'Amphitryon' op (gedurfd) literair niveau
Mary Dresselhuys (80) nog steeds op dreef
Verrijkende versobering van 'Eline Vere
Constantijn
Huygens
herdacht
Kunst te kijk in kerk
Bijzondere grafiek-expositie in AZL
Saslda Viersen glanzend hoogtepunt
PAGINA 22
KUNST
MAANDAG 30 MAART 1987
Aus Greidanus, Will van Kralingen en Alexander van Heteren inAmphitryon
'Amphitryon' van Heinrich von
Kleist door De Appel. Regie: Hans
Croiset. Vertaling: Barber van de
Pol. Toneelbeeld/kostuums: Tom
Schenk. Gezien op 27 maart in het
Appeltheater, Den Haag. Op 15 april
te zien in de Leidse Schouwburg.
DEN HAAG - "O Alcmene! Hoe
leeg is ook de Olympus zonder
liefde". Het zijn woorden van de
zich zelf rechtvaardigende god
Jupiter, die de gedaante van Am
phitryon aannam en aldus met
diens echtgenote Alcmene de
liefde bedreef. Dat is, wat je
noemt, de Amphitryonstof,
waarvan in de literatuurgeschie
denis een groot aantal bewerkin
gen voorkomt. Heinrich von
Kleist (1777-1811) heeft zijn
'Lustspiel' hoofdzakelijk ont
leend aan de onversneden kome
diebewerking van Molière; de
Kleist-versie is daarentegen
diepzinniger en in zekere zin ook
tragisch.
Want als Jupiter in het laatste
bedrijf aan alle verwarring een
einde wil maken, is dat slechts
een oppervlakkige oplossing.
Kleist plaatst namelijk het op de
proef stellen van Alcmene cen
traal. Als de twee Amphitryons
(de 'echte' en Jupiter als Amphi
tryon) tegenover elkaar staan,
moet Alcmene de echte Amphi
tryon aanwijzen. Een onmogelijk
alternatief, omdat voor Alcmene
na het gelukkig samenzijn van
'Een bijzonder prettig vergezicht'.
Tekst: Paul Haenen, regie: Berend
Boudewijn, spelers: Mary Dressel
huys, Petra Laseur en Leen Jonge-
LEIDEN - In het op magazine
formaat uitgevoerde programma
van 'Een bijzonder prettig verge
zicht' vertelt Paul Haenen dat hij
tot het laatste moment in overleg
met regisseur en spelers in de to
neeltekst heeft geschrapt en ge
wijzigd. Het resultaat is, zegt hij,
een project waar niemand een
duidelijk stempel op heeft ge
drukt. Had Paul Haenen of regis
seur Berend Boudewijn maar
wel een duidelijk stempel op de
tekst gedrukt dan was het nu uit
de bus gekomen compromis mis
schien vermeden geweest. De
voorstelling ligt niet in balans en
kent vele bijzaken die in de lucht
blijven hangen (zoals bijvoor
beeld het talrijke getelefoneer).
Het deel voor de pauze draagt
slechts bouwstenen aan voor
verderop, is veel te saai en wordt
nauwelijks gecompenseerd door
de persoonlijke uitstraling van
de acteurs. Er valt slechts één
hoogtepunt, de treinscène, te no
teren. Een (iets te lange) komi
sche entr'acte waarin Mary Dres
selhuys en Petra Laseur 'moe-
dertje-en-dochtertje' spelen en
Leen Jongewaard, de levensge
zel in het stuk van Mary Dressel
huys, de kaartjescontroleur.
Na de pauze begint het vele
voorbereidende werk vrucht te
dragen. Er is meer spanning,
vaart en drama en Mary Dressel
huys (verbazingwekkend jeug
dig en beweeglijk) en Leen Jon
gewaard geven eindelijk hun ac-
teerkwaliteiten prijs. Leen Jon
gewaard blijft de hele voorstel
ling, als gepensioneerde BVD-er
die het afluisteren niet kan laten,
de komiek. Jammer is dat wel
omdat Jongewaard in zijn spel
meer 'binnenkant' kan leggen
dan Dresselhuys en Laseur. die
in het terugkerende moeder-en-
dochter-spelletje hun complexen
proberen te verwerken.
