De vrouwentoren zit
tot aan de nok toe vol
Afrikaans wordt krampachtig in stand gehouden
'Ze zijn gedoemd jarenlang bij elkaar te blijven'
ZATERDAG 11 APRIL 1987
PAGINA 35
Op het moment dat de zware misdaad door vrouwentoren in de Amsterdamse
mannen zich lijkt te stabiliseren, vertonen Bijlmerbajes, de enige vrouwengevangenis
steeds meer vrouwen crimineel gedrag. Een in ons land, zit niet voor niets totaan de nok
aantal vrouwen schrikt zelfs niet langer toe vol.
terug voor geweldsdelicten. De tijd waarin Preventieven, 'afgestraften', langgestraften
rechters vrouwen zielig vonden is voorgoed en ter beschikking gesteiden, alles zit door
voorbij. En dat ze ook vaker sancties elkaar. Daar huist de hele staalkaart met
krijgen opgelegd, blijkt uit de lijst van straffen die variëren van enkele maanden
vijftienhonderd vrouwen die op de tot achttien jaar en tbr. Alleen de
tenuitvoerlegging van hun straf wachten. De winkeldievegge en het heroinehoertje vind
je er niét. Het merendeel van de
bajesklanten wordt gevormd door vrouwen
die direct of indirect betrokken zijn geweest
bij de heroïnehandel. Zoals de vaste ploeg
Zuidamerikaanse vrouwen, die in Bogota
met hun 'gevulde' handtasjes op het
vliegtuig naar La Paz dachten te stappen
maar op Schiphol terechtkwamen om
vervolgens als koeriersters te worden
opgepakt.
Aan de rand van de stad doemen de
torens van de Bijlmerbajes in een
regenbui op. Alleen de plek al
draagt ertoe bij dat mensen hier het
gevoel krijgen buiten de maat
schappij te staan. In de 'aankomst
hal' volgens portiers achter gepant
serd glas op een regiment monito
ren elke beweging. Iedereen lijkt
potentieel verdacht. Er volgt een he
le legitimatieprocedure met pasjes
en telefoontjes over en weer voordat
het team wordt toegelaten.
Bij het zien van een tas vol foto-appa-
ratuur probeert een vertrekkende be
waarster duidelijk te maken dat verslag
gevers en zeker een fotograaf, voor zover
zij weet, nog nooit zijn toegelaten. Met
een telefoontje naar boven wordt ook dit
probleem opgelost. Toch blijft een derde
controle nodig, voordat een bewaarster
met een bos sleutels de bezoekers langs
gangen, trappen, deuren en in liften naar
de stafetage loodst.
De ontvangst daar door directeur en
andragoog drs. Jan Piek (39) is hartelijk.
Zijn ingetogen optreden beantwoordt
niet aan het beeld dat de buitenwacht
zich van een gevangenisdirecteur voor
stelt. Hij is openhartig, neemt geen blad
voor de mond, kent geen geheimen. Ook
niet tijdens de rondleiding langs de
vrouwen in de wasserij, het atelier en an
dere werkruimten. Zodra ze hem zien
wordt hij gegroet. Steevast groet hij te
rug.
Moord gepleegd
door Willem Jurg en Wim Kaag
van schuld en boete, ook over de achter
gronden van hun daden".
Sneller boos
In de vrouwentoren ligt dat anders.
„De vrouwen zijn veel sneller geëmotio
neerd, boos en bedroefd. Ze huilen vaak
na een afgelegd bezoek. Omdat ze zich
beter uiten, kunnen ze ook veel beter
worden opgevangen. De vrouwelijke ge
detineerden zijn sneller geneigd te pra
ten over wat ze bezighoudt. Dat schept
een speciale sfeer. De hulpverlening
heeft hier echt een functie. Het werk in
Schutterswei is minder bevredigend,
omdat het sterk is gericht op beveili
ging, op het binnenhouden van de gede
tineerde. Dat is het resultaat van het be
leid in Den Haag. Dat is niet alleen mijn
overtuiging, maar ook die van de meer
derheid van mijn collega's".
