Luchtig en vrolijk spektakel van glas en staal
Gebrekkige visie B en
W op stationskwartier
Nieuw Leids station vervangt tochtig en troosteloos gebouw
Opinie
1987
LEIDEN - Allure! Dat is het sleu
telwoord in het plan van de Neder
landse Spoorwegen voor de bouw
van een nieuw centraal station in
Leiden dat het huidige uit 1953 da
terende gebouw zal vervangen.
Weg dus met de bedompte sta
tionshal, de catacombe-achtige
tunnel naar de treinen en de tochti
ge, troosteloze perrons. Wie anno
1994 het station Leiden binnen
'rolt' zal zich verbazen over de me
tamorfose die zich dan heeft vol
trokken. Het onherbergzame sta
tionsgebouw heeft dan plaatsge
maakt voor een luchtig spektakel
van glas en staal, vrolijke kleuren,
plezierige looproutes en publiek
svriendelijke verblijfsruimtes.
door
Jan Rijsdam
Het ontwerp voor het nieuwe
Leidse stationsgebouw is van de
hand van Harry Reijnders, archi
tect van de afdeling gebouwen, ste-
debouw en vormgeving van de Ne
derlandse Spoorwegen. Die afde
ling van de NS wordt de laatste tijd
alom geprezen voor de nieuwe sta
tionsgebouwen die in den lande
zijn verrezen. Met name het NS-
station Amsterdam-Sloterdijk mag
zich op een welhaast jubelende be-,
langstelling verheugen. Dit station,
al de trots van de NS genoemd, is
niet alleen uniek omdat het het eer
ste 'kruisingsstation' van Neder
land is, maar ook om het kleurrijke
uiterlijk van glas en staal dat som
migen aan het Centre Pompidou
doet denken.
Dat de ontwerper van dit specta
culaire station ook de ontwerper is
van een nieuw Leids station wordt
door velen als veelbelovend geken
schetst. Harry Reijnders reageert
bescheiden op die hooggespannen
verwachtingen. "Wat nu op papier
staat, zijn nog maar enkele grote
lijnen. Hoe het Leidse station er
precies gaat uitzien weet ik nog
niet". Wandelend in de gangen van
het NS-hoofdgebouw in Utrecht,
langs foto's van nieuwe stationsge
bouwen, verklaart de NS-architect:
"Het imago van de NS is snel en
efficient. Een stationsgebouw met
een pannendak bouwen we dus
niet meer".
Hoofdrol
Glas en staal spelen straks ook
de hoofdrol in het nieuwe station
Leiden. Het aanzicht van het com
plex zal worden bepaald door een
16 meter hoge glasgevel die zich
rond de stationshal vouwt. In deze
hal zullen de loketten voor de
kaartverkoop, de stationsrestaura
tie en andere diensten zijn onder
gebracht. Overzichtelijk en ruim
van opzet.
Vanuit de hal loopt een brede
met glas overkapte gang naar de
achteruitgang van het station aan
het Terwee park. Daar zullen ook
een dienstruimte en een fietsen
stalling komen. Aan de gang, de ar
chitect spreekt van een lichtstraat,
zijn behalve de opgangen naar de
perrons een aantal winkeltjes ge
dacht zodat het geheel het karakter
krijgt van een passage.
In het midden van de lichtstraat
komen glazen liftkokers bekroond
door piramide-vormige kappen.
Voor iedereen duidelijk zichtbaar.
Het vermijden van dooie hoeken,
creëren van korte loopafstanden
en het zichtbaar plaatsen van liften
zijn zaken die Reijnders tot uit
gangspunt heeft gekozen van zijn
ontwerp.
Grootschalig
Het zijn ook de overzichtelijk
heid, doorzichtigheid en het feit
dat voorzieningen gelijkvloers ko
men die het plan Reijnders duide
lijk onderscheiden van dat van de
Haagse projectontwikkelaar Erica
Beheer die op eigen houtje een
plan heeft laten ontwerpen. In het
plan Erica, gemaakt door het Leid
se architectenbureau Van Reijzen-
Verbeek-Roosendaal, wordt de sta
tionshal over de sporen heenge-
bouwd op een hoogte van 11 meter
boven het maaiveld.
