'Er is verschrikkelijk veel om je boos over te maken' Alexander Pola blijft maar roepen 'dat ze niet zo stom moeten zijn' 'Jk ZATERDAG 28 MAART 1987 EXTRA BIJLAGEVANHE^ PAGINA 21 Het naambordje op de deurpost vermeldt zowel zijn werkelijke naam A. Polak (die A staat voor Abraham) als zijn pseudoniem Alexander Pola. Vergeeld radio-amusement als 'Negen heit de klok' en 'Loeren aan de hor' ontsproot aan zijn geest. Twee decennia lang behoorde hij tot het legendarische Farce Majeur-team. Samen met Chiem van Houweningen schrijft hij nu al acht jaar één van Nederlands meest populaire tv-programma's: Zeg 'ns AAA. Tweeënzeventig jaar oud en voorlopig nog niet uitgewerkt, „al heeft het allemaal geen zin". door Peter van der Maat Al zijn teksten lijken uit woede te worden geboren. „Dat lijkt niet alleen zo, dat is ook zo. Er is ver schrikkelijk veel om je boos over te maken. Langzamerhand zijn er alleen nog maar dingen om kwaad over te worden. Vind ik. En het wordt elke dag iets erger". Op zijn linker rever een badge: een bruin handje met de tekst 'Blijf van m'n makkers!' Als hij voor al het on recht waarover hij zich opwindt een protest-button zou opspelden, zou zijn colbert volhangen. „Dan wordt het folklore, dus ik wissel van tijd tot tijd. Ik heb heel lang met dat ding van 'Weg met de kruisraketten' gelopen. Maar dat heeft in elk geval geen zin gehad". „Toch vind ik dat je moet blijven schreeuwen. Al was het alleen maar om te kijken of je de massa nog één keer overeind kan krijgen. Veel hoop heb ik daar niet op, maar dat wil niet zeggen datje ermee moet ophouden". - Van de honderdduizenden die te gen de kernwapens demonstreerden vernemen we nog weinig, 't Is alsof ze accepteren dat ze hebben verlorenze geloven het verder wel. „Dat is waarom ik doorga: ik geloof het niet. Je kan ook roepen dat het jouw tijd wel zal duren. Maar als we dat allemaal roepen, duurt het inder daad nog onze tijd. En dat is dan voor iedereen precies even lang. Namelijk: heel kort". „Ik bedoel, ik kan in een luie stoel onderuit zakken en de mensheid rus tig laten creperen. Maar dat vind ik moeilijk te aanvaarden, dus denk ik: laat ik 'blijven roepen dat ze niet zo stom moeten zijn". Staatsgreep - Dus kunt u het niet nalaten om in Mies Bouwmans programma 'In de hoofdrol' te zeggen dat de huidige re gering door een staatsgreep aan de macht is gekomen. Een opmerking die niet past in zo'n gezellig bedoelde uit zending en die elke uitwerking mist. „In 1977, dat was een staatsgreep. Een burgerstaatsgreep. Van Agt deed net alsof-ie met de PvdA onderhan delde, maar in de tussentijd was pro fessor Duynstee namens het CDA be zig om met de WD een regeerak koord te smeden. Van Agt heeft, ik geloof negen maanden, schijnonder- handelingen gevoerd met Van Thijn. Al had Den Uyi aangeboden om lid van het CDA te worden, dan nog had Van Agt 'nee' geroepen; die andere regering moest er komen. En is er dus ook gekomen. Nu houden die twee partijen hun eigen club almaar in het zadel, omdat ze bang zijn dat ze bij nieuwe verkiezingen zullen verlie- -Er zijn sinds 1977 drie verkiezin gen geweest en de kiezers hebben zich bij de laatste twee duidelijk vóór de huidige coalitie uitgesproken. Ze heb ben de kans voorbij laten gaan om de samenwerking tussen CDA en VVD te, breken. „Dat weet ik, dat weet ik. Maar dat neemt voor mij niet weg dat ze op een onfrisse manier aan de macht zijn ge komen en zichzelf vier jaar hebben la ten uitzitten". „Het is afschuwelijk dat een meer derheid van de bevolking deze heren steunt. Maar het is in meer landen ge beurd dat een meerderheid voor een rechtse regering heeft gekozen. En daar met louter ruines uit tevoor schijn is gekomen". - Doelt u op het Hitler-regime? „Natuurlijk wil ik die vergelijking niet trekken, want die gaat niet op. Ik zeg alleen: het kan voorkomen dat de meerderheid een ruïneus bewind kiest en dat zelfs enige tijd trouw blijft". Gepakt „Ontzettend veel mensen stevenen nu gedwongen op de ondergang af. De zwaksten worden keer op keer ge pakt. Er is geen onchristelijker be wind dan dat van de christelijke par tijen. Als Lubbers Sint Maarten was, sneed-ie een