De dood te gast in 'De Lakenhal'
Tentoonstelling over het sterven door de eeuwen heen
Joop Doderer niet te
stuiten in Iach-show
Residentie-Orkest met
uitgebreid programma
Levenshouding uitgedrukt
door het alledaagse
Grillige luchthartigheid in 'Altijd Wat' bij Werkteater
MAANDAG 9 MAART 1987
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 19
Vanitas-stilleven.
De negentiende eeuw is de perio
de van de romantische dood, waar
bij de begraafplaatsen oorden wer
den waar men kon wandelen en
mijmeren. Er is daarbij ruim
schoots aandacht besteed aan
kerkhoven, begraafplaatsen en
grafmonumenten in en rond Lei
den. Zelfs begraafplaatsen die nu
niet meer in gebruik zijn, zoals de
begraafplaats aan de Groenesteeg,
waar veel bekende Leidenaars hun
laatste rustplaats hebben gevon
den.
Bij de dood gaat het om dode
mensen, om lichamen waaruit het
leven voorgoed is verdwenen.
Door de gebrekkig hulpmiddelen
was het in het verleden niet altijd
mogelijk met honderd procent ze
kerheid de dood te constateren. Dit
leidde er soms toe dat mensen bij
kwamen uit een toestand van
schijndood. Om dat te voorkomen
werden er allerlei curieuze oplos
singen bedacht. De een liet testa
mentair vastleggen dat hij pas
mocht worden begraven als zijn
slagaders waren doorgesneden of
zijn hart was doorboord, de ander
wilde pas onder de zoden als zijn
lichaam in verre staat van ontbin
ding was, terwijl een derde alleen
maar in een kist wilde worden ge
stopt, waaruit het mogelijk was
door een druk op de knop, een trek
rden veel in Leiden geschilderd.
(foto's Museum De Lakenhal)
aan het touw de omstanders te
waarschuwen.
Wilhelmina
Ook in de hedendaagse kunst is
de dood op allerlei manieren ver
beeld. De schilderijen van Eppo
Doeve en Co Westerik brengen de
begrafenis van koningin Wilhelmi
na onder de aandacht. Het dramati
sche sterven van belangrijke figu
ren is toch een leuk onderdeel. Het
is prettig om te zien dat Koning
Willem IV er bij zijn dood keurig
bij lag. Begrafenisonderneming 't
Statenhuys had daar goed voor ge
zorgd, zo is op het schilderij te zien.
De Leidse schilders Peter de Ru,
Burckhardt Söll, Kees Buurman,
Pol Jong, Jan Kleingeld en Kees
Fakkeldij lieten zich ook niet onbe
tuigd wat betreft het morbide the-
'Over de doden niets dan goeds'.
De tentoonstelling, samengesteld
door drs. Ingrid Moerman, is heel
overzichtelijk en mooi ingericht.
Het is een genoegen om er in rond
te lopen. De dood gaat op een aan
gename manier voor je leven.
Tentoonstelling: Met de dood
voor ogen; Stedelijk Museum de
Lakenhal, Oude Singel 28, Leiden;
te zien tot en met 5 april.
LEIDEN - Over het taboe
rond de dood wordt de laat
ste jaren veel gesproken.
Dat schijnt dodelijk te zijn
rvoor een taboe. De tentoon
stelling 'Met de dood voor
'.ógen' in het stedelijk mu
seum de Lakenhal verhult
dan ook niets meer. De he
mel, de hel, de pest, de do
dendans, urnen, begraaf
plaatsen, doodbidders, bid
prentjes, schijndood, zelf
doding, crematie, de ver
schrikkingen des dood, het
komt allemaal aan bod in
het cultuurhistorische
beeld dat wordt gegeven
van dood en begraven door
de eeuwen heen. Zelf begra
fenisondernemer Ad Sanc-
tos heeft in zijn ingerichte
'ijkkamer een mooie dooie
iggen.
door
Saskia Stoelinga
Het verhaal begint in de prehisto
rie waarin ook al werd begraven en
'gecremeerd. Er bestonden massa-
graven, zoals hunebedden, maar
i ook kwamen er urnenvelden, waar
de potten met asresten een plaatsje
kregen. Gewone huis-, tuin- en
keukenpotten. In deze tijd zouden
de BK-pannetjes daarvoor dienst
kunnen doen.