"De vele bordessen en trappen in
het plan Erica maken, naar het oor
deel van de NS-architect het Leid
se station tot een onneembare ves
ting. "Als je rekening wilt houden
met de toekomst, de vergrijzing
van de bevolking en de ontwikke
ling van het stationsgebied als eco
nomisch centrum van Leiden, dan
is men in het plan Erica heel ver
keerd bezig. Ik zie een bejaarde of
een zakenman met veel koffers al
die bordessen en trappen niet zo
makkelijk nemen. Dat zou de NS
zeker reizigers kosten".
Het is niet de enige kritiek die
Reijnders heeft op het plan Erica.
"Het is ook veel te grootschalig
voor Leiden", meent hij. In de
fraaie perspectieftekeningen
wordt volgens Reijnders een ver
keerde voorstelling van zaken ge
geven. "In werkelijkheid zou een
veel massaler beeld ontstaan. Nog
erger dan Hoog Catharijne. Als
men een reële indruk had willen
geven had men een foto moeten
maken van de huidige situatie en
het gemaakte plan moeten inteke
nen. Dan zie je pas echt wat er zou
gebeuren", aldus Reijnders.
Ook de suggestie van de archi
tecten van het plan Erica dat him
ontwerp 20 miljoen gulden goed
koper is, omdat er geen dure tun
nel onder het Stationsplein in is
opgenqmen, wordt door de NS-ar
chitect weerlegd. "Het is gewoon
weg niet waar", oordeelt Reijnders.
"In de berekeningen is de bouw
van een traverse over de spoorlijn
niet begroot. Die wordt door ons
geschat op 26 miljoen gulden. Dan
krijg je dus een heel andere reken
som".
Projectontwikkelaar Erica had
zich naar het oordeel van de NS-
architect de moeite voor het ma
ken van een eigen plan voor het
station wel kunnen besparen. Niet
alleen om de kritiek die hij heeft op
het plan zelf maar ook omdat het
"ondenkbaar is dat de Nederland
se Spoorwegen voor de bouw van
een nieuw Leids station in zee zou
den gaan met een particuliere ont
wikkelaar. Initiatieven van project
ontwikkelaars op dit vlak zijn dan
ook zeer ongebruikelijk", aldus
Reijnders.
Vandalisme
De architect onderschrijft het be
sluit van de gemeente om het plan
Erica in het bureaulade te leggen
nog eens met de visie die ten
grondslag ligt aan de NS-plannen.
"De reiziger moet niet met een
spoorboekje in de hand via gan
gen, trappen op en af en langs pic
togrammen zijn weg naar de trei
Een blik in het station Amsterdam-Sloterdijk dat volgens de architect een indruk geeft i
n tegelpatronen.
i hoe het Leidse station er straks van binnen uit zal z
veel glas, gekleurd staal en vloeren
(foto Jan Derwig)
nen zoeken. Dat bevordert het
treingebruik niet. Mensen moeten
in een oogopslag kunnen zien wel
ke richting ze uit moeten. Daarom
heb ik gekozen voor een doorzich
tig glazen gebouw waarin de reizi
ger vanuit de hal de treinen al kan
zien staan. Dan wijst de weg naar
de perrons zich vanzelf. Beter dan
bordjes met pictogrammen. Bo
vendien is de trein beeldbepalend
voor een station, dus waarom zou
die niet gezien mogen worden?"
Hij verklaart om meer dan een
reden gekozen te hebben voor het
maken van een fragiele, glazen ge
bouw. Het dient niet alleen de
overzichtelijkheid, maar is ook be
ter bestand tegen vandalisme. In
de filosofie van Reijnders kan ver
nielzucht het beste worden bestre
den door helder en doorzichtig te
bouwen. "De kwetsbaarheid van
een gebouw maakt dat men er ook
respect voor heeft", meent de ar
chitect. Het station Sloterdijk, dat
volgens hetzelfde concept werd ge
construeerd, bevestigt die filoso
fie: "Er is nog geen ruit gesneu
veld", aldus Reijnders. "Het vele
glas dient bovendien de sociale
veiligheid. Wie alles ziet, weet dat
hij ook gezien wordt".
Een ander uitgangspunt dat aan
het station Sloterdijk ten grond
slag ligt is om het complex zoveel
mogelijk tochtvrij te maken. Daar
voor heeft Reijnders het nationaal
Lucht- en Ruimtevaartlaborato
rium ingeschakeld die een wind
tunnelmaquette heeft gebouwd.
