'Machtsmisbruik moet eindelijk
maar eens worden aangepakt'
Sociale rijles (3)
Denkwijzer
Drs. Dick Blanken (VZN) en het conflict met de specialisten
Onze taal
eu.
ui.
oe.
ZATERDAG 11 JULI 1987
De Vereniging van
Nederlandse
Ziekenfondsen is niet
langer van plande
financiële
uitzonderingspositie van
specialisten binnen de
gezondheidszorg voor
zoete koek te slikken.
Secretaris drs. Dick
Blanken: "De specialisten
krijgen posten vergoed die
niemand anders vergoed
krijgt. Jarenlang hebben
ze ziekenfondsen,
particuliere verzekeraars
en overheid in een
wurggreep gehouden.
Maar nu zijn er processen
op gang gekomen die niet
meer te stuiten zijn".
"Iedereen wil graag houden wat
hij heeft. Dat is logisch. Maar het
moet wel haalbaar zijn. De specialis
ten stellen zich niet reëel op. Bang
zijn ze, doodsbang. Wat nu speelt
gaat veel verder dan een conflict. De
machtspositie van de specialisten
staat op het spel. Jarenlang hebben
zij een uitzonderingspositie binnen
de gezondheidszorg gehad en over
heid, ziekenfondsen en particuliere
verzekeraars de wet gedicteerd".
door Margot Klompmaker
Drs. Dick Blanken, secretaris van de
Vereniging van Nederlandse Zieken
fondsen. is het meer dan zat. Hij neemt
geen blad voor de mond als hij zijn me
ning geeft over de acties van d'e specia
listen. Met geen andere beroepsgroep
binnen de gezondheidszorg is er zoveel
gedonder. Puur machtsmisbruik, meent
Blanken.
Het gebakkelei met de specialisten is
een gecompliceerde zaak die al jaren
speelt en zich niet alleen beperkt tot zie
kenfondsen en overheid. Ook de zieken
fondspatiënt is er sinds 1 juli bij betrok
ken, nu hij de rekening van de specialist
zelf moet betalen. Ondanks protesten
van ziekenfondsen en belangenorgani
saties die stellen dat de patiënt de dupe
wordt van een conclict waarmee -hij
niets te maken heeft.
Dwars
Het gaat hier om de vrij gevestigde
specialisten. Zo'n 7000 medici die niet in
loondienst zijn van een ziekenhuis, zoals
specialisten in academische ziekenhui
zen. 'Vrije' specialisten worden betaald
door de ziekenfondsen en de particulie
re verzekeraars. Ongeveer 5600 van deze
vrije specialisten liggen momenteel
dwars.
Sterk vereenvoudigd spelen vier za
ken een rol: het inkomen van de specia
list, het opnemen van specialistenhulp
in het budget van ziekenhuizen, de
hoogte van de praktijkkosten, en het
sluiten van een overeenkomst tussen
specialist en fondsen.
Door lange werktijden te maken heb
ben specialisten vaak een extreem hoog
inkomen, terwijl collega's werkloos
thuis zitten. Zowel overheid als fondsen
willen deze scheefgroei aanpakken. Het
voorstel van de VNZ kwam neer op een
norminkomen van 181.000 gulden bij
een werkweek van 50 uur. Voor harde
werkers was een uitloop naar 60 uur mo
gelijk, hetgeen een inkomen van ruim 2
ton zou opleveren. Wie boven de 60 uur
per week werkte moest het zelf weten:
dat zou niet worden vergoed.
Blanken: "Meer werk komt de kwali
teit niet ten goede. De specialisten wil
den echter niet met ons over hun inko
men praten. Ze vonden dat een zaak tus
sen hen en de overheid. Inmiddels we
ten we wat het kabinet voor ogen heeft:
een norminkomen van 144.000 gulden.
Helemóél onbespreekbaar voor de LSV.
Ik moet toegeven dat ik ze daar niet on
gelijk in geef'.
