'Machtsmisbruik moet eindelijk maar eens worden aangepakt' Sociale rijles (3) Denkwijzer Drs. Dick Blanken (VZN) en het conflict met de specialisten Onze taal eu. ui. oe. ZATERDAG 11 JULI 1987 De Vereniging van Nederlandse Ziekenfondsen is niet langer van plande financiële uitzonderingspositie van specialisten binnen de gezondheidszorg voor zoete koek te slikken. Secretaris drs. Dick Blanken: "De specialisten krijgen posten vergoed die niemand anders vergoed krijgt. Jarenlang hebben ze ziekenfondsen, particuliere verzekeraars en overheid in een wurggreep gehouden. Maar nu zijn er processen op gang gekomen die niet meer te stuiten zijn". "Iedereen wil graag houden wat hij heeft. Dat is logisch. Maar het moet wel haalbaar zijn. De specialis ten stellen zich niet reëel op. Bang zijn ze, doodsbang. Wat nu speelt gaat veel verder dan een conflict. De machtspositie van de specialisten staat op het spel. Jarenlang hebben zij een uitzonderingspositie binnen de gezondheidszorg gehad en over heid, ziekenfondsen en particuliere verzekeraars de wet gedicteerd". door Margot Klompmaker Drs. Dick Blanken, secretaris van de Vereniging van Nederlandse Zieken fondsen. is het meer dan zat. Hij neemt geen blad voor de mond als hij zijn me ning geeft over de acties van d'e specia listen. Met geen andere beroepsgroep binnen de gezondheidszorg is er zoveel gedonder. Puur machtsmisbruik, meent Blanken. Het gebakkelei met de specialisten is een gecompliceerde zaak die al jaren speelt en zich niet alleen beperkt tot zie kenfondsen en overheid. Ook de zieken fondspatiënt is er sinds 1 juli bij betrok ken, nu hij de rekening van de specialist zelf moet betalen. Ondanks protesten van ziekenfondsen en belangenorgani saties die stellen dat de patiënt de dupe wordt van een conclict waarmee -hij niets te maken heeft. Dwars Het gaat hier om de vrij gevestigde specialisten. Zo'n 7000 medici die niet in loondienst zijn van een ziekenhuis, zoals specialisten in academische ziekenhui zen. 'Vrije' specialisten worden betaald door de ziekenfondsen en de particulie re verzekeraars. Ongeveer 5600 van deze vrije specialisten liggen momenteel dwars. Sterk vereenvoudigd spelen vier za ken een rol: het inkomen van de specia list, het opnemen van specialistenhulp in het budget van ziekenhuizen, de hoogte van de praktijkkosten, en het sluiten van een overeenkomst tussen specialist en fondsen. Door lange werktijden te maken heb ben specialisten vaak een extreem hoog inkomen, terwijl collega's werkloos thuis zitten. Zowel overheid als fondsen willen deze scheefgroei aanpakken. Het voorstel van de VNZ kwam neer op een norminkomen van 181.000 gulden bij een werkweek van 50 uur. Voor harde werkers was een uitloop naar 60 uur mo gelijk, hetgeen een inkomen van ruim 2 ton zou opleveren. Wie boven de 60 uur per week werkte moest het zelf weten: dat zou niet worden vergoed. Blanken: "Meer werk komt de kwali teit niet ten goede. De specialisten wil den echter niet met ons over hun inko men praten. Ze vonden dat een zaak tus sen hen en de overheid. Inmiddels we ten we wat het kabinet voor ogen heeft: een norminkomen van 144.000 gulden. Helemóél onbespreekbaar voor de LSV. Ik moet toegeven dat ik ze daar niet on gelijk in geef'. Maar dat is dan ook het enige punt waarin Blanken met de specialisten kan meegaan. De opstelling van de medici in de overige geschilpunten vindt hij rond uit arrogant. Blanken schetst het ver loop van de onderhandelingen in de di verse conflicten. Splitsen De VNZ lanceerde vorig jaar het plan om de hulp van specialisten op te nemen in het ziekenhuisbudget. Blanken: "Ook de praktijkkosten die nu in iedere reke ning worden opgevoerd wilden we split sen en