'Plaat van Stockhausen kun je in warenhuis nauwelijks meer kopen' 'Tubutsch': boeiende monoloog Bob de Moor Dag van de nieuwe muziek' in Haagse Korzo Van Totem tot Lifestyle Olim: oude muziek in gewijde sfeer DONDERDAG 26 MAART 1987 KUNST PAGINA 23 DEN HAAG (GPD) - Als hij componeert is dat voor en sembles waarvan hij de le den kent. Alleen als hij zich bij de groep betrokken voelt, is het voor hem inte ressant iets voor ze te schrij ven. Zijn composities kun je niet zomaar aanschaffen. Als je een stuk van hem wilt spelen, dan zul je er tenmin ste een bandopname bij moeten huren of- beter nog - hem er persoonlijk bij moeten halen. door Peter Huysman Passage uit het juryrapport over een erkend moeilijk heerschap die er onvoorwaardelijke en compro misloze opvattingen op nahoudt: Gilius van Bergeijk, winnaar van de (Haagse) Ooyevaer Prijs-1987. Uitvoerend musicus (hobo. saxo foon). componist, docent, organisa tor, stimulator, zich bewegend op het terrein van geimproviseerde muziek, jazz. film- en theatermu- ziek, strijdmuziek. Op 27 maart krijgt Van Bergeijk de onderscheiding - een plastiek - AMSTERDAM (ANP) - Premier Lubbers heeft gistermiddag, de tentoonstelling 'Totem, goden, hel den, heiligen' in het Amsterdamse" Tropenmuseum geopend. Hij gaf daarmee tevens het startsein voor de manifestatie 'Van Totem tot Li festyle', waar de expositie een on derdeel van is. De organisatie is in handen van het Tropenmuseum en het Goethe-instituut, de Westduit- se culturele voorpost in ons land, in het kader van de manifestaties voor Amsterdam Culturele Hoofd stad van Europa 1987. Lubbers is voorzitter van het aanbevelingsco mité. Volgens de premier wordt er ge zocht naar een nieuwe Europese identiteit. Er bestaat behoefte aan onderlinge herkenning via geza menlijke symbolen, gebruiken en vieringen "van wat dan ook". Dat komt omdat er een leegte is ont staan door onder meer het wegval len van ideologieën. De tentoon stelling kan daarom naar zijn oor deel dubbel boeiend zijn: naast het tonen van wat er allemaal te zien is, kan zij ook aanzetten tot nadenken over die nieuwe Europese identi teit. De expositie in het Tropeninsti tuut toont talrijke voorwerpen uit verschillende culturen waarmee mensen of groepen hun identiteit tot uitdrukking brengen en hun bestaan richting geven. Totems ('bezielde voorwerpen') kunnen de symbolen zijn waarmee de mens zich naast de ideale voorbeelden van goden, helden en heiligen ze kerheid verschaft, laten zien bij wie hij hoort en wie hij is. Op grond van deze filosofie is de ten toonstelling opgebouwd. overhandigd in het Haagse Korzo- theater voor zijn vele verdiensten op het gebied van de nieuwe mu ziek. Van de gelegenheid om een avondvullend programma naar ei gen keuze samen te stellen, maakt Van Bergeijk gretig gebruik. Hij heeft er een speciaal project voor ontworpen, een 'muzieklabyrint'. Al etend en drinkend nemen be zoekers kennis van een 'verrassend spektakel' met ensembles, musici en leerlingen van het Koninklijk Conservatorium die aan de slag gaan met een door de componist bedachte schematische partituur. Het zal daar in Korzo ongetwij feld een feest worden. Verscheide ne vermaarde 'moderne muziek groepen zullen op deze 'Dag van de Nieuwe Muziek' componisten als Igor Stravinsky, Diderik Wage naar, Huib Emmer, Arnold Schön- berg, Anton Webern en Alban Berg ten gehore brengen en soms 'zicht baar' maken. Feest zal het zijn om dat het goed gaat met deze muziek, ongeacht of die nu nieuw, eigen tijds, modern, actueel, contempo rain, geïmproviseerd, kleinschalig, avantgardistisch, electronisch of gecomputeriseerd wordt genoemd De VPRO maakt opnamen