'Burgemeester na ziekte beter' Tante Josociale winkelierster Scheidend PW-raadslid Slingerland over katholiek Warmond riMgwwaiiiaf^ WARMOND - Of Gerard Slingerland (33), het schei dend raadslid/medeoprich ter van Progressief War mond (PW), even zijn carriè re wil schetsen. "Carrière? Daar hoor ik niet bij hoor, in dat soort termen spreken we niet in Warmond". Onte rechte bescheidenheid. Met het vertrek van Slingerland - in maart neemt hij voor het laatst plaats aan de raadsta fel - verdwijnt na Van der Zalm, Heemskerk en Van Kuyen, al wéér een progres sief dorpspoliticus van naam uit het beeld. door Wim Koevoet In 1970 - Slingerland was toen ze ventien jaar en mocht dus niet stemmen - was hij al zeer actief in de gemeentepolitiek. "Het is me met de paplepel ingegoten. Betrok kenheid. vakbeweging, jeugdtoe- standen, hobbyclubs". Hij liep alle vergaderingen van de PPR en de gemeenteraad af, stencilde er lus tig op los. Als hij negen jaar later zijn entree in de raad maakt, kan hij zich dan ook met een gerust hart "het best voorbereide raadslid van Warmond" noemen, "ik had al les gevolgd". En: "Eigenlijk is die periode het leukst van allemaal ge weest, het soigneren voor de wed strijd, om in wielertermen te spre ken". Niet vreemd aan Slingerlands liefde voor de politiek was het feit dat in 1970 pa Slingerland op de tweede plaats op de lijst van de ra dicalen stond. Van Kuyen. die vo rig jaar afscheid nam van PW en de gemeenteraad, was lijstaanvoer der. Tien stemmen kwam de PPR uiteindelijk tekort voor dat ene raadszeteltje. Vervelend voor de progressieve beweging in het dorpje was verder dat de toch progressieve GGW (Geïnteresseerde Groep Warmon- ders) zich bij de KVP had aange sloten. "Een heel rare politieke keuze vond ik dat", aldus Slinger land. De stembusuitslag leidde er toe dat de KVP/GGW-combinatie zeven zetels in de wacht sleepte, de WD één en de PvdA twee. Progressieven In 1973 - Slingerland is dan 20 en mocht nu wel stemmen - stapte de held van dit verhaal naar Van Kuyen. Zijn boodschap kwam hierop neer: er. waren weer ge meenteraadsverkiezingen in aan tocht, vorige keer was er flink veel misgegaan, of er nu eens écht krachten konden worden gebun deld. "En dat is uiteindelijk op een G. Slingerland, eindjaren zeventig. voortreffelijke manier gebeurd", zegt Slingerland die dus aan de wieg heeft gestaan van PW. Progressief Warmond was gebo ren. Bestanddelen waren PvdA, PPR, D66 en Heemskerk en Van der Zalm, twee vooraanstaande progressieven die zich van de GGW/KVP-combinatie hadden losgemaakt. Bij de opstelling van de eerste kieslijst van PW werd er nog wel rekening gehouden met "bloedgroepen". De eerste twee plekken waren voor PvdA'ers, de derde voor D66 en de vierde voor de PPR. In 1974, want daar is Slingerland met zijn schets nu aanbeland, wa ren er die voor PW legendarische verkiezingen. PW kwam in één keer met vier zetels de raad in. Slingerland: "Dat was het begin van de afbrokkeling van het KVP/ protestants-christelijke bolwerk in Warmond". Slingerland zat nóg niet bij die PW-vier. "Voor het passieve kies recht moest je toen nog 23 jaar zijn. We kwamen daar wat laat achter, we wisten het toen ook allemaal niet zo precies, jóh". Eerst als penningmeester, daarna als voorzitter van het bestuur. Hij liep alle fractie- en raadsvergade ringen af. "Als ze van PW iets ver keerds zeiden in de raad dan was het na afloop: "Verdomme, we hadden toch 'zus en zo afgespro ken". Revolutie De penetratie van Progressief Warmond in het katholieke bol werk. dat de raad van Warmond toen nog was, vormde het begin van een revolutie op dorpsschaal. "Er werd een motie ingediend. Een unicum. Een motie, dat was een wapen dat alleen bij hoge uitzon dering werd gebruikt, alleen in si tuaties van wantrouwen. Er was een