in dit budget onderbrengen. Toen hadden we het nog niet eens over de hoogte ervan, 130.000 gulden per jaar". "Zo zou er veel meer duidelijkheid ko men over bepaalde kosten. Nu is het zo dat specialisten het hele jaar door reke ningen indienen, waarop je als verzeke raar weinig grip hebt. Door duidelijke splitsingen wilden wij een en ander be ter in de hand houden". "De LSV vond het een schande dat we dit durfden voor te stellen. Over hun nooit niet. De zaak was onbespreekbaar. Steekhoudende argumenten hadden ze eigenlijk niet. Het Kwam er op neer dat ze bang waren voor inzicht in hun prak tijkkosten. Dat vonden ze bedreigend. Daarop hebben we die plannen maar in de ijskast gezet". Wel wilde de VNZ met de specialisten over twee punten blijven praten: de hoogte van de praktijkkosten en het op stellen van een officieel contract met de specialisten. De relatie tussen specialist en zieken fonds wordt doorgaans uit de losse pols geregeld. Wie zich als specialist wil ves tigen, meldt zich bij het ziekenfonds in zijn omgeving en dat is dat. Soms wordt de band schriftelijk bevestigd, soms niet. De wet schrijft echter voor dat er een officieel contract moet zijn tussen medisch hulpverlener en ziekenfonds. De specialisten zijn de enige groep bin nen de gezondheidszorg waarmee een en ander nog niet is geregeld. Zelf opstellen In 1983 begonnen LSV en VNZ onder handelingen. Na moeizame discussies kwam er een contract uit de bus waar volgens Blanken 'niets in stond'. De ak koord-overeenkomst werd ook nog eens afgewezen door de Ziekenfondsraad. "Laat de Ziekenfondsraad zelf maar iets opstellen, was onze reactie. De raad heeft deze zaak echter laten liggen. Dat betekent dat de stap van de specialisten vorig jaar - het opzeggen van de over eenkomsten met de ziekenfondsen - nergens op slaat. Er zijn immers geen overeenkomsten", aldus Blanken. Aan de 'opzegging' zat een termijn van zes maanden gekoppeld, die nog eens zes maanden kon worden verlengd. Ex tra tijd die geen oplossing bood. "Op 1 maart hebben we gezegd: als een ak koord niet mogelijk is moeten we zelf maar met een model-overeenkomst ko men. We hebben ons plan opgestuurd naar de Ziekenfondsraad. De raad heeft echter de oude overeenkomst uit de kast gehaald met als argument: 'het gaat er nu niet om een goede overeenkomst te sluiten, maar om het conflict te bezwe ren'. De oude overeenkomst was immers tot stand gekomen in overleg met de specialisten". "Maar de LSV - die destijds wel met het oude model akkoord was gegaan - wilde opeens van niets meer weten. Ze riepen iets van 'blanco cheque'. Op onze vraag wat ze daar dan mee bedoelden kregen we alleen vage antwoorden". De ziekenfondspatiënten zijn inmid dels de dupe. Sinds 1 juli is er geen enke le relatie - hoe vaag die ook was - tussen specialisten en ziekenfondsen. De scha kel tussen patiënt en specialist is wegge vallen. De specialist stuurt de rekening rechtstreeks naar de verzekerde. Deze betaalt zelf de rekening. Blanken: "Om de patiënten tegemoet te komen hebben we ingesteld dat de pa tiënt zijn rekening kan doorsturen naar het ziekenfonds. Het fonds maakt zo snel mogelijk het geld over op de giro van de patiënt. Administratieve romps lomp die de fondsen tientallen miljoe nen guldens kost". Praktijkkosten Ook de vergoeding van de praktijk kosten van een specialist werd conflict stof, toen de VNZ voorstelde de gedecla reerde bedragen eens kritisch te bekij ken. Iedere rekening van de specialist bestaat voor 60 procent uit honorarium, de resterende 40 procent is een doorbe rekening van praktijkkosten. Deze kos ten variëren van personeel (secretaresse) tot incassokosten voor onwillige beta lers. De huidige bedragen die door het