die op 9 april via Hilversum 4 worden uit gezonden. Podium De gemeente Den Haag heeft De manifestatie "Van Totem tot Lifestyle" omvat verder nog: pu- blikaties, muziek, film, theater, beeldende kunst, cabaret en een symposium. Gelijk met de tentoonstelling in het Tropenmuseum is het begelei dende boek 'Van Totem tot Li festyle' gepresenteerd. Evenals de tentoonstelling wordt in het boek de wisselwerking tussen cultuur en economie onder de aandacht ge bracht. Enige honderden studenten, do centen, medewerkers en directie van de Rietveld Academie in Am sterdam hebben de opening door Lubbers van de tentoonstelling aangegrepen voor een ludieke ac tie als protest tegen de aangekon digde bezuiniging van tien procent op het kunstonderwijs. Ongeveer een kwartier voor de opening stel den zij zich met zwarte vlaggetjes op bij de stoep naar de entree van het Tropeninstituut. Daar werd vervolgens op een sokkel een zelf gemaakte Rietveldstoel neergezet. Even later kwam in een echte li mousine een imitatie-Lubbers aan gereden, die vervolgens uitstapte en met een grote hamer de Riet veldstoel in stukken sloeg. Daar mee wilden zij Lubbers als 'vernie tiger van kunst en cultuur' uitbeel den. Na deze voorstelling vertrokken de demonstranten weer hun zwar te vlaggetjes tussen de straatste nen achterlatend. Twee geheel in zwart gehulde vrouwen bleven als een soort dodenwacht gedurende de gehele openingsplechtigheid buiten op de stoep staan. eindelijk in de beurs getast. Korzo, voorbestemd als voornaamste po dium voor nieuwe muziekmanifes taties, kan met de noodzakelijke verbouwing beginnen. Ensembles krijgen subsidie. En vooral, het or ganisatiebureau voor nieuwe mu ziek Ooyevaer Desk, twee jaar gele den begonnen als werkgelegen- heidsorganisatie met alleen vrijwil ligers als medewerkers, zal zijn vleugels iets ruimer kunnen gaan uitslaan. Componist Victor Wentink (39), coördinator van het impresariaat dat zo'n 15 ensembles met 80 musi ci aan werk (concerten) in binnen- en buitenland helpt, is blij met de erkenning. "De gemeente geeft ons direct na het Nederlands Dans Theater de hoogste prioriteit. We krijgen zelfs een directeur en som migen van ons krijgen zowaar een salaris". In een opgeknapt afbraak pand aan het Haagse Spui is er sinds 1985 ontzaglijk veel werk verricht. Doel is steeds geweest de nieuwe muziek in de residentie weer op het florissante peil van weleer te brengen, toen rond het Koninklijk Conservatorium en zijn toenmalige directeur Kees van Baaren nieuwe stromingen in de muziek een bloeitijd doormaakten. In het kielzog van Van Baaren forceerden mensen als Jan van Vlijmen, Misha Mengelberg, Peter Schat, Reinbert de Leeuw, Konrad Boehmer. Louis Andriessen. Dick Raaijmakers (Wentink is een leer ling van de laatste) en de Italiaanse componist Bruno Maderna des tijds de doorbraak en gingen in te gen de vastgeroeste visies van de traditionele muziekinstellingen. De eerste Notekraker-acties kwa men op gang. Vóór die tijd waren seriële muziek en nieuwe electro- nische muziekrichtingen in Neder land, in tegenstelling tot Frankrijk, Duitsland en Italië, vrijwel taboe. Positie In de jaren zestig verlegden (Haagse) componisten en musici tijdelijk hun activiteiten naar Am sterdam, als vanouds politiek be wuste stad, geconfronteerd met woelingen op allerlei terrein. Maar Den Haag wist zijn positie terug te winnen: het Conservatorium kon eindelijk beschikken over een elec- tronische studio, nieuwe vakken ("electronische muziek" en "analy se moderne muziek") werden geïn troduceerd en vooraanstaande do centen (Geoffrey Madge) aange steld. Geestdriftige liefhebbers be zochten