Oostenrijk voelt
zich verongelijkt
BEw W
Amsterdamse hotels: een prijzenjungle
Te weinig handtekeningen onder akte van berouw
Wie het volle pond betaalt is meestal een dief van z'n eigen portemonnee
DINSDAG 9 JUNI 1987
EXTRA
PAGINA 23
Kurt Waldheim
behoort tot de grofweg
40.000 mensen die de
Verenigde Staten niet
meer in mogen. Op die
zwarte lijst maakt hij
deel uit van een groep
misdadigers en
potentieel gevaarlijke
lieden met wie de
Amerikanen niets te
maken willen hebben.
Hij is ook het enige
staatshoofd dat op
deze wijze wordt
gemeden. En daarom
is bijna heel
Oostenrijk boos. Om
niet te zeggen
woedend. Al zijn er
enkelen die er anders
overdenken.
In de Karntnerstrasse, Wenens favo
riete flaneerpromenade, niet ver
van het hoofdkwartier van Wald-
heims eigen Volkspartij, speelt een
bluesbandje. Niet echt goed, de
stem van de zanger mist het timbre
om het door hem doorstane leed
doorvoeld te vertolken, maar er
klinkt genoeg onbehagen door om
de stemming in Oostenrijk van een
passende muzikale omlijsting te
Ingegraven
door Peter van Nuijsenburg
De toerist zal het waarschijnlijk niet
snel merken, maar het land van de ope
rette is in mineur. Verongelijkt over de
manier waarop het door het buitenland
wordt bejegend. Oostenrijk klaagt. Is
verontwaardigd over het onrecht dat het
wordt aangedaan.
Sinds Kurt Waldheim verleden jaar zo
mer tot president werd gekozen is Oos
tenrijk een paria in wat hoogdravend 'de
gemeenschap der volkeren' wordt ge
noemd. Alleen in het Oostblok en het
Midden-Oosten wordt de loper nog voor
hem uitgerold. In vrijwel ieder westers
land is hij niet gewenst.
Het voorlopige dieptepunt werd eind
vorige maand bereikt, toen Waldheim
door de Verenigde Staten op de zwarte
lijst werd geplaatst. Zijn naam prijkt nu
tussen die van 40.000 moordenaars,
drugssmokkelaars, souteneurs en ander
geboefte dat het land niet in mag.
Het inreisverbod geldt weliswaar uit
sluitend de persoon Waldheim en niet de
president van Oostenrijk, maar deze
nuance is aan de Oostenrijkers niet be
steed. Het Amerikaanse besluit verplet
terde als een mokerslag het Oostenrijkse
zelfbewustzijn.
Toen nu ruim een jaar geleden de
stroom van onthullingen over zijn oor
logsverleden losbrak, heeft het meren
deel van de Oostenrijkers zich ingegra
ven tegen de aantijgingen uit binnen- en
buitenland. Dat daarbij ook de kop in
het zand werd gestoken heeft alles te
maken met de psychologie van een natie
die haar oorlogsverleden nooit heeft ver
werkt.
Een echte denazificatie heeft Oosten
rijk nooit gekend, het gegoochel met im
posante statistieken ten spijt. Na de oor
log zijn duizenden oorlogsmisdadigers
geïnterneerd, zijn 43 doodvonnissen ge
veld en 30 misdadigers opgehangen.
Maar vele duizenden zijn door de mazen
van het net geglipt en hebben carrière
kunnen maken.
Het kan dan ook geen wonder heten
dat het land van tijd tot tijd wordt opge
schrikt door onthullingen over hoog
waardigheidsbekleders die in de oorlog
'iets meer dan hun plicht' hebben ge
daan. Verenigingen van oorlpgsvetera
nen leiden een bloeiend bestaan. Tot
voor kort hield het geschiedenisonder
wijs op bij het einde van de Eerste We
reldoorlog. De standaardzin in de ge
schiedenisboekjes luidde: van 1938 tot
1945 heeft Oostenrijk niet bestaan. Punt
uit.
In de mythologie die voor geschied
schrijving doorgaat, wordt Oostenrijk
als het eerste slachtoffer van de nazi
agressie afgeschilderd. Dat tienduizen
den in 1938 op het Plein van de Helden
in Wenen de Anschluss hebben bejubeld
wordt bij voorkeur vergeten.