continue spanning in het colle ge van PW en de KVP. Toch werd begonnen met de moderniseringen in het bestuur. Commissievergade ringen werden openbaar, er kwa men inspraakmogelijkheden. Alles met heel veel druk van PW in een periode van veel disharmonie. Al leen al het stellen van vragen werd heel negatief opgevat". In 1978 kon Slingerland er nóg niet bij. De verkiezingen waren voor PW teleurstellend verlopen. De partij had een zetel verloren, aan de VVD nog wel, en de inmid dels tot CDA getransformeerde KVP was op vijf gebleven. Slinger land die op een 'zekere' vierde stek op de lijst was gezet, verklaart: "De VVD had gewonnen dank zij het Bonjer-effect (toenmalige fractie leider WD, red.). In die tijd speel de de Schiphollijn-affaire. Radio en televisie kwamen naar War mond en op een of andere manier werd Bonjer voortdurend als dé woordvoerder van Warmond naar voren geschoven. En Bonier is na tuurlijk gewoon een ontzettend aardige vent". De bestuurstermijn 1978-1982 werd een rommelige PW-periode. PW-wethouder Van der Zalm ging halverwege de rit voor de PvdA naar de Provinciale Staten en moest in verband met een PvdA- regel over onverenigbaarheid van functies zijn raadslidmaatschap beëindigen. Slingerland volgde hem op. "Maar er moest toen wel een andere wethouder komen. Timmermann kon niet - zijn werk gever stond hem dat niet toe - Lies- beth (Dalhuisen, de huidige wet houder, red.) had er niet veel zin in en ik vónd het niet netjes om als je er net in komt direct wethouder te worden. Liesbeth is het uiteinde lijk geworden. En ik vind dat ze het fantastisch doet", zegt de fractie voorzitter over zijn wethouder. "Ik was meer een zwamneus dan zij. Zij kon zeggen: dat doen we ge woon zo. Erg verfrissend was dat". Niet lang nadien kreeg Timmer mann een baan bij de gemeente Warmond. Hij werd - en is dat nu nog - chef van de afdeling sociale en huisvestingszaken. Het PW- raadslid diende wel zijn raadslid maatschap op te zeggen. "Opvol gers waren er niet. Of ze waren overleden of konden niet vanwege hun functie. Ik zei daarover in al mijn naïviteit: onzin, je kunt zo'n raadslidmaatschap er toch wel bij doen". Toch was er geen andere oplossing dan het terug roepen van Van der Zalm. Glorie Met de gemeenteraadsverkiezin gen in juni 1982 breekt voor PW een periode vol glorie aan. De pro gressieven komen met vier zetels weer op volle sterkte. Bovendien weet de partij zich halverwege de rit, als de burgemeester langdurig ziek wordt, door twee wethouders in het college van B en W vertegen woordigd. Slingerland wordt die tweede wethouder. Hij ziet '82-'86 als het tijdperk van "de consolida tie, de pikkerigheid en de breed sprakige Van Kuyen". Over zich zelf: "Ik ben nog nooit zo concreet bezig geweest voor de gemeente5 als in die periode dat ik wethouder was (februari '84-'oktober '85, red.). In mijn portefeuille zat onder meer de riolering en de Wasbeeklaaan moest gerioleerd. Dan zit je hele avonden met agrariërs te praten. Voor die mensen is dan belangrijk dat tijdens de werkzaamheden de melkwagen er door moet blijven kunnen. Hoe los je dat op? Aan al die concrete zaken zit niets poli tieks. Voor mij was het die periode ook een openbaring hoe geweldig Liesbeth, Cees (Van Schagen, CDA-wethouder, red.) en ik met el kaar omgingen. Er was een volle dig vertrouwen in elkaar, we waren altijd bereid klussen van elkaar over te nemen en er waren nimmer competentiekwesties. Ik denk dat ik in mijn leven nooit meer zoiets mee zal maken". Vreselijk druk had Slingerland het. Hij wijst op een enorme tas naast zijn praatstoel waarvan hij de rugleuning als zitvlak gebruikt en zegt: "Drie daarvan vol werk nam ik elk weekeinde mee naar huis. De grootste onrechtvaardigheid zit 'm in het geld. Een wethouder die een burgemeester vervangt