concerten, waar niet alleen gekeken en geluisterd, maar ook zeer veel gelachen werd. De nieuwe muziek heeft in Den Haag sindsdien een stevige plaats verworven, met toonaangevende groepen (Schonberg Ensemble. Hoketus. Het Nieuwe Leven van Van Bergeijk en Wentink), een ta- Voorstelling: 'Tubutsch' van Albert Ehrenstein door het Gezelschap van de Witte Kraai; regie: Lucas Vander- vost; speler: Bob de Moor. Gezien in het LAK-theater. Nog te zien: van- LEIDEN - In 'Tubutsch', de no velle waarmee Ehrenstein in 1911 debuteerde en van de ene op de andere dag bekendheid kreeg, wordt in monoloog vorm het leven geschetst van een arme Weense burgerman, vlak voor het uitbreken van de Eerste We reldoorlog. "Mijn naam is Tu butsch, Karl Tubutsch. Ik vertel dat alleen, omdat ik behalve mijn naam niets bezit", zo luidt de sombere aanhef van het relaas. Bob de Moor durft pas halver wege zijn monoloog deze aanhef te gebruiken. Hij geeft hiermee al de aarzelingen en moeilijkhe- Muziek van de Devotio Moderna en Bourgondische muziek door het en semble Olim: Erik Beijer vedel, slag werk, Lida Dekkers, zang, Wieland Eggermont, zang, hakkebord. Eveli ne Juten, luit. zang. Jan Quik, blok fluit, traverso. Ingrid Smit Duyzent- kunst, zang. Gehoord in de Taffeli- zaal op 25 maart. LEIDEN - Zelden is het verschil tussen wereldse en religieuze muziek zo tastbaar geweest als tijdens het optreden van het en semble Olim. hetgeen in het la- tijn 'eertijds' betekent. Het pro gramma bestond uit gezangen uit de 'Moderne Devotie', een re ligieuze beweging uit de vijftien de eeuw die een godsvruchtige levenswandel voorstond en met dat doel voornamelijk meerstem mige strofe-liederen zong in la- tijn. volkstaal of mengtaal. Deze gezangen klonken op vanuit het binnenste van de Taf- feh-tempel, waar alle ensemble leden rondom een groepje bran- melijk unieke componistenclub, de Stichting Ooyevaer (voor de bevordering van nieuwe muziek in navolging van BIM in Amster dam), het Conservatorium als kweekvijver voor nieuw talent en nieuwe stromingen én Ooyevaer Desk. Victor Wentink: "Het duizelt je als je weet hoeveel ontwikkelingen Den Haag op het gebied van de moderne muziek de laatste jaren heeft doorgemaakt. Bij elkaar op geteld kun je zeggen dat er hier cir ca 150 musici (en componisten) verantwoordelijk voor zijn. Omdat deze mensen nauwelijks werk had den, hebben wij een kunstgreep toegepast. In samenwerking met het Arbeidsbureau zijn we een werkgelegenheidsproject begon- Fijnproevers Aanvankelijk begonnen met een aanloopbedrag van 40.000 gulden, afkomstig van de gemeente en twee fondsen (later kwam daar wat programmasubsidie en steun voor speciale projecten bij), heeft het bureau sinds de oprichting 400 concerten georganiseerd, in het he le land maar met een groot accent op Den Haag. Wentink: "We heb ben die nieuwe muziek er echt bij een groot publiek ingestampt door zoveel mogelijk concerten te orga niseren". Op de 'fijnproevers' en de avon- tuurlijk-ingestelden na is het met de doorsnee-publieke belangstel- Antiekbeurs in Nieuwe Kerk AMSTERDAM (ANP) - Met de storting van een bedrag van tien duizend gulden door de Vereeni- ging van handelaren in oude kunst in Nederland ten behoeve van de restauratie van een Maquetteschil derij van de Nieuwe Kerk is giste ren in Amsterdam de vijfde Kunst en Antiekbeurs geopend. De gift is bedoeld als speciale geste ter gelegenheid van het eer ste jubileum van de beurs in de Nieuwe Kerk. De vereniging wil ermee aantonen dat ze niet alleen belang heeft bij de verkoop van cultuurgoederen, maar ook bij het behoud ervan. Het vijfjarig jubileum is tevens aanleiding voor een speciale expo