Het volk staat achter mij'
TVfijn doel is ooit Ajax-Feyenoord te fluiten'
De'Aftrap'nu ook in
Nederlands vertaald
'Er is materiaal genoeg
voor een tweede boek'
Toni Schumacher begrijpt woede van Duitse voetbalwereld niet
Marianne Tump, een ambitieuze vrouwelijke scheidsrechter in een mannenwereld
ZATERDAG 2 MEI 1987
PAGINA 31
De Westduitse doelverdediger Harald (Toni)
Schumacher was in 1980 na het behalen van de
Europese titel de held van zijn natie, toen bleek
dat hij de finale tegen België met een gebroken
vinger had gespeeld. De pijn verbijtend voor het
vaderland. Twee jaar later viel bijna de totale
internationale voetbalwereld over hem heen. Zijn
'aanslag' op de Fransman Patrick Battiston in de
halve finale van het WK in Spanje zorgde voor een
enorme anti-Schumacher stemming. 'Der Toni'
had lang nodig om dat incident door middel van
goede prestaties naar de achtergrond te kunnen
dringen. Dat lukte uiteindelijk, de voetbalwereld
accepteerde Schumacher weer en in zijn land
werd hij twee keer tot speler van het jaar
uitgeroepen. Maar toen Schumacher aan het begin
van dit jaar met een boek op de proppen kwam,
kon hij zijn lol op. Zijn verhalen in 'Der Anpfiff
over conflicten binnen de nationale selectie, over
zijn medespelers en over doping, vielen volledig
verkeerd in de Westduitse voetballerij.
Schumacher werd door zijn club 1. FC Köln op
staande voet ontslagen en uit de nationale ploeg
verbannen. Nu is er sprake van dat PS V hem zou
contracteren als opvolger van Hans van
Breukelen, voor wie Tottenham Hotspur
belangstelling zou hebben. Bij het verschijnen van
de Nederlandstalige editie van zijn boek, 'Aftrap',
is Schumacher bereid tot een gesprek. Over zijn
boek uiteraard, maar vooral over de overspannen
reacties.
door Bert-Jan van Oei
Sportagentur Ruediger Schmitz,
het bureau dat de zaken van Toni
Schumacher behartigt is gevestigd
in het rustige Euskirchen, zo'n der
tig kilometer ten zuidwesten van
Keulen. In het kraakheldere kan
toor, zó opgeruimd en steriel dat de
vraag rijst of er eigenlijk wel
wordt gewerkt, zit Schumacher aan-
vankelïjk zwijgend voor zich uit kij
ken. Vriend en manager Rüdiger
Schmitz voert het woord. Maar wan
neer Schumacher overneemt, is er
van terughoudendheid weinig meer
te bespeuren. Hij spreekt snel en
veel en lijkt zijn hart te willen luch
ten.
Schumacher beseft dat ook in Neder
land de publikatie van 'Der Anpfiff op
zien heeft gebaard en wil graag vertellen
waarom hij het boek heeft uitgebracht.
„Ik heb al jaren met het plan rondgelo
pen. Het is maar goed dat ik niet wist
wat me allemaal boven het hoofd hing.
Als ik had geweten dat ik bij Köln weg
zou moeten, uit het Duitse elftal zou
worden gezet en als ik had kunnen ver
moeden hoe mijn collega's zouden rea
geren, dan had ik er waarschijnlijk van
afgezien. Dan was er nooit een boek over
Toni Schumacher gekomen, want ik heb
me altijd op het standpunt gesteld dat je
zo'n boek nog tijdens je carrière moet
uitbrengen. Omdat het tc makkelijk is
en zelfs een beetje laf om pas met je ver
haal te komen als je bent gestopt en niet
meer van de voetbalwereld afhankelijk
bent. Van achteraf praten heb ik nooit
gehouden".