Vooral Dresselhuys blijft, ook
al wordt ze 100, het voorkomen
houden van de pruilerige tiener
die om aandacht bedelt. Daarom
zijn die momenten het interes
sants als ze de 'diepte' in moet.
Als ze prijs moet geven dat ze
ooit een dochter heeft gehad die
niet van haar gehouden heeft.
Het zijn de sterkste momenten
van de voorstelling.
Zelf vond ik de strandscène
aan het eind het aardigst. Dres
selhuys speelt weer de moeder,
Jongewaard, die een geruite
theedoek om zijn hoofd heeft ge
knoopt, een oude vrouw. Ze
moeten ruzie maken over het
vergezicht. "Een bijzóndér pret
tig vergezicht", herhaalt Dressel
huys steeds met grote nadruk.
Daar zitten ze op de planken, de
één is 80 jaar, de ander 60 jaar
oud. Samen 140 jaar, gemiddeld
70 jaar oud en ze trappen nog
steeds als twee kwajongens on
bekommerd gein.
RADBOUT ENGBERSEN
Verrassende produktie Haagse Comedie
'Eline' door de Haagse Comedie Stu
dio; toneelbewerking naar 'Eline
Vere' van Louis Couperus door Hans
de Wolf. Met: Carline Brouwer, Kees
van Lier, Fred Goessens, Victor Löw.
Zang: Inez Hafkamp (messoso-
praan). Muzikale begeleiding: Jan
Pieter Koch. Regie: Aram Adriaan-
se. Gezien op 29 maart in een loods
achter de Koninklijke Schouwburg,
Den Haag. Aldaar nog tot en met 26
april op donderdag, vrijdag en zater
dag te zien; 's zondags matinee (14.00
uur).
DEN HAAG - Loop een door de
prachtige gangen van de Ko
ninklijke Schouwburg, en je
waant je gemakkelijk in de tijd
van Eline Vere, wier geest hier
door de vertrekken zweeft. Wat
ligt er meer voor de hand dan de
verwachting dat 'Eline', een to
neelbewerking naar 'Eline Vere'
van Louis Couperus, zich hier zal
afspelen? Uitgerekend voor de
theaterversie van deze bij uitstek
'Haagse Roman' koos de Haagse
Comedie Studio echter voor een
kale entourage buiten de muren
van de statige schouwburg: een
leeggehaalde decorloods is pro
visorisch tot theater omge
bouwd.
Zo'n tegendraadse benadering
roept verwachtingen op. Je
vraagt je af, of die houding ook
kenmerkend zal zijn voor de ver
dere aanpak van deze produktie.
Als snel blijkt dat niet alleen 'zo
maar' voor een andere entourage
is gekozen; inhoudelijk wordt er
eveneens het nodige mee ge-
.daan, waardoor 'Eline' in spel,
opzet en vormgeving een verras
sende, anderhalf uur lang
boeiende produktie is geworden.
De kale ruimte met enkele
meubelstukken is een eerste stap
in het proces van versobering.
De ruim 550 pagina's tellende ro
man met zijn veelheid aan perso
nages is in deze bewerking terug
gebracht tot een personencon-
stellatie van één vrouw en drie
heren. De kale ruimte is tevens
symbolisch voor de kilte van de
alledaagse realiteit, waarmee Eli
ne in kringen van de gegoede
burgerij wordt geconfronteerd.