sitie van kunstvoorwerpen en ob jecten uit het bezit van de Nieuwe Kerk. Deze verzameling schilderij en, zilver, tin en voorwerpen die betrekking hebben op de geschie denis van de kerk. is te zien tijdens de beurs. den in het leven van zijn perso nage aan. Tubutsch is er van overtuigd dat zijn schuchterheid er debet aan is dat hij zijn misere niet te boven kan komen. Als De Moor opkomt in een zwerversjas en met rode hand schoenen springt Tubutsch' schutterigeheid meteen in het oog. Hij heeft nog geen vier woorden gezegd of hij moet zich zelf al corrigeren. Zijn enige red middel is de fantasie, een middel dat op den duur ondeugdelijk blijkt, omdat het hem niet in staat stelt werkelijk aan het le ven deel te nemen. Alles speelt zich immers slechts af in het hoofd. In werkelijkheid gebeurt er niets. Dagenlang zit hij doel loos op zijn kamer. Of doelloos, in gedachten doolt hij door We nen en schept zo een surrogaatle- dende kaarsen stonden opge steld De gewijde sfeer werd voor degenen die een ouder wetse rooms-katholieke traditie hebben beleefd - nog versterkt door de aard van de gezangen, die nauw verwant klonken met het Gregoriaans. Immers van beide zangen is het ritme vrij en niet in een maatsoort genoteerd en de middeleeuwse kerktoon soorten, die noch majeur, noch mineur zijn, vormen de melodi sche basis. Ook het voortduren en de betrekkelijke eentonigheid (voor twintigste eeuwse oren) riepen bij mij reminiscenties op aan langdurige koorgebeden en litanieën. Een relatief contrast hiermee ling voor moderne muziek lang problematisch gesteld geweest Wentink: "Op een werk van Stock hausen kwamen in het algemeen niet meer dan 50 mensen af. Ze be grijpen de muziek niet, of denken het niet te begrijpen. Of ze vinden de muziek lelijk. We hebben een zeer gecompliceerde maatschap pij, de kunst is daaraan gerela teerd. Als alles al zo gecompliceerd is dan hebben de mensen behoefte aan lichtverteerbare, makkelijke dingen. De cultuurindustrie speelt daarop in door toegankelijke con certseries te organiseren: verkoop- normen gaan een rol spelen". Volgens Wentink is een symp toom daarvan dat je tegenwoordig in de Bijenkorf of V D nauwe lijks meer een plaat van Stockhau sen kunt krijgen. In de boekhandel kun je nauwelijks boeken over mo derne, eigentijdse muziek krijgen. "Het is waar dat hedendaagse com ponisten en improviserende muzi kanten niet bepaald uit zijn op ge makkelijke stukken. Ze hebben misschien iets calvinistisch over zich maar dat heeft ook zijn goede kanten: probeer er iets van 'mee te nemen' Er is een soort strenge op rechtheid bij die mensen, ze staan echt voor hun vak en visie". Politiek Lange tijd is moderne muziek politiek gebonden geweest. Die geëngageerdheid - De Volharding is er nog één van de laatste expo nenten van - kwam toen veel meer manifest naar buiten toe. Wentink: "Tegenwoordiger gaat het veel meer om de 'inhoud', om de kwali teit van de uitvoering, het is alle maal wat minder provocerend. In plaats daarvan krijgen de concer ten een extra kader met lezingen, informatie, videopresentaties en soms de lijflijke aanwezigheid van de componist om wie het gaat." Ons land, en met name Den Haag en Amsterdam, heeft zich in de we reld een indrukwekkende naam op het gebied van de moderne muziek verworven. Men kan naar zeer veel concerten toe; geregeld zijn hier Berio en Stockhausen te beluiste ren. Er is veel talent op het gebied van de geïmproviseerde en electro nische muziek. Het uit Utrecht overgebrachte Instituut voor So- nologie is wereldberoemd. En vooral steekt Nederland boven an dere landen uit wat betreft de kleinschalige ensembles die gefor meerd