Onbenullig
Schumacher koos dus niet voor de
makkelijkste weg, zeker niet wat de in
houd van zijn boek betreft. Collega-doel
man Jean Marie Pfaff kwam na Mexico
ook met een autobiografietje op de
markt, een onbenullig werkje met veel
brave familiekiekjes en een hoop gesna
ter. „Ik heb thuis twee dingen ingeprent
gekregen", legt Schumacher uit. „Altijd
hard werken en eerlijk blijven. En ik heb
tot dusverre geprobeerd me daaraan te
'Ik zal alleen terugkeren in het Westduitse elftal door een persoonlijke actie van Herman Neuberger' r).
houden. Ook toen ik het boek begon,
niet vermoedend dat mijn eerlijkheid zo
veel mensen tot razernij zou brengen".
Hij begrijpt nog steeds niet waarom
zijn collega's, de Duitse voetbalbond
(DFB) en bondscoach Franz Becken-
bauer zo furieus hebben gereageerd.
„Men sprak over de erecode die ik ge
schonden zou hebben. Je kent dat wel,
het zogeheten bevuilen van je eigen
nest. Maar het enige dat ik heb gedaan,
is mijn mening geven over zaken die al
lang bekend waren. Dingen, die al in
•vijftig kranten hebben gestaan in de
loop der jaren. Iedereen wist toch al dat
de nationale ploeg tijdens het WK in
Spanje interne conflicten kende, ieder
een kent toch de stress-situaties gedu
rende zulke evenementen en het pro
bleem van wel of geen sex tijdens trai
ningskampen en toernooien? En ook
over doping in de voetballerij is al vaak
geschreven. Misschien dat alles zo hard
is aangekomen omdat het in mijn boek
allemaal op een rij staat, ik weet het
niet".
Doping
Schumacher verwijst naar een inter
view, dat voormalig international Paul
Breitner in 1981 toestond aan Bild. „Dat
hele verhaal ging over doping en Breit
ner wond er destijds geen doekjes om.
Rond dat interview kwam weliswaar
wat publiciteit, maar lang niet zoveel als
ik nu over me heen gestort heb gekre
gen. Tegen Breitner zijn ook nooit maat
regelen genomen. Vandaar dat ik er echt
versteld van stond toen men het mij wel
kwalijk nam".
De golf van negatieve reacties maak
ten Schumacher voor de tweede keer in
zijn leven een diep ontgoocheld mens.
Hij beleefde het eerder, nadat hij bij een
woeste uitlooppoging Patrick Battiston
ernstig had geblesseerd, met als verschil
dat toen pers en publiek hem uitkotsten
en zijn medespelers hem in bescher
ming namen. Ditmaal ligt het anders.
Rüdiger Schmitz, die behalve Schu
macher vele andere Duitse sporters on
der zijn hoede heeft (Pierre Littbarski
bijvoorbeeld), grist een papier van zijn
bureau en begint voor te lezen: „Geachte
Herr Toni, ik kan niet nalaten u te schrij
ven en u te prijzen voor de moed die u
heeft opgebracht een aantal wantoestan
den in de Duitse voetballerij aan de kaak
te stellen. Eerlijkheid wordt meestal niet
beloond en dat is ook nu het geval. Maar
ik, en met mij vele Duitsers, hebben res
pect en waardering voor uw durf'.
Zegt Schmitz: „Zomaar een brief, we
hebben ongeveer negenduizend soortge
lijke reacties gehad. Slechts een stuk of
vijftien waren negatief. Het merendeel
van Duitsland staat achter Toni, daarvan
zijn we overtuigd". En Toni zelf vult aan:
„Ach, het is toch volkomen duidelijk dat
de mensen het zat zijn om altijd maar
weer die brave clichés en nietszeggende
verhalen van voetballers aan te horen.
De mensen waarderen eerlijkheid, dat
blijkt uit al die brieven".