In dat perspectief moet het geval-
Waldheim worden bezien. Dat hij zijn
activiteiten in de Balkanlanden meer
dan 40 jaar stelselmatig heeft verzwegen
is van minder belang dan het feit dat er
geen bewijzen zijn dat hij zich schuldig
heeft gemaakt aan oorlogsmisdaden.
Naar eigen zeggen heeft het staatshoofd
toen als zovelen van zijn generatiegeno
ten slechts zijn .plicht' gedaan. Hij weet
zich daarbij verzekerd van veel begrip.
Te grabbel
Een vergelijking met de zaak-Aantjes
is in dit verband instructief. Toen bijna
negen jaar geleden bekend werd dat de
toenmalige fractievoorzitter van het
CDA zijn lidmaatschap van de Ger
maanse SS had verzwegen, moest hij op
stappen. Van oorlogsmisdaden was geen
sprake, maar het verdoezelen van dat
lidmaatschap was voldoende voor zijn
smadelijke aftocht uit de politiek. Hij
had zijn geloofwaardigheid te grabbel
gegooid.
Deze overeenkomsten vermogen de
buitenlandspecialist van Waldheims
Volkspartij niet te overtuigen. De ge
loofsbrieven van dr. Steiner zijn indruk
wekkend. De oud-staatssecretaris van
buitenlandse zaken en oud-ambassa
deur in Athene is lid van het verzet ge
weest. Zijn vader heeft in een concentra
tiekamp gezeten en ïs kort na de bevrij
ding als gevolg van de daar doorstane
ontberingen overleden.
Zijn werkkamer in het hoofdkwartier
van de Volkspartij wordt gesierd door
portretten met persoonlijke opdrachten
van groten der aarden als Kennedy, de
Finse president Kekkonen en de Cyprio
tische president Makarios. Een portret
van Waldheim neemt een prominente
plaats in.
Steiner: „Het belangrijkste in de hele
zaak-Waldheim is dat er geen bewijzen
zijn dat hij een oorlogsmisdadiger was.
De Amerikanen hebben dat zelf toegege
ven. Dat hij op de zwarte lijst staat is dus
volstrekt onterecht. Onze bondskanse
lier Vranitzky heeft geprobeerd hen
daarvan te doordringen. Helaas zonder
Op de vraag hoe het mogelijk is dat
iemand een toch niet onbelangrijk deel
van zijn verleden vergeet volgt een uit
voerig betoog over het soms ondoor
grondelijk functioneren van het mense
lijk geheugen. „Weet u nog precies wat u
tien jaar geleden gedaan heeft? Nee?
Dan is het toch niet zo vreemd dat ie
mand iets dat ruim veertig jaar geleden
is gebeurd zich niet precies voor de
geest kan halen?"
Maar het maakt toch wel enig verschil
als het om de oorlog gaat? Steiner:
„Waldheim heeft toen hij na de oorlog
bij de diplomatieke dienst kwam zijn
militaire papieren bij de geallieerden
moeten inleveren. Net als ieder ander
die in overheidsdienst ging. Het verwijt
dat hij zijn verleden heeft verzwegen
snijdt dus geen hout. Anders was hij
toch nooit secretaris-generaal van de
Verenigde Naties geworden?".
Steiner is gedurende het gesprek
vriendelijk en charmant. Maar hij houdt
onwrikbaar vast aan zijn overtuiging dat
Waldheim en daarmee Oostenrijk on
recht wordt aangedaan. Van een aftre
den van Waldheim wil hij niet weten.
Het staatshoofd is immers democratisch
gekozen.
Een collega legt uit waarom Waldheim
president is geworden. Want populair is
de voormalige diplomaat nooit geweest.
Hij geldt als een arrogante, kleurloze bu
reaucraat, een 'aanpasser' die eerst de
windrichting peilt voordat hij zijn stand
punten bepaalt. „In de eerste plaats om
dat de Oostenrijkers zich niet op de kop
wilden laten zitten. Het buitenland
mocht niet bepalen wie president van
Oostenrijk werd. In de tweede plaats
omdat de tegenkandidaat, de socialist
Steiner, een sympathieke man, geheel
tegen zijn natuur de sterke man ging uit
hangen. Dat geloofde niemand".