zie kenfonds worden vergoed kloppen niet meer, vindt Blanken. "Eigenlijk is er nooit een goed onderzoek naar de werkelijke kosten geweest. In de jaren zeventig heeft een commissie een en- quete onder specialisten gehouden. Lét wel: ze vroegen specialisten naar hun kosten, ze hebben niet gekeken of die kosten reëel waren. Deze commissie kwam uit op een bedrag van 130.000 gul den per jaar per specialist. Dit bedrag vind je in de rekening terug" De ziekenfondsen vonden dat dit be drag aan herziening toe was. Door lange werktijden verdient een specialist in een jaar soms tweemaal zijn praktijkkosten terug. Zo wordt jaarlijks 200 miljoen te veel vergoed. Ook de LSV stelde zich op het standpunt dat op een onkostenver goeding niet mag worden verdiend. De LSV en de VNZ kwamen echter met twee totaal verschillende berekeningen, waarin een verschil van 80.000 gulden (zie het bijgaande staatje). Blanken: "De LSV kwam uit op een bedrag van 130.000 gulden, wij op zo'n 50.000 gulden. Ik moet hierbij aanteke nen dat de praktijkkosten per specialist sterk kunnen verschillen. De zieken fondsen wilden een uitsplitsing maken, maar dat wees de LSV af. Ook wilden zij niet meewerken aan een enquete bij zie kenhuizen om duidelijkheid te krijgen over posten als secretaressen en kan toormachines". Een vergelijking van de twee reken- Dick. Blanken: Ik denk dat binnen de Landelijke Specialisten Vereniging een heel kleine groep de dienst uitmaakt<roto gpd> Overzicht praktijkkosten specialisten i ziekenhuizen volgens ce n bereke- ning van de specialisten (LSV) en de ziekenfondsen (VNZ): LSV VNZ Personeel (secretaressen) 52.400 20.283 Rentekosten (aflossing goodwill) 22.659 6.523 Autokosten (woon-werkverkeer) 14.800 3.100 Administratie (accountant, telefoon) 14.856 7.355 Bij- en nascholing (congressen) 7.000 5.000 Inventaris spreekkamer (ziekenhuis) 6.800 f 1.279 Studeerkamer (thuis) 6.580 3.134 Contributies (vakbonden) 2.468 1.369 Incassokosten (rekeningen) 1.750 1.750 Verzekeringen 800 800 Werkkleding 750 totaal 130.863 50.593 lijstjes van LSV en VNZ levert frappan te verschillen op. Blanken: "De specia listen nemen wat hun onkostenvergoe ding betreft een uitzonderingspositie in, ook vergeleken met andere beroeps groepen als huisartsen. De specialisten krijgen posten vergoed die niemand an ders vergoed krijgt". Voorbeelden te over. Een specialist claimt een vergoeding van een kleine 7000 gulden voor het inrichten van een studeerkamer thuis, de ziekenfondsen willen daar ruim 3000 gulden voor ter beschikking stellen. Blanken: "Een huisarts krijgt alleen een werkkamer vergoed. Eigenlijk wilden wij de specia list geen vergoeding geven, maar uitein delijk hebben we besloten de huurprijs van een ruimte van 20 vierkante meter te vergoeden. De specialisten zijn in hun berekening waarschijnlijk uitgegaan van een huis van vier ton". De meeste specialisten werken in maatschappen: zij delen een praktijk. Dat betekent dat ze doorgaans ook één secretaresse hebben die voor alle specia listen het administratieve werk verricht. Toch krijgt iedere specialist een vergoe ding voor personeelskosten. "Dat is dus eigenlijk al te veel", stelt Blanken. "Daarbij komt dat zo'n secretaresse voor 50 procent werkzaamheden ver richt voor het ziekenhuis en daarvoor door het ziekenhuis wordt betaald. Toch claimen de specialisten een volledige vergoeding" Ook met het declareren van autokos ten zijn de specialisten niet reëel, meent Blanken. "Wij vonden een vergoeding van 60 cent per kilometer - de hoogste in de gezondheidszorg - heel ruim. We heb ben niet gekeken naar het merk auto waarin een specialist rijdt. Een Jaguar of een BMW, dat moet ie zelf weten. Ook zijn we uitgegaan van