen bij FC Den Haag? Stoop: „Nee. We hebben voor ons relgevoelige vak (het vroegere Midden-Noord, dat tegenwoordig Westtribune heet - red.) pasjes la ten maken voor iedereen. Daar door weten we in ieder geval wie er staat. Al bereik je daar natuurlijk nog niks mee, want in Den Haag is het zo dat de politie weigert in dat vak te komen. Ze zijn bang voor een escalerend effect. Ja, daar heb je het weer. Een ander zou zeggen: dan kun je er direct op slaan. Maar nee, in Den Haag wil de politie dat niet". „Ik heb het al meer gezegd: het pasjessysteem is een formaliteit die tot niets leidt als het geen fol- low-up krijgt. Wat gebeurt er en wie doet wat als iemand zich mis draagt?, daar gaat het om. Straks heb ik in dat vak 3000 mensen zit ten, allemaal een pasje, keurig. Maar als er dan hetzelfde gebeurt als het afgelopen seizoen - en dat was dus niks - dan helpt dat pas jessysteem helemaal niks". „Dat supporterspasje begint trouwens ook al een soort status symbool te worden. Jaah, daar krijg je dan weer mee te maken. Heb jij al een pasje?, vragen ze aan elkaar. Een mooie foto er op, hele maal geplastificeerd, net zoiets als een diners-card. Bij alle Vip-kaar tjes, die er op dit moment al zijn, alle nachtclub kaartjes, American- express-cards en diners-cards, is nu het voetbalpasje gekomen". „Maar goed, we hopen dat er vanuit die pasjesgroep zelf een so ciale controle komt en dat ze de grens van hun enthousiasme niet meer zullen overschreiden. En het zijn natuurlijk niet allemaal vanda len". - Maar op veel meer dan hoop is uw verwachting niet gebaseerd. Stoop: „Ja, ik hoop dat de sup porters zelf tot de conclusie komen dat er iets moet gebeuren. Maar ik weet ook dat het heel moeilijk zal worden. En waarom? Omdat er over voetbalvandalisme wordt ge sproken, maar het in feite over van dalisme gaat. Het gaat om het ge mak waarmee mensen in dit land vandalisme kunnen bedrijven. Het kan in Amsterdam gebeuren dat ie mand vier keer per dag gearres teerd wordt omdat-ie een autora dio heeft gejat, maar dan nog gaat- ie in de nacht gewoon verder". - Heeft u zelf nog spijt van be paalde uitspraken dit - U vindt dat u niks verkeerd hebt gedaan dit jaar. Stoop: „Nee... ik zou hooguit kunnen zeggen: ik had geen voor- ziLtter van FC Den Haag moeten blijven!'. - Dat kunt u nog corrigeren. Stoop: (harde lach). ZEIST (GPD) - De naderende hoosbui, maakt het humeur van Rinus Michels er niet vrolijker op. Als op afspraak klettert de regen tegen de ramen, als de bondscoach tegen wil en dank zijn hart lucht over het Grote Onrecht dat hem en het Nederlands elftal in het voorjaar is aangedaan. „Het is niet meetbaar hoe zwaar dat verloren punt tegen de Grie ken gaat wegen. Je kunt alleen maar hopen dat het Nederlands elftal geen nadelige gevolgen zal ondervinden van de fout, zeg maar gerust blunder, die het bestuur toen gemaakt heeft. Maar ik verwacht wel dat ze straks niet een ander de schuld geven". De sinds Ajax-Sparta totaal verkil de verhoudingen in Zeist passen wonderwel bij het weertype van deze zomer: veel bewolking, wei nig zon, en de ene dépressie na de andere. Tussen de buien en de fer me aanklachten door kijkt Michels reikhalzend naar buiten, alsof hij elk moment verwacht dat PSV hem alsnog uit z'n isolement zal verlossen. „Of ik teleurgesteld ben dat ik hier nog zit?... Nu niet meer. Er had beter een ander op deze stoel kunnen zitten, iemand die er onbevangen tegenover staat. Dat is niet het geval, daarom heb ik alles van me afgezet. Vergeten ben ik het echter niet. Maar in mijn werken en handelen zal dat geen invloed hebben. Daarvoor ben ik een te geroutineerde prof. Ik wil al tijd het beste eruit halen wat erin zit. Als je die motivatie niet hebt. ben je echt ongeschikt voor dit vak". Normaal gesproken zal Michels zijn contract, dat na het Europees kampioenschap van volgend jaar afloopt, daarom keurig uitdienen. Tegen heug en meug, dat wel. „Ik hoop nu alleen maar dat zich rond de drie wedstrijden, drie finales dus, niet opnieuw problemen voor doen die schadelijk zijn voor het Nederlands elftal". Erg veel fiducie heeft hij daarin niet. „Er is niks veranderd, alles is bij het oude ge bleven". Het sectiebestuur riskeert daarmee een hete nazomer, waarin een hernieuwde botsing bijna on vermijdelijk is. Bij het minste of geringste zal de vlam opnieuw in de pan slaan. Zeker in het geval van Michels, een perfectionist pur sang, die slechts bij wijze van hoge uitzondering