Haar gevoelsleven dat in dromen
en fantasieën een wijde vlucht
neemt, loopt stuk op het kleine
wereldje waarin zij leeft. Haar in
nerlijke onrust, haar angst voor -
en tegelijk verlangen naar - ge
luk en haar sombere levensvisie
moeten wel botsen met de nuch
tere realiteit van alledag: Eline
kwijnt weg. Om dat proces ge
loofwaardig en aanvaardbaar op
toneel te brengen, is geen ge
makkelijke opgave. De toegepas
te methode van versobering
blijkt een ware verrijking.
De voorstelling laat verschil
lende stadia in Eline's ontwikke
ling zien - meestal in gedramati
seerde vorm; soms verhalend,
Carline Brouwer omringd door haar tegenspelers (Victor Löw, Fred
Goessens en Kees van Lier) in 'Eline'. (foto anp»
vooral als het om innerlijke ziele-
roerselen gaat. Wie de roman
kent, heeft zijn eigen Eline-Vere-
beeld. Het duurt misschien even,
voordat Carline Brouwer dat
beeld kan verdringen, maar het
lukt haar zeker. Op overtuigende
wijze maakte zij de snelle over
gangen van spelend naar verha
lend, en is geloofwaardig in de
grillige stemmingen van Eline,
die variëren van "himmelhoch
jauchzend, zum Tode betrübt".
Drie heren zijn haar tegenspe
lers: haar zwager Henk, een rus
tig tevreden mens; haar Verloof
de Otto, niet in staat om Eline
blijvend voor zich te winnen, en
haar neef Vincent, een echte hy
pochonder. Het decor is sober,
maar doelmatig. Door middel
van een ingenieuze vondst met
een spiegel krijgen wij als toe
schouwers zicht op een zangeres,
die indrukwekkend en sfeerbe
palend werk van Gounod, Mo
zart en Beethoven vertolkt.
DEN HAAG (ANP) - Op zijn sterf
dag 300 jaar geleden, is zaterdag in
de Kloosterkerk in Den Haag de
Hagenaar, topambtenaar, dichter
en musicus Constantijn Huygens
herdacht. In aanwezigheid van ko
ningin Beatrix sprak minister
Brinkman van cultuur over Huy
gens, die in 1596 werd geboren, als
een tijdgenoot. De historicus dr. S.
Groenveld had het over de hove
ling en de Neerlandicus prof. dr. L.
Strengholt over een dichter van
klasse. Twee onlangs ontdekte
composities van Huygens beleef
den hun 'premiere' voor de talrijke
gasten van het comité dat de bij
eenkomst had georganiseerd na
mens de Maatschappij der Neder
landse Letterkunde.
Onder de titel 'Constanter' is een
dag eerder in het Museon in Den
Haag de tentoonstelling geopend
die een overzicht biedt van leven
en werken van Constantijn Huy
gens (1596-1687). Meer dan 160
voorwerpen, prenten, boeken en
handschriften liggen te kijk. Ze ge
ven een beeld van de interessante
en veelzijdige figuur, die het be-
Koningin Beatrix neemt de drie publicaties over Constantijn Huygens in ontvangst tijdens de herdenking van
diens sterfdag, 300 jaar geleden. De vorstin kreeg het boekwerk uit handen van prof. dr. H.L. Wesseling, voorzit
ter van de Maatschappij der Nederlandse Letterkunde (midden). Links op de foto prof. dr. Strengholt, voorzitter
van het herdenkingscomité. (foto anp»
kendst is als dichter. De expositie mei- Van 20 juni tot 14 september van het Rijksmuseum Paleis Het
blijft in Den Haag tot en met 31 vormt het de zomertentoonstelling Loo in Apeldoorn.
de afgelopen nacht alleen de Ju
piter/Amphitryon bestaat, dat
wil zeggen: de Amphitryon in
zijn meest ideale vorm. Alcmene
stort zich dan ook gevoelsmatig
in de armen van Jupiter - bij het
aanwijzen van de echte Amphi
tryon faalt ze derhalve en tegelij
kertijd ook weer niet: een in ze
kere zin tragische paradox.
