In Goose Bay heeft het
verleden geen toekomst
ZATERDAG 28 MAART 1987
PAGINA 23
"Zie je die bergen? Daar kunnen we
niet meer heen. Dat is verboden ge
bied. Duizenden jaren hebben we
daar gewoond, gejaagd en gevist.
Dat is straks afgelopen. Kan niet
meer".
door Manfred van Eyk
David Nuke, een activist die op de
bres staat voor het cultuurbehoud van
zijn volk, staart over de baai naar de be
sneeuwde bergtoppen. De wind jaagt
donkere wolken over het noordoosten
van Canada. Het is herfst in de streek
Labrador (provincie Newfoundland), er
wordt sneeuw verwacht en de tempera
tuur zal snel zakken.
Dit sub-arctische klimaat heeft het
volk van David Nuke lange tijd be
schermd tegen het zich snel uitbreiden
de kolonialisme uit Europa. De winter is
lang (9 tot 10 maanden), de bodem is dan
bedekt met een dikke laag sneeuw en de
temperatuur kan dalen tot -50 graden
Celcius.
De Innu, een van de laatste jagerssa
menlevingen van Noord-Amerika, noe
men dit land Ntesinan, hetgeen 'ons
land' betekent. In dit uitgestrekte ge
bied (ongeveer zo groot als Frankrijk) ja
gen ze vooral op de kariboe, een Noorda
merikaans rendier. Hiervoor moeten ze
diep het woud in trekken, omdat kari-
boes verschillende trekroutes kennen en
daarom wijd verspreid zijn.
Achtergebleven
De kolonisten hebben nooit veel res
pect voor de Innu getoond. In 1928 werd
Oost-Canada opgesplitst in de provin
cies Quebec en Newfoundland. In plaats
van 'ons land' werd het beschouwd als
een onbewoonbaar gebied, waar slechts
'achtergeblevenen ten opzichte van de
westerse samenleving' woonden, wier
politieke organisatie niet voldeed aan de
westelijke normen, en dus als rechteloos
werd beoordeeld.
Rond 1940 rukte de 'beschaving' flink
op. Het dorpje Goose Bay werd omge
toverd in een militaire luchtmacht-basis,
als springplank naar de slagvelden van
Europa. In Labrador namen multinatio
nals bezit van de grond voor de winning
van delfstoffen. Dertig jaar later werden
er stuwdammen gebouwd bij James Bay
en Churchill Falls ter aanvulling van de
Canadese en Amerikaanse elektriciteits
netten.
Bart Jack is een van de woordvoerders
van de Nationale Innu-raad. "Het gebied
was onherkenbaar" zegt hij. "Paden wa
ren overstroomd, tenten en kano's weg
gespoeld. Achter de dammen stond te
weinig water in de rivier, zodat daar
weer niet gevaren kon worden. Maar het
ergste van alles was de verdrinking van
vele duizenden kariboes".
Inmiddels had een combinatie van
overtuigend missiewerk en westers on
derwijs ervoor gezorgd het Innu-volk
aan de kusten te houden, waar ze in door
de overheid gebouwde huizen hun in
trek dienden te nemen. De kanvas-ten-
ten werden opgerold.
Bewustzijn
Een van de nederzettingen in het oos
ten is Sheshatshit. Dit dorpje met zo'n
600 inwoners, ligt 30 kilometer verwij
derd van Goose Bay. De laatste tijd trok
ken de Innu nog maar een paar maanden
per jaar het bos in (lente en herfst), maar
onder invloed van een groeiend natio
naal bewustzijn lijkt de trek daar naar
toe weer op te leven, ondanks leerplicht
en ondanks jachtbeperkende maatrege
len van de overheid.
Sommige jongeren zijn daar niet altijd
even enthousiast over. Aangetrokken
door kleurentelevisie en discoklanken
blijven ze het liefst thuis. Hoe moeten de
ouderen het jagen en het overleven
straks aan de kinderen leren? George
Nuna, inwoner van Sheshatshit en vader
van vier kinderèn: "Dat is een probleem.
We gaan niet lang, zo'n drie maanden,
tot kerstmis. Sommigen vinden het
leuk, maar anderen verlangen terug naar
Sheshatshit. In de bossen is geen televi
sie, geen patat. Je kan er niet uitgaan".
Ondertussen wordt het er in Sheshats
hit zelf niet beter op. Verstoken van het
contact met de natuur en de daarmee
verbonden leefwijze, openbaren zich al
lerlei fysieke en psychische problemen.
Het aantal zelfmoorden, vooral onder
jongeren, is hoog en het alcoholgebruik
is niet meer onder controle.