Maar dat is dan ook het enige punt
waarin Blanken met de specialisten kan
meegaan. De opstelling van de medici in
de overige geschilpunten vindt hij rond
uit arrogant. Blanken schetst het ver
loop van de onderhandelingen in de di
verse conflicten.
Splitsen
De VNZ lanceerde vorig jaar het plan
om de hulp van specialisten op te nemen
in het ziekenhuisbudget. Blanken: "Ook
de praktijkkosten die nu in iedere reke
ning worden opgevoerd wilden we split
sen en in dit budget onderbrengen. Toen
hadden we het nog niet eens over de
hoogte ervan, 130.000 gulden per jaar".
"Zo zou er veel meer duidelijkheid ko
men over bepaalde kosten. Nu is het zo
dat specialisten het hele jaar door reke
ningen indienen, waarop je als verzeke
raar weinig grip hebt. Door duidelijke
splitsingen wilden wij een en ander be
ter in de hand houden".
"De LSV vond het een schande dat we
dit durfden voor te stellen. Over hun
nooit niet. De zaak was onbespreekbaar.
Steekhoudende argumenten hadden ze
eigenlijk niet. Het Kwam er op neer dat
ze bang waren voor inzicht in hun prak
tijkkosten. Dat vonden ze bedreigend.
Daarop hebben we die plannen maar in
de ijskast gezet".
Wel wilde de VNZ met de specialisten
over twee punten blijven praten: de
hoogte van de praktijkkosten en het op
stellen van een officieel contract met de
specialisten.
De relatie tussen specialist en zieken
fonds wordt doorgaans uit de losse pols
geregeld. Wie zich als specialist wil ves
tigen, meldt zich bij het ziekenfonds in
zijn omgeving en dat is dat. Soms wordt
de band schriftelijk bevestigd, soms
niet. De wet schrijft echter voor dat er
een officieel contract moet zijn tussen
medisch hulpverlener en ziekenfonds.
De specialisten zijn de enige groep bin
nen de gezondheidszorg waarmee een
en ander nog niet is geregeld.
Zelf opstellen
In 1983 begonnen LSV en VNZ onder
handelingen. Na moeizame discussies
kwam er een contract uit de bus waar
volgens Blanken 'niets in stond'. De ak
koord-overeenkomst werd ook nog eens
afgewezen door de Ziekenfondsraad.
"Laat de Ziekenfondsraad zelf maar
iets opstellen, was onze reactie. De raad
heeft deze zaak echter laten liggen. Dat
betekent dat de stap van de specialisten
vorig jaar - het opzeggen van de over
eenkomsten met de ziekenfondsen -
nergens op slaat. Er zijn immers geen
overeenkomsten", aldus Blanken.
Aan de 'opzegging' zat een termijn van
zes maanden gekoppeld, die nog eens
zes maanden kon worden verlengd. Ex
tra tijd die geen oplossing bood. "Op 1
maart hebben we gezegd: als een ak
koord niet mogelijk is moeten we zelf
maar met een model-overeenkomst ko
men. We hebben ons plan opgestuurd
naar de Ziekenfondsraad. De raad heeft
echter de oude overeenkomst uit de kast
gehaald met als argument: 'het gaat er
nu niet om een goede overeenkomst te
sluiten, maar om het conflict te bezwe
ren'. De oude overeenkomst was immers
tot stand gekomen in overleg met de
specialisten".
"Maar de LSV - die destijds wel met
het oude model akkoord was gegaan -
wilde opeens van niets meer weten. Ze
riepen iets van 'blanco cheque'. Op onze
vraag wat ze daar dan mee bedoelden
kregen we alleen vage antwoorden".
De ziekenfondspatiënten zijn inmid
dels de dupe. Sinds 1 juli is er geen enke
le relatie - hoe vaag die ook was - tussen
specialisten en ziekenfondsen. De scha
kel tussen patiënt en specialist is wegge
vallen. De specialist stuurt de rekening
rechtstreeks naar de verzekerde. Deze
betaalt zelf de rekening.