Waldheim zelfheeft in de deining rond
zijn figuur weinig fijngevoeligheid aan
de dag gelegd. Het gaat naar zijn idee om
een 'actie beschadiging-bondspresi-
dent-Oostenrijk'. Dat is vooral het werk
van 'bepaalde kringen' in de Verenigde
Staten die 'op zijn bloed uit zijn'. Met
deze 'bepaalde kringen' worden in Oos
tenrijk sinds jaar en dag de joden be
doeld.
Dinsdag 19 mei hield hij een televisie-
rede die met enige goede wil voor een
boetedoening kon worden aangezien,
maar er hing een penetrant luchtje aan
dit optreden. Waldheim sprak de bevol
king toe toen Vranitzky naar Amerika
vertrok om hem van de zwarte lijst te
halen. En echt van harte klonk deze ge
deeltelijke schuldbekentenis niet.
Voorbeeld
Dit opportunisme heeft twee jonge
parlementariërs evenmin kunnen beko
ren. De socialist Kap (35) en de Groene
afgevaardigde Geyer (40) verwijten
Waldheim vooral dat hij de kans niet
heeft gegrepen om echt schoon schip te
maken. Kap: „Hij had het goede voor
beeld moeten geven voor de jeugd. Net
als de Duitse president Yon Weiszacker
had hij een rede moeten houden waarin
hij niet om de schuldvraag rond de oor
logsellende heen had gedraaid. Maar
door zijn karakter is hij daartoe niet in
staat. Hij kent geen zelfkritiek. Tijdens
de verkiezingscampagne heeft hij niets
anders gezegd dan dat hij zijn plicht
ir Waldheim temidden van bondskanselier Franz Vranitzky (links) en vice-kanselier Alois Mock.
heeft gedaan. Puur uit electorale bereke
ning, omdat hij de oorlogsgeneratie niet
voor het hoofd wilde stoten".
„Zijn hele carrière is gebouwd op het
verzwijgen van twee jaar in zijn leven.
Hij mag dan formeel president zijn, mo
reel heeft hij dat recht al lang ver
speeld".
Geyer deelt dit oordeel onvoorwaarde
lijk. Zijn partijgenoot Wabl bezorgde de
natie bijkans een beroerte door tijdens
het grote Waldheim-debat de haken-
kruisvlag te ontvouwen. Wabl toen: „On
der deze vlag heeft onze president zijn
plicht gedaan". Hij heeft het geweten,
want .zoveel smakeloosheid was nog
nooit vertoond', aldus de Waldheim gun
stig gezinde (dat wil zeggen vrijwel ge
hele) Oostenrijkse pers.
Geyer: „Ik geef toe dat dat incident de
aandacht afleidde van de zaak waar het
om ging, maar ik sta nog steeds achter
Wabl. De bevolking moet weten onder
welke vlag Waldheim zijn plicht heeft
vervuld. De kwestie rond zijn eventuele
oorlogsmisdaden is belangrijk. Maar dat
hij zijn verleden heeft verzwegen is be
langrijker. Daarom kan hij geen presi
dent meer zijn. Daarom moet hij aftre
den". Dat vindt Kap ook, maar zijn partij
niet. Waldheim is lid van de Volkspartij
en die is nu eenmaal de coalitiepartner
van de socialisten.
Verwijderd
Ook de 'liberaal' Haider, het enfant
terrible van de Oostenrijkse politiek, is
tegen Waldheim. Voor het gebouw waar
hij zal spreken hebben een kleine hon
derd demonstranten zich verzameld.
Hun met verve gezongen socialistische
strijdliederen worden royaal overstemd
door de klanken van het dixielandband-
Jonge Oostenrijkers tonen hun steun aan Waldheim.
je dat Haider begeleidt. De ME is paraat
voor eventuele ongeregeldheden.
In de zaal speelt een James Last-ach-
tig orkest. Veel gepensioneerden en wat
in de provo-tijd het 'benarde burger
dom' werd genoemd: kleine winkeliers
en lagere ambtenaren. Er is een indruk
wekkende ordedienst aanwezig. Eén lid
is druk in de weer met zijn walkie-talkie.