knoop van zijn jas in plaats van dat-ie die jas in tweeën zou snijden om die arme man een helft te geven". „De uitslag van de brede maat schappelijke discussie leggen de he ren gewoon naast zich neer, ook al is er een grote meerderheid tégen atoomenergie. Meneer De Brauw is van ellende doodgegaan". - Heeft u voldoende gelegenheid om uw boodschap te ventileren? „Nee, natuurlijk niet, nooit. Ik heb geen ander instrument dan zoiets als dit interview. Bij radio en tv ben je toch altijd enigszins gekortwiekt. Wil je daarmee enige impact heben, dan moetje het gezien de gesteldheid van de mensheid in een beetje lacherige vorm verpakken". - En komt het dan over? „Nee, maar anders ook niet". - Dus heeft het geen zin om een boodschap te verkondigen. „Dat heeft ook geen zin". - Toch doet u het. „Omdat ik de behoefte heb. Ik be doel: De prediking van het christen dom heeft ook geen enkele zin gehad. Het christendom heeft toch niets be reikt van wat het had willen bereiken. Er zijn niet minder oorlogen geko men, integendeel. Don Quichot voel de zich reuze lekker terwijl hij tegen windmolens aan het vechten was. Die was ook gek. Zo werk dat". Mijn aard niet „Iedereen heeft de behoefte om dat te prediken waarin hij gelooft en ook bijna iedereen heeft de ervaring dat het weinig helpt. Alleen als je een duivelse leer predikt heb je nog enige kans op een grote aanhang. „En dat is nou net mijn aard niet". Nu komt hij wat tot rust. Zijn na sale stem krijgt weer een beminne lijke klank. Vriendelijke ogen. Zo juist zat hij zich behoorlijk op te win den. Zijn toon was scherp, bijterig, Zijn kijkers verstrakt. We zitten bij hem thuis - een smal pand in de Am sterdamse Koestraat, bij de Nieuw- markt, een buurt die leeft van sex. Hij zei eerst niets voor een inter view te voelen. „Ik hou niet van pu bliciteit. Een afwijking waarschijn lijk, Greta Garbo had het ook". Toch stemde hij er vrij snel mee in. Vlak nadat de afspraak voor dit gesprek was gemaakt, haalde Mies Bouwman hem in In de Hoofdrol. Terwijl hij al tijd had gezegd zich niet voor zoiets te lenen, liet hij zich meeslepen naar een studio vol vrienden en bekenden. - De principes houden niet lang stand. „Je moet dat niet als een principe kwestie zien. Het is een kwestie van 'graag doen of niet graag doen. Princi pieel is. wél mijn keuze voor de bla den waardoor ik me laat interviewen. In elk geval ga ik nooit voor de gele pers door de knieën. Daar praat ik ge woon niet mee. Ze proberen het gere geld, maar dan roep ik: „Je hebt me helemaal niet nodig om een stukkie over me te schrijven. Je bent zo goed in het verzinnen van onzin, doe dat Voor het blok „Met Mies heb ik meer dan dertig jaar geleden in zo'n beetje de allereer ste tv-uitzendingen van de KRO geze ten; zij is een lieve vriendin. Ze spe culeerde er op dat ik haar niet dezelf de rotstreek zou flikken als ze die mij flikte. Als ik had geweigerd had niet ik maar zij voor het blok gestaan; had ze een zaal vol gasten moeten te ver tellen dat ik er niets voor voelde; had de AVRO een film moeten uitzen den". „Het is tijdens zo'n programma net alsof je op je eigen begrafenis bent. Je staat aan je eigen groeve. Opeens is het van de dode niets dan goeds en daar houd ik niet van. Want je loopt grote kans om zelf onder de indruk te raken en te gaan huilen bij het weer zien van een oude vriend. Dan ga je af als een gieter". „Ik stond daar met het idee: ik ben er eigenlijk niet, ik ben dood, niet la ten merken dat ik het nog hoor". - Benno Premséla, voorvechter van de homobeweging, vertelde me dat hij zo strijdbaar was geworden doordat hij als jood in de oorlog was nage jaagd. In zijn verdere leven wenste hij niet ook nog als homo geestelijk onderdrukt te worden. Heeft de oorlog bij u ook zo'n functie gehad: ik laat me niet op m'n nek zitten? „Nee, nee, ik had die strijdbaarheid voor die tijd al. Wat er in de oorlog gebeurde verbaasde mij weinig. Het schokte me natuurlijk wel, maar het kwam niet onverwacht. Ik ben zo op gevoed dat ik altijd heb geweten dat je als jood in een dergelijke positie te recht kan komen. Het is altijd zo ge weest en het blijkt altijd zo te blij