Blanken: "Om de patiënten tegemoet
te komen hebben we ingesteld dat de pa
tiënt zijn rekening kan doorsturen naar
het ziekenfonds. Het fonds maakt zo
snel mogelijk het geld over op de giro
van de patiënt. Administratieve romps
lomp die de fondsen tientallen miljoe
nen guldens kost".
Praktijkkosten
Ook de vergoeding van de praktijk
kosten van een specialist werd conflict
stof, toen de VNZ voorstelde de gedecla
reerde bedragen eens kritisch te bekij
ken. Iedere rekening van de specialist
bestaat voor 60 procent uit honorarium,
de resterende 40 procent is een doorbe
rekening van praktijkkosten. Deze kos
ten variëren van personeel (secretaresse)
tot incassokosten voor onwillige beta
lers.
De huidige bedragen die door het zie
kenfonds worden vergoed kloppen niet
meer, vindt Blanken. "Eigenlijk is er
nooit een goed onderzoek naar de
werkelijke kosten geweest. In de jaren
zeventig heeft een commissie een en-
quete onder specialisten gehouden. Lét
wel: ze vroegen specialisten naar hun
kosten, ze hebben niet gekeken of die
kosten reëel waren. Deze commissie
kwam uit op een bedrag van 130.000 gul
den per jaar per specialist. Dit bedrag
vind je in de rekening terug"
De ziekenfondsen vonden dat dit be
drag aan herziening toe was. Door lange
werktijden verdient een specialist in een
jaar soms tweemaal zijn praktijkkosten
terug. Zo wordt jaarlijks 200 miljoen te
veel vergoed. Ook de LSV stelde zich op
het standpunt dat op een onkostenver
goeding niet mag worden verdiend. De
LSV en de VNZ kwamen echter met
twee totaal verschillende berekeningen,
waarin een verschil van 80.000 gulden
(zie het bijgaande staatje).
Blanken: "De LSV kwam uit op een
bedrag van 130.000 gulden, wij op zo'n
50.000 gulden. Ik moet hierbij aanteke
nen dat de praktijkkosten per specialist
sterk kunnen verschillen. De zieken
fondsen wilden een uitsplitsing maken,
maar dat wees de LSV af. Ook wilden zij
niet meewerken aan een enquete bij zie
kenhuizen om duidelijkheid te krijgen
over posten als secretaressen en kan
toormachines".
Een vergelijking van de twee reken-
Dick. Blanken: Ik denk dat binnen de Landelijke Specialisten Vereniging
een heel kleine groep de dienst uitmaakt<roto gpd>
Overzicht praktijkkosten specialisten i
ziekenhuizen volgens ce
n bereke-
ning van de specialisten (LSV) en de ziekenfondsen (VNZ):
LSV
VNZ
Personeel (secretaressen)
52.400
20.283
Rentekosten (aflossing goodwill)
22.659
6.523
Autokosten (woon-werkverkeer)
14.800
3.100
Administratie (accountant, telefoon)
14.856
7.355
Bij- en nascholing (congressen)
7.000
5.000
Inventaris spreekkamer (ziekenhuis)
6.800
f 1.279
Studeerkamer (thuis)
6.580
3.134
Contributies (vakbonden)
2.468
1.369
Incassokosten (rekeningen)
1.750
1.750
Verzekeringen
800
800
Werkkleding
750
totaal 130.863
50.593
lijstjes van LSV en VNZ levert frappan
te verschillen op. Blanken: "De specia
listen nemen wat hun onkostenvergoe
ding betreft een uitzonderingspositie in,
ook vergeleken met andere beroeps
groepen als huisartsen. De specialisten
krijgen posten vergoed die niemand an
ders vergoed krijgt".