De omvang van zijn buik en de afbeel
ding op zijn t-shirt - twee gigantische
bierpullen - laten weinig twijfel over
zijn favoriete tijdverdrijf. Hij zou later
enkele demonstranten uit de zaal mogen
verwijderen.
Haider is een begenadigd, zij het wei
nig fijnbesnaard spreker. Hij speelt ge
routineerd in op de onlustgevoelens bij
zijn gehoor. Zijn thema's lijken veel op
die van wijlen boer Koekoek: tegen de
baantjesjagers, zakkenvullers en de ho
ge heren die elkaar de bal toe spelen.
Aan het begin van zijn rede laten de
demonstranten zich even horen („Hai
der nazi"), maar ze worden snel door or
dedienst en politie verwijderd. Een de-
monstrante mag zich voortaan van een
man die zich bijzonder opwond 'Gor-
batsjovs hoer' noemen.
Na zijn toespraak, een eclatant succes,
wil Haider wel even praten. Veel wil hij
overigens niet kwijt. Waldheim? Is een
zaak van de Volkspartij. Moet hij niet af
treden? Het is aan Waldheim zelf om dat
te beslissen.
Joodse lobby's
In een café in de arbeiderswijk Flo-
ridsdorf is een oudere partijgenoot toe
schietelijker: „Natuurlijk moet Wald
heim blijven. Weet u wat ze moeten
doen? Ze moeten Reagan verbieden
naar Oostenrijk te komen. Wat denkt hij
wel. Hij belazert zelf de kluit met de con
tra's en Irangate. Weet u, het zijn de so
cialisten en de joden die Waldheim wil
len pakken. Mijn zuster woont in Ameri
ka. Volgens haar kan het de mensen
daar niks schelen. Het zijn de joodse lob
by's die de zaak aan het rollen hebben
gebracht. Het buitenland moet zich niet
met ons bemoeien. Waar komt u van
daan? Nederland? Daar gaat het toch
ook niet eerlijk toe? Daar is de pers toch
ook in joodse handen?".
Hoewel volgens de recente onderzoe
ken het anti-semitisme niet langer de
Oostenrijkse ziekte kan worden ge
noemd, heeft een groot deel van de be
volking - en met name de oudere gene
ratie - haar nog stevig onder de leden. In
de verkiezingscampagne deed vooral de
top van de Volkspartij (Waldheim zelf.
minister van buitenlandse zaken en vi
ce-kanselier Mock en partijsecretaris
Graff) een beroep op dit sluimerende an
ti-semitisme. Haider niet, zegt de socia
list Kap. Die brandt zijn vingers daar
niet aan. Daar is hij veel te intelligent
Paul Grosz (62) is voorzitter van de
joodse gemeenschap in Oostenrijk. Er
leven nog 6200 'geregistreerde' joden in
Oostenrijk, van wie 6000 in Wenen.
Grosz: „Voor het eerst is de na de oorlog
geboren generatie joden openlijk gecon
fronteerd met het anti-semitisme. Voor
hen was de schok heel groot. Ze dachten
gewoon burgers van Oostenrijk te zijn.
Dat idee hebben ze nu verloren. Voor
hun ouders, die de holocaust hebben
meegemaakt, was de schok niet minder
groot. Zij moesten constateren dat het
anti-semitisme nog diep verankerd is.
Dat het nog steeds mogelijk is om het
voor politieke doeleinden te mobilise
ren. Ik neem het Waldheim kwalijk dat
hij er nooit stelling tegen heeft geno
men. Er zijn joden bedreigd, er zijn jo
den in elkaar geslagen. Maar hij heeft
het niet veroordeeld".
Gevaarlijk
„Een eventueel aftreden van Wald
heim is misschien wel gevaarlijk voor
ons, omdat men dat de joden ook in de
schoenen kan schuiven. Maar dat kan en
mag geen doorslaggevend argument
zijn. Wat Waldheim moet doen is de his
torische kans aangrijpen om de Oosten
rijkers te helpen met hun verleden in het
reine te komen. Hij moet als een profeet
optreden en de waarheid vertellen. Zijn
waarheid en niet die van een handige
tekstschrijver. Als hij deze historische
taak niet weet te vervullen, moet hij
daaruit de consequenties trekken en af
treden".