Het christendom bracht aanzien
lijke veranderingen teweeg. Zo
werd cremeren door de kerk ver
boden omdat de overledenen rus
tig in hun graven de dag des oor
deels moesten kunnen afwachten.
In de vroege middeleeuwen lag de
dood voortdurend op de loer, het
leven werd bedreigd door ziekten
(pest), hongersnoden, overstromin
gen en oorlogen. De mening in die
tijd was: de dood is voor iedereen
gelijk, geen mens ontkomt eraan.
Die realiteit bleek ook uit de perso
nificatie van de dood waarbij deze
werd uitgebeeld als een geraamte
met een zeis, die de mensen zonder
aanzien des persoons komt halen
of uitnodigt ten dans.
Zondaar
Ontroerend op de tentoonstel
ling zijn de doodsportretten. Man
nen, vrouwen en kinderen in de
'eeuwige slaap'. De Dordtse vier
ling (1621) bijvoorbeeld. Zij stier
ven gevieren enkele uren na de ge
boorte. Eén ligt er wat verlaten bij,
de ogen geloken. De andere drie
kijken, als mummies verpakt, de
wereld in. Het verhaal gaat, dat die
ene, die al anderhalf uur na de ge
boorte dood ging, de doop niet
meer heeft gehaald. De kleine zon
daar.
Er is een belangrijke plaats inge
ruimd voor de Vanitas-stillevens
die in Leiden veel zijn geschilderd.
Met de reformatie verdween het
geloof aan het vagevuur en werden
realistische afbeeldingen van bran
dende zielen en dansende doden
uitgebannen. Daarvoor in de plaats
werd de vergankelijkheid sterk be
nadrukt. Een bejaarde vrouw, om
ringd door geld dat zij niet kan
meenemen, een klok die net als
een zandloper, onverbiddelijk het
verglijden van de tijd registreert,
een gebroken pot die het einde
symboliseert. Stillevens met bloe
men, vruchten, instrumenten, ge
doofde fakkels of een schedel in
een hoek.
Twee eeuwen geleden werd er
ook niet moeilijk gedaan over de in
doodsnood, verkerende mede
mens. Karei de Stoute mocht zon
der problemen naar adem snak
kend in de modder worden afge
beeld. En een kind dat van een
brug het kolkende water in sprong
veroorzaakte geen zelfmoordgolf
onder de kijkers naar dit droevige
tafereel.
'Er is dood in de liefde aanwezig,
en liefde in de dood'. De Franse
cultuurfilosoof, schrijver en dich
ter Georges Bataille kwam met de
ze versregel dicht bij de waarheid.
De verzameling bidprentjes, waar
onder heel veel Leidse, geven daar
in een goed inzicht. De prentjes
werden meestal van persoonlijke
gegevens van de gestorvene voor
zien. Wat dacht u van de dood van
Maria van Velsen in 1856 die 'op
eene geweldadige wijze om het le
ven gebragt aan den Hoogen Rijn
dijk'. Op haar bidprentje staat te le
zen: 'Ik ben gevallen in de handen
van moordenaars, die mij uitge
schud en wonden toebragt hebben
en zie ik sterf.
Schijndood
Pagina's uit agenda's van jonge
ren willen er nog weieens uitzien
als rouwsieraden die vooral in de
eerste helft van de 19e eeuw in
zwang kwamen. Een gouden hals
ketting met daaraan een medaillon
waarin een plukje haar of een foto
van de geliefde hing om de nek van
menig weduwe destijds.
Dans van de uit hun graven opge
stane doden.