Voorbeelden te over. Een specialist
claimt een vergoeding van een kleine
7000 gulden voor het inrichten van een
studeerkamer thuis, de ziekenfondsen
willen daar ruim 3000 gulden voor ter
beschikking stellen. Blanken: "Een
huisarts krijgt alleen een werkkamer
vergoed. Eigenlijk wilden wij de specia
list geen vergoeding geven, maar uitein
delijk hebben we besloten de huurprijs
van een ruimte van 20 vierkante meter te
vergoeden. De specialisten zijn in hun
berekening waarschijnlijk uitgegaan
van een huis van vier ton".
De meeste specialisten werken in
maatschappen: zij delen een praktijk.
Dat betekent dat ze doorgaans ook één
secretaresse hebben die voor alle specia
listen het administratieve werk verricht.
Toch krijgt iedere specialist een vergoe
ding voor personeelskosten. "Dat is dus
eigenlijk al te veel", stelt Blanken.
"Daarbij komt dat zo'n secretaresse
voor 50 procent werkzaamheden ver
richt voor het ziekenhuis en daarvoor
door het ziekenhuis wordt betaald. Toch
claimen de specialisten een volledige
vergoeding"
Ook met het declareren van autokos
ten zijn de specialisten niet reëel, meent
Blanken. "Wij vonden een vergoeding
van 60 cent per kilometer - de hoogste in
de gezondheidszorg - heel ruim. We heb
ben niet gekeken naar het merk auto
waarin een specialist rijdt. Een Jaguar of
een BMW, dat moet ie zelf weten. Ook
zijn we uitgegaan van een dagelijkse rit
's morgens naar het ziekenhuis en 's
avonds weer terug naar huis. De specia
listen beweren veel meer keren op een
dag tussen ziekenhuis en huis heen en
weer te rijden. Naar mijn idee is dat on
mogelijk in werkweken van 80, 90 uur
die ze zeggen te maken".
Onzinnig
"Er worden posten opgevoerd waar
van je het gevoel krijgt dat je belazerd
wordt. Literatuur bijvoorbeeld. De LSV
voert daarvoor 2700 gulden per jaar op.
Ik kan me niet voorstellen dat iemand
die veel werkuren maakt ook nog tijd
heeft om al die literatuur te lezen. Con
gressen: 7000 gulden. Terwijl huisartsen
1000 gulden krijgen en daarmee tevre
den zijn".
"Ook worden er onzinnige posten op
gevoerd. Werkkleding bijvoorbeeld. Ie
mand die twee ton per jaar verdient,
moet die nog een vergoeding van 750
gulden voor werkkleding claimen? Een
witte jas, die in negen van de tien geval
len meedraait in de ziekenhuiswas? Als
je werkelijk alle boter in de pan wilt uit
braden kom je met dit soort dingen. Hier
getuigt een mentaliteit van "pakken wat
je pakken kan".
Een verschil van 80.000 gulden viel
niet bij te praten: de onderhandelingen
over de praktijkkosten werden gestaakt.
De VNZ diende daarop eenzijdig haar
kostentabel in bij het Centraal Orgaan
Tarieven Gezondheidszorg (COTG).
Eind dit jaar wordt een uitspraak ver
wacht.
Blanken: "Eigenlijk is het onze zaak
met meer. Dit is geen conflict tussen zie
kenfondsen en specialisten, maar een
zaak van specialisten versus de hele
maatschappij. Een oplossing zie ik niet
zo gauw in het verschiet. We willen al
leen met de specialisten praten als ze de
model-overeenkomst tekenen. Dan is er
tenminste sprake van een relatie tussen
beide partijen. Dan kan ook de zieken
fondspatiënt worden ontlast van alle
rompslomp".