Van regisseur Hans Croiset
krijgt deze paradox terecht veel
aandacht, met als hoogtepunt de
schitterende slotscène: de Alc
mene van Will van Kralingen laat
zich enigszins opstandig voor de
onmogelijke keuze stellen. Op
die manier wordt voorkomen,
dat zij 'slechts' als toonbeeld van
vastberaden echtelijke trouw
wordt gepresenteerd. Deze Alc
mene is menselijker; zonder op
haar nu al te zeer een moderner
vrouwbeeld te willen projecte
ren, waartoe de regisseur in het
programmaboek geneigd lijkt te
zijn.
Aus Greidanus speelt de ge
tergde Amphitryon, die machte
loos een god als echtbreker te
genover zich vindt. Alexander
van Heteren als Jupiter is aan
vankelijk uit op lustbevrediging
met een aardse stervelinge. Toch
laat hij goed merkbaar zijn lich
telijk triomfantelijke houding
varen, als hij uiteindelijk inziet,
dat Alcmene hem uitsluitend om
zijn Amphitryon-gedaante lief
had.
De driehoeksrelatie Jupiter -
Alcmene - Amphitryon wordt op
een ander niveau weerspiegeld.
De god Mercurius (Hugo Maer-
ten) heeft de gedaante aangeno
men van Sosias, de knecht van
Amphitryon. In de rëlatie tot
Charis, de vrouw van Sosias,
leidt dit dubbelgangersmotief (in
tegenstelling tot de filosofische
implicaties op het niveau van Ju
piter - Alcmene - Amphitryon)
tot komische verwikkelingen.
Ook de confrontatie van de echte
Sosias met zijn evenbeeld levert
prachtige tafereeltjes op. Porgy
Franssen leeft zich hierin hele
maal uit, maar hij is dan ook een
acteur die dat uitstekend kan.
Trudy Labij als zijn vrouw laat
weer eens zien, hoe zij onweer
staanbaar komisch woede-aan
vallen kan krijgen. Hier is duide
lijk een regisseur/acteur aan het
werk: Croiset biedt zijn spelers
ruimschoots de mogelijkheid om
zich binnen het gegeven kader te
profileren.
Aan het begin van de voorstel
ling zien we achter het doorzich
tige gordijn een kamerorkest, dat
doet alsof het musiceert. Dat ge
beurt nogal amateuristisch; bo
vendien, is de betekenis er van
binnen het geheel volstrekt on
duidelijk. Afgezien van dit kleine
incident stevent de produktie
van gedurfd literair niveau con
sequent af op de ontknoping, die
eigenlijk weinig oplost - door
Alcmene veelzeggend samenge
vat in haar befaamde slotwoord
'Ach!'.
WIJNAND ZEILSTRA
Kunst in de Hooglandse kerk.
LEIDEN - Tot en met 30 april
exposeert een groep christelijke
kunstenaars in de Hooglandse
kerk. Uitgangspunt van de ten
toonstelling is het onder de aan
dacht brengen van kunstenaars,
.wier geloofsopvatting een rol
speelt in hun leven en werk. Het
is een initiatief van de werkgroep
Aholiab, die is samengesteld uit
leden van-Youth for Christ, Ich-
tus, de Navigators en het E.L.S.
Er is uiteenlopend werk te zien
van in totaal tien exposanten, zo
als F. v.d. Burgt, C. Fafiani, N.
Griffioen, K. Huigen, J. Johans
son, M. de Klijn, R. Nyburg, M.
Scholten, H. Valstar en L. Vene-
ma. Ook Maarten 't Hart zou aan
vankelijk zijn medewerking ver
lenen; door onenigheid over het
te exposeren werk is dat echter
niet doorgegaan.
Tijdens zijn openingstoe
spraak, zaterdagmiddag in de
Hooglandse kerk citeerde dich
ter en dominee J. Zijlstra de
componist Liszt, die onder
scheid maakte tussen kunstwer
ken die tot ons komen, en kunst
die verlangt dat we tot haar gaan.