De man op straat steunt Schumacher
in zijn oordeel over de Duitse voetballe
rij, die hij schijnheilig noemt. „Spelers
als Olaf Thon zijn toch eigenlijk domme
mannetjes", zegt Schumacher. „Thon
had uit de krant, die een paar stukjes
van mijn boek had gepubliceerd, zijn
conclusies getrokken en riep meteen,
dat hij nooit meer met mij in een elftal
wilde spelen. Als hij eerst het hele boek
had gelezen, zou zijn oordeel wellicht
wat genuanceerder zijn geweest. Velen
roepen dat ik de erecode heb geschon
den. Maar wat hebben ze zelf gedaan? Ze
hebben pillen geslikt en zich ongedisci
plineerd en egoïstisch opgesteld tijdens
het WK in Spanje. Is dat dan hun ereco
de?".
Schumacher lacht als hem gevraagd
wordt of hij nog ernstiger zaken bewust
uit zijn boek heeft gehouden, uit vrees
voor de gevolgen, waarmee hij nu uitein
delijk toch is geconfronteerd. „Ja, na
tuurlijk. Want ik heb uiteraard een ere
code. Bepaalde privé-zaken van spelers,
waarvan ik op de hoogte ben, heb ik niet
gebruikt. Weet je hoe dat boek tot stand
is gekomen. Ik ben samen met de Franse
journalist Michel Meyer om de tafel gaan
zitten. Hij moest mijn verhalen op pa
pier zetten. Ik heb twintig cassetteband
jes volgesproken en Michel heeft een
manuscript gemaakt van bijna duizend
bladzijden. Daaruit zijn we gaan selecte
ren, er is heel veel geschrapt. Maar alles
ligt er nog. Er is dus materiaal genoeg
voorhanden voor een tweede boek".
Voorlopig heeft Toni Schumacher
echter andere dingen aan zijn hoofd. Het
zoeken van een nieuwe club bijvoor
beeld. Om de hypocrisie van de Duitse
voetbalwereld nog eens te onderstrepen,
vertelt de 33-jarige doelman dat verschil
lende Bundesliga-clubs hem hebben be
naderd. „Vreemd hè. iedereen heeft me
bekritiseerd, Köln wilde zo'n 'verrader'
niet meer hebben. Maar ja, opeens blij
ken diverse verenigingen minder princi
pieel dan zij zich voordeden nu zij kans
hebben een goede doelverdediger aan te
trekken".
Namen wil hij beslist niet noemen,
ook niet van buitenlandse geïnteresseer
den, bij wie zich ook Feyenoord en PSV
zouden bevinden. „Het enige dat ik er
over wil zeggen, is dat ik iedereen een
kans geef. Ik ben niet zo arrogant om te
roepen dat ik alleen in Italië of Spanje
wil spelen. Geld alleen is niet het belang
rijkste. Ook mijn gezin telt. Mijn vrouw
moet zich thuisvoelen in een nieuwe om
geving en mijn kinderen moeten een
Duitse school kunnen bezoeken".
Naief
Dat laatste verklaart wellicht ook, dat
Schumacher nooit eerder uit Keulen is
vertrokken. In de loop der jaren wees hij
talloze aanbiedingen af, tevreden als hij
was met zijn inkomen en zijn leefomge
ving. Nu zegt hij: „Ik ben naief geweest,
want ik heb geloofd in clubliefde en we
derzijdse waardering. Inmiddels ben ik
wijzer en als ik een jongere speler moest
adviseren, zou ik, hoe cynisch het ook
klinkt, zeggen: bind je niet, ga spelen
waar ze je hebben willen. Doe twee jaar
je best, incasseer de poen en vertrek
naar elders. Ik dacht dat ik bij Köln kre
diet had, maar ze hebben me zonder par
don op straat gezet. Dat«doet pijn, want
ik had er mijn loopbaan willen afma
ken".
Ondertussen traint de 75-voudig inter
national nog steeds bij 'zijn' 1. FC. En
met de volle honderd procent inzet.
„Trainen is belangrijk voor me. Iedere
training is een wedstrijd. Het enige ver
schil is, datje na de training geen premie
ontvangt. Het kost mij geen moeite vol
uit door te gaan. Ja, er is wel het een en
ander veranderd. De spelers en ik staan
verder van elkaar af. Ach, ik weet inmid
dels wie mijn vrienden zijn, in elk geval
niet de Bundesliga-voeballers. Een
mens mag blij zijn met één echte vriend.