„Het is niet voldoende om mooie
praatjes te houden en het raam zo ver op
een kier te zetten dat men buiten de toe
spraak hoort, maar dat men binnenska
mers nog steeds zijn zelfmedelijden kan
koesteren. Hij moet beseffen dat het niet
gaat om wat het buitenland wel zal den
ken, maar wat we zelf denken. Het gaat
om Oostenrijk".
Het is de vraag of zijn woorden in
vruchtbare aarde zullen vallen in een
land waar juristen nog steeds bakke
leien over de vraag of en hoe men Adolf
Hitler (overleden in 1945) het in honder
den gemeenten aan hem verleende ere
burgerschap kan ontnemen. Toen een
raadslid van het dorp Imst (Tirol) daar
toe stappen wilde ondernemen, kreeg
hij te horen dat men wel wat anders aan
het hoofd had. Hij moest de doden met
rust laten. En een collega-raadslid liet
briesend weten dat „Hitier toch ook veel
goeds heeft gedaan".
Men moet de verleiding weerstaan aan
deze uitspraken een algemene geldig
heid toe te kennen. Al zal het nooit het
populairste onderwerp aan de stamtafel
worden, de discussie over het onver
werkte verleden is niet langer taboe.
Steeds meer, vooral jonge Oostenrijkers
zijn bereid te erkennen dat onder de
Oostenrijkse akte van berouw nog altijd
te weinig handtekeningen staan.
Wie in Amsterdam voor een nacht
in een luxe hotel nog klakkeloos het
volle pond betaalt, is meestal een
dief van zijn eigen portemonnee. De
gast in spe moet wat moeite doen,
want de hotels staan niet te
springen om hun goedkoopste
tarieven snel prys te geven. Maar de
explosieve groei van hotelkamers
juist in de duurdere categorieën
heeft geleid tot gesjoemel met
kamerprijzen, waarbij het
Crest-concern alle records breekt.
Kamers die normaal meer dan driehon
derd gulden 'doen', kunnen via een om
roep voor 52 gulden worden geboekt.
Soms moet men daarbij een optreden
van Jos Brink in Carré op de koop moet
toe nemen. Met name in de toeris
tenklasse wordt het gerommel met de
prijzen met angst en vrees aangezien.
Niet voor niets waarschuwt de Horecaf,
de bond waarin de hoteliers georgani
seerd zijn, te pas en te onpas tegen de
gevolgen van een massale prijsdumping.
„Het is in Amsterdam door het over
schot aan hotels echt een jungle gewor
den, waar iedere hotelier alleen voor
zichzelf knokt. Het is onbeschrijfelijk,"
aldus een (anonieme) hotelier.
Dank u wel
„Met Schiller Crest, goedemorgen.
Dank u wel voor het bellen. Een twee
persoons kamer voor twee nachten? Dat
is dan 334 gulden per nacht, meneer.
Goedkoper? Nou nee, of ja toch wel.
Maar dan moet u genoegen nemen met
een iets minder mooie kamer. Het toilet
op de gang in plaats van in de kamer.
Dan heb ik een tweepersoons kamer
voor 150 gulden".
„Met Caransa Crest goedemorgen. Be
dankt voor het bellen. Een tweeper
soons kamer voor twee nachten? Dat is
dan 348 gulden per nacht. Goedkoper?
Ach meneer, het hotel is zo goed als vol.
Het is hoogseizoen, deze maand. Maar
eh, probeert u het eens via ons Centraal
Reserveringssysteem, Crest Internatio
nal Sales Office Amsterdam. Die hebben
nog wel eens aardige aanbiedingen.
Maar dat kan niet via de balie. En eh, een
goede tip: Belt u de AVRO in Hilversum.
Die omroep kan u boeken in een Crest
Hotel voor 52 gulden per persoon. Al
moet u, dacht ik, voor Amsterdam,
Scheveningen en Brussel nog wel een
kleine toeslag betalen".