Bang
"Ik denk dat de specialisten i
teel bang zijn. Jarenlang hebben ze zie
kenfondsen, particuliere verzekeraars
en overheid in een wurggreep gehou
den. Geloof maar dat de overheid met
zweet in de handen toekijkt hoe lang wij
het volhouden. Ook die is erbij gebaat
dat de macht van de specialisten wordt
gebroken. Anders blijven ze ons de wet
dicteren zoals ze dat al die jaren hebben
gedaan".
"De LSV heeft zichzelf overspeeld. Ze
voelen op hun klompen aan dat ze fout
zitten. Ze hebben gedacht: als we 'boe'
roepen kruipt iedereen wel weer in een
hoek. Dat is dit keer niet gebeurd. Er
zijn processen op gang gekomen die niet
meer te stuiten zijn".
"Hoe het zo ver is kunnen komen? Ge
zondheid is een kostbaar goed, mensen
hebben daar veel voor over. Specialisten
kunnen veel, het zijn knappe medici.
Daarvoor neem ik mijn pet af. Maar ze
weten het verdomd goed, ze buiten het
uit. En dat is machtsmisbruik"
Specialisten gaan failliet als alle plan
nen doorgaan, roept de LSV. Blanken.
"Niet alle zaken hoeven meteen te wor
den ingevoerd. Bovendien is de VNZ be
reid specialisten die buiten hun schuld
in financiële problemen zijn geraakt de
helpende hand te bieden. Het gaat er
niet om mensen kapot te maken".
Blanken wijst op een vreemd soort so
lidariteit binnen de specialistenvereni
ging. Hij stelt zelfs dat de LSV haar ach
terban eenzijdig voorlicht. "Er zijn spe
cialisten die niet eens het nu door ons
voorgestelde norminkomen van 181.000
gulden halen. Kinderartsen bijvoor
beeld. Ik heb vrouwen van kinderartsen
aan de telefoon gehad die me ter verant
woording riepen. Mijn man verdient al
zo weinig, werd gezegd. Ze waren stom
verbaasd als ik vertelde dat hun man
volgens onze voorstellen alleen maar
meer zou gaan verdienen. Blijkbaar
klopt er weinig van de voorlichting bin
nen de LSV"
"Ik denk dat binnen de LSV een heel
kleine groep de dienst uitmaakt. Specia
listen met topinkomens die fors moeten
inleveren en doodsbang zijn".
Wat doet Blanken als hij op dit mo
ment een specialist zou moeten raadple
gen? "Ik denk dat ik dan maar naar het
buitenland ga", lacht hij.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Dokter, ik heb zo'n pijn aan mijn
lurven. Dat is niet zo best mevrouw. Ik
ben bang dat u een acute lurfontste-
king hebt
Zoiets heb ik nog nooit gehoord
Onze lurven zijn onze gezondste li
chaamsdelen. Dat komt vooral door
dat ze niet bestaan.
Zijn er nog meer van zulke niet-be-
staande lichaamsdelen? Zeker. Ook
onze hurken verkeren in blakende ge
zondheid. Je kan erop zitten en er is
nooit iets mee. De eerste verstuikte
hurk moet nog gevonden worden
Er zijn niet alleen allerlei lichaams
delen die niet bestaan, ook allerlei
plaatsen waar we ons kunnen bevin
den zijn nergens. Waar is bijvoor
beeld het dooie akkertje? ledereen
kent het, maar niemand kan zeggen
waar het is. Wat dat betreft lijkt het
dooie akkertje erg op de knollentuin
en de kouwe kermis. We zijn er regel
matig en keren ervan terug maar we
kunnen ze niet op de kaart aanwijzen
Ze zijn net zo spookachtig als de
kuierlatten en de lappenmand.