De architect hoopt met de daarbij
opgedane ervaring ook in Leiden
zijn voordeel te kunnen doen en de
tocht binnen aanvaardbare gren
zen te houden. "Als er twijfels be
staan zullen we ook de maquette
van Leiden in een windtunnel zet
ten".
Blijft de vraag of het nieuwe
Leidse station een net zo mooi ge
bouw wordt als het station Sloter
dijk. Reijnders toont zich terug
houdend als het gaat om een nauw
keurige beschrijving van het beeld
dat hem voor ogen staat. De archi
tect gaat evenmin gretig in op de
vraag tot welke richting in de ar
chitectuur hij zich aangetrokken
voelt. Na enig aandringen wil hij
wel kwijt geïnspireerd te zijn door
het functionalisme, de architec
tuurstroming uit de jaren twintig
die door helderheid en eenvoud de
schoonheidszin wist te prikkelen.
De door sommigen gesuggereer
de overeenkomst tussen het sta
tion Sloterdijk en het Centre Pom
pidou in Parijs wijst de architect
van de hand. "Dat is een gebouw
waarin de techniek heel duidelijk
wordt geëtaleerd. Wat ik doe is niet
de techniek laten zien, maar de
constructie van mijn gebouw uit
buiten om het beeldend te laten
zijn".
Reijnders zegt weliswaar geïn
spireerd te zijn door het functiona
lisme "maar met een knipoog naar
andere stijlen. In mijn station vind
je ook postmodernistische trekjes
zoals een toegangsprieel voor het
grenswisselkantoor. Waarom niet?
Klassieke muziek en jazz gaan toch
ook samen. Waarom zou dat in de
architectuur niet kunnen?"
Niet zuiver in de leer? "Sinds
mijn studietijd ben ik daar voor
goed van genezen", reageert Reijn
ders. Ik kwam in Delft op het mo
ment dat de richtingenstrijd tussen
coryfeeën als Van Eijck, Bakema
en Weeber hevig woedde. Wat een
energie daaraan gespendeerd is.
Daaraan heb ik me altijd zeer geër
gerd. Het is niet zo dat ik alle stij
len nu maar als pindakaas over
mijn gebouwen uitsmeer. Wat ik
probeer is contrast te scheppen".
"Recreatief treingebruik begint
en eindigt op het station", vat
Reijnders zijn visie nog eens sa
men. "Een stationsgebouw moet
een allure hebben die past bij wat
de NS anno 1987 voor een bedrijf
is: snel en efficiënt".
"Het station Leiden lijkt momen
teel het tegendeel van dat imago te
willen bewijzen. Het ziet er allesbe
halve uit als het visitekaartje van
een bedrijf waar een modern en
hoogstaand kwalitatief produkt
wordt gebracht. Ik denk dat daar
voor ook binnen de NS weieens te
weinig oog is. Wat ik van een
nieuw station wil maken is een vi
sitekaartje maar ook een stimula
tor om dat kwaliteitsbesef in alle
geledingen van het bedrijf te laten
doordringen".
winkels en woningen in combi
natie met een mensvriendelijke
en overzichtelijke bebouwing de
sociale veiligheid op straat ver
sterkt.
De vermenging van de functies
wonen en werken is niettemin
door de gemeente losgelaten bij
de ontwikkeling van de Leeu
wenhoek (het gebied achter het
AZL) en gedeeltelijk ook bij de
ontwikkeling van het Schutters
veld. Deze gebieden krijgen
daardoor, vooral 's avonds en 's
nachts, een luguber karakter.
Het is dus belangrijk te weten of
de gemeente - dat moet dan in
het programma van eisen wor
den vastgelegd - kiest voor een
meer evenwichtige bebouwing
van het Stationsplein. Het plein
en omgeving winnen aan kwali
teit wanneer een vermenging
van culturele, sociale en recrea
tieve functies tot stand komt en
als ten behoeve van de leefbaar
heid en sociale veiligheid de
woonfunctie wordt versterkt.
Het is een stelling die al jaren
lang als uitgangspunt dient voor
het herstelbeleid in de Leidse
binnenstad. Het verlaten van dat
uitgangspunt betekent dat voor
al economische overwegingen
het gemeentebeleid gaan bepa
len. Maar dat zou dan vooral ook
een breuk zijn met een succesvol
gebleken binnenstadsbeleid dat
in de jaren zeventig in gang is ge-
Een maquette van het nieuwe Le
Schuttersveld en het terrein van
het oude Academisch Zieken
huis, direct achter het station.