David Nuke: "Natuurlijk is alcohol
een groot probleem. Maar waarom denk
je dat we drinken? Niet omdat we lui
zijn of niet willen werken'. In de bossen
werken we altijd, daar wordt nooit bier
gedronken. Hier in dit kamp is geen
werk, wat moeten we anders?"
Ben Michel, een andere Innu uit het
dorpje: "Er is hier sprake van culturele
genocide. We worden apathisch, want de
Canadese overheid knijpt ons heel lang
zaam de keel dicht. Daartegen verzetten
we ons, anders worden we gek".
Laagvliegen
De laatste jaren is er weer wat nieuws
bij gekomen: laagvliegvluchten vanaf de
luchtmachtbasis. Sinds 1980 wordt er
veelvuldig geoefend door Westduitse,
Britse en Canadese militairen. Met een
snelheid van 900 tot 1000 km per uur
scheren de straaljagers met een gigan
tisch lawaai zo'n 30 tot 40 meter boven
Labrador. Dit jaar, op 1 april, zal Neder
land zich bij hen voegen. In Goose Bay
worden al voor zo'n 9 miljoen gulden
Moeilijker
Tentenkamp van Innu-jagers in de bossen van Newfoundland. Foto rechts onder: een Canadese straaljager op de luchtmachtbasis
Goose Bay. (foto's Manfred van Eyk)
hangars en barakken voor de Hollanders
opgeknapt.
"Dit is subliem. We hebben een uur
lang op lage hoogten gevlogen en ik heb
echt geen mens gezien. Zelfs geen kari
boe", verklaarde luitenant-kolonel Van
de Burg na een proefvlucht vorig jaar zo
mer, in een Nederlandse Defensiekrant.
Het moet gezegd, Labrador is een goed
oefengebied. Het uitzicht is prima, er
zijn veel overeenkomsten met het land
schap in Midden-Europa, maar er wonen
wel mensen.
Mary Andrew (53), sinds een jaar in
woonster van Sheshatshit: "Ik durf niet
meer in de bossen te blijven. Angst voor
de straaljagers. Drie, vier keer per dag
kwamen ze. Ze vlogen zo laag dat ik de
gezichten kon zien. Kinderen raakten in
paniek, lieten zich op de grond vallen en
werden 's nachts huilend wakker".
Niet alleen mensen hebben last van de
oefeningen. Volgens de Innu-woord-
voerders Jack, Nuke en Michel raakt de
dierenwereld al evenzeer erdoor ver
stoord. Kariboes bijvoorbeeld, zouden
massaal uit het laagvlieggebied weg
vluchten.
Diep in de bossen van Labrador zit Si
mon Penashue (48) met z'n familie in een
tent. Als Innu-jager leeft hij al jaren in
het woud. De houtkachel geeft onver
wacht veel warmte in de met kanvas be
spannen tent. Zo is die temperatuur van
-50 graden 's winters wel vol te houden,
maar het wachten is nog op de isoleren
de sneeuw, als beschermende bondge
noot tegen de gierende wind. Simon en
zijn vrouw Naissa laten een zojuist ge
vangen hermelijn zien.
Penashue: "De kariboes trekken
steeds verder weg en daardoor wordt het
jagen steeds moeilijker. Nu vliegen de
straaljagers zelfs 's nachts over het
kamp. Het is afschuwelijk, want we we
ten nooit wanneer ze komen. Als het zo
doorgaat moeten we hier weg. Naar
Sheshatshit, maar dat willen we niet. We
willen het bos, niks anders".
David Nuke (rechts) en Bart Jack: "Wat moeten we verkopen als onze
cultuur er niet meer is?".
Op de luchtmachtbasis van Goose Bay
windt commandant-kolonel John David
zich daarover behoorlijk op. Volgens
hem zijn alle berichten verdraaid en ge
logen. "Goed, we zijn vroeger een of
twee keer over zo'n kamp gevlogen.
Toen wisten we nog niet dat ze daar za
ten, maar nu komt dat niet meer voor.
Nu zeggen we tegen ze: meld waar je
heen gaat, dan komen y/e er niet. Labra
dor is groot genoeg".
Navraag bij de Innuwoordvoerders
leert dat er weinig enthousiasme bestaat
voor dat plan. Kampen moeten immers
steeds worden verplaatst en men heeft
er weinig zin in de militairen steeds om
een gunst te vragen.
Kolonel David gelooft overigens niet
dat de Innu-jacht door zijn oefeningen
wordt beperkt. "De route van de kudde
verandert doorlopend- Ze zitten nu wat
noordelijker, maar nemen ondertussen
wel toe in aantal. Er zijn er zelfs nog
nooit zoveel geweest Het laagvliegen
heeft geen enkele invloed op ze. Kari
boes hebben meer last van muggen dan
van straaljagers".