een dagelijkse rit 's morgens naar het ziekenhuis en 's avonds weer terug naar huis. De specia listen beweren veel meer keren op een dag tussen ziekenhuis en huis heen en weer te rijden. Naar mijn idee is dat on mogelijk in werkweken van 80, 90 uur die ze zeggen te maken". Onzinnig "Er worden posten opgevoerd waar van je het gevoel krijgt dat je belazerd wordt. Literatuur bijvoorbeeld. De LSV voert daarvoor 2700 gulden per jaar op. Ik kan me niet voorstellen dat iemand die veel werkuren maakt ook nog tijd heeft om al die literatuur te lezen. Con gressen: 7000 gulden. Terwijl huisartsen 1000 gulden krijgen en daarmee tevre den zijn". "Ook worden er onzinnige posten op gevoerd. Werkkleding bijvoorbeeld. Ie mand die twee ton per jaar verdient, moet die nog een vergoeding van 750 gulden voor werkkleding claimen? Een witte jas, die in negen van de tien geval len meedraait in de ziekenhuiswas? Als je werkelijk alle boter in de pan wilt uit braden kom je met dit soort dingen. Hier getuigt een mentaliteit van "pakken wat je pakken kan". Een verschil van 80.000 gulden viel niet bij te praten: de onderhandelingen over de praktijkkosten werden gestaakt. De VNZ diende daarop eenzijdig haar kostentabel in bij het Centraal Orgaan Tarieven Gezondheidszorg (COTG). Eind dit jaar wordt een uitspraak ver wacht. Blanken: "Eigenlijk is het onze zaak met meer. Dit is geen conflict tussen zie kenfondsen en specialisten, maar een zaak van specialisten versus de hele maatschappij. Een oplossing zie ik niet zo gauw in het verschiet. We willen al leen met de specialisten praten als ze de model-overeenkomst tekenen. Dan is er tenminste sprake van een relatie tussen beide partijen. Dan kan ook de zieken fondspatiënt worden ontlast van alle rompslomp". Bang "Ik denk dat de specialisten i teel bang zijn. Jarenlang hebben ze zie kenfondsen, particuliere verzekeraars en overheid in een wurggreep gehou den. Geloof maar dat de overheid met zweet in de handen toekijkt hoe lang wij het volhouden. Ook die is erbij gebaat dat de macht van de specialisten wordt gebroken. Anders blijven ze ons de wet dicteren zoals ze dat al die jaren hebben gedaan". "De LSV heeft zichzelf overspeeld. Ze voelen op hun klompen aan dat ze fout zitten. Ze hebben gedacht: als we 'boe' roepen kruipt iedereen wel weer in een hoek. Dat is dit keer niet gebeurd. Er zijn processen op gang gekomen die niet meer te stuiten zijn". "Hoe het zo ver is kunnen komen? Ge zondheid is een kostbaar goed, mensen hebben daar veel voor over. Specialisten kunnen veel, het zijn knappe medici. Daarvoor neem ik mijn pet af. Maar ze weten het verdomd goed, ze buiten het uit. En dat is machtsmisbruik" Specialisten gaan failliet als alle plan nen doorgaan, roept de LSV. Blanken. "Niet alle zaken hoeven meteen te wor den ingevoerd. Bovendien is de VNZ be reid specialisten die buiten hun schuld in financiële problemen zijn geraakt de helpende hand te bieden. Het gaat er niet om mensen kapot te maken". Blanken wijst op een vreemd soort so lidariteit binnen de specialistenvereni ging. Hij stelt zelfs dat de LSV haar ach terban eenzijdig voorlicht. "Er zijn spe cialisten die niet eens het nu door ons voorgestelde norminkomen van 181.000 gulden halen. Kinderartsen bijvoor beeld. Ik heb vrouwen van kinderartsen aan de telefoon gehad die me ter verant woording riepen. Mijn man verdient al zo weinig, werd gezegd. Ze waren stom verbaasd als ik vertelde dat hun man volgens onze voorstellen alleen maar meer zou gaan verdienen. Blijkbaar klopt er weinig van de voorlichting bin nen de LSV" "Ik denk dat binnen de LSV een heel kleine groep de dienst uitmaakt. Specia listen met topinkomens die fors moeten inleveren en