bereid is water bij de wijn te doen. De samenstelling van het sectiebestuur is wat dat betreft niet in zijn voordeel. Verhouding Als voormalig clubcoach weet Michels echter als geen ander hoe de verhoudingen liggen. Als trai ner van Ajax zou hij niet anders hebben gehandeld als Cruijff, die vier dagen voor de interland tegen de Grieken ten koste van alles wil de dat Sparta-Ajax werd gespeeld, omdat Ajax anders Wouters moest missen in de competitiekraker te gen PSV. „Cruijff begrijp ik best. Net als ik is hij een perfectionist, die heel goed het belang ziet van het Nederlands elftal, maar niet ten koste van de eigen club. Cruijff be schouwde PSV-Ajax als een finale, en terecht. Maar dat geldt voor alle wedstrijden van het Nederlands elftal. Als bondscoach weet je dat je afhankelijk bent van de clubs. Dat is een gegeven, daar moet je ook niet over mekkeren. Er zijn echter wel grenzen. Het bestuur wist dat die overschreden zouden worden, maar kennelijk dachten ze: het zal wel los lopen. Zo in de trant van: die jongens van Ajax ne men dat karwei tegen Griekenland ook nog wel even mee". Een misverstand. „Voor mij als prof was het onaanvaardbaar dat het technisch beleid werd overru led door bestuurlijk beleid. Dat werd notabene gedaan in een tele fonische vergadering, omdat ze de niet allemaal op tijd bij el kaar konden krijgen. Daarin speelt dan iedereen z'n eigen rol. Ik heb toen heel duidelijk gesteld: als jul lie menen dit te moeten doen, moet je wel rekening houden met de ver antwoording die je neemt en de consequenties daarvan. Als het punten kost is dat jullie verant woording. Uiteindelijk hebben ze toch besloten Cruijff zijn zin te ge ven. Als die interland dan voorbij is en het resultaat is teleurstellend, zegt niemand: wij zijn verantwoor delijk, wij hebben het niet goed ge daan. Nee, dan krijg je als trainer opnieuw het volle pond. Dan deugt de opstelling en het concept niet en was de coaching niet goed. Ie dereen bemoeit zich dan ineens met technische zaken. Daar heb ik bezwaren tegen, dat heeft me ma teloos gestoord". Op dat moment stond het voor Michels vast dat hij zijn tijd in Zeist niet zou uitdienen. Maar waarom nam hij niet meteen ont slag? Michels: „Die wedstrijd te gen Hongarije zat er te dicht op om het bestuur te confronteren met de consequenties die ik voor ogen had. Daarom ben ik ook bewust weggebleven bij de evaluatieverga dering die altijd na een interland wordt gehouden. Tegen Huybregts heb ik gezegd: ik verschijn niet, an ders kan het wel eens heel onaan genaam worden. Maar ook dat sig naal werd kennelijk niet serieus genomen". Rusten Met zijn naderende vertrek in het achterhoofd begon Michels aan de Rinus Michels '(archieffoto) voorbereiding op de interland te gen Hongarije. „Voor die wedstrijd had ik wel de gelegenheid de pun tjes op de i te zetten. Anders dan vier weken eerder tegen Grieken land, toen ik niks met de Ajacieden kon beginnen. Ik kon ze alleen maar laten rusten, rusten en nog eens rusten. Maar ook voor mij per soonlijk was dio wedstrijd tegen Hongarije verschrikkelijk belang rijk. Als we een punt zouden verlie zen, lag Nederland uit de race en zou ik mijn werk in Zeist hebben afgemaakt. Want het ligt niet in mijn aard om een zinkend schip te verlaten. Nu kon ik met een gerust hart weggaan en had de nieuwe man vier maanden de tijd om zich in te werken". „Voor mij stond het vast", neemt Michels geen blad voor de mond, „dat na Hongarije de confrontatie zou komen". Die kwam echter veel eerder dan hem lief was. „Alles kwam in een stroomversnelling door de manier waarop een aantal bestuurders meende te moeten reageren op het resultaat vahvdie wedstrijd. Dat vond ik dermate on rechtvaardig, dat het voor mij geen enkele zin meer had in deze relatie verder te gaan. Ik zag geen oplos singen meer, de interesses lagen kennelijk te ver uit elkaar. En ik ben nu eenmaal een man die snel en vrij emotioneel reageert". Vrijwel meteen werd zijn naam in verband gebracht met PSV. „Maar ook zonder PSV", meent Michels oprecht, „zou dit gebeurd zijn. De grenzen waren overschre den, zowel professioneel als men selijk. Je hebt een brok zelfrespect. Voor mij was er daarom geen weg terug. Zo zit ik nu eenmaal in el kaar. Ik blijf er ook bij dat het voor alle partijen beter zou zijn geweest als ik was vertrokken. De relatie is niet meer te herstellen en is nu zo danig dat daar heel snel moeilijk heden uit voort kunnen komen. Als