Aanpassen
"Luister eens", zegt hij, "de Indianen
moeten zich leren aan te passen. Ze heb
ben het beter dan ooit tevoren. Dat no
madische bestaan waar ze het steeds
over hebben is een romantische gedach
te. Dat is vandaag de dag niet meer mo
gelijk. Weet je, ik heb niks tegen in
heemsen. We hebben geen problemen
met de Eskimo's aan de kust en ook
geen problemen met de Innu in het
dorpje Davis Inlet, 400 kilometer noor
delijker. Hier in Sheshatshit worden de
Innu gebruikt door actie- en vredesgroe
pen om tegen de Navo te demonstre-
De toenemende militaire activiteiten
(Goose Bay is in de slag met het Turkse
Konya met als inzet een belangrijke en
aanzienlijk grotere basis) trokken in de
loop der jaren inderdaad de aandacht
van allerlei vredesgroepen, op de hoogte
gesteld door Innu-gemeenschappen in
het Franstalige Quebec.
In het door kolonel David genoemde
dorpje Davis Inlet is Catjetan Rich het
hoofd van de gemeenschap. "We hebben
wel degelijk last van laagvliegers. Het
natuurlijk evenwicht raakt verstoord, de
kariboes trekken weg en de zwarte beer
komt dichterbij, zelfs tot in het dorp. Dat
hebben we nog nooit meegemaakt", zegt
hij.
Studie
De noordelijkste nederzetting van
Newfoundland is Nain. Er wonen onge
veer 1000 mensen. De Inuit (Eskimo's)
vormen er de meerderheid (80 procent),
de overigen zijn afstammelingen uit Eu
ropa of nieuwkomers uit het zuidwesten
van Canada. Een schommelend vlieg
tuigje volgepakt met mensen ("kan de
verwarming wat lager?") landt in de
avonduren op het sneeuwtapijt van
Nain. Ook hier protesten. Jos Atsatata,
een visser: "Dit is niet eens laagvliegge
bied, maar ze komen toch. In Goose Bay
zeggen ze dat ze niet iedereen in de ga
ten kunnen houden. In september wa
ren ze negen keer in twee weken in de
Nain-Baai. Meestal vlogen ze vier keer
per dag over, twee tegelijk".
r De schoonheid van Labrador treffend in beeld.
Verhalen van andere vissers komen
overeen met Atsatata's verklaring. Er
zijn bovendien dode meeuwen op het ijs
gevonden. Niemand begreep de doods
oorzaak, er was aan de dieren niets te
zien. Atsatata: "We weten niet wat de in
vloed is van het laagvliegen op de die
renwereld. Ons bestaan is afhankelijk
van vissen en jagen".
Herb Brown, leraar: "We wachten al
zes jaar op een studie van de regering.
We maken ons zorgen en de militairen
weten dat. Tijdens een hoorzitting in ok
tober sprak het hele dorp zich uit tegen
het laagvliegen".
Onderzoek
Inmiddels had een parlementaire
commissie vorig jaar juni een onderzoek
afgerond. In een rapport werd de minis
ter van defensie gevraagd het laagvlie
gen aan de noordkust en in het binnen
land zo snel mogelijk te beëindigen. Dit
in verband met mogelijk onherstelbare
schade van uitlaatgassen voor de bos
sen. "Er is daarvoor waarschijnlijk nog
geen wetenschappelijk bewijs, maar als
het er wel zal zijn is het te laat", aldus het
rapport. De minister heeft nog niet
geantwoord.
Terug in Goose Bay maak ik een af
spraak met de 'Mokami Project Group'.
De organisatie bestaat uit bezorgde bur
gers van Goose Bay en Happy Valley en
streeft naar economische ontwikkeling
van Labrador. Hierbij is de militaire aan
wezigheid van vitaal belang en wordt de
overheid gewezen op de mogelijkheden
in de toeristenindustrie. Daarvoor is ont
sluiting nodig van het geïsoleerde ge
bied, want Goose Bay (7000 inwoners sa
men met Happy Valley) is gedurende de
lange winter slechts per vliegtuig be
reikbaar.
Nadat ik mevrouw Rudkowsky, de
voorzitter van de projectgroep heb uit
genodigd voor een afspraak in het hotel
'Labrador Inn', blijkt zij ondertussen
een flink aantal commerciële en be
stuurlijke autoriteiten te hebben opge
trommeld, onder wie burgemeester
Hcfnk Shouse.
Levensbelang
Nog voor ik een vraag kan stellen, valt
de hele groep over me heen. Shouse:
"Dit is belangrijk voor ons. Niet alleen
voor ons bestaan, maar ook voor de we
reldvrede".
