Respons overstelpend Soms te weinig spanning 'Onder het Melkwoud' mooie voorstelling JAZZ Ontwikkeling en kwaliteit Toonbeeld van goede smaak Heel precies uitgevoerd Al het goeds op de keerzijde ZATERDAG 9 MEI 1987 V Hans Warren over Geheim Dagboek Hij is - hoe kan het anders - een gedreven liefhebber van het ego document in de literatuur. Hij laat geen gelegenheid onbenut om met verdriet in de stem vast te stellen dat het de Nederlanden aan tradi tie op dat gebied ontbreekt. Tijdens de Franse boekenbeurs sprak hij in het Parijse Grand Pa lais voor de zender France Culture over... het ego-document in de Eu ropese traditie. De uitgever Bert Bakker presen teert de eerste zes delen van zijn Geheim Dagboek in cassette en voegt daar een dun boekje bij. Het heet Het Dagboek als Kunstvorm. Hans Warren, schrijver-dichter- vertaler-dagboekhouder-criticus, over Het Succes. Hans Warren (65) waagt zich aan de stelling dat het dagboek méér toekomst heeft dan de roman. „Het grote bezwaar van de roman is dat je er in moet geloven terwijl het genre zo weinig geloofwaardig is. Je moet de eigen wetten en struc turen aanvaarden. Autobiografisch schrijven heeft die beperkingen niet en zal daardoor meer bestand zijn tegen de tand des tijds. Een goed voorbeeld is zonder twijfel Reve die de brief als zijn genre bij uitstek heeft ontdekt. Daar zit zijn creatieve hoogtepunt, daar is hij het meest zichzelf'. „In Nederland, ik ga daar in het boekje wat dieper op in, bestaat veel belangstelling voor het ego document. Men leest het blijkbaar graag en veel maar vergeet bij al dat lezen zelf te schrijven. Op die manier is er geen traditie, is het genre binnen het eigen taalgebied weinig verkend en bekend. Ik ge loof dat het succes van mijn Ge heim Dagboek, zo onverwacht als het is, daar een beetje verandering in gebracht heeft. Er worden ge makkelijker dagboeken en andere gebundelde aantekeningen aange boden. Uitgevers merken daar wel iets van. Ik ook. De respons is over stelpend en in de meeste gevallen is ze afkomstig van mensen die zelf Tekening van Peter Vos uit het boekje 'Het dagboek als kunst vorm'. (foto GPD) schrijven, dagboeken bijhouden. Van het Geheim Dagboek zijn tot nu toe honderdtachtigduizend ex emplaren verkocht. Dat is nogal veel voor een landje met een klein lezerspotentieel „We moeten ons ook maar niet te zeer beklagen want bij het ontbre ken van een echt grote stroom heb ben we dan toch ten minste twee journalen van wereldbetekenis en wereldklasse opgeleverd: Anne Frank en zeker ook Etty Hillesum. Anne Frank is boeiend maar jong, terwijl Hillesum al een ontwikke ling toont die mij doet zeggen dat we met een geniaal schrijfster te maken hebben. De rest komt daar ver bij achter. Ik moet het toch niet over Gitmans hebben..." „Het is zonder meer waar dat ik mijn dagboeken lange tijd als een werkplaats in de strikte zin van dat begrip heb gebruikt. Vooral in de eerste cahiers zie je telkens aanzet ten. Er worden dialogen vastge legd, poëtische invallen genoteerd, gedichten geboekstaafd. Het is een beetje literatuur op de groei, in de ontwikkeling. Zo kun je nu gemak kelijk stukken uit mijn proza, de len uit dichtbundels herleiden. De dwarsverbindingen worden duide lijk en ook de minder gelukte za ken krijgen hun plaats. In de loop van de jaren mindert die functie en ben ik meer een beschouwer ge worden". „Nee, ik geloof niet dat ik, nu ik eenmaal tot publikatie van de dag boeken besloten heb, minder on bevangen noteer. Een rasdagboek- houder doet dat niet. Ik merk wel dat mensen van buiten zich aandie nen en het gevaar op de koop toe nemen dat ze er wat minder flat teus uitkomen. Dat soort opdringe righeid vind je overal. Ik merk ook wel teleurstelling bij mensen die de boeken uitpluizen op hun eigen naam. Ik sta er wéér niet in, zeggen ze dan en refereren aan ontmoetin gen die voor hen kennelijk belang rijker zijn geweest dan voor mij". „Inmiddels doen zich allerlei sneeuwbaleffecten voor. Als het aan de comités en de literaire cafés ligt moet ik als een razende stad en