worden uit afgestudeerden van conservatoria, mogeüjk ge maakt door subsidie. In Engeland, op zichzelf boordevol talent, be staat dit fenomeen bijvoorbeeld niet. Stielkind Het verbaast Wentink dat de ge- De Moor heeft goede manieren gevonden om vaart en afwisse ling in de monoloog te houden. Hij richt zich de ene keer recht streeks tot het publiek, de ander keer meldt hij dat het om een conference gaat en er zijn ook momenten dat hij in zichzelf ge keerd op een stoel tegen het le ven tekeer gaat. In het toneelverhaal van Tu butsch wordt niet alleen gebruik gemaakt van Ehrensteins tek sten. Ook fragmenten van andere tijdgenoten zoals Kraus, Musil, Freud, Wi.tgensteinr en Maeter linck duiken op. Hierdoor wordt de periode, het culturele klimaat van het Wenen rond de eeuwwis seling goed getypeerd. Al die schrijvers hebben wel iets ge meen met Tubutsch. Zo levert de keuze van De Moor en de regisseur om steeds vormden de instrumentale we reldlijke dansen in chansons van het Bourgondische hof. (Gilles de Binchois). Aan de voet van de tempel - dus niet op 'gewijde' grond - werd getokkeld op hak kebord en luit, werd gestreken op vedel en geblazen op blok- en dwarsfluit. Dit alles in een leven dig tempo en ritme en elkaar af wisselend in stemvoering. Enk Beijer verving tussen zijn gevou wen benen de vedel voor een trom. Het verschil tussen deze twee genres was daarom zo tastbaar, omdat wij als toehoorders de re ligieuze intentie van de zangen nauwelijks door applaus durfden te verstoren, terwijl het speelse en soms humoristische karakter meente Den Haag zich tot voor kort nooit bewust was van het Haagse potentieel aan moderne musici en componisten. Trouwens, dat geldt eigenlijk voor het hele land. Dat is opmerkelijk als je je realiseert dat moderne beeldende kunst volop geaccepteerd - en soms bijna tot mode verheven - is. Moderne muziek is wat dat betreft nog steeds een stiefkind. Over de steun in de rug van de overheid zegt Wentink: "De linkse coup binnen het gemeentebestuur van Den Haag kwam niet ongele gen. We moeten proberen van de komende jaren gebruik te maken door onszelf verder uit te bouwen en de zaak definitief overeind te zetten. Als WD en CDA het bij ons weer voor het zeggen krijgen, kunnen we het wel vergeten en dan stap ik op. De plannen die het gemeentebestuur nu met ons heeft, zien er goed uit, hoewel pi kant is dat we uit de pot van 'eco nomische zaken' en van het Ge westelijk Arbeidsbureau worden betaald". Wentink: "Maar we moeten af wachten hoe het werkelijk uitpakt. Laten we niet vergeten dat de ex- perimentenpot, afgezet tegen de 60 miljoen die deze stad besteedt aan 'cultuur' (en daar vallen veel tam- boerkorpsen-met-m^jorettes on der). uitermate bescheiden van for maat is". van personage te wisselen, zelfs in de tijd, geen enkel probleem. De geestige stijl, de galgehumor en de ongewone kyk op het le ven van Tubutsch blijven. Het geeft de voorstelling alleen maar een actueel accent. Ook in de pe riode van Bob Dylan hebben er 'Tubutschen' geleefd. Het enige wat ik eigenlijk heb gemist is een zekere gekweld heid. De Moor roept die niet echt op Hij past zo perfect in de huid van Tubutsch. een figuur die zich juist niet thuisvoelt in zijn eigen huid. Dat laatste weerbar stige element van Tubutsch' per soonlijkheid komt niet helemaal uit de verf Net zoals in het boek, heerst er ook op het toneel stilte en verla tenheid. Achter een merkwaar dig tafeltje goochelt hij niet al leen met flessen wijn maar ook met zijn eigen leven. 