er gewonnen wordt, zullen er geen problemen zijn. Maar als het niet goed gaat, komen die proble men er onherroepelijk. Daarom had hier nu iemand anders moeten zitten. Dat zou voor het Neder lands elftal sowieso beter zijn ge weest". De frustraties over de afloop van het conflict, die strandde op een af koopsom van 450.000 gulden, lo pen parallel met zijn, op z'n zachtst gezegd, weinig vleiende oordeel over het bestuurlijk kader. De kreet dat Oranje er volgend jaar in West-Duitsland bij moet zijn noemt Michels 'kretologie', omdat er niet naar wordt gehandeld. „Het is de kunst om prioriteiten te stel len, hoe moeilijk dat vaak ook is. Dat bepaalt de kracht en de waarde van een bestuur. Het komt wel mooi en stoer over als je roept dat het Nederlands elftal naar de EK moet, maar als je er niet naar han delt, ben je geen knip voor de neus waard. Gelukkig zijn ze er nog wel. de goeie bestuurders. Anders zou je nog kunnen zeggen dat het te moeilijk is. In het buitenland zijn er voorbeelden genoeg dat het wel werkt, alleen in Nederland werkt het niet. In dit land zijn we zo sterk individualistisch ingesteld, dat we niet makkelijk voor één karretje te spannen zijn. Dat is een beetje de volksaard". Circus Gerijpt in het vak als Michels is, verbaast hij zich al lang niet meer over het merkwaardige gedragspa troon in het 'voetbalcircus'. Wat hem echter wel stoort is de totale metamorfose die in het zakenleven gelouterde bestuurders kennelijk ondergaan zodra zij voetbalbeslis singen moeten nemen. „Dan zie je ineens de meest vreemdsoortige gedragingen. Mensen die in zaken heel evenwichtig denken en han delen raken in de sport volledig uit de koers. Dan gelden ineens ande re normen. Dan zijn er maar heel weinig in staat het hoofd koel te houden en worden vaak de meest vreemde beslissingen genomen. Daar heb je als professional reke ning mee te houden. Op zich is dat niet eens zo erg, als zo'n bestuur dan maar één gezicht toont en als een blok opereert. Maar als het er op aankomt, speelt iedereen zijn ei gen rol in het hele gebeuren". Zo kan het gebeuren dat Ajax- voorzitter Ton Harmsen als sectie bestuurder de belangen van Ajax liet prevaleren boven die van het Nederlands elftal. „Daar valt niet aan te ontkomen", herkent Michels de grote zwakte van het sectiebe stuur, „als mensen zich blijven be wegen tussen persoonlijke interes ses en zij het doel daaraan onderge schikt moeten maken. Als hij het anders zou doen, doet hij het niet goed. Maar dat gaat onvermijdelijk ten koste van het algemeen belang, dus de bond en het Nederlands elf tal. Een perfectionist en professio nal ergert zich aan zo'n situatie maar hij ziet ook regelmatig het rendement van zijn werk bedreigd. In de competitie kun je een fout herstellen, elke interland is echter een finale. In 90 minuten kun je al les verliezen en kan alle werk voor niks Zijn geweest". Het definitieve antwoord krijgt Michels pas op 16 december in Athene, waar Griekenland de laat ste tegenstander van Orar\je is op weg naar het Europees kampioen schap. Maar eerst staan nog de wedstrijden tegen Cyprus en Polen op het programma. Van essentieel belang is de inbreng van Gullit en Van Pasten, de pijlers van Oranje, die in Milaan hun (financiële) ge luk hebben gezocht. „Individueel zullen die twee er alleen maar beter van worden. Ze zullen meer moe ten brengen, er zal meer van hun worden geëist. Dat zal ze alleen maar louteren. Wat dat betreft zijn er geen problemen. In de extra voorbereiding kan ik echter niet meer over die twee beschikken, dat is een enorme handicap". Beperkt De verhuizing van de beste va derlandse voetballers naar het bui tenland is echter niet meer af te remmen. „Ik zou ook niet weten", blikt Michels somber vooruit, „hoe je meer publiek naar de stadions wilt krijgen met een competitie van deze kwaliteit. Als we het over topvoetbal hebben, is er in dit land maar ruimte voor een beperkt aan tal clubs. Hooguit tien tot twaalf, die met behulp van sponsors op de been te brengen zyn. Dat is het eni ge gezonde uitgangspunt. Maar in het ver doorgevoerde democratise ringsproces is dat een onhaalbare kaart. En ondertussen wordt de in breng en de rol van de sponsors steeds groter. Maar dat is wel een voetbalvreemd fenomeen, dat de sfeer en de ambiance in de sta dions niet verhoogt. Ik vraag me af waartoe dat uiteindelijk leidt. Hoe lang gaat dat goed?"

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 14