„Het aardige van het gevangeniswe
zen in Nederland is dat de bewaarder
centraal in het hele proces staat. In de
landen om ons heen is dat niet zo. Daar
gaat het vooral om de techniek, de elek
tronica en de tralies. Ons systeem houdt
in dat de bewaarders het gewricht vor
men tussen de straffende overheid en de
boef. Zij zijn het raakpunt. De gestrafte
boef komt het systeem voor het eerst te
gen in de vorm van die bewaarder. Hij
weet mensenogen op zich gericht en
geen elektronisch oog, zoals in de Ver
enigde Staten. Die keuze is in Nederland
heel bewust gemaakt".
Respect
„We hebben reden te denken dat er
een goede invloed van uitgaat. Door een
menselijke benadering geef je de gedeti
neerde het gevoel dat je hem respec
teert. In de hele bejegening stel je min of
meer: oké, je bent wel een zak. je hebt
een smerig misdrijf begaan, maar als
mens van vlees en bloed en met al je
emoties respecteren we je".
Volgens Piek is het binnen de Neder
landse strafinrichtingen een hele tijd
goed gegaan met de bejegening. Er wa
ren ook voldoende bewaarders om 's
avonds en in het weekeinde contacten te
leggen. Doordat in 1981 een heroverwe
gingsoperatie plaatsvond, heeft het ge
vangeniswezen een groot aantal bewaar
ders moeten inleveren. Schutterswei is
bijvoorbeeld twaalf bewaarders kwijtge
raakt. Dat heeft een gigantische invloed
gehad op het regime.
Alleen
„Vroeger hield één bewaarder op een
ring de zaak in de gaten. Hij wist dat zijn
collega bij Jan of Piet zat. Die was aan
het bejegenen. Dat is ook het leuke van
het vak. Als je een van de twee weghaalt,
wordt het een ander verhaal. De man die
daar nu in zijn eentje loopt, voelt zich
ook echt alleen en minder veilig. Hij is
niet meer in staat om contacten te zoe
ken op de ring. Dat heeft ook gevolgen
voor de gedetineerden. Ze melden zich
ziek, maar zijn dat vaak niet. Soms zitten
ze gewoon ergens mee. Aangezien de be
waarder geen gelegenheid meer heeft
naar hem toe te stappen, zie je razend
snel een verscherping van 'zij en wij' op
treden".
De directeur heeft gemerkt dat door
die verharding alle humane aspecten
van de bewaring worden doorgesneden.
Gedetineerden gaan de hele dag zitten
broeien op ontsnappingsmogelijkheden.
Beide partijen willen niets meer met el
kaar van doen hebben. „De bewaarder is
van die ontwikkeling het slachtoffer
Zijn arbeidsvreugde neemt af, omdat hij
niet meer kan uitdragen wat hij geleerd
heeft. Dat is heel frustrerend, daarmee
gaat zo'n tent kapot. Onze stelling is: als
je personeel weghaalt, buig dan ook het
beleid om. Zeg niet langer dat je zo hu
maan bezig bent, maar laat de techniek
het werk doen".
Hij heeft niet de indruk dat er op korte
termijn wat zal veranderen. „Het centra
le gezag huldigt het principe 'niet lullen,
maar cellen vullen'. Als ik onder mijn ca
paciteit zit moet ik meteen naar Den
Haag bellen. De cellen moeten vol".
„Ik zie duidelijk beperkingen in zo'n
vrouwentoren ten opzichte van de man-
nengevangenis. Als zich in een mannen-
gevangenis spanningen voordoen kan
een gedetineerde van Groningen naar
Maastricht worden overgeplaatst. Vrou
wen kunnen niet overgeplaatst worden,
omdat er maar één gevangenis voor ze is.
Als ze eenmaal in de Bijlmerbajes zitten,
dan zijn ze ook gedoemd jarenlang bij
elkaar te blijven".
Uitgeschoven
„Geen enkele andere strafinrichting in
Nederland hoeft met dat probleem om te
gaan. Bijna alle inrichtingen hebben een
specifieke bestemming. Ze functioneren
als huis van bewaring of als gevangenis.
Na de berechting van een man is het
huis van bewaring hem in principe
kwijt. De 'afgestrafte' gaat dan naar een
gevangenis waarvoor hij geselecteerd is.
Gaat het daar niet goed, dan volgt weer
een overplaatsing".