krijgt vijftig procent van dat burgemees terssalaris. En van je werkgever krijg je omdat je minder voor hem werkt ook minder. Verder is het natuurlijk voor mijn carrière op het ministerie van economische za ken niet bevorderlijk geweest, dat jaartje wethouder spelen. En dan word je 's avonds als wethouder openbare werken gebeld door aan nemers met projecten die op een andere manier dan via de gewone inschrijvingsprocedure aan op drachten willen komen. Niet dat er met smeergelden is gesmeten maar (foto Wim Dijkman) dat is op deze manier toch de kat op het spek binden". Burgemeester Over de terugkeer van burge meester Hendrick-Vlaar: "Ik vind dat ze het nu beter doet dan voor haar ziekte. Ze toont meer betrok kenheid en is méér bereikbaar op het gemeentehuis. Dat zijn mijn criteria. Ze leidt de raadsvergade ringen zeer goed. Vroeger hield ze te veel vast aan van die abstracte ideeën. Zo van: in de rondvraag wordt niet gediscussieerd. Je kunt toch niet alleen maar dingen vra gen. Een discussie is interessant naarmate er minder op de procedu res wordt gelet. Nee, van mij mag ze blijven, hoor". Na de geboorte van zijn dochter tje Koosje ging het al ras slechter met de politicus Slingerland. Het werd hem allemaal te veel. Op zijn werk, het ministerie van economi sche zaken "waren er perikelen", hij had "als vader maar weinig er varing" en het werk voor de fractie en de gemeenteraad "en al die stukken lezen", het hield niet op. Hij verklapt een klein geheimpje. "Ik zat een keer echt te slapen in de gemeenteraad". Een duidelijker signaal kreeg hij niet meer. "Ik moest gaan snoeien. Eigenlijk liep ik al maanden op mijn tenen. Ik be keek stukken maar zo-zo en écht dat is niets voor mij. Of heel goed of helemaal niet. Er zijn tijden ge weest dat Liesbeth en ik elke blad zijde, elke post van de gemeente begroting doornamen. Ongeloof lijk, niemand doet dat ook meer. Een meetlat voor mij was ook het boek waarin ik in september aan begonnen ben. Ik ben nu net over de helft". Slingerland is openhartig over de lopende raadsperiode. Die is be gonnen met "het minst mooie, het minst concrete collegeprogramma dat we ooit hebben gemaakt". Hij geeft toe dat de sporthal er eigen lijk "al in had gemoeten". En over de Klim Op, de zaal die nu tegen de grond moet: "Ik kan het niet gelo ven dat een nog geen 17 jaar oud gebouw moet worden gesloopt". Dolgelukkig met de perikelen rondom de Vereniging Het Oude Raadhuis (HOR) is hij ook al niet. Toch was hij er met de rest van de raadsmeerderheid op tegen om het linkerdeel van het oude raadhuis aan de vereniging te verhuren. Hij zegt: "Het Horbestuur heeft gegokt en misgegokt. Van begin af aan heeft het gezegd dat het dat ge bouw wil hebben maar er niets voor wilde betalen. Op het emotio nele vlak heeft de toch wat arro gante houding van het HOR-be- stuur meegespeeld". Over twee dingen maakt Slinger land nu hij ophoudt zich nog zor gen. "De bebouwingskwestie en de aantasting van het stiltegebied van Koudenhoorn. Wat woningbouw betreft hebben we met het CDA keiharde afspraken gemaakt. Be langrijk onderdeel daarvan is: niet de Klinkenbergerpolder in. Maar bij het CDA, een heel betrouwbare collegepartner overigens, kom ik toch herhaaldelijk een kijk op de middenstand tegen die inhoudt: als het slecht gaat, moet je het draagvlak van de gemeente vergro ten, dan komt alles goed. En die opvatting werk door in het wo ningbouwbeleid. Dan het stiltege bied. De burgemeester had het on langs over de 'verleiding' en een 'bruggetje op waterniveau' om het toegankelijk te maken. Ik denk dan: godsie, hoe kun je dat nu zeg gen, de indeling van Koudenhoorn was een met veel moeite bereikt compromis. Daar moet je heel voorzichtig mee zijn. Ik vind dat het stiltegebied in het bestem mingsplan veel concreter