(foto Michael Wolgemut 1493)
'Drie is te veel', klucht van Jan
Blaaser (tekst en regie). Met: Joop
Doderer, Hans Boskamp, Nelleke
Burg, Diane Dobbelman, Mady Al
fredo, Dick Rienstra, Joep Sertons
en Guus van der Made. Gezien op 8
maart in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN - De 's Gravesandes
krijgen rijke lui op bezoek: oma,
pa en Fred Oldenbach. Aange
zien Fred iets in dochter Enny
lijkt te zien, doen de 's Gravesan
des alles om zo'n goede partij aan
de haak te slaan. Dochter Enny
echter kent Fred nog van vroeger
en ziet niets in die huwelijks
plannetjes. Zij probeert dan ook
van alles om de boel in het hon
derd te laten lopen. Zo moet bij
voorbeeld de butler de trap afval
len, opdat het diner voor de gas
ten niet kan doorgaan.
Pa en 'ma zijn echter ook niet
voor een kleintje vervaard en
gaan op zoek naar een andere
butler. Maar ja, waar haal je die
zo gauw vandaan. Goede raad is
duur, todat ma 's Gravesande op
het idee komt om de hulp van de
verwarmingsmonteur in te roe
pen. En jawel hoor, die is best be
reid om te helpen - van de wal in
de sloot wel te verstaan. Want als
Joop Doderer voor butler moet
gaan spelen, loopt het gegaran
deerd gigantisch uit de hand.
Dat belooft toch al dolle pret,
maar gisteravond ontwikkelde
de centrale rol van de butler zich
tot een ware Joop-Doderer-
show, waarbij het verhaaltje van
de klucht nog slechts als aanlei
ding fungeerde. Tegen alle regels
werd constant gezondigd: lach
partijen op het podium, tekst
kwijtraken, hulp aan de souf
fleur vragen, onderonsjes met
het publiek, en ga zo maar door,
het stuk duurde dientengevolge
maar liefst een half uur langer
dan normaal.
Joop Doderer, hersteld van
een ernstige fysieke inzinking en
duidelijk verheugd over zijn te
rugkeer op toneel, speelde en
schmierde zeer geïnspireerd en
was als komiek niet meer te stui
ten. Gisteravond gold dat eens te
meer, omdat er een aantal dokto
ren, die hem behandeld hebben,
op zijn uitnodiging in de zaal za
ten.
Zelfs achter de schermen wer
den grappen uitgehaald. Doderer
raakte echt even zijn tekst kwijt,
toen hij geheel onverwacht een
loempia op een van de schalen
ontdekte. 'Drie is te veel' was dus
meer een feestje dan een toneel
stuk. En dat het tussen de bedrij
ven door ondanks alle toestan
den tussen Enny 's Gravesande
en Fred Oldenbach toch nog
goed gekomen is, zal niemand
verbazen.
WIJNAND ZEILSTRA.
Concert door het Residentie-Orkest
onder leiding van Otmar Maga, met
medewerking van Joshua Bell, viool
en Aurora Natola-Ginastera, cello.
Werken van Joh. Chr. Bach, Mozart,
Ginastera en Pfitzner. Gehoord op 7
maart in de Stadsgehoorzaal.
LEIDEN - Een concert met twee
gezichten, zo kan men het pro
gramma met het Residentie-Or
kest van zaterdagavond wel noe
men: voor de pauze zorgeloze
muziek in de 18e eeuwse galante
stijl, na de pauze zwaardere kost
met meer depressieve lading. Jo-
hann Christian Bach was in zijn
tijd beroemder dan zijn 50 jaar
oudere vader Johann Sebastian,
die trouwens al stierf toen zijn
zoon 15 was. Zijn symfonieën
hebben een elegant karakter en
zijn doorzichtig in hun twee- en
driestemmigheid en hun eenvou
dige baslijnen. Daardoor kunnen
de violen op de voorgrond treden
in hun hoofse expressie, zoals te
horen was in Johann Christian's
Sinfonia op. 18 nr. 3 voor dubbel-
orkest. De twee vioolgroepen
van het Residentie-Orkest speel
den luchtig en toch pittig onder
leiding van de ontspannen diri
gerende Otmar Maga.