„Maar als een vrouw tot negen jaar
wordt veroordeeld, dan zit ze hier bij
goed gedrag zes jaar effectief in de vrou
wentoren. Soms met een buurvrouw
met wie ze de grootst mogelijke proble
men heeft. We kunnen hooguit een
beetje schuiven, maar eens ben je uitge
schoven. Dat houdt in dat we ons als in
richting bij een conflict wat anders moe
ten opstellen. We kunnen er nooit de bijl
in gooien en zeggen: 'ga jij maar naar
Eindhoven".
Ook zijn er verschillen in het type de
lict dat mannen en vrouwen plegen. Vol
gens Piek handelen mannen impulsie
ver en gaan vrouwen berekenender te
werk. „Mannen worden boos. hebben
drank op. Ze begaan een moord in een
discotheek of trekken een mes in een ca
fé. Bij de vrouwen heb je er een paar rare
delicten bij die een vrij langdurige voor
bereidingstijd vergden en waarvoor ook
een zeker doorzettingsvermogen was
vereist. Soms plegen vrouwen heel plan
matig moorden, met gif bijvoorbeeld. Of
ze huren er iemand voor in. Dat verschil
in delictensfeer heeft met gedrag te ma
ken. Ik vind dat ook terug binnen de in
richtingen".
„Mannen reageren heel anders op dis
ciplinaire straffen dan vrouwen. Als de
directeur tegen een mannelijke gedeti
neerde zegt 'je krijgt die en die straf,
dan reageert hij niet zelden heel direct.
Zo van: 'Wat ik, vier dagen strafcel?
Maak er dan maar meteen veertien van'
Of: 'Als je dat doet kom ik je nog wel
tegen als ik weer buiten sta".
Spel
Vrouwen weten volgens Piek ook best
dat ze wat boven het hoofd hangt. Als
rapport is aangezegd moeten ze binnen
een bepaalde termijn bij de directeur
verschijnen. „Als ze binnenkomen,' .be
gint hun spel. Ze gaan zitten, zijn vaak
heel beminnelijk en doen aardig. Hun
reacties zijn veel ingetogener. Ze zijn
wel boos als ze naar de strafcel moeten.
Dat gebeurt ook bij het passeren van
een apart kamertje met twee ogenschijn
lijk zeer gedistingeerde vrouwen die be
zig zijn met de finishing touch van lam-
pekappen. Kennelijk leidsters, denken
we. De directeur helpt ons uit die
droom. „Nee, deze dames hebben een
moord gepleegd". Op onze weg ontmoe
ten we meer tegenstellingen. Zo zijn er
kale strafcellen voor stoute vrouwen, zo
als Piek ze noemt. Maar ook een ruimte
die doet denken aan een hotelsuite. Van
daaruit worden de vrouwen voorbereid
op terugkeer in de maatschappij.
Jan Piek, woonachtig in Heiloo, was
voor zijn benoeming tot directeur van de
P1V (Penitentiaire Inrichting voor Vrou
wen. zoals het officieel heet) werkzaam
als adjunct-directeur van de Alkmaarse
strafgevangenis Schutterswei. Volgens
hem is er een wereld van verschil tussen
beide inrichtingen. „Schutterswei is
enig in zijn soort. Er zit een groep harde
criminelen, met wie weinig te doen valt.
Ze zijn moeilijk plaatsbaar in andere in
richtingen en daarom maar bij elkaar ge
zet. Alles is sterk gericht op uiterlijk
heid, er heerst een machocultuur. 'Ach,
die cel, dat fiks ik wel', hoor je ze zeg
gen".
Piek: „In Schutterswei doen ze stoer
tegenover elkaar. Maar de mensen die er
werken weten drommels goed dat ook
de zware jongens 's avonds na half tien,
als ze alleen in hun cel zijn, echt tuchten
Dan hebben ze het te kwaad. Maar ze
zijn minimaal toegankelijk over wat hun
dan beweegt. Ze komen niet gemakke
lijk met hun problemen voor de dag. De
hulpverleners en de bewaarders moeten
die houding proberen door te prikken.