Gelet op de kwaliteit behoren de
geëxposeerde werken volgens
ds. Zijlstra tot de tweede catego-
De expositie brengt houtsne
den, aquarellen, tekeningen, li
tho's, schilderijen, zeefdrukken
en objecten van hout en ander
materiaal. Soms is het werk zeer
direct geïnspireerd door bijbelse
motieven; veelal is dat minder of
soms niet of nauwelijks het ge
val. Van Flip van de Burgt bij
voorbeeld brengt de expositie
houtsneden met afbeeldingen
naar fragmenten uit de bijbel.
'Water uit de rotsen' daarentegen
is een object van Cor Fafiani, dat
bestaat uit een stuk rots waaraan
een glas is bevestigd. De afbeel
ding op het tentoonstellingsaffi
che is ontleend aan een litho van
de in Zweden geboren Janeric
Johansson. Daarop probeert een
pop te voldoen aan de ideale
menselijke proporties, die op de
tekening van Leonardo da Vinei
daarachter staan aangegeven.
Openingstijden: maandag 13.00-
15.30 uur; dinsdag-vrijdag 11.00-
15.30 uur.
Expositie 'Grafiek, uitgegeven door
Zeger Reijers', t/m 5 april. Galerie
AZL, Nieuwbouw Academisch Zie
kenhuis, Rijnsburgerweg 10, Leiden.
Openingstijden: dagelijks van 10.00 -
17.00 uur.
LEIDEN In de galerie van het
AZL is een expositie ingericht
met grafisch werk van een groot
aantal Nederlandse kunstenaars.
Het bijzondere aan deze grafie
ken is, dat het merendeel werd
uitgegeven en gedrukt door één
man: Zeger Reijers. De zeefdruk
ken, die vaak het resultaat zijn
van een zeer nauwe samenwer
king tussen drukker en kunste
naar, bezitten een eigen karakter.
In de presentatie is een zekere
samenhang aangebracht door di
verse benaderingswijzen als uit
gangspunt te nemen.
In de abstracte richting vinden
we de zuiver geometrische ab
stractie in Morelets 'Horizontale'
naast de geometrische afgeleide
vormen van Peter Kantelberg.
Een projectie van driehoekige
segmenten van Sjoerd Buisman,
'Sculpture study' genaamd, sluit
hierbij goed aan.
Cecile van der Heiden en Jan
Commandeur tonen in hun werk
decoratieve en kleurrijke patro
nen, maar mijn voorkeur ging
vooral uit naar de in dezelfde
hóek ondergebrachte ritmische
compositie van Josephine Sloet.
Dit geheel van aaneengesloten
elementen heeft zij met grote
verfijning tot een bijzonder pa
troon weten te maken.
Op het werk van René Daniëls
met een komische noot in de titel
verstopt, volgt een indringende
bijdrage van Ansuya Bloift. De
donkere, skeletachtige vormen
duiden, naar mijn gevoel, op een
wrange inhoud, al zou de titel 'In
wonderland' iets anders doep
vermoeden.
Ook de zeefdruk van Mariene
Dumas bevat een sterke tegen
stelling. Het contrast tussen het
devoot opkijkende meisje en het
naakte lichaam van een volwas
sen vrouw, verwijst mogelijk
naar de kloof tussen jeugdige
idealen en de werkelijkheid.
Mariene Dumas gebruikt even
als twee andere exposanten, Si-
gurdur Gudmundsson en Ger
van Elk, fotografische middelen
bij de zeefdruktechniek. Van Elk
ging in een van zijn twee stukken
uit van het beeld van de Mont
Blanc. In deze evenwichtig opge
bouwde compositie, die uit vier
driehoeken bestaat', wisselde hij
steeds een foto af met een blauw
of grijs gekleurde segment.