Uiteraard hebben Leidse ge
meentebestuurders wel ambi
tieuze gedachtenspinsels en
wordt er wel gewerkt aan deel-
plannen, maar een samenhan
gende visie is ver te zoeken. Bo
vendien zijn de andere plannen
makers met hun ideeën en in de
praktijk soms al een stap verder
dan de gemeente.
Het gemeentebestuur besloot
pas enkele weken geleden een
zogenaamd programma van ei
sen te maken voor het stations
gebied. De haast die er nu wordt
gemaakt is vooral ingegeven
door het feit dat de NS vergevor
derde plannen heeft voor de
bouw van een nieuw station en
door de al genoemde projectont
wikkelaar die zich op het gebied
heeft gestort. Zij weten de plan
ontwikkeling nu al sterk te beïn
vloeden en op enkele punten
zelfs vast te leggen. Een samen
hangende visie van de gemeente
is daarom pure noodzaak gewor
e station dat een glasgevel krijgt i
den wil zij haar greep op het ge
bied niet nog meer verliezen.
Waar het in een programma
van eisen concreet om gaat zijn
twee stadsdelen met een eigen
karakter, gescheiden door het
spoorwegemplacement: aan de
ene kant de historische binnen
stad met het koopcentrum en
aan de andere kant het gebied
dat wordt overheerst door de
oud- en nieuwbouw van het Aca
demisch Ziekenhuis. Tussen de
ze twee gebieden zou zich langs
de verkeersas Stationsplein/
Schipholweg en achter het sta
tion een zakencentrum moeten
ontwikkelen dat enerzijds de
b.arrière tussen de twee stadsde
len moet slechten en anderzijds
de magere stedebouwkundige
kwaliteit van het Stationsplein -
waar is dat plein eigenlijk? -
moet verbeteren.
Bij de ontwikkeling van het ge
bied komt evenwel meer kijken
dan alleen het aspect van de
ruimtelijke ordening. Hoe ver
houdt bijvoorbeeld de ontwikke-
16 meter hoog. (foto Henk Bouwman)
ling van een zakencentrum rond
hèt het station zich tot het econo
misch wel en wee van het stads
centrum? Hoe wordt het verkeer
(openbaar vervoer) afgewikkeld?
Wat zijn de sociale gevolgen
(vandalisme en onveiligheid,
vooral 's avonds en 's nachts)?
Belangrijke zaken waaraan
nog maar weinig woorden zijn
vuil gemaakt omdat alle plan
nenmakers hun eigen doelstel
lingen en belangen hanteren.
Daar komt bij dat het belang van
bijvoorbeeld een projectontwik
kelaar niet hetzelfde is als het al
gemeen belang en dat het NS-be-
lang andere belangen kan blok
keren. Juist daarom valt te be
treuren dat het gemeentebestuur
er tot dusver niet in is geslaagd
richtinggevend op te treden bij
een aanpak die uiteindelijk moet
leiden tot het maken van een har
monieus stadsdeel.
Drie zaken zijn in dat verband
essentieel: de verkeersafwikke
ling, de kwaliteit van de gebouw
de omgeving en het verblijfskli-
maat. Met de haastige besluitvor
De ontwikkelingen rond het
Leidse station en omgeving zijn
de afgelopen maanden in een
stroomversnelling terecht geko
men. Het gemeentebestuur legt
een ongekende daadkracht aan
de dag als het gaat om het nemen
van allerlei ad-hoc-beslissingen;
de Nederlandse Spoorwegen
(NS) hebben een plan gepresen
teerd voor de bouw van een
nieuw centraal station, project
ontwikkelaar Erica Beheer heeft
een grootschalig totaalplan voor
het gehele stationskwartier en
NS-dochter Articon werkt in op
dracht van het gemeentebestuur
aan een peperduur ondertunne
lingsplan voor het Stationsplein.
Kortom: de miljoenen vliegen
over tafel.
door
Jan Rijsdam
Dat alles zou stimulerend moe
ten werken op potentiële inves
teerders in wat wel het toekom
stig zakencentrum van Leiden
wordt genoemd. Vast staat in ie
der geval dat als alle plannen
doorgaan de entree van Leiden
er over tien jaar heel anders uit
ziet. Hoe anders, dat weet nie
mand. In het Leids architecten
café is onlangs door vertegen
woordigers van de NS, de pro
jectontwikkelaar en de directie
ruimtelijke ordening van de ge
meente Leiden gediscussieerd
over dat toekomstbeeld. Daar
werd vooral duidelijk dat van
een samenhangende visie nog
geen sprake is en dat de betrok
kenen vooralsnog onafhankelijk
van elkaar bezig zijn met ingrij
pende wijzigingen van het Leid
se stadsbeeld.