Minder spookachtig zijn onze niet-
bestaande familieleden. Vadertje Tijd
met zijn zeis en zandloper was geen
moderne vader. Moeder Aarde zat
nooit eens met de thee klaar als de
kinderen uit school kwamen. De op
voeding gebeurde dan ook groten
deels onder het toeziend oog van
Grote Broer (Big Brother). Gezelliger
was de rest van de familie. Bij Ome
Jan kon je altijd geld krijgen, Tante
Pos bracht de brieven van Tante
Betje die niet goed schrijven kon. Als
de regelneef zich er niet te veel mee
bemoeide kon je veel plezier beleven
aan de suikeroom. Bij hoge nood wa
ren er gelukkig tante Meier en Tante
Saar. Bij ziekte stond pleegzuster
Bloedwijn klaar, En zo hebben al die
Arnhemse meisjes, boerenjongens
en jongens van stavast toch nog een
gelukkige jeugd beleefd
De vriendenkring bestaat evenmin
maar is toch springlevend. Allereerst
noemen we natuurlijk Piet de Smeer
poets, Piet Snot, Hollebolle Gijs. Dik
ke Berta, Hans Worst, IJzeren Hein,
Schraalhans (de keukenmeester) en
Linke Loetje. Piet Snot bleef meestal
zitten. Logisch, want als hij overeind
kwam stond hij voor Jan Lui
Het is verrassend om te zien hoe
veel Jannen er bestaan en tegelijker
tijd niet bestaan. Want behalve Jan
Lui hebben we ook nog Jan Hen (ook
wel keukenpiet genaamd), ouwe Jan
en jonge Jan, Jan Hagel, Jan Boeze
roen, Jan Contant, Jan Doedel. Jan
Joker, Jan Gat. Jan Jurk, Jan Klaas-
sen, Jan Krediet, Jan Krent, Jan Kor
daat. Jan met de pet. Jan Modaal.
Jan Ongeluk, do Jan en blo Jan. Jan
Pappelepap, Jan Publiek, Jan Rap,
(samen met zijn maat), Jantje Secuur
(de broer van Pietje Precies), Jan
Splinter, Jan de Wasser, Lange Jan,
Jan Boel, Jan Boerenfluitjes, Jan Ple
zier, Jan Doppie en ten slotte het
jongste kind van Jan en Jannetje
Jantje van Leiden.
Waar er echt heel veel van zijn, dat
zijn de niet bestaande maar toch heel
echte dieren. Ik noem alleen maar
even de smeerpoes, het bakbeest, de
geldwolf, de robbedoes, de stoei-
poes, het feestvarken, de hotelrat, de
beunhaas, de sloddervos, de pechvo
gel. de slavink, de schijtlijster, de gif
kikker, de brombeer, de baardaap, de
snotaap, de klavierleeuw en de
kroegtijger
De Amerikaanse psycholoog Bramson
heeft ruim vijftien jaar onderzoek ge
daan naar wat hij noemt 'moeilijke men
sen'. In die periode interviewde hij hon
derden mensen over de moeilijkste perso
nen uit hun omgeving. Hij observeerde
ook uitgebreid hoe de omgang tussen die
moeilijke types en anderen gewoonlijk
gaat. En hij ging na hoe je mensen kunt
trainen om met die lastpakken zo goed
mogelijk en met zo weinig mogelijk fru
straties om te gaan. Bramson kwam tot
de conclusie dat de moeilijke mensen in
zes types zijn onder te verdelen.
Het eerste type is dat van de vijandig-
agressieve personen. Dat zijn de mensen
die doorgaans anderen proberen af te
blaffen of plat te walsen door verbaal ge
weld, snijdende opmerkingen ("die jurk
was zeker een koopje") of driftuitbar
stingen wanneer dingen niet zo gaan als
zij willen.
Het tweede type is dat van de 'klagers'
Klagers zijn mensen die onophoudelijk
problemen zien maar die nooit proberen
iets te doen aan dingen waarover ze kla
gen. Dat komt omdat ze zich ofwel hulpe
loos voelen ofwel omdat ze weigeren zelf
verantwoordelijkheid voor iets te dra
gen. Het zijn de mensen die op kampeer -
vakantie zo opwekkend uit de hoek kun
nen komen met: "maar hoe moet het nou
met de tent opzetten als het stortregent
Op het antwoord "nou. dan zoeken we
een hotelletje op", komt geheid "ja, maar
als we dat nou niet kunnen vinden of dat
ze allemaal vol zijn?"