doodsbang zijn". Wat doet Blanken als hij op dit mo ment een specialist zou moeten raadple gen? "Ik denk dat ik dan maar naar het buitenland ga", lacht hij. DOOR JOOP VAN DER HORST Dokter, ik heb zo'n pijn aan mijn lurven. Dat is niet zo best mevrouw. Ik ben bang dat u een acute lurfontste- king hebt Zoiets heb ik nog nooit gehoord Onze lurven zijn onze gezondste li chaamsdelen. Dat komt vooral door dat ze niet bestaan. Zijn er nog meer van zulke niet-be- staande lichaamsdelen? Zeker. Ook onze hurken verkeren in blakende ge zondheid. Je kan erop zitten en er is nooit iets mee. De eerste verstuikte hurk moet nog gevonden worden Er zijn niet alleen allerlei lichaams delen die niet bestaan, ook allerlei plaatsen waar we ons kunnen bevin den zijn nergens. Waar is bijvoor beeld het dooie akkertje? ledereen kent het, maar niemand kan zeggen waar het is. Wat dat betreft lijkt het dooie akkertje erg op de knollentuin en de kouwe kermis. We zijn er regel matig en keren ervan terug maar we kunnen ze niet op de kaart aanwijzen Ze zijn net zo spookachtig als de kuierlatten en de lappenmand. Minder spookachtig zijn onze niet- bestaande familieleden. Vadertje Tijd met zijn zeis en zandloper was geen moderne vader. Moeder Aarde zat nooit eens met de thee klaar als de kinderen uit school kwamen. De op voeding gebeurde dan ook groten deels onder het toeziend oog van Grote Broer (Big Brother). Gezelliger was de rest van de familie. Bij Ome Jan kon je altijd geld krijgen, Tante Pos bracht de brieven van Tante Betje die niet goed schrijven kon. Als de regelneef zich er niet te veel mee bemoeide kon je veel plezier beleven aan de suikeroom. Bij hoge nood wa ren er gelukkig tante Meier en Tante Saar. Bij ziekte stond pleegzuster Bloedwijn klaar, En zo hebben al die Arnhemse meisjes, boerenjongens en jongens van stavast toch nog een gelukkige jeugd beleefd De vriendenkring bestaat evenmin maar is toch springlevend. Allereerst noemen we natuurlijk Piet de Smeer poets, Piet Snot, Hollebolle Gijs. Dik ke Berta, Hans Worst, IJzeren Hein, Schraalhans (de keukenmeester) en Linke Loetje. Piet Snot bleef meestal zitten. Logisch, want als hij overeind kwam stond hij voor Jan Lui Het is verrassend om te zien hoe veel Jannen er bestaan en tegelijker tijd niet bestaan. Want behalve Jan Lui hebben we ook nog Jan Hen (ook wel keukenpiet genaamd), ouwe Jan en jonge Jan, Jan Hagel, Jan Boeze roen, Jan Contant, Jan Doedel. Jan Joker, Jan Gat. Jan Jurk, Jan Klaas- sen, Jan Krediet, Jan Krent, Jan Kor daat. Jan met de pet. Jan Modaal. Jan Ongeluk, do Jan en blo Jan. Jan Pappelepap, Jan Publiek, Jan Rap, (samen met zijn maat), Jantje Secuur (de broer van Pietje Precies), Jan Splinter, Jan de Wasser, Lange Jan, Jan Boel, Jan Boerenfluitjes, Jan Ple zier, Jan Doppie en ten slotte het jongste kind van Jan en Jannetje Jantje van Leiden. Waar er echt heel veel van zijn, dat zijn de niet bestaande maar toch heel echte dieren. Ik noem alleen maar even de smeerpoes, het bakbeest, de geldwolf, de robbedoes, de stoei- poes, het feestvarken, de hotelrat, de beunhaas, de sloddervos, de pechvo gel. de slavink, de schijtlijster, de gif kikker, de brombeer, de baardaap, de snotaap, de klavierleeuw en de kroegtijger De Amerikaanse psycholoog Bramson heeft ruim vijftien jaar onderzoek ge daan naar wat hij noemt 'moeilijke men sen'. In die periode interviewde hij hon derden mensen over de moeilijkste perso nen uit hun omgeving. Hij observeerde ook uitgebreid hoe de omgang tussen die moeilijke types en anderen gewoonlijk gaat. En hij ging na hoe je mensen kunt trainen om met die lastpakken zo goed mogelijk en met zo weinig mogelijk fru straties om te gaan. Bramson kwam tot de conclusie