land af om hier te vertellen, daar te lezen, tussendoor wat te signeren, kunstjes vertonen, opzitten en pootjes geven. Daar heb ik nooit van gehouden, ik vertoef zelden te Amsterdam. Maar af en toe moet het en soms valt het mee omdat er ook aardige dingen gebeuren. Eén van de gevolgen is mijn werk aan de dagboekkalender voor Meulen- hoff. Die kan in 1988 dag voor dag gevolgd worden en heeft betrek king op zoveel mogelijk taalgebie den, vertegenwoordigd door zeer uiteenlopende auteurs. Ik neem een treffend fragment op de dag waarop ze het enkele eeuwen gele den óf vorig jaar, gedateerd heb ben. Dat is een boeiend karwei". Ze is geboren in Frankrijk, uit een Engelse moeder en een Westindische vader. Ze is klassiek geschoold, spreekt zeven talen vloeiend, is fotomodel, studeerde kunstgeschiedenis en archeologie, speelt viool, doet aan ballet en...ze kan nog behoorlijk zingen ook. Het bewijs daarvan staat op haar grammofoonplaten 'She' en 'Viktor Lazlo'. En vanavond presenteert ze voor een miljoenenpubliek het Eurovisie Songfestival vanuit Brussel, de hoofdstad van het land waar Viktor Lazlo woont. Een diva uit België. door Ruud Ramler Wie haar nog niet kent, kan van avond ook met haar zangkwalitei ten kennismaken. Zij buit de pre sentatie van het songfestival in commercieel opzicht uit. Ter on dersteuning van haar net versche nen tweede elpee, 'Viktor Lazlo'. zal ze het songfestival openen met het op single uitgebrachte 'Breath less'. Ofschoon Viktor Lazlo de Neder landse taal goed beheerst, zegt ze tijdens het interview liever in het Engels te praten. „Het is laat ge worden gisteravond. Ik moet me te veel inspannen om behoorlijk in het Nederlands te kunnen ant woorden." Ze houdt een donkere zonnebril op gedurende het hele gesprek. Aanvankelijk maakt ze een slome indruk, die zou kunnen doen vermoeden dat alle drukte om haar heen haar weinig kan schelen. Dat blijkt een misvatting te zijn. „Ik houd er niet van over mijn kwaliteiten te praten. Ik zou niet weten waarom ze mij voor de pre sentatie hebben gekozen. Het is he lemaal nieuw voor me. Ik vind nieuwe ervaringen opwindend. Hans Warren: 'Ik merk ook wel teleurstelling bij die de boeken uitpluizen op hun eigen n English Choir en English Chamber Orchestra Het Leiden English Choir en het Lei den English Chamber Orchestra met 'The Crucifixion' van John Stainer, Motetten van A. Bruckner en het Re quiem van G. Fauré. Solisten: Ber nard Loonen tenor, Frans Huijts bas, Nicolien van der Rest sopraan, Hans Claus bas, Desiré Moerman viool en Hans van der Toorn orgel. Het ge heel onder de leiding van Ineke Smit. Gehoord op 8 mei in de Evan- gelisch-Lutherse Kerk'. LEIDEN - Onder grote belang stelling bracht het English Choir een programma van religieuze vocale werken, waarvan slechts één werk van Engelse hand. Mijn eerste kennismaking met het oratorium van John Stainer is me niet tegengevallen, hoewel ik dat aan het begin van de avond wel vreesde. Stainer (1840-1901) is volgens de program matoelich- ting de belangrijkste Victoriaan se componist van religieuze, Anglicaanse anthems, hymnen en services. Bij de uitvoering er van maakte het werk een wat fragmentarische indruk, alsof het een aaneenschakeling was van telkens weer andere liede ren. Misschien was het ook een gebrekkige timing, waardoor er te weinig spanning in de grote lijn werd opgebouwd. Naarmate het werk vorderde nam ook de spanning toe, kwam er meer te kening in de koorzang. De solis ten kweten zich voorbeeldig van hun taak: de tenor Bernard Loo nen wist zijn stem die typisch Engelse klank te verlenen, die Engelse tenoren zo onweerstaan baar kan maken. De baspartij van Frans Huijts was nogal ly risch en hij slaagde erin alle diep te en zwaarte te vermijden. Ook het koor kende momenten van geconcentreerd musiceren b.v. in het a capella gezongen 'God so Loved the World'. Bruckner Na de pauze volgden van de zeer gelovige Oostenrijker Anton Bruckner de 4 Motetten. Deze werken drukken uiteenlopende gemoedsstemmingen uit. Het koor het dat onder leiding van Ineke Smit