moet worden bestempeld als natuurge bied dat moet worden be schermd". ZOETERWOUDE - De voor- raadbussen van Van Nelle en de reclameplaat van Van Hou ten, die Jo Vlasveld nog in bruikleen heeft vertellen het verhaal van het winkeltje aan de Zoeterwoudse Hoge Rijn dijk. Ruim 84 jaar geleden kocht 'Opoe' Vlasveld de 'win kel van Sinkel' om een bijver dienste te hebben. Nu is er ei genlijk nog niet veel veran derd. Net als vroeger worden er nog tabak, snoep en kleine kruidenierswaren verkocht. door Maarten van Valen "Het is een winkel voor iemand die wat is vergeten", zegt eigenaresse Jo Vlasveld, 56 jaar en ongeveer tien jaar in het bezit van'de erfenis van haar grootmoeder. Achter een zijdeur treed je de kleine woning van de vrouw binnen. Het gebouw tje is zo'n 400 jaar oud, zegt ze. De buurt, werknemers en scholieren die in de omgeving van de Hoge Rijndijk zitten, kennen het winkel tje, dat voor sommigen ook als maatschappelijk dienstencentrum dient. En bedrijven aan de vent- weg attenderen hun klanten ook op het winkeltje. 'Opoe' Vlasveld. Mocht een nieuwtje niet publiek worden, dan sprak zij: "Dat moet onder het tafelkleed". (eigen foto) Zakcentje "Op scholen wordt nog wel eens verteld over de goede oude tijd en hoe het er vroeger aan toeging. Er wordt verteld over de winkeltjes van vroeger. Tegen de leerlingen wordt dan gezegd dat er nog een zo'n oud winkeltje is. Scholieren komen dan hier naar toe om te kij ken hoe het er aan toe gaat", vertelt Jo. Het is nog een van die winkeltjes waar je nog wat op de pof kan ko pen, en waar de eigenaresse ieder een nog kent. Het is een kleine we reld op zich, zo wordt je al snel dui delijk als Jo vertelt: "Als iemand op een ander soort tabak overstap te of met roken stopte, dan zei hij tegen me 'Ik wil het niet meer. Heb je er nog veel van, dan neem ik het allemaal over en daarna stop ik met roken. Zo klein is het". "Hoe oud de winkel is, weet ik niet precies. Mijn grootmoeder kocht het winkeltje in 1903 en schreef hem in bij de Kamer van Koophandel. Hoeveel ze ervoor be taalde weet ik ook niet, maar er staat me iets bij van 240 gulden. Wij woonden toen vlak naast de winkel. Naast snoep en tabak ver kocht ze ook nog allerhande galan- teriën zoals potten, pannen en schaaltjes. Mijn grootvader had in 1900 zijn eigen expeditiebedrijf op gezet. Het was een populaire figuur in Zoeterwoude, een joviale, vrolij ke man. Iedereen kende hem als Bode Piet. Mijn broer heeft die zaak nu overgenomen. Het geld van de winkel hadden mijn groot ouders eigenlijk niet nodig. Mijn grootvader had zijn weekgeld, dus mijn grootmoeder verdiende met de zaak een zakcentje". De winkel was in die dagen meer dan gewoon een plaats waar je je boodschappen deed. "Veel men sen kwamen voorbij voor een praatje. Iedereen ontmoette ieder een daar. Niet alleen werden er dorpsroddels uitgewisseld. Men sen met problemen kwamen er ook langs. Als het erg vertrouwelijk was en niemand mocht ervan we ten, dan zei Opoe altijd 'dat moet onder het tafelkleed'. Het was zelfs zo, dat de huisarts en de pastoor mensen met problemen naar ons verwezen. 'Ga maar naar het win keltje' werd er dan gezegd". Het winkeltje doorstond beide Wereldoorlogen. In de tweede daarvan heeft de zaak een tijdje stilgelegen. Er was gewoon niets te koop. In die tijd fungeerde de win kel als een punt waar het verzet van die dagen nog dankbaar op te rugkijkt. "Mijn vader zat niet bij de ondergrondse, maar hij deed er wel veel voor. De ondergrondse bracht wel eens geweren langs met het verzoek om die te verstoppen voor de Duitsers. Dat deden wij dan. We stopten ze in de wieg van mijn zus je, op de vliering en in de teil in het schuurtje achterin. In die dagen leefden wij ook onder voortduren de angst omdat we niet zover van de spoorweg