Expositie met werk van Pieter Ge-
raedts, tot 16 maart. Stichting
Burcht, Burgsteeg 14, Leiden. Ope
ningstijden wo. t/m zo. van 12.00-
17.00 uur.
LEIDEN - Het recente werk van
Pieter Geraedts op de expositie
bij de galerie van Stichting
-Burcht, wordt gepresenteerd on
der de titel 'Beelden 1986-1987'.
De aanduiding 'beelden' moet
-evenwel niet opgevat worden in
'de zin van sculptuur, zoals uit na
tuursteen gehakte of in brons ge
goten vormen die in nauwe rela
tie met de hen omringende ruim
te staan. De omschrijvingen, hier
werktitels genoemd geven aan
om wat voor soort materiaal het
gaat: 'Droogrek', 'Vier emmers
'hangend', 'Kapstok scheef, 'Kin
derwagen' en 'Bezems', kortom
gewone huis, tuin en keuken
voorwerpen. Geraedts' beelden
zijn niet zonder meer in de ruim
te geplaatst, maar zij geven, naar
zijn zeggen, de verbinding aan
met de wereld waarin hij leeft;
Pieter Geraedts bij Stichting Burcht
het werk staat voor een bepaalde
levenshouding.
In een interview voor Omroep
Rijnland, zei Geraedts op de
vraag of het hier om serieuze
kunst ging, dat hij mensen wil
overtuigen dat het geen flauwe
kul is. "Als zij zich zouden ver
diepen in het fenomeen kunst,
zouden ze dat niet zeggen". Toch
wekt de eenvoud van het mate
riaal mogelijk lacherige reacties
uit. Door vuilniszakken, het fra
me van een stoel met een prop
plastic of het onderstel van een
kinderwagen, waarin plastic pij
pen van verschillende lengte ge
rangschikt zijn, kan men nauwe
lijks in vervoering raken, maar
Geraedts kan niet verweten wor
den dat hij er zich met een Jantje
van Leiden heeft afgemaakt. Ge
raedts past in zijn beelden een
duidelijke rangschikking van de
voorwerpen toe. Zwarte kleer
hangers wisselt hij af met witte
of geheel metalen hangers en hij
experimenteert met het even
wicht door meer kleerhangers in
elkaar te laten grijpen, zoals in
'Kapstok scheef. Kleine details
verraden dat Geraedts allerminst
willekeurig te werk gaat. Bij t
witte zuil v
mers zijn de hengsels om en om
naar links of naar rechts ge
bracht.
Pieter Geraedts vindt dat het
werk voor zichzelf moet spreken.
Titels ontbreken dan ook omdat
zonder bepaalde associaties de
beelden inhoudelijk zo zuiver
mogelijk blijven. De duidelijke
intentie van de maker en de zorg
vuldige samenstelling van de
beelden ten spijt, blijft deze ex
positie een gebeurtenis die mis
schien even de nieuwsgierigheid
wekt, maar de aandacht niet lan
ger vasthoudt.
NANCY STOOP
'Altijd Wat' door het Werkteater. Tekst: Wim
T. Schippers, regie: Shireen Strooker. Gezien
op 7 maart in De Kuip, Noordwijk.
NOORDWIJK - 'Altijd Wat' is speciaal
door Wim T. Schippers geschreven voor
het 25-jarig besaan van het Cultureel Jon
geren Paspoort (CJP). De voorstelling die
het Werkteater onder leiding van coördi
natrice Shireen Strooker ervan heeft ge
maakt is toneelpromotie van de eerste or
de geworden.
Er is heel wat af te dingen op het Werk
teater. Het verrast niet meer zo als vroe
ger, het heeft ook niet meer die kracht
Nogal wat toppers zijn vertrokken. De im
proviserende werkwijze is misschien te
veel maniertje geworden, we weten het zo
langzamerhand wel. Allemaal goed en
wel, maar toch blijft de groep iets bevrij-
dends houden door het speelplezier dat ze
uitstraalt. Bij het Werkteater staat de ac
teur op de eerste, tweede en derde plaats.