Het resultaat is vaak minimaal. In
Schutterswei speelt de geestelijkheid
een belangrijker rol. Met de dominee, de
humanist of de pater spreken de gestraf
ten in de kamertjes over het vraagstuk
Directeur Jan Piek in een luxe cel, waarin vrouwen worden voorbereid op
terugkeer in de maatschappij: "Het centrale gezag huldigt het principe:
niet lullen, maar cellen vullen".
Een vrijwel kale isoleercel voor vrouwen die 'stout' zijn geweest
maar dat laten ze niet blijken. Ze lopen
rustig weg".
"Daarna, verdeeld over een paar da
gen. vindt de reactie plaats. Eerst zoeken
ze naar degene die de zaak heeft ver
linkt. Vervolgens peilen ze hoe de colle
ga's erover denken. En dan krijg je een
flinterdunne vlek van onrust, van ge
wroet, van gekissebis. Dat kan jaren du
ren. Ze zijn rancuneuzer en vergeten het
nooit. Bij mannen is het op een bepaald
moment over".
Vrouwen spelen het volgens de direc
teur intelligenter. Ze onthouden meer.
Ze zijn in dit verband eerder geneigd de
reglementen in te duiken om zich te
kunnen beklagen. Het aantal beklagza-
ken is in de toren altijd veel hoger dan in
de andere torens van de Bijlmerbajes.
Mannen accepteren een disciplinaire
straf sneller. Ze zijn wel boos, maar rea
geren het af met 'ach, dat gezeur, bekijk
het maar'. „Vrouwen zetten door, het
past in hun strategie", denkt Piek.
„Ze gaan in beklag en tutten zich op
als de Commissie van Toezicht langs
komt. Ze weten dat er dan een heuse
rechter of een advocaat komt luisteren,
terwijl de directeur in de beklaagden
bank zit. Het gaat vaak om heel kleine
dingen. Er zijn veel vormvoorschriften.
De functie van het beklagrecht is toch
ook een beetje dat spanningen zich kun
nen ontladen. De directeur fungeert
daarbij als een soort pispaal".
Heroïne
Erotiek en heroine spelen volgens
Piek een heel andere rol dan in de man-
nengevangenis. „Er hangen hier nauwe
lijks pornografische afbeeldingen. Aan
dacht voor sex-videootjes bestaat onder
de vrouwen evenmin. De belangstelling
gaat uit naar het wat meer romantische
genre. De erotiek speelt in die zin een
rol, dat er relaties ontstaan op basis van
pure affectie. Je ziet dat er tussen vrou
welijke gedetineerden meer toenadering
is dan bij de mannen. Het zijn geen vol
maakt lesbische relaties, het gaat meer
om aanhankelijkheid. Dat uit zich in
hand in hand lopen, de handen om el
kaar heen slaan, zeg maar elkaar emotio
neel aanvoelen. Als ze uit de detentie
worden ontslagen, dan is het ook weer
gebeurd met de relatie".
Piek ontkent niet dat er in zijn toren
heroïne circuleert. Het wordt volgens
hem binnengebracht door het bezoek
„We onderscheppen wel eens wat. Als
we bezoekers niet vertrouwen, dan mo
gen we ze fouilleren, klop, klop, klop
Dat is onvoldoende om de zekerheid te
hebben of ze al dan niet wat naar binnen
meenemen. Ze kunnen het verbergen in
het lichaam. Dat kun je niet tegenhou
den. Tijdens het contact tussen de be
zoeker en de gedetineerde zijn er legio
mogelijkheden om het spul over te bren
gen. Daar doe je niets aan".
Hij wijst erop dat de rechtbank in
Haarlem onlangs nog heeft bepaald dat
er uitsluitend aan het lichaam en niet in
het lichaam mag worden gevisiteerd.
Binnenkort vindt er over dit onderwerp
wel een gesprek plaats met justitie. „Ik
hoop toch dat het zover kómt dat we een
schouwarts kunnen inschakelen als we
ernstig het vermoeden hebben dat ie
mand drugs verborgen houdt. Er moet
een mogelijkheid worden gecreëerd om
hard drugs zo veel mogelijk te weren.
Momenteel is dat niet het geval en daar
ben ik buitengewoon ongelukkig mee.
Je ziet toch welke invloed ervan uitgaat.