Ik heb er een stuk of vijf, weet ik nu. En
ben dus zeer gelukkig".
Mocht Schumacher straks naar het
buitenland uitwijken, dan speelt hij op
17 augustus een benefiet-wedstrijd met
FC Köln tegen een wereldelftal. En niet
met het nationale team, zoals Becken-
bauer enige tijd geleden opperde. „Dat
zou te gek voor woorden zijn. Ik snapte
er niks van toen Beckenbauer met dat
idee kwam. Eerst gooien ze me uit het
Duitse elftal en vervolgens bieden ze me
een afscheidswedstrijd aan mèt het
Duitse elftal. Köln ligt anders, ik heb zelf
gekozen voor een benefiet met Köln".
Een rentree in de nationale elf acht
Schumacher overigens niet uitgesloten.
„In het verleden zijn schorsingen ook
wel eens opgeheven. De voetballers die
in de jaren zeventig bij het omkoop
schandaal waren betrokken en zelfs
voor de rechter meineed pleegden, zijn
later toch weer geselecteerd. Maar ik ge
loof nooit dat Beckenbauer zelf het ini
tiatief zal nemen. Daarvoor is hy gewoon
een te zwakke persoonlijkheid. Wanneer
ik terug mocht keren in het Duitse elftal,
zal dat op gezag van de DFB zijn of door
een persoonlijke actie van Hermann
Neuberger. En als ze me vragen, zal ik
weer komen. Niet voor Beckenbauer,
maar voor Duitsland en voor de mensen
die mij de laatste tijd overstelpten met
hun steunbetuigingen".
Veel geld
Zijn geruchtmakende boek, waarvan
inmiddels 220.000 exemplaren zijn ver
kocht (215.000 Duitse en 5000 Neder
landstalige uitgaven), heeft Schumacher
behalve een hoop commotie ook veel
geld opgeleverd. Schumacher geeft dat
toe, maar ontkent ten stelligste dat het
hem daarom is begonnen. „Voetballers
hebben al gauw de naam geldwolven te
zijn. Koele kikkers, keiharde 'Profi's',
die niets en niemand ontziend te werk
gaan. Die schijn heb ik ook op me gela
den, zeker tijdens de affaire met Battis
ton. Maar geloof me, ik ben absoluut niet
'cool'. Tijdens een wedstrijd gebeurt er
zoveel met me, zelfs als ervaren prof gie
ren de zenuwen door mijn keel. Je moet
het alleen nooit later merken. Ik kom in
het veld zelfverzekerd over. Maar bin
nen in me kolkt en bruist het".
Een vrouw in een mannenwereld.
Zo kan Marianne Tump wel worden
genoemd. Samen met nog twee an
dere dames in Nederland is zij als
scheidsrechter doorgedrongen tot
de KNVB, hoewel vooralsnog niet
hoger dan de lagere regionen. Daar
houdt het wat haar betreft echter
niet bij op. Ooit hoopt zij op een
goede dag Ajax-Feyenoord te flui
ten. Marianne Tump: „Dat doel heb
ik mij gesteld. Het klinkt misschien
ambitieus, maar waarom zou ik er
niet op mogen hopen? Omdat ik een
vrouw ben? Dat vind ik dus
klinkklare nonsens".
Ferme taal van deze vrouwelijke referee,
die een paar jaar geleden het verzilverde
hulpstuk voor het eerst hanteerde. Niet
uit roeping, maar omdat het haar ge
vraagd werd. Dat was overigens niet ge
heel toevallig, want Marianne Tump is
goed thuis in het vroüwenvoetbal en
speelt al jarenlang op de liberopositie bij
IW uit Landsmeer.
„Er werd een paar jaar geleden om
scheidsrechters gevraagd. Ach, dacht ik,
waarom zou ik het niet doen. Je hebt ze
tenslotte nodig als je een potje wilt voet
ballen. En dus heb ik mij opgegeven.