'De hoer in mij is niet kapot te krijgen. Dat kan toch niet...Ik heb de hele avond alleen maar Tubutsch ver tolkt'. Hoe komt dat? Daarop blijft hij het antwoord gelukkig schuldig. De Moor moet zich dat niet op toneel gaan afvragen. Hij is voor mij een boeiend en inte ressant acteur, zoals Ehrenstein dat als schrijver was. SASKIA STOELINGA van de dansen daar als het ware toe uitnodigden. Deze instru mentale muziek werd nu en dan versterkt door zangstemmen en behield in alle gevallen toch een bescheiden klank, waardoor je nu niet direkt de indruk kreeg van een gezellig dansavondje. Deze bescheidenheid was door Thomas Kempis zelf aanbevo len: beter te zingen als een kik vors dan kwinkeleren als een nachtegaal Het laatste lied, een vrolijke wijs door iedereen gespeeld en gezongen, - Jolis mois de may - herinnerde ons er aan, dat ook na al deze regens de maand mei in het verschiet ligt. MONICA SCHIKS (foto GPDl Anna Vreede en Marg. Königs: ongelijk span Recital door Marguerite Konigs, viool en Anna Vreede-Mees, piano. Vioolsonates van Beethoven (op. 12 nr. 1), Debussy en Franck. Ge hoord op 25 maart in de Kapelzaal van K&O. LEIDEN - Sommige pianisten hebben er een hekel aan om een omslaander te vragen. Im mers, je belast iemand een hele avond met zeer ondankbaar werk, dat onopgemerkt blijft als het goed gaat en heel sto rend is als het misgaat. Ook de pianiste Anna Vreede-Mees staat er op alles zelf te doen. Dit had gisteravond wel tot gevolg dat de vleugel herschapen was in een muziekbibliotheek van aan elkaar geplakte vellen mu- ziekpapier en kopieen er van. Soms stonden er vier bladzij den naast elkaar op de lesser naar, een hachelijke construc tie die met kunst en vliegwerk nog net niet de zaal in fladder de. Elk deel van een sonate had zijn eigen papierwinkel die apart op de lessenaar moest worden bevestigd. Ondanks dat moest er toch af en toe wor den omgeslagen, waardoor on vermijdelijk een paar noten on der tafel vielen. Buiten dat vie len er nog wel meer noten on der tafel, vooral bij snelle pas sages, voorzover die niet in het halve tempo werden gespeeld. Het klinkt negatief, maar dat is de indruk die ik kreeg. Bijvoor beeld het andante-thema van de Beethovensonate in D op. 12 nr. 1 werd met zoveel horten en stoten in de piano ten gehore gebracht, dat het voor de violis te Marguerite Königs moeilijk was hiervan.nog iets te maken. Desondanks speelde zij hetzelf de thema in de viool hierna wel mooi vloeiend. Dit brengt mij tot de totaalin druk van het duo: het deed denken aan een leerling-lerares verhouding op een voorspeel middag van een conservato rium. De pianiste, die een gene ratie ouder was dan de violiste, legde haar stempel op het mu siceren door haar nadrukkelij ke manier van aangeven. Daar door werd Marguerite Königs ingeperkt en in het begin kon ze moeilijk vrijuit spelen. Later musiceerde ze meer ongedwon gen in het laatste deel van De bussy en vooral in César Franck. Met een soepele streek speelde ze zowel de lyrische als de monumentale gedeelten overtuigend. Anna Vreede- Mees sloeg zich met flair door de bewerkelijke pianopartij heen. Marguerite Königs maak te op het podium een verlegen indruk maar gaf spelend van haar mogelijkheden blijk. Wel licht zou ze zich in andere com binaties nog verder kunnen ontwikkelen. Overigens gaf Anna Vreede- Mees aan het begin nog een aar dige uiteenzetting over de stuk ken. Zo bleek dat Beethoven zijn eerste vioolsonate heeft op gedragen aan. Salieri (van wie nooit is aangetoond dat hij Mo zart zou hebben vergiftigd) Beethoven beschouwde Salieri tot diens dood in 1809 als zijn leraar, ook toen Beethoven zelf al verscheidene symfonieën had geschreven. FRANK DEN HERDER Expositie in Tropenmuseum

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 23