ven". Eigen schuld „De holocaust gebeurde in de beste christelijke tradities. Want voordat wij de Heer hadden gekruisigd, be stond er ook geen antisemitisme. Het is onze eigen schuld, natuurlijk, na tuurlijk". „De jodenhaat is in het cultuurpa troon opgenomen. Er wordt niet meer zo expliciet over gesproken, maar een jood blijft een jood. Die lui van Goeree, die evangelisten, roepen het nu op een tijdstip dat men dat niet meer roept, maar het is nog geen honderd jaar geleden dat het alge meen werd verkondigd". „De paus fluistert het alleen nog te gen zijn beste vrienden. Zelfs hij weet dat je dat niet meer hardop moet zeg gen". „Persoonlijk heb ik nooit last ge had van die anti-joodse mentaliteit, ik was ertegen gewapend". - Heeft u wel eens gedacht dat u als jood anders bent dan niet-joden? „Natuurlijk zijn we anders. Die ver schillen bestaan wel, er zit een ander cultuurpatroon in je. Ik heb een an der temperament. Je moet niet roe pen dat een neger wit is. Maar waar het om gaat is dat zulke verschillen geen verschil maken". „Ik ben mijn hele leven al een aan hanger van het zionisme. Ja, het pakt nu dan een beetje vervelend uit in Is raël - ze misdragen zich daar behoor lijk - maar dat heeft voor een groot gedeelte met de opkomst van de or thodoxie te maken". Vernietiging - Of met dat temperament? „Ja, maar met daaraan dan nog eens een religieuze overtuiging ge koppeld. En een religieuze overtui ging leidt alléén maar tot vernieti ging. Heeft nog nooit ergens anders toe geleid. De ayatollah's, of ze nou bij de EO zitten of bij de Nederlands Joodse Gemeente of in het Vaticaan, ze zijn allemaal hetzelfde". „Door die orthodoxie loopt het he lemaal fout in Israël. Ik zag onlangs een rabbijn voor de televisie uitroe pen dat de orthodoxen verplicht zijn terreur uit te oefenen op mensen die zich niet aan de sabbatrust houden. „Wij moeten de zionisten de zee in drijven", zei hij letterlijk. De vrome joden willen de niet-vrome joden de zee in drijven; die kreet hebben ze ge woon overgenomen van de arabie ren". „Met vrome mensen kan ik niet meer praten zonder heel boos te wor den". „Ik ben altijd te klein geweest om van me af te vechten, om erop te slaan. Daarom heb ik een scherpe tong ontwikkeld. Het enige dat ik kon was hard naar de hoek rennen en proberen om met mijn tong op af stand dezelfde schade aan te richten als anderen met hun vuisten deden. En daar heb ik zo'n handigheid in ge kregen dat ik er mijn brood mee kan verdienen; wat dat betreft ben ik een soort beroepsbokser". Als kind van verwoede toneellief hebbers zocht hij zijn heil in het thea ter. Maar zijn talent was beperkt. Na de Tweede Wereldoorlog deed hij een hoorspel en constateerde: „Als die rotzooi goed genoeg is, kan ik het ook". Met zijn pen bleek hij meer suc ces te hebben dan op de planken. Kleine dingetjes - Het verwondert me dat van uw maatschappijkritiek zo weinig is te rug te vinden in 'Zeg 'ns AAA'. „Dan luister je toch niet goed. Er zitten altijd hele kleine dingetjes in die in die richting wijzen. Anti-discri minatie, dat soort zaken, we hebben niet voor niets een lesbisch echtpaar geïntroduceerd". - Manfred de Graaf die zegt dat het met de huidige regering is alsof je door de kat én de hond wordt gebe ten? „Ja, dat soort dingetjes. Het is wél een amusementsprogramma hè, ver geet dat niet. Maar daar kijken en luisteren de mensen tenminste nog naar. Puur gericht gedram, propagan da en voorlichting, daar willen ze niet meer mee worden lastig gevallen". „In Farce Majeur kon ik meer kwijt, dat is zo. Bovendien had ik toen ook nog het plezier dat ik niet voor mijn eigen parochie stond te werken". - U bent ervan overtuigd dat wat u maakt net iets meer is dan de middel maat? „Net iets meer dan de middelmaat en vaak alleen maar de middelmaat. Maar dat blijkt voor de Nederlandse televisie voldoende te zijn". „Ik had natuurlijk al lang onder het tapijt moeten zijn geveegd, er hadden al minstens twee nieuwe generaties moeten zijn. Maar op de één of andere manier zijn die er niet. Ze komen steeds weer bij mij terug". „Schrijven is meer dan alleen maar met een pen heen en weer bewegen op