Het loopt als een geweldig informeel cir
cuit door je hele tent heen. Veel vrou
wen hier weten wat er aan dat spul ver
diend kan worden of hoe lekker het is".
Het Afrikaans is één van de jongste
talen van de wereld en
tegelijkertijd één van de talen die
het meest bloot staan aan kritiek.
De overgrote meerderheid van de
Zuidafrikaanse zwarten moet er
niets van hebben. Veel Engels
sprekende blanken,die het op
school verplicht moeten leren,
vermijden het gebruik van het
Afrikaans zo veel mogelijk.
Zelfs sommige Afrikaners, blanken van
Nederlandse afkomst die binnen de re
gering de dienst uitmaken en die het
apartheidsbeleid creëerden, erkennen
dat het imago van hun taal niet best is.
De industrieel Anton Rupert verklaarde
tijdens een recent banket tegenover me
de-Afrikaners dat het Afrikaans vanwe
ge de banden met apartheid alom wordt
beschouwd als „de taal van de onder
drukker". Rupert wees er op dat „apart
heid" het enige Afrikaanse woord is dat
men in de gehele wereld kent.
De meeste Afrikaners, onverschillig
hun politieke overtuiging, zijn evenwel
trots op hun taal die zich na de landing
van Jan van Riebeeck te Kaap de Goede
Hoop in 1652 geleidelijk op basis van hel
Nederlands heeft ontwikkeld tot een ei
gen taal.
Oorspronkelijk werd het Afrikaans
uitsluitend gesproken door de Afrikaan
se boeren die 100 jaar waren onderwor
pen aan de heerschappij van het Britse
koloniale gezag. Pas na 1875 verschenen
er boeken in het Afrikaans, en het duur
de tot 1933 voordat de eerste Afrikaans-
talige bijbel werd gedrukt.
De voornaamste doorbraak vond
plaats in 1925. toen het Afrikaans het Ne
derlands officieel als tweede taal ver
ving. De andere officiële taal was en is
het Engels. Drieëntwintig jaar later
kwam de Afrikaanse Nasionale Partij
aan de macht en institutionaliseerde de
reeds lang gebruikelijke rassendiscrimi
natie in het stelsel van de apartheid.
Voor ongeveer 60 procent van de bijna
vijf miljoen blanken in Zuid-Afrika is
het Afrikaans de eerste taal. Dat geldt
ook voor de meesten van de 2,8 miljoen
„kleurlingen", mensen van gemengd ras
die nauwe culturele banden met de Afri
kaners koesteren. Voor bijna alle ande
ren geldt dat het Engels de eerste taal is.
Maatregelen
Het zwarte bevolkingsdeel, ongeveer
72 procent, gebruikt afgezien van stam
talen als het Zoeloe en het Xhosa bijna
uitsluitend Engels. Van overheidswege
wordt veel moeite gedaan om het Engels
en het Afrikaans op één lijn te plaatsen
De Zuidafrikaanse Omroep (SABC) en
veel ministeries bezitten speciale taaibu
reaus om het Afrikaans een positie te
kunnen geven die gelijkwaardig is aan
het Engels. Dorothy Lee, die verant
woordelijk is voor de Engelse sectie van
het taaibureau bij de SABC. zegt dat
haar Afrikaanse ambtgenoten het gevoel
hebben dat zij met de rug tegen de muur
staan, dat er een enorme behoefte is aan
maatregelen ter bescherming van het
Afrikaans vanwege de opmars van het
Engels. „Er is sprake van een bewuste
poging de taal zuiver te houden, met zijn
eigen kleur en wortels," aldus Lee. ïn
het geval van nieuwe begrippen, wordt
de voorkeur gegeven aan een Afrikaanse
equivalent boven een Engelse uitdruk
king.
De SABC arrangeert zijn tv-uitzendin-
gen zodanig dat Engelse en Afrikaanse
programma's elkaar op één avond afwis
selen. Als een interviewer tweetalig is,
worden de vragen vaak afwisselend in
het Engels en het Afrikaans gesteld
Sportuitzendingen worden ook tweeta
lig verzorgd, hetgeen ertoe leidt dat En
gelstalige en Afrikaanstalige presentato
ren om beurten voor de camera's plaats
nemen.