tussen Leiden en Al- Het winkeltje in vroeger dagen. In de deuropening Jo's grootouders. phen af woonden. Die werd conti nu gebombardeerd. We hadden veel angst in die dagen, maar we hadden geen tijd om eraan toe te geven". Tante van Jo In 1949 stierf Opoe Vlasveld. Een tante van Jo nam het toen over. Zelf hielp Jo ook al klanten. "Vroe ger kwam een klant binnen en toen zei ik 'Opoe of tante Marie komt di rect. Later werd een klant gehol pen door degene die de meeste ge legenheid had. Dat gebeurde van zelf, je raakte er ingeburgerd. Toen ik een jaar of 17 was werkte ik ook een paar ochtenden in de week bij particulieren. Daar deed ik dan de wekelijkse beurt. Ik verdiende toen ook al wat zakgeld, twee kwartjes per uur". Na de dood van Jo's tante Marie in 1976, ook tot het laatste moment actief in de winkel, nam een pleeg- broer van haar vader het over. Slechts een half jaar runde hij de zaak. Hij stierf vlak erna. Daarop kwam de erfenis van Opoe Vlas veld bij haar kleinkind terecht. Dit verhaaltje ontlokt haar de uitspraak "Als ik het winkeltje niet had, dan was ik maatschappelijk werkster geweest". Het winkeltje heeft nog dezelfde functie als toen Opoe achter de toonbank stond. Dit blijkt als er een Spaanse man het winkeltje binnenkomt en Jo wil vertellen over foto's die hij in het ziekenhuis heeft laten maken. Hij gaat in het keukentje zitten wachten. Jo kent de problemen van deze Spaanstalige arbeiders. "De Spaanse werknemers bij Oosthoek komen hier nogal eens. Zij zoeken ook hulp voor hun problemen. On ze taal verstaan zij moeilijk en ze weten niet altijd waar ze terecht kunnen". Jo helpt ze dan zo goed mogelijk verder. De Spaanse werk nemers kennen haar als 'Juana', de verspaansing van haar echte naam Johanna. Over de contacten zegt ze: "Het vult mijn leven, ik leer er van. Het is ook een gezegde in onze buurt: 'Ga maar even naar het maatschappelijk werk'. Ze vertelt het verhaal van een meisje dat haar hulp ook heeft ge kregen. "Ze kwam uit El Salvador en was meegelokt door een paar mensen. Ze kreeg van die mensen een tijdelijke verblijfsvergunning. Ze moest toen werk verrichten waarvoor ze geen loon kreeg. Een buurvrouw merkte'dat en vroeg mij of ik niet kon helpen. Het meis je werd toen ook nog opgepakt door de Vreemdelingenpolitie, met het vooruitzicht zonder een cent het land uitgewezen te worden. Ik heb haar toen in contact met het Arbeidsapostolaat en een dominee uit Leiden gebracht, die haar zou den kunnen helpen". Triest Over het verschil met vroeger, zegt Jo: "Het is een hele tijd leuk gegaan, maar ik vind het niet zo leuk meer als vroeger. Indertijd zijn er by Oosthoek veel Spaanse werknemers ontslagen. Ik kreeg toen te maken met kinderen die hun snoep niet meer konden beta len. Triest". Ook zit ze erg geïsoleerd ten op zichte van de Hoge Rijndijk. De winkel ligt lager dan de Rijndijk zodat veel automobilisten letterlijk de winkel over het hoofd zien. Sommigen weten niet eens dat het gebouwtje een winkel is. "Ik had vroeger nog van die oude borden van Van Nelle met reclametek sten erop aan de voorgevel hangen. Die werden november 1985 gesto len. Ook de stoplichten werken niet in mijn voordeel. Het is indus triegebied, veel verkeer, dus de be reikbaarheid van mijn winkeltje voor de gewone man is veel minder geworden. Vroeger was de straat ook druk maar daar kon je nog ge woon wandelen". De toekomst van de 'winkel van sinkel' is erg onzeker. Er is nog geen opvolger voor het winkeltje. De alleenstaande vrouw hoopt dat die wel komt. De zaken lopen goed, er is veel aanloop. Doodzon de toch, als zo'n winkeltje moest verdwijnen? 'Sociaal' winkelierster Jo Vlasveld: *'Als ik het winkeltje niet had gehad dan geweest". ik maatschappelijk werkster

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 11