De super-aardigen vormen het derde
type. Het zijn vaak heel hartelijke, hu
moristische en gemakkelijke mensen.
Meestal zijn ze redelijk, oprecht en coöpe
ratief wanneer ze in ons gezelschap zijn.
maar ze doen zelden of nooit wat ze zeg
gen dal ze zullen doen. of ze doen precies
het tegenovergestelde van wat ze ons heb
ben doen geloven.
De zwijgzame, dooie dienders i
het vierde type. Het zijn de men.
op iedere vraag die je stelt, ieder verzoek
om hulp of elk schitterend plan waarmee
je komt. reageren met een nauwelijks
zichtbare hoofdbeweging, met "neen", of
met onduidelijk gemompel.
De negativo's, het vijfde type, zijn de
genen die alles afkraken of van de hand
wijzen met "dat werkt toch niet" of'da's
onmogelijk" of "dat krijg je nooit voor
elkaar".
Het zesde type wordt gevormd door de
'betweters'. Dat zijn die 'superieure'
mensen, die geloven (en willen dat jij dat
ook gelooftdat ze alles weten wat er te
weten valt over belangrijke dingen. Ze
zijn arrogant, dwingend (als ze echt we
ten waar ze het over hebben) of breed
sprakig (als ze niet weten waar ze het
over hebben). Ze hebben nogal eens de
neiging je voor schut of idioot te zetten
("goh, wist je dat dan niet
Het laatste type is dat van de besluite-
lozen, degenen die belangrijke beslissin
gen steeds maar weer uitstellen totdat de
beslissing (door anderen of de loop der
dingen) voor hen wordt genomen. Niet
zelden zijn het mensen die pas iets kun
nen afmaken of uit handen geven als het
perfect is - en dus maken ze nooit iets af
Bramson stelde vast dat in de meeste
werk- of gezinssituaties er altijd wel één
of twee mensen zijn die met zo'n moeilij
ke knakker redelijk goed kunnen om
gaan en dat brengt mij op>de belangrijk
ste bevinding van zijn onderzoek. Dege
nen die goed met zo'n moeilijke ander
van welke type dan ook konden omgaan,
gebruikten allemaal overeenkomstige en
te leren methoden. Wat deden ze dan en.
minstens zo belangrijk, wat deden ze ze
ker met? Bramson vond zes punten,
waarop de goede 'reageerders' zich van
de slechte onderscheidden
Op de eerste plaats hadden ze veel eer-
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
der dan anderen in de gaten dal ze met
een moeilijke knakker van doen hadden.
Het is overigens helemaal niet zo moei
lijk om dat vast te stellen. Maar pas op,
ga er niet te vlug toe over dat van ie
mand te denken. Wanneer u ertoe neigt
iemand op grond van een bepaald ge
drag in een bepaalde situatie in één van
de zeven types te dumpen, wacht daar
dan even mee totdat u de volgende test
hebt uitgevoerd. De test bestaat uit het
beantwoorden van de volgende vier vra
gen.
a) als u drie ongeveer dezelfde situa
ties bekijkt, waarin u die (mogelijk
moeilijke) ander hebt meegemaakt, rea
geerde hij of zij dan meestal verschillend
(de ene keer wel, de andere keer niet kla
gend)?
b) reageert u buiten proporties op be
paalde situaties, waarin die ander zich
voor u lastig gedraagt en op grond
waarvan u de neiging hebt hem als een
lastpak te beschouwen?
c) was er een bepaald voorval waar
door het moeilijke gedrag voor die ander
werd uitgelokt?
d) is het waarschijnlijk dat het direct
en open bespreken van wat er is gebeurd
verandering ten goede zal brengen?