dat de moeilijke mensen in zes types zijn onder te verdelen. Het eerste type is dat van de vijandig- agressieve personen. Dat zijn de mensen die doorgaans anderen proberen af te blaffen of plat te walsen door verbaal ge weld, snijdende opmerkingen ("die jurk was zeker een koopje") of driftuitbar stingen wanneer dingen niet zo gaan als zij willen. Het tweede type is dat van de 'klagers' Klagers zijn mensen die onophoudelijk problemen zien maar die nooit proberen iets te doen aan dingen waarover ze kla gen. Dat komt omdat ze zich ofwel hulpe loos voelen ofwel omdat ze weigeren zelf verantwoordelijkheid voor iets te dra gen. Het zijn de mensen die op kampeer - vakantie zo opwekkend uit de hoek kun nen komen met: "maar hoe moet het nou met de tent opzetten als het stortregent Op het antwoord "nou. dan zoeken we een hotelletje op", komt geheid "ja, maar als we dat nou niet kunnen vinden of dat ze allemaal vol zijn?" De super-aardigen vormen het derde type. Het zijn vaak heel hartelijke, hu moristische en gemakkelijke mensen. Meestal zijn ze redelijk, oprecht en coöpe ratief wanneer ze in ons gezelschap zijn. maar ze doen zelden of nooit wat ze zeg gen dal ze zullen doen. of ze doen precies het tegenovergestelde van wat ze ons heb ben doen geloven. De zwijgzame, dooie dienders i het vierde type. Het zijn de men. op iedere vraag die je stelt, ieder verzoek om hulp of elk schitterend plan waarmee je komt. reageren met een nauwelijks zichtbare hoofdbeweging, met "neen", of met onduidelijk gemompel. De negativo's, het vijfde type, zijn de genen die alles afkraken of van de hand wijzen met "dat werkt toch niet" of'da's onmogelijk" of "dat krijg je nooit voor elkaar". Het zesde type wordt gevormd door de 'betweters'. Dat zijn die 'superieure' mensen, die geloven (en willen dat jij dat ook gelooftdat ze alles weten wat er te weten valt over belangrijke dingen. Ze zijn arrogant, dwingend (als ze echt we ten waar ze het over hebben) of breed sprakig (als ze niet weten waar ze het over hebben). Ze hebben nogal eens de neiging je voor schut of idioot te zetten ("goh, wist je dat dan niet Het laatste type is dat van de besluite- lozen, degenen die belangrijke beslissin gen steeds maar weer uitstellen totdat de beslissing (door anderen of de loop der dingen) voor hen wordt genomen. Niet zelden zijn het mensen die pas iets kun nen afmaken of uit handen geven als het perfect is - en dus maken ze nooit iets af Bramson stelde vast dat in de meeste werk- of gezinssituaties er altijd wel één of twee mensen zijn die met zo'n moeilij ke knakker redelijk goed kunnen om gaan en dat brengt mij op>de belangrijk ste bevinding van zijn onderzoek. Dege nen die goed met zo'n moeilijke ander van welke type dan ook konden omgaan, gebruikten allemaal overeenkomstige en te leren methoden. Wat deden ze dan en. minstens zo belangrijk, wat deden ze ze ker met? Bramson vond zes punten, waarop de goede 'reageerders' zich van de slechte onderscheidden Op de eerste plaats hadden ze veel eer- door René Diekstra hoogleraar psychologie te Leiden der dan anderen in de gaten dal ze met een moeilijke knakker van doen hadden. Het is overigens helemaal niet zo moei lijk om dat vast te stellen. Maar pas op, ga er niet te vlug toe over dat van ie mand te denken. Wanneer u ertoe neigt iemand op grond van een bepaald ge drag in een bepaalde situatie in één van de zeven types te dumpen, wacht daar dan even mee totdat u de volgende test hebt uitgevoerd. De test bestaat uit het beantwoorden van de volgende vier vra gen. a) als u drie ongeveer dezelfde situa ties bekijkt, waarin u die (mogelijk moeilijke) ander hebt meegemaakt, rea geerde hij of zij dan meestal verschillend (de