Directeur B. Dijkstra van het Crest
Concern: „Dat AVRO-arrangement is
een zogeheten allotment. De AVRO
neemt in al onze hotels twintig kamers
gegarandeerd af. Twintigduizend ka
mers per jaar. Dan kun je veel met die
prijs doen".
Een dame van het reserveringsbureau:
„Twintig kamers per hotel, dat kan wel
kloppen ja, Maar als we meer reserverin
gen hebben, bellen we en dan lukt het
meestal ook wel. Of zij bellen ons omdat
ze minder kamers in één van hun hotels
hebben. Dan zoeken we voor onze reser
veringen een ander Crest hotel."
Bliksemonderzoek
Een bliksemonderzoekje naar het
prijsbeleid dat Amsterdamse hotels voe
ren als het gaat om tweepersoons ka
mers levert een verrassend resultaat op.
Een hotelier, die verder anoniem wil
blijven: „Ze zullen u nu niet veel voor
deel geven. Maar van de zomer, als het
zakenverkeer stil ligt, kunt u bijna voor
een sleep-in prijs in de duurste hotels te
recht". Zijn opmerking mag met een
korrel zout worden genomen, maar het
is een feit dat de hotels met zogeheten
package-aanbiedingen de prijzen nu al
bijna halveren. Zoals het ook gebruike
lijk is dat in de weekeinden veelal goed
kopere tarieven worden gehanteerd.
Begin dit jaar slaakte de Horecaf Am
sterdam de noodkreet om toch vooral
wat aan het imago van de hotels in de
hoofdstad te doen. Sinds 1985 blijven de
buitenlanders steeds meer weg uit de
duurste hotels. Of verblijven er korter.
Niet alleen zijn er nogal wat Amerikanen
die zich in Europa onveilig voelen, het
heeft zeer zeker ook te maken met de
gedaalde dollarkoers. En niet te verge
ten met de explosieve groei van met na
me het aantal luxe en eersteklas-bedden
in de hoofdstad.
Als voorzitter van de Horecaf Amster
dam verklaarde Hans Langereis begin
dit jaar: „We moeten ervoor waken dat
er structureel met dumpprijzen gewerkt
gaat worden om de kamers maar bezet te
krijgen. Het dumpen van de prijzen lijkt
leuk, maar je bereik er niet meer mee
dan succes op korte termijn. Want als
het tij keert, als we over een paar jaar
weer volop meetellen, dan zullen we die
prijzen toch weer omhoog moeten
schroeven om de rentabiliteit van de on
derneming op te vijzelen".
Niet omlaag met de tarieven, is de slo
gan van de Horecaf Amsterdam, de gas
ten moeten met aardige arrangementen
of aanbiedingen worden gelokt. Zoals
een gratis verblijf in het weekeinde voor
de vrouw of vriendin van een trouwe za
kenrelatie, die geregeld het hotel aan
doet. En de weekeinde-aanbiedingen,
dikwijls gecombineerd met kortingbon
nen voor het uitgaansleven.
Het Gardenhotel in Amsterdam-Zuid
geniet vooral vanwege het befaamde res
taurant de Kersentuin bekendheid.
„Een tweepersoons kamer? Dat komt op
350 gulden per nacht. Nee, goedkoper
gaat niet. We hebben er nu geen behoef
te aan. Maar in juli en augustus is er wel
over te praten. Dan zou er eventueel wel
iets aan de prijs kunnen worden gedaan.
Dan denk ik dat bijvoorbeeld het week
einde-arrangement met een diner in het
restaurant, eeri theaterticket en gratis
toegang tot het Casino ook de rest van
de week kan gelden".
Slechte naam
Het zijn met name de eersteklas hotels
die fors aanrommelen met de prijzen.
Met als kampioen de reeks Crest-hotels.
Hoewel ook lid van de Horecaf, geniet
die hotelketen een slechte naam bij de
collegae vanwege een beleid dat ruimte
laat voor overboekingen. Waarschuwin
gen van de organisatie hebben niets uit
gehaald; sancties zijn tot nu toe uitgeble
ven. Integendeel, de Horecaf werd te
verstaan gegeven zich niet met het inter
ne beleid van het concern te bemoeien.
Een paar jaar geleden nog stuntte het
concern bij de touroperators met onge
looflijk lage prijzen. Daarbij werden er
zoveel overboekingen gemaakt, dat men
ook moest uitwijken naar andere hotels.