En er is waarschijnlijk geen gezelschap
dat zo goed uit de voeten kan met alle-
d aagse situaties/mensen/problemen
Alledaagse situaties/mensen/problemen
in alle soorten en-gewichten, dat was pre
cies wat Wim T. Schippers de groep had
voorgeschoteld. Zijn tekst heeft zeker
kwaliteiten maar had gemakkelijk, als ze
in verkeerde handen was gevallen, tot een
hele vervelende voorstelling kunnen lei
den. Het Werkteater heeft Schippers bi
zarre grilligheid luchthartig ter hand ge
nomen en er zijn eigen grilligheid aan toe
gevoegd. Het resultaat is een voorstelling
waar zes acteurs, gekleed als suppoosten,
tussen lege museum-vitrines en een elek
trische schuifdeur, op bijna vanzelfspre
kende wijze, 45 personages tot leven
wekken.
Over het algemeen werd er vrij sterk
geacteerd. Hoewel de idiootheid van de si
tuaties veel slordigheden moesten camou
fleren, Saskia van Basten Batenburg (nor
maal niet deel uitmakend van het Werk
teater) intrigeerde wel maar liep als 'mooi-
ertje' een beetje verloren rond tussen het
Amsterdamse 'geteisem'. Ze kende
slechts één overtuigende scène waarin ze
al sprekend een krankjorume dans uit
voert.
De held van de avond was voor mij
Maarten Wansink. Hij speelde een bar
man, een nachtwaker, een suppoost, een
directeur, een cabaretier, een jurylid en
een ober. En het was allemaal even leuk.
Ik moet ongeveer teruggaan tot de caprio
len van Swiebertje in de keuken van Saar-
tje dat ik zo gelachen heb. Hoe hij met zijn
lijvige postuur gewoon maar staat of ge
woon maar met zijn uitgestreken smoel
kijkt, om maar niet te spreken van de ma
nier waarop hij als kozak-zanger auditie
deed of een broodje uit de snack-bar op
vrat.
RADBOUD ENGBERSEN.
De muziek van Joh. Chr. Bach
inspireerde de jonge Mozart tij
dens zijn verblijf in Londen en
veel invloeden zijn bijvoorbeeld
te zien in de Symfonie Concer
tante van Mozart voor viool, alt
viool en orkest. Ook diens viool
concerten zijn juweeltjes van
evenwichtige sierlijkheid.
De pas 20-jarige Amerikaanse
violist Joshua Bell maakte in
druk door zijn natuurlijke ma
nier van spelen in Mozarts viool
concert in G K.V. 216. Met
schijnbaar weinig druk op de
strijkstok wist hij een ragfijne
toon te produceren die toch dui
delijk boven het orkest hoorbaar
was. Het boertige thema midden
in het rondo kreeg de vereiste
humor mee.
De mineurgedeelten hadden
hier en daar een meer tegenge
stelde expressie kunnen hebben
in vergelijking met het algemene
majeurkarakter. Overigens gaf
Joshua Bell blijk van een groot
talent door zijn evenwichtige
aanpak.
Alberto Ginastera (1916-1983)
componeerde twee jaar voor zijn
dood zijn tweede celloconcert en
droeg dit aan zijn vrouw Aurora
Natola op, die het in de première
speelde. Ook deze keer was Au
rora Natola de soliste. Ze voerde
dit vierdelige werk overtuigend
uit het hoofd uit, wat geen sine
cure is met de ingewikkelde or
kestpartij er bij. Een thema met
stijgende intervallen komt via
harp, klarinet, harp en hoorn ge
varieerd in de cello terecht, die
het verder uitspint. De warme
klank van de cello contrasteert
met de horroreffecten in het or
kest. Opvallend is het vele slag
werk en de piano in het orkest.