ene keer wel, de andere keer niet kla gend)? b) reageert u buiten proporties op be paalde situaties, waarin die ander zich voor u lastig gedraagt en op grond waarvan u de neiging hebt hem als een lastpak te beschouwen? c) was er een bepaald voorval waar door het moeilijke gedrag voor die ander werd uitgelokt? d) is het waarschijnlijk dat het direct en open bespreken van wat er is gebeurd verandering ten goede zal brengen? Als uw antwoord op één van deze vra gen 'ja' is, is de kans groot dat u niet met een lastpak te maken hebt, ook al is het gedrag van die persoon nu wel moeilijk. Maar als u al de vragen negatief moet beantwoorden, dan hebt u beet. Als dat inderdaad zo is, komen we aan het tweede en mogelijk belangrijkste punt, en dat is: stop ermee van de ander te eisen dat hij anders is dan hij is. Zo lang u eist, gebiedt, wil afdwingen dat iemand met een karakter probleem dat probleem oplost of 'afschaft', is het enige effect dat u meestal bereikt: zelf vaak overstuur, kwaad of gefrustreerd raken en dus niet goed met die moeilijke ander omgaan. Bedenk dat iemand beschuldi gen dat hij of zij zo moeilijk is, dikwijls alleen maar zelfverdediging uitlokt. Moeilijke anderen worden gewoonlijk alleen maar iets minder moeilijk wan neer ze door u geduldig, doelbewust en gericht worden beïnvloed. Alleen maar eisen dat iemand anders wordt zonder de tijd en de afstand te nemen om hem iets te leren helpt dus niks. Het derde punt is daarom een zekere afstand te scheppen tussen uzelf en de desbetreffende persoon met zijn moeilij ke gedrag, steeds wanneer hij inderdaad zo 'moeilijk' doet. Laat u er niet langer toe verleiden op hel moeilijke gedrag in te gaan. Beschouw het net als een licha melijke onvolkomenheid bij iemand. Kijk ernaar op afstand, wees blij dat u het zelf niet hebt en neem u voor steeds opnieuw te denken: "Hij is nu eenmaal zo in deze fase van zijn leven, ik accep teer het. hoewel ik er niet blij mee ben" Het vierde punt is een strategie beden ken om het moeilijke gedrag van die an der te onderbreken of te sloppen. Dat is vaak minder moeilijk dan het lijkt. Ge drag van mensen is vaak wederkerig. Wij vertonen gedrag waarop anderen reageren en hun reacties versterken vaak ons aanvankelijk gedrag weer. Wanneer een negativo een voorstel van ons afwijst en wij meteen met een nieuw voorstel komen dat hij weer afwijst enzo voort - totdat we er wanhopig en zelf ne gativo van worden - dan is er sprake van een negatieve wederkerigheid. Met ieder nieuw voorstel prikkelen we alleen maar de negativistische neiging van onze ge sprekspartner. Veel effectiever is het bij voorbeeld te zeggen: "Ik heb twee voor stellen, ik zal ze je vertellen. Ik wil er nu nog geen reactie op, denk er maar over na. Vind je het niks, laat me dan weten wat voor tegenvoorstel/len) je eventueel hebt". Dit brengt ons op het vijfde punt, na melijk het voorbereiden van de strategie. Alvorens dat te doen, oefen wat, zoek ie mand om mee te oefenen of ga voor de spiegel staan en zeg luid wat je wilt zeg gen als die ander zo moeilijk doet. Fan taseer over hoe je het wilt doen, totdat u in uw fantasie de ontmoeting helemaal kunt ontlopen. Het laatste punt ten slotte, is het na gaan van de wijze waarmee u op de nieuwe manier die 'moeilijke' ander hebt aangepakt, alsmede het effect ervan. Verwacht niet te snel resultaat. Het is al heel wat als u uzelf er beter bij voeltook al verandert de ander niet of nauwelijks. Bedenk dat de wereld nou eenmaal een plek is waar lusten en lasten niet altijd eerlijk en rechtvaardig verdeeld zijn. li economisch opzicht niet. en dus zeker niet in emotioneel opzicht. ich/ Alphei

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 25