John Hickey, een elektrotechnicus:
"De Innu worden door de vredesgroe
pen voor hun karretje gespannen. Als je
ziet wat een Kadaffi doet, wat er in Nica
ragua gebeurt, in de Sowjet-Unie en Af
ghanistan, dan is Labrador van levens
belang voor de verdediging van het vrije
westen. Ze verzinnen steeds weer wat
nieuws en het zijn altijd dezelfden: Bart
Jack, Greg Penashue, David Nuke en
nog een handjevol radicalen. Ze bewe
ren dat kariboes last hebben van straal
jagers. Nonsens, m'n honden hebben
ook nergens last van".
Rudkowsky: "De Innu proberen de
voortuigang tegen te houden. Overal zijn
ze tegen. Tegen de militairen, de alumi
niumsmelter, de aanleg van een weg en
noem maar op. Aan de ene kant protes
teren ze bij de overheid, maar ze houden
tegelijk wel hun hand op voor de steun".
Shouse: "Ze krijgen meer geld dan al
le burgers in Canada. Weet je hoe ze het
land in gaan? Per vliegtuig. En alles ne
men ze mee. Brood, frisdrank, luiers.
Hoeveel denk je dat dat kost?"
Rudkowsky: "Laten ze de vooruitgang
niet tegen houden. Laten ze zich aanpas
sen en zich mee-ontwikkelen. Waarom
zetten ze geen reisbureau op om toeris
ten door het bos te leiden, of de Hollan
ders, als ze straks komen. Waarom be
ginnen ze geen souvenirwinkel waarin
ze handwerk verkopen of sneeuwschoe-
Verstoord
Bij toeval verschijnen nu Bart Jack,
David Nuke en een journaliste op kamer
308. Ze zijn twee uur te laat voor een af
spraak. Ik vraag de Mokami-groep of de
drie aan het gesprek kunnen deelnemen.
Niemand heeft bezwaar, behalve de bur
gemeester, die verstoord opstaat en
mopperend de kamer verlaat.
Ik vraag aan Nuke en Jack of een sou
venirwinkel geen aardig idee is. Nuke:
"Wat moeten we verkopen als onze cul
tuur er niet meer is?"
Dit antwoord ontketent een golf van
reacties aan de overzijde van de tafel.
Hickey komt er bovenuit. "Wat is het
probleem dan?"
Bart Jack: "Mijn vader zit op het land.
Hij moet steeds verder om te kunnen ja
gen. Straks is hij nit t meer in staat het
mij te leren omdat hij het zelf niet meer
kan".
Hickey, opnieuw: "Wat is het pro
bleem nü dan". Jack: "Tienduizend ver
dronken kariboes door zo'n stuwmeer,
bijvoorbeeld".
Hickey: "Waarom hebben jullie toen
niet geprotesteerd?" Jack: "Omdat m'n
vader toen nog geen Engels sprak. Ge
lukkig spreken nu wat Innu Engels".
Hickey: "Hoe kunnen jullie de over
heid niet erkennen en toch je hand op
houden voor bijstand?" Jack: "Hoe
komt de overheid aan haar geld? Hout,
waterkracht, dat is van ons land afkom
stig en dat land hebben we nooit afge
staan".
Hickey snijdt een ander onderwerp
aan. "Jullie houden de vooruitgang te
gen". Jack: "We houden de vooruitgang
niet tegen, we doen het op onze manier.
We passen ons al aan, gaan naar jullie
school, hebben jullie manier van leven
geleerd. Hoe zit dat met jullie? Hoe vaak
bezoeken jullie mijn gemeenschap? Wie
van jullie heeft innueimun leren spre
ken?"
Onthechting
's Avonds laat - het gesprek ging nog
uren door - merkte John Hickey op dat
hij geen Innu-taal nodig had. En zo is
het. Zijn taal, zijn cultuur maakt in La
brador de dienst uit. De westerse wereld
eist van de inheemse wereld dat die zich
aanpast. Ondertussen verdwaalt de In-
nu-samenleving op de tweesprong. In
het niemandsland tussen de moderne en
de oude tijd woekeren verwarring en
onthechting. De kloof tussen beide cul
turen lijkt niet kleiner te worden. Ter
wijl de blanke samenleving naar de toe
komst kijkt, wijzen de Innu-woordvoer-
ders naar het verleden.
Ben Michel, een Innu uit Sheshatshit:
"Men neemt het ons kwalijk dat we wil
len leven zoals vroeger en dat we tegelijk
moderne middelen als vliegtuigen ge
bruiken. Stel dat we ze laten staan, dat
we precies zo gaan leven als vroeger, la
ten zij dan ook hun auto's en vliegtuigen
staan? Zullen zy dan ook naar Europa
terugkeren?"