Een kleurrijke zeefdruk met
tulpen, door Jan Cremer opge
dragen aan Zeger Reijers, sluit
aardig aan bij een werk van Ka-
rel Meijers. Deze werken vormen
met een stuk van Henk Visch de
figuratieve sluitstukken van de
ze expositie. Door het leggen
diverse verbanden binnen de
keuze van deze selecte groep
kunstenaars die met Zeger Reij
ers hebben samengewerkt, ont
staat een duidelijke geleding.
Hierdoor is men ontkomen aan
het gevaar van een opeenvolging
van werken, die op zich de moei
te van het bekijken waard zijn.
NANCY STOOP
Concert Jeugdkamerorkest Leiden
Concert door het Jeugdkamerorkest
Leiden o.l.v. Henk Briër met werken
van Leopold Kozeluh, Istvén Szele-
nyi en Joseph Haydn. Soliste: Saskia
Viersen viool. Gastoptreden door
een sextet uit het Vocaal Ensemble
van de Streekmuziekschool Leiden,
m.m.v. Joop Brons clavecimbel. Ge
hoord op 29 maart in de Taffeh-zaal.
LEIDEN - De Taffeh-zaal was
iets minder goed bezet dan bij
het vorige optreden van het
Jeugdkamerorkest in oktober
1986. Henk Brier verontschuldig
de zich daarvoor in zijn voor
woordje. "Veel leden van het en
semble moeten het spelen in het
orkest combineren met hun
schoolwerk. Daarom kan het
programma niet altijd even om
vangrijk zijn". Het concert werd
gistermiddag echter verrijkt
door het optreden van een gas-
tensemble.
De symfonie in g-kl. van de
niet zo bekende Boheemse com
ponist Leopold Kozeluh (1747-
1818) werd geopend met een
vastberaden inzet. Melodieuze
en plezierige muziek om naar te
luisteren, alhoewel het voor het
orkest lang niet gemakkelijk was
om een strak tampo overhaaste
vluchten in te binden. Bij tijden
klonk het ensemble zeer geïnspi
reerd, maar het kwam ook wel
voor, da^je de klank van min
stens vijf afzonderlijke violen
kon onderscheiden. De uitdruk
kingen die de gezichten van de
spelers vertoonden varieerden
van musiceervreugde via con
centratie tot grote bekommerd
heid.
Na een wat onzeker begin van
het Vocaal Sextet in Regina Coe-
li van J.P. Sweelinck (1562-1621),
waarin de klanksterkte van de
verschillende stemmen nogal
wisselend was, hervonden de
zangers hun evenwicht in de vol
gende werken. De a capella ge
zongen chansons van de Leidse
componist Cornelis Schuyt
(1557-1616) werden levendig, met
een luchtig gevoel voor ritmiek
en timing, en zonder verlies aan
toonhoogte gebracht. Dezelfde
kwaliteiten vertoonden ook de
madrigalen van Schuyt. Joop
Brons leverde hier een zeer acu-
Na twee stukken voor strijkers
van de hedendaagse Hongaar Ist-
van Szelenyi, die nu niet meteen
een voorbeeld waren van de e
heid binnen een ensemble,
kwam dan toch het moment,
waarop velen gewacht hadden.
De jeugdige Saskia Viersen, die
in april aan het Menuhincon-
cours in Engeland zal deelnemen
met het vioolconcert in C-gr. van
Haydn, gaf gisteren een virtuose
uitvoering van dit werk. Al met
een viel haar mooie, glanzende
toon op en de zelfverzekerheid,
waarmee zij alles uit het hoofd
speelde. De begeleiding van het
jeugdorkest kwam bij haar over
tuigende spel wel erg in de scha
duw te staan. Vooral het adagio
heeft mij erg geboeid door de
grote zangerigheid, die er uit
sprak en de muzikale samen
hang die zij eraan wist te geven.
Na een staand applaus speelde
Saskia als toegift een capriccio
van Paganini.
MONICA SCHIKS