Als uw antwoord op één van deze vra
gen 'ja' is, is de kans groot dat u niet met
een lastpak te maken hebt, ook al is het
gedrag van die persoon nu wel moeilijk.
Maar als u al de vragen negatief moet
beantwoorden, dan hebt u beet.
Als dat inderdaad zo is, komen we aan
het tweede en mogelijk belangrijkste
punt, en dat is: stop ermee van de ander
te eisen dat hij anders is dan hij is. Zo
lang u eist, gebiedt, wil afdwingen dat
iemand met een karakter probleem dat
probleem oplost of 'afschaft', is het enige
effect dat u meestal bereikt: zelf vaak
overstuur, kwaad of gefrustreerd raken
en dus niet goed met die moeilijke ander
omgaan. Bedenk dat iemand beschuldi
gen dat hij of zij zo moeilijk is, dikwijls
alleen maar zelfverdediging uitlokt.
Moeilijke anderen worden gewoonlijk
alleen maar iets minder moeilijk wan
neer ze door u geduldig, doelbewust en
gericht worden beïnvloed. Alleen maar
eisen dat iemand anders wordt zonder
de tijd en de afstand te nemen om hem
iets te leren helpt dus niks.
Het derde punt is daarom een zekere
afstand te scheppen tussen uzelf en de
desbetreffende persoon met zijn moeilij
ke gedrag, steeds wanneer hij inderdaad
zo 'moeilijk' doet. Laat u er niet langer
toe verleiden op hel moeilijke gedrag in
te gaan. Beschouw het net als een licha
melijke onvolkomenheid bij iemand.
Kijk ernaar op afstand, wees blij dat u
het zelf niet hebt en neem u voor steeds
opnieuw te denken: "Hij is nu eenmaal
zo in deze fase van zijn leven, ik accep
teer het. hoewel ik er niet blij mee ben"
Het vierde punt is een strategie beden
ken om het moeilijke gedrag van die an
der te onderbreken of te sloppen. Dat is
vaak minder moeilijk dan het lijkt. Ge
drag van mensen is vaak wederkerig.
Wij vertonen gedrag waarop anderen
reageren en hun reacties versterken
vaak ons aanvankelijk gedrag weer.
Wanneer een negativo een voorstel van
ons afwijst en wij meteen met een nieuw
voorstel komen dat hij weer afwijst enzo
voort - totdat we er wanhopig en zelf ne
gativo van worden - dan is er sprake van
een negatieve wederkerigheid. Met ieder
nieuw voorstel prikkelen we alleen maar
de negativistische neiging van onze ge
sprekspartner. Veel effectiever is het bij
voorbeeld te zeggen: "Ik heb twee voor
stellen, ik zal ze je vertellen. Ik wil er nu
nog geen reactie op, denk er maar over
na. Vind je het niks, laat me dan weten
wat voor tegenvoorstel/len) je eventueel
hebt".
Dit brengt ons op het vijfde punt, na
melijk het voorbereiden van de strategie.
Alvorens dat te doen, oefen wat, zoek ie
mand om mee te oefenen of ga voor de
spiegel staan en zeg luid wat je wilt zeg
gen als die ander zo moeilijk doet. Fan
taseer over hoe je het wilt doen, totdat u
in uw fantasie de ontmoeting helemaal
kunt ontlopen.
Het laatste punt ten slotte, is het na
gaan van de wijze waarmee u op de
nieuwe manier die 'moeilijke' ander hebt
aangepakt, alsmede het effect ervan.
Verwacht niet te snel resultaat. Het is al
heel wat als u uzelf er beter bij voeltook
al verandert de ander niet of nauwelijks.
Bedenk dat de wereld nou eenmaal een
plek is waar lusten en lasten niet altijd
eerlijk en rechtvaardig verdeeld zijn. li
economisch opzicht niet. en dus zeker
niet in emotioneel opzicht.
ich/ Alphei