papier. Soms zitje hele dagen ach ter je typmachine zonder één letter te schrijven, maar dat wil niet zeggen dat je het dan niet druk hebt. Daar heb je het dan druk mee: met niks". Wreed Hij scheidde in 1950 van zijn vrouw en trouwde met een ander. „Omdat ik meer van haar hield dan van mijn eer ste echtgenote, met wie ik overigens een heel gelukkig huwelijk had. Zo simpel is dat en zo wreed". In 1978 werd zijn vrouw ernstig ziek. Ze spraken met niemand over die ziekte, verwerkten het rouwpro ces tijdens haar leven op een „ont spannen, plezierige manier" binnens huis. Toen medicijnen na vier jaar geen uitkomst meer boden verkoos zij de dood. Hij was op haar heengaan voorbe reid. „Maar als je alleen overblijft, ben je wél alleen en dan komen de muren soms op je af'. „Mijn werk is mijn drijfveer, daar mee voorkom ik dat ik oud word. Als ik eerder zou zijn gestopt, was ik al veel vroeger tweeënzeventig geweest. Je moet in de running blijven, dóórle ven om niet al te oud te worden. Zo dra je gaat zitten, is het meteen ge beurd. Tenminste, dat denk ik". - Een gevecht om de ouderdom Vóór te blijven. „Nee, dat is geen gevecht. Het sterk verouderen vóór blijven. Zo lang als dat lukt. Als het niet meer lukt, is het gebeurd. En dan is er nog niks ge beurd". - Stel: werken kan niet meer, maar u zit hier nog wel tien jaar? „Nou, dat denk ik niet. Dan stap ik eruit. Gewoon... ja, dat denk ik. Ten zij ik ontdek dat in een leunstoel han gen zó heerlijk is dat ik het een paar jaar wil doen, maar dat kan ik me niet voorstellen". - Uw vrouw besloot op een bepaald moment om met het leven op te hou den. Daar moet je moed voor hebben. „Nee hoor, je moet alleen niet in een bestaan-hierna geloven. Want dan ga je denken: wat zal er gebeuren en heb ik daar wel zo'n haast mee? Zolang je ervan overtuigd bent dat als het ophoudt écht voorbij is, hoef je nergens bang voor te zijn, integen deel". „Mijn vrouw had geen enkele angst. Zelfs geen twijfel". - En dat zou u ook niet hebben? „Nee. Het is niet eens een probleem dat de naam probleem verdient". „Maar onder invloed van de Simo- nissen en de De Vriesen blijft het een maatschappelijk taboe. Alleen al het feit dat het zelfmoord heet in plaats van zelfdoding. Of autonasie, zoals ik nu probeer in te voeren". Aan God heeft hij geen boodschap. „Als dominees me probeerden te be keren heb ik altijd gezegd. Zelfs als je me nu weet te overtuigen dat Hij be staat, dan is het nog iemand met wie ik niet wens om te gaan. Vanwege wat-ie mijn familie heeft geflikt. Heel eenvoudig". „Mijn ouders en zusjes zijn terugge komen uit Theresiënstadt, werden daar net op tijd door de Russen be vrijd. Verder is alles weg dat géén goed heenkomen had gezocht. Ik heb het nooit precies geteld, maar met ne ven, nichten en achterneven en -nich ten mee schat ik het toch minstens op zestig". Geen rol „En toch: die oorlog speelt by mij geen enkele rol. Ik mag wel zeggen dat ik er geen schade door heb opge lopen, mijn karakter heeft er niet on der geleden". - Wat bijzonder is. „Ja misschien, maar het is zo. Het enige dat ik eraan heb overgehouden is een eindeloos geduld. Tijdenlang heb ik in een kamertje opgesloten ge zeten en niets anders gedaan dan le zen, lezen, lezen. Zo veel dat ik nou bijna niet meer tot lezen kom". „Zelfs in een file word ik niet onge duldig, dat is tamelijk positief'. „Ik heb in het zuiden ondergedo ken gezeten, deed er ook een beetje mee aan het verzet. Ik had er een hele goeie vriend, die mij niet anders ken de dan Van der Poel - de naam die op mijn papieren stond. Omdat we sa men zulke leuke tijden hadden be leefd bezocht ik hem na de bevrijding een keer. Terwijl we een borrel zaten te drinken voegde hij me toe: „Eén ding moetje toegeven: zijn methode was natuurlijk heel erg, maar Hitier heeft ons wel mooi van onze joden af geholpen". „Waarop ik zei: Maar hij is er één vergeten. En dat ben ik. Tot ziens". „Ik heb niet meer omgekeken". Alexander Pola (72): "Ik ben altijd te klein geweest om van me af te vechten. Daarom heb ik een scherpe tong ontwikkeld". (foto Jaap de Boer/GPD) rnÜv--

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21