duidelijk horen. Ik kan me voorstellen dat de om vang van de verschillende partij en wat zorgen heeft gebaard. De sopranen bv. haalden zeker in het 'Ave Maria' de hoogte maar met moeite en met verlies van klank. Fauré Tot slot het Requiem van Ga briel Fauré in de oorspronkelijke versie voor alt-violen, celh en bassen, wat blazers, harp en or gel. Zeker kwam het intieme en berustende - haast - rustgeven de - karakter tot uiting. Met na me de solisten slaagden daarin voortreffelijk. Ook hier trad va ker gebrek aan spanning op, waardoor de vaart eruit was. Bo vendien miste de samenwerking tussen koor en orkest de nodige eenheid om ons de uiteindelijke rust te geven die Fauré bedoeld heeft. MONICA SCHIKS Het is een uitdaging, die ik over me heen zal moeten laten komen. Of ik een beetje bang ben Natuurlijk. Ook al omdat ik eerst zing. Ik weet niet of ik van het hele orkest ge bruik zal maken. Ik wil graag de plaat zoveel mogelijk benaderen Een bas, piano, drums, gitaar en flugelhorn zullen waarschijnlijk genoeg zijn." Tussen 'She' en de nieuwe elpee zitten twee jaar. In de tussentijd verscheen er in Frankrijk een mini- album met louter Franstalige num mers, die alle in soms andere ver sies op 'She' staan. „Ik weet me van de eerste plaat niet zo veel meer te herinneren. Wel dat het een rommeltje was. We wisten nau welijks volgens welke structuur we zouden werken. Ik schreef des tijds alleen teksten. Ik zou niet eens weten hoe lang we aan de el pee hebben gewerkt. Ik deed altijd alles op het laatste moment. Ook het opnemen van nummers." Sade 'She' vroeg direct om een verge lijking met Sade. „Dat neem ik nie mand kwalijk. Nu hoor ik dat niet meer. Als mensen me eenmaal hebben zien optreden, weten ze dat die vergelijking niet meer opgaat. Voor mij is dat een soort beloning. Muziek moet blijkbaar kunnen worden geplaatst. Ik doe dat zelf ook. Als ik iets nieuws hoor, zoek ik meteen vergelijkingsmateriaal. Maar ik vind de vergelijking met Sade oneerlijk. Mijn elpee was al opgenomen, toen die van haar ver scheen. Ze was gelukkig succesvol en opende deuren voor bandjes en zangeressen die het in dezelfde muziekstijl probeerden. Sade en ik zijn geen vergelijkbare types. Heb je Sade wel eens zien optreden Er gaat niet echt veel van haar uit. Ik kom op het toneel pas tot leven. Ik word echt gek als ik op de planken sta. Een groot deel van mijn optre den bestaat uit up tempo-num mers. Dat schijnt het publiek niet van me te verwachten." Viktor Lazlo heeft op haar twee de plaat afscheid genomen van het verleden. Slechts enkele muzikan ten die ook 'She' speelden, zijn nog van de partij. Het opvallendste aan de plaat is dat de jazzclubsfeer, die 'She' kenmerkte, is verdwenen. Het tempo is opgeschroefd. 'Breathless', de siftgle waarop Ja mes Ingram het refrein meezingt, neigt naar disco. 'Hey baby cool', met het orkest van Count Basie, is pure jazz en 'Take me' is qua sfeer nagenoeg een kopie van Grace Jo nes' 'I've seen that face before'. „Ik houd niet van muziek die me shockeert. Er moet een melodie in zitten die blijft hangen. Daarom heb ik gekozen voor de stijl die ik nu zing". Viktor Lazlo: 'Ik houd niet 'Onder het Melkwoud' (Under Milk Wood) van Dylan Thomas door Or- kater. Vertaling: Hugo Claus. Met: Bart van Rosmalen en Thijs van der Poll (tevens muziek), Aat Ceelen (te vens bewerking), Chris Bolczek, Bert van Dijk, Ria Marks, Annet Malherbe en Josse de Pauw. Gezien op 8 mei in het LAK. Aldaar nog van avond te zien. LEIDEN - 'Onder het Mel kwoud' met zijn ingewikkelde wordingsgeschiedenis was aan vankelijk als hoorspel opgezet; daarnaast geniet het tevens als toneelstuk wereldfaam. Een gro te uitdaging is het om toneelbeel den te bedenken bij dit stuk over het leven van één dag in de fictie ve stad Llaregyb. Orkater doet in dit verband een eigenzinnige keuze, die bij zonder goed geschikt blijkt te zijn. De voorstelling krijgt hoofd zakelijk een concertante vorm Daarin biedt de muziek de ideale ondersteuning van het rijkge schakeerde taalgebruik. Want 'Onder het Melkwoud' is