Het getinkel van allerlei klok
kenspellen, glissando's in de
strijkers en uitbarstingen in de
blazers lijken de cello in verwar
ring te brengen, waardoor de cel
lo zich ook aan allerlei effecten te
buiten gaat zoals strijken achter
de kam en spelen met het hout
van de stok. De finale begint met
een verbeten cellocadens, waar
na het orkest losbarst in een be
zeten rondedans waarin quasi
rammelende skeletten hoorbaar
zijn.
Wat mij betreft had het concert
na dit enerverende stuk afgelo
pen mogen zijn. Helaas volgden
nog drie voorspelen uit de opera
'Palestrina' van Hans Pfitzner,
langademige laatromantische
stukken die een gedateerde in
druk maken. Overigens werden
de uitgesponnen melodieën
overtuigend vertolkt door het
Residentie-Orkest en het sombe
re karakter kwam duidelijk er
uit.
Het tweede deel, waarin nog
het meeste gebeurt, werd gedo
mineerd door de trombones,
eerst grillig schetterend en dan
gedragen. De Tsjechische diri
gent Otmar Maga leidde het ge
heel onopvallend, maar met vas
te hand.
FRANK DEN HERDER
Lezers schrijven
Lunchconcerten
Lunchconcert bij K&O. Maar als ik
dan bij herhaling zo' aankondiging
zie dan denk ik: hier klopt iets niet,
dit alles verdient een veel grotere
belangstelling! Er moeten toch in
Leiden, het tijdstip in aanmerking
genomen, ouderen, studenten en
andere mensen, die best een ver
zetje kunnen gebruiken, rondlo
pen, die echt iets missen omdat ze
er niet van op de hoogte zijn.
Ik heb geen enkel aandeel in de
organisatie noch in de. (soms aan
komende) kunstenaar. Maar ik zie
het wel als een Leids gebeuren, dat
door te weinig belangstelling niet
mag wegkwijnen. Voor weinig
geld kan men echt iets beleven bij
de lunchconcerten (donderdags
van 12.45 - 13.30 uur) in de Kapel
zaal van K&O. Ik gun het iedereen
van harte en ook de musici, die
echt een grotere belangstelling ver-
Ixiadal 7
Leiden
K&O:
Belangstelling
voor lunch
concerten groeit
LEIDEN - De wekelijkse lunch
concerten op donderdag in de Ka
pelzaal mogen zich in een stijgende
belangstelling verheugen. De re
gelmaat waarmee K&O deze con
certen laat geven, werkt daar vol
gens de Leidse Volksuniversiteit
ongetwijfeld aan mee. De grote di
versiteit in programmasamenstel
ling wordt een attractief aspect ge
noemd.
Voor donderdag 12 maart heeft
K&O de sopraan Ella Dijkhuizen
en de pianist Peter le Feber uitge
nodigd om werken van Campra,
Wolf, Brahms en Satie uit te voe
ren. Een week later, op donderdag
19 maart, is het de beurt aan de jon
ge gitarist Hugo Buiten. De lage
toegangsprijzen die K&O voor de
ze concerten hanteert, moeten
meehelpen om de spreekwoorde
lijke drempel zo laag mogelijk te
laten zijn. Wat dat betreft is K&O
er veel aan gelegen om een zeer
breed en uiteenlopend publiek wat
dichter bij de serieuze muziek te
brengen.
OVERLEDEN - De schrijver Ga
briel Gorris is op 80-jarige leeftijd
overleden in een ziekenhuis in
Leidschendam.
Gabriël Gorris was een pseudo
niem van de uit Limburg afkomsti
ge Frans Linnartz. Hij publiceerde
tussen de jaren 1945 en 1975 een
groot aantal romans en enkele
dichtbundels. Zijn werk was gerui
me tijd zeer populair in katholieke
lezerskring, vooral in het zuiden
van het land. Gorris' oeuvre, waar
onder ongeveer twintig romans,
bestaat voornamelijk uit streek- en
volksromans. Hij schreef ook
'Dorp aan de Vliet', een geschiede
nis van Voorburg.
Ook als schrijver van jeugdboe
ken genoot Linnartz bekendheid,
maar dan onder het pseudoniem
Ray Franklin.