Ambitieus
De gemeente Leiden is erg laat
begonnen met het maken van
een totaalplan voor het gebied
dat zich behalve over het Sta
tionsplein ook uitstrekt over het
ming rond de bouw van een
nieuw NS-station en het plan
voor de aanleg van een tunnel
onder het Stationsplein heeft de
gemeente zich op belangrijke
verkeerstechnische punten
reeds vastgelegd. Nog voordat de
gewenste uitgangspunten zijn
geformuleerd en mogelijke alter
natieven zijn onderzocht is het
tunnelplan al tot een axioma ver
heven.
Blunder
Het door de projectontwikke
laar geboden alternatief om de
verkeersstroom van het midden
van het Stationsplein naar een
strook langs de spoorlijn te ver
leggen is bijvoorbeeld niet on
derzocht. Een andere mogelijk
heid, geopperd door de architect
van het Academisch Ziekenhuis
(Wijnbergen), om het doorgaan
de verkeer vanaf de Plesmanlaan
op spoorlijnhoogte achter het
station langs te leiden in de rich
ting van de Willem de Zwijger-
laan, is helemaal geen woord
waardig bevonden. De gemeen
tebestuurders hebben zich ken
nelijk zo vastgebeten in het am
bitieuze tunnelplan dat elk an
der, mogelijk goedkoper, plan
onder tafel wordt geschoven.
Het is zeer de vraag of het tun
nelplan, dat het verblijf op het
Stationsplein zeker zal veraange
namen, wel het ei van Columbus
is als gaat om het oplossen van
de verkeersproblematiek. Vol
gens architect Wijnbergen is het
dat niet. Hij schroomt niet nu al
te spreken van een planologische
blunder. Een tunnel zal naar zijn
oordeel slechts een tijdelijke op
lossing bieden voor de verkeers
problemen, maar op den duur
gaan functioneren als een trech
ter tussen de Plesmanlaan en de
Willem de Zwijgerlaan. Over een
aantal jaren zou dat nieuwe in
grepen noodzakelijk maken.
Grootschalig
Het totaalplan dat de Haagse
projectontwikkelaar Erica heeft
laten ontwikkelen voor het Sta
tionsgebied bevat naast het alter
natief voor ondertunneling nog
een aantal aardige punten. Het
roept de vraag op waarom de ge
meente niet meer ontwikkelaars/
architecten heeft uitgenodigd
hun visie op dit belangrijke ge
bied te geven. De gemeente
staart zich nu blind op een peper
dure tunnel en een station dat er
toch wel komt, gewoon omdat
het in het belang van de NS is.
Projectontwikkelaar Erica heeft
met zijn plan aangetoond dat er
ook een andere invalshoek is.
Maar dat plan heeft ook min
der positieve kanten. De meest
in het oog springende is wel de
grootschaligheid ervan. Het is
opmerkelijk dat het plan van Eri
ca kennelijk Hoog Catharijne als
voorbeeld heeft gekozen. De ge
meente Utrecht heeft pas een on
derzoek laten houden in dit ge
bied omdat de omgevingskwali
teit weinig bevredigend is: groot
schaligheid, een matige architec
tuur, vandalisme en sociale on
veiligheid staan synoniem voor
het winkelhart van Nederland
dat thans aan een grondige reani
matie toe is.
Uit andere hoek bezien is het
niet verwonderlijk dat in het
plan van de projectontwikkelaar
Utrecht tot voorbeeld is geko
zen: economisch is Hoog Catha
rijne namelijk zeer succesvol.
Het toont in ieder geval aan dat
het belang van de projectontwik
kelaar in dit geval niet gefijk is
aan het algemeen belang.
Veiligheid
Het gemeentelijk programma
van eisen, dat over enkele maan
den het licht zal zien, is dus van
groot belang voor de toekomst
van het stationskwartier. Het
verbljjfsklimaat van het toekom
stige Stationsplein zal daarin
niet onderbelicht (mogen) blij
ven. In het algemeen gaat men er
vanuit dat de aanwezigheid van