voor al les een poëtisch taalbouwsel. In deze concertante vorm, die dicht bij het oorspronkelijke hoorspel- karakter staat, krijgt de beelden de, associatieve taal alle aan dacht. Juist wat er (al dan niet direct uitgesproken) aan vooral erotische spanning zindert, krijgt door de muziek een extra emotionele lading mee. In een halve cirkel zitten zeven spelers (plus één pianist op de achtergrond) naast elkaar met muziekinstrumenten om zich heen. Een enkele keer staat er ie mand op, die een tekst moet uit spreken; soms bntwikkelt zich zelfs in aanzet een dialoog, zon der overigens bij echt toneelspel uit te komen. Van een rolverde ling is dan ook nauwelijks spra ke: acht personen zeggen de tek sten van de talrijke rollen in dit stuk. De sobere orchestrale op stelling en uitvoering vormt een hecht kader voor dit bij uitstek fragmentarische stuk. In één van de vele kleine episo des vraagt een moeder zich af, "wat de buren zullen zeggen?" Enkele weken geleden riep in Groningen iemand uit de zaal: "die buren vinden dit ongetwij feld vreselijk", om aldus zijn er gernis over de Orkater-voorstel ling te luchten. Alle kranten heb ben hierover bericht. Commotie is promotie, het LAK was derhal ve uitverkocht gisteravond. Ge tuige het enthousiaste applaus waren de LAK-bezoekers het niet met "de buren" eens. 'Onder het Melkwoud' is inderdaad een mooie voorstelling. WIJNAND ZEILSTRA Bijdrage: Ken Vos Threadgill Sextett 'You know the number' (12 en 13 oktober 1986. Novus 3013-1N) Een oude naam in een nieuw jasje. Het label Novus, toen met veel interessante produkties, ging zo'n zes jaar geleden ter ziele, kennelijk omdat het volgens de moedermaatschappij. Arista, niet commercieel genoeg was. Nu probeert Steve Backer als 'series director' opnieuw, ditmaal onder de hoede van RCA. In een po ging om alles wat renderend te houden wordt naast een pure jazz- serie ook een 'new age'-reeks geproduceerd. Het is al weer de vierde plaat van Threadgill's sextett, nu om onduidelijke redenen met twee t's gespeld. Al zijn vorige albums waren van zodanige kwaliteit, dat men reikhalzend uitziet naar nieuwe produkties van deze middelgrote groep. En inderdaad, de saxofonist/fluitist is er iets bijzonders te maken. Threadgill weet op onnavolgbare wijze jazztraditie met heden daagse relevante ontwikkelingen te verbinden, hetgeen niet alleen zijn composities en arrangementen verdiept, maar ook bredere perspectieven biedt voor de improvisatiepraktijk. Daarnaast heeft Threadgill ook een duidelijk herkenbare, enigszins droge articula tie op zijn instrumenten. Op deze plaat koppelt hij de blues aan vrije improvisatie ('Ber muda Blues'), weet hij iets zinvols te doen met elementen uit de zogenaamde serieuze muziek ('Theme from Thomas Cole') en zelfs zijn ervarignen in de rhythm blues worden niet vergeten ('Those who eat cookies'). Er wordt ook door andere leden van het sextet opvallend scherp geïmproviseerd, zelfs de twee slagwerkers zitten elkaar niet in de weg. Kennelijk komt de meest uitdagende mu ziek van diegenen die de vele tradities het best kennen en die als natuurlijke elementen in de hedendaagse jazz weten op te nemen. Alles is tamelijk goed opgenomen, maar de persing (V.S.) valt tegen. Als u het zich kunt veroorloven, moet u maar meteen de CD kopen als die uitkomt. Norace Parian 'Joe meets the rhythm section' (10 juli 1986. Timeless SJP 249). De plaat heeft een wat vreem de titel; de enige die uitgebreid soloruimte toebedeeld heeft ge kregen is 'Joe' oftewel Joop van Enkhuizen, de tenorsaxofonist die twee jaar geleden een opmer kelijke comeback maakte na een retraite van twintig jaar. De rit mesectie van pianist Parian, Ru- fus Reid op bas en Al Harewood verricht op enkele fraaie uitstap jes na alleen maar solide onder steunend werk. Het is met andere woorden Van Enkhuizens tweede plaat en hij is vrijwel net zo goed als de vorige. De saxofonist lijkt zich goed thuis te voelen in de stan dards en de bekende schema's en afgezien van het hoge register, komst hij qua toonvorming zeer goed