Die berekenden vervolgens de volle
mep en het Crest-concern leed ëen fors
verlies.
Directeur Dijkstra moet lachen om de
kritiek. „Het is een bende in Amster
dam. Dat weet iedere hotelhouder. Er
zijn veel te veel hotels. Als hotelhouder
weet je ook dat je te maken hebt met
gemiddeld deftig procent annuleringen
op de gereserveerde kamers. Daar hou
den wij rekening mee. Wij boeken inder
daad meer kamers dan we hebben. Maar
we hebben dan ook de hoogste bezet
tingsgraad en zijn een heel goed draai
end concern. Wat de concurrenten ook
steekt is dat we vooral de Spaanse markt
heel goed in handen hebben."
'Ieder voor zich
Over het dumpen van de prijzen zegt
Dijkstra: „Tien jaar terug heb ik op een,
vergadering van de Horecaf een beroep
gedaan op de collega's om toch vooral
niet met de prijzen omlaag te gaan. Met
een na de vergadering waren er al colle
ga's die hun klanten in het buitenland
belden met de mededeling dat Amster
dam zich het komende jaar aan de tarie
ven zou houden. Maar dat hun concern
daar wel onder wilde gaan zitten. Dan is
het voor mij ook snel over. Dat verhaal
van de Horecaf is dus wel bekend. En
trouwens, als je van de winter in het So-
nesta gaat eten, krijg je de hotelkamer
zelfs gratis. Dus waar blijft zo'n Horecaf-
voorzitter dan? Nee echt, het is in Am
sterdam ieder voor zich. En natuurlijk is
het een vorm van concurrentieverval
sing voor de toeristenhotels. Maar dat
komt omdat er nu eenmaal geen eenheid
is en niemand zich aan afspraken
houdt."
Het laatste restje sympathie verspeel
de Crest door de Amsterdamse taxi
chauffeurs een gratis weekeinde in
Sauerland aan te bieden, juist toen die
zelfde chauffeurs bezig waren met een
taxiboycot van drie Amsterdamse ho
tels. Het pleitte voor die Amsterdamse
taxichauffeurs dat er niet meer dan een
handjevol chauffeurs van de uitnodiging
gebruik maakte.
Opnieuw directeur Dijkstra: „Flauwe
kul. Dat doen we al tien jaar." Na hem
gewezen te hebben op de oryuistheid
van die uitspraak: „Nou ja, eh we zijn
nog nooit met die chauffeurs naar het
buitenland geweest. Maar we hebben
wel al tien jaar een feestavond voor die
jongens. We hebben prima contacten
met ze."
Minder scheutig
De topklasse hotels in Amsterdam zijn
opvallend minder scheutig met stunt
prijzen. Hilton, Amstelhotel, De L'Euro-
pe, Okura en het Apollohotel houden
zich aan hun tarieven. „Omdat", zo ver
klaart de receptionist van De L'Europe,
„wij geen afbreuk doen aan onze service
en aan het comfort. Het lijkt mij logisch
dat we dan ook niets van onze prijs ha
len"
Wie een paar dagen Amsterdam wil
'doen' en bij voorkeur in een luxueus ho
tel wil overnachten, doet er goed aan te
voren uitvoerig naar de hoteltarieven te
informeren. Op goed geluk een hotel
binnenwandelen, valt eveneens aan te
bevelen. Want de last minute-prys is de
absolute bodemprijs. Een receptionist
weet wat dat betreft van de hoed en de
rand: „Als de gast zijn koffers nog niet
binnen heeft staan, willen ze by de re
ceptie meestal wel tot de uiterste prijs
gaan. Anders gaat de gast toch nog er
gens anders informeren. Maar heeft ie
mand z'n koffers al in de hal gezet, dat
moet-ie ervan uitgaan dat de korting een
stuk minder zal zijn".
Nog eenmaal directeur Dijkstra van
Crest Internationale: „Het hotelbeleid in
Amsterdam is een verschrikkelijke cha
os. Datzelfde gaat zich ook in Den Haag
afspelen, waar de laatste jaren te veel ho
tels zijn gebouwd". (GPD)