Ondanks die van bovenaf opgelegde
pariteit hebben de kijkers hun eigen
voorkeur. Een hoge omroepfunctiona-
ris, Alwyn Schlebusch, meldde op 20 fe
bruari dat 29 procent van de Engelstali
ge kijkers nooit Afrikaanse program
ma's volgt. Daarentegen kijkt slechts 2
procent van de Afrikaanstaligen nooit
naar Engelse programma's.
Engels sprekende personen worden
minder onder druk gezet om Afrikaans
te leren dan Afrikaners om Engels te le
ren. Bijna alle films die in Zuid-Afrika
worden vertoond zijn in het Engels. Het
is in het hoger onderwijs moeilijk om
Afrikaanse leerboeken te vinden. Enke
le geïmporteerde tv-shows die in het
Afrikaans zijn nagesynchroniseerd, wor
den tegelijkertijd op de radio in het oor
spronkelijke Engels uitgezonden, zodat
de kijker het geluid van de televisie kan
uitzetten.
De Star, een groot landelijk dagblad,
plaatste onlangs veel brieven van lezers
die pleitten voor afschaffing van de offi
ciële status van het Afrikaans. Ene G.B
Norton voerde hierin aan: „Ja, ik erken,
godslastering voor de meerderheid (van
de blanken), maar de enige oplossing als
Zuid-Afrika beoogt een verenigde natie
te worden."
Johan Combrink. hoogleraar in het
Afrikaans aan de gezaghebbende Uni
versiteit van Stellenbosch, zegt dat de
Afrikaners hun taal dienen te behande
len als iets om te delen en te bescher
men. „Wij blanke Afrikaans sprekenden
zijn veel te exclusief geweest, hetgeen
nadelig voor de taal werkt," aldus Com
brink. Hij suggereerde dat alle blanke
Afrikaanse culturele en literaire organi
saties hun deuren openstellen voor
kleurlingen. Combrink wees er vervol
gens op dat het stereotype van de taal zal
veranderen als er in Zuid-Afrika politie
ke hervormingen worden doorgevoerd.
Hij zei dat het stereotype sinds 1948 al is
aangetast, maar achtte „een ommekeer
even goed mogelijk".
Tweede plan
Voor het Afrikaanse establishment,
dat vreest dat zijn taal in het geval van
een zwart meerderheidsbewind naar het
tweede plan zal worden verschoven, is
de bescherming van het Afrikaans histo
risch en traditioneél gekoppeld geweest
aan de verdediging van de politieke su
prematie van de blanken.
Reeds in 1908 verklaarde D.F. Malan,
een Afrikaans nationalist die later pre
mier werd, dat „mensen en talen samen
worden geboren en sterven". De histori
cus T. Dubar Moodie noemt in zijn boek
„De opkomst van het Afrikanerdom
het Afrikaans de belangrijkste factor bn
de vereniging van de Afrikaners in hun
strijd tegen de Engels sprekenden. Voor
de Boerenoorlogen van vóór en rond de.
eeuwwisseling werd het Afrikaans be
schouwd als onbeschaafd, aldus Mood
ie. Hij voert vervolgens aan dat dit ver
anderde door vestiging van een na-oor-
logse school van Afrikaanse poezie.
Hedendaagse Afrikaanse schrijvers to
nen zich verdeeld over het gebruik van
het Afrikaans. Zo schrééf de roman
schrijver André Brink in 1984 in een arti
kei voor het tijdschrift Leiderschap nog
steeds veel plezier te beleven aan „de vi
riliteit en de vitaliteit van het Afri
kaans", maar erkende tegelijkertijd dat
het Afrikaans, als „taal van de apart
heid" is verworden tot „taal van de leu
gen". Brink vroeg zich serieus af of het
Afrikaans nog een toekomst zou heb
ben.
President P.W. Botha is daar zeker
van. Hij verklaarde verleden jaar dat het
Afrikaans een taal is „van zelfrespect en
erkenning van de rechten van anderen'
Hieraan toevoegend: „Het is niet de taal
van de onderdrukker. Het is niet de taal
van mensen die beschaamd zijn over
hun bestaan".
DAVID CRARY (AP)