Eerst begon ik bij de jeugd en langza
merhand ben ik hogerop geklommen.
Nu fluit ik in de derde en vierde klasse
KNVB. Alleen op zaterdag overigens,
want op zondag voetbal ik zelf. Zaterdag
vind ik een fijne dag. Dan kan mijn
vriend mooi de boodschappen doen.
Daar heb ik in het weekeinde geen tijd
voor", merkt ze met een olijk knipoogje
in de richting van haar levensgezel op.
Geen maatkostuum
Zodoende trekt Marianne iedere zater
dag haar zwarte pak aan. Bepaald geen
maatkostuum, want de cohfectie-indus-
trie is duidelijk niet ingesteld op vrou
welijke scheidsrechters. Marianne
Tump: „Je moet als scheidsrechter zelf
zo'n pak aanschaffen. Het wordt niet van
bondswege verstrekt. Raar is dat niet,
want ik koop tenslotte ook zelf mijn
voetbalkleren. En ook arbitreren is een
hobby. Maar goed, ik val wel in de ruime
maten. Dus 'Paul van Vliet-kleren'. Of te
groot of veel te groot. Echt charmant
vind ik me er niet in uitzien".
Moeilijkheden op het sportieve vlak
zijn Marianne Tump, die in het dagelijks
leven werkt als serveerster, tot nu toe
bespaard gebleven. Wel, zo zegt zij,
wordt zij zo af en toe moe van het ge
zwets dat door de heren voetballers te
pas maar veel vaker te onpas wordt ge
produceerd. „Ik kan me dan ook heel
goed voorstellen dat er scheidsrechters
zijn die er de balen van krijgen. De
meeste voetballers kunnen nergens te
gen", aldus Marianne Tump.
Vreemd
Toch vertrekt zij iedere zaterdag met
veel plezier naar de velden. Daar wordt
zij wel eens met een vreemde gelaatsuit
drukking door enkele bestuursleden be
groet, want een vrouwelijke scheids
rechter is nog steeds een zeldzaamheid.
„Af en toe is er wel eens een vrouwelijk
bestuurslid, maar de meeste vrouwen
die ik in de bestuurskamer tegenkom,
zijn bezig met het verzorgen van de hap
jes en de drankjes. Lekker rolbevesti-
gend dus, maar ach, alles heeft z'n tijd
nodig, denk ik maar. En trouwens, ik
ben niet zo'n fervente feministe dat ik
me daarover druk ga maken. Ik ben ge
woon een vrouw, die graag wil scheids
rechteren. Ik zou me pas kwaad maken
als ik zeker zou weten dat ik bijvoor
beeld geen promotie kon maken, alleen
vanwege het feit dat ik een vrouw ben.
Maar dat zal niet gebeuren. Er zijn nog
heel wat vrouwelijke waarnemers van
scheidsrechters".
Vrouwen die in een mannenwereld
een positie hebben weten te veroveren,
zeggen vaak dat zij meer het gevoel heb
ben dat ze zich moeten bewijzen dan
hun mannelijke collega's. Heeft Marian
ne Tump dat gevoel ook? „Nee hoor.
Ook niet tijdens een wedstrijd. Ik word
natuurlijk wel eens uitgeprobeerd, maar
dat gebeurt bij mannen ook. Ze mogen
me ook best eens uitschelden. Maar ik
heb wel m'n grenzen getrokken. 'Trut'
bijvoorbeeld kan nog net, maar het moet
niet erger worden. Dan stop ik en zeg ik
er wat van. Ze moeten wel weten tot hoe
ver ze kunnen gaan en als het nodig is
vertel ik ze dat precies".
Marianne Tump: 'Ik val in de ruime maten. Of te groot, of veel te groot'.
(foto GPD)
Oog in oog met Arie Haan. Schumacher: 'De mensen zijn het zat altijd
maar weer die clichés van voetballers aan te horen'. (archieffoto)
mmmm