voor de dag. Behalve die volle toon valt ook zijn Ameri kaanse timing op. De enige te leurstelling voor mij is de uitvoe ring van Sonny Rollins' 'Alfie's theme', waarin Van Enkhuizen wel heel voorzichtig improvi seert. De laatste tijd lijkt Nederland overstroomd te worden met competente tenoristen in de sec tor tussen moderne mainstream en neobop. Parian doet zowel in de begeleiding als in de korte soli zijn naam eer aan; hij is een toon beeld van goede smaak en even wichtigheid. Hetzelfde kan ge zegd worden van drummer Hare wood, die dan ook al meer dan 25 jaar met Parian speelt. Alleen Reid is soms aan de trage kant. Een uitstekend opgenomen plaat, een beetje conservatief, die doet denken aan Stanley Turren- tine's Blue Note-werk in het be gin van de jaren zestig. De per sing is goed en een bonus is de uitgebreide hoestekst van de Britse criticus Mark Gardner. Harris and Tailgaters Het vierde album van de getalen teerde trombonist Craig Harris en waarschijnlijk ook zijn beste. Harris (1953) heeft nog niet de persoonlijkheid van, zeg, een Roswell Rudd of Jimmy Knep- per, maar blijkens deze plaat werkt hij daar hard aan. Als bij zonderheid kan nog over deze blazer vermeld worden dat hij naast zijn hoofdinstrument ook regelmatig blaast op de didjeri- doe, een niet bijzonder flexibel, maar innemend klinkend au tochtoon Australisch instru ment. Als hij daar zoals hier functioneel op te werk gaat, is dat zeker een verrijking van het klankarsenaal van de nieuwe jazz. De eerste kant behandelt in suite-vorm waarnaar de albumti tel verwijst, namelijk het daklo- zenprobleem, dat zeker in Harris' vaderland, de V S., een actueel thema is. Wordt hier in de tame lijk korte stukken aardig gemusi ceerd. kant twee is nog iets beter Leuk geconstrueerde composi ties, waarop veel ruimte gereser veerd is voor soli. Opvallend de inbreng van klarinettist Don By ron en vooral trompettist Ed ward E.J. Allen, nieuwe namen op de scene. Er wordt trouwens over de gehele linie heel precies gespeeld, met name door drum mer Pheeroan Ak Laff, die in iets mindere vorm op de plaat van Threadgill te horen is. De beste stukken zijn 'Cootie', opgedragen natuurlijk aan Coot ie Williams - u weet wel, van de Ellington band - en 'Sound Sket ches', swingende avant-garde funk. Niet helemaal uitgebalan ceerd, maar wel 'state of the art' Zeer goede opname en goede persing. Ronald Shannon Jackson 'Live at the Caravan of Dreams' (1986. Caravan of Dreams CDP 85005). Het vorige jaar werden de lief hebbers van de nieuwere jazz op geschrikt door het verschijnen van een klein label uit Forth Worth, Texas, dat zich na een goede start met Omette Coleman voornam om heel wat interes sants uit te brengen. De eerste lp's, waaronder deze, bevatten al le live-opnanien. Het was niet al tijd even interessant wat de geta lenteerde ex-Coleman drummer met zijn Decoding Society ons de laatste jaren voorschotelde, vooral omdat er geen ontwikke ling van zijn muzikale concept in leek te zitten. Ook ditmaal wijkt hij lijks af van zijn vorige plaat, 'De- code Yourself, hoewel in twee nummers de band van de juju- musicus Twins Seven Seven meespeelt. Jackson past hier zijn bekende recept van lange melo dische lijnen en snel hoekig slag werk toe, dat soms helaas meer op veredeld marswerk dan funk flikt. Op kant één mislukt de samen werking met de Nigerianen een beetje, vooral omdat het eerste nummer meer van een uitge sponnen riff weg heeft dan van een compositie. Op het andere nummer wordt er oninteressant gesoleerd, zodat al het goeds al leen op de keerzijde te vinden is. Hier loopt alles beter, ook het sa menspel met Twins. Pas echt goed los komt Jackson in 'Boi ling Cabbage', waarin ook de an dere bandleden meer presteren. Zou het toch waar zijn dat drum mers slechte leiders en compo nisten (alles geschreven door Jackson) zijn? Live moet het leu ker zijn geweest. Jackson kan het nog wel, maar moet wat kriti scher worden. Redelijke, wat rommelige opname en goede persing. 4

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 35