Den Haag kruipt
uit cultureel dal
'De architect is een slaaf
Rem Koolhaas, de man van het winnende ontwerp:
mm I
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1987
EXTRA
PAGINA 31
Het schijnt cultureel met Den Haag niet op te
kunnen: gloednieuwe behuizingen voor Residentie
Orkest en Nederlands Danstheater verrijzen aan
hetSpui, een balletfestival van
wereldomspannende allure is in de maak, het
residentiële marge-theater bloeit als nooit
tevoren, een uniek volksbuurtmusëum over de
geschiedenis van dè Schilderswijk is aanstaande,
een groots opgezet migrantenfestivai (Vulkano)
ging de afgelopen week van start, enzovoort.
Nieuwe initiatieven, nieuwe ontwikkelingen,
nieuwe gebouwen. En zelfs wat traditioneel Haags
is, lijkt in de revisie te willen. De vermaarde maar
wat stoffige Haagse Comedie krijgt een definitieve
opknapbeurt.
Wethouder Verduyn Lunèl zit negen maanden op
zijn post. Lang genoeg om „iets" te baren. Hij heeft
volgens velen aan de verwachtingen beantwoord.
Aan zijn inzet en onderhandelingscapaciteiten
wordt het algemeen toegeschreven dat in Den
Haag een nieuw cultureel élan heeft toegeslagen.
Gesprek met een bedachtzaam man die ongaarne
overdrijft. „Het Haagse Spui: het nieuwe
Broadway van Nederland? Ik zie het anders".
Wethouder Verduyn Lunèl voor de
oude,karakteristieke binnenstad"'
Cultureel Den Haag was bijna ka-
potbezuinigd. Zonder terughou
dendheid spreekt Jack Verduyn
Lunèl (38), wethouder van jeugd,
sport, recreatie, cultuur en media,
over een „afbraakbeleid" geduren
de de afgelopen jaren waarin de gro
te partijen (CDA, WD en PvdA) in
het Haagse college de dienst uit
maakten.
Die tijd lijkt voorbij. Links Den Haag
(CPN, PSP en PPR) is nu samen met de
socialisten en D'66 aan de macht. Ver
duyn Lunèl, ooit hulpverlener van Sos-
jale Joenit en jarenlang gemeenteraads
lid voor de PPR, heeft de ontwikkelin
gen in de cultuursector zoals dat heet
„omgebogen".
De klap voor de culturele voorzienin
gen in de residentie is zo groot geweest -
er werd meer dan 12 miljoen bezuinigd -
dat de wethouder zich vrijwel direct na
zijn aantreden verplicht voelde tot een
zogenaamde „trendbreuk". Cultuur
steeg plotseling een stuk op de Haagse
prioriteitenlijst.
Verduyn Lunèl, terughoudend, per
manent op zijn qui vive, zegt met duide
lijk Haags accent:„Er wordt nog wel ge
kort, maar dat bedrag is aanzienlijk klei
ner dan wat er aan nieuw beleid wordt
uitgegeven. Per saldo komt er ruim twee
miljoen gulden extra voor kunst en cul
tuur bij".
door Peter Huysman
Uitgehold
Er gebeurt dus weer iets voor de kunst
in die „mooie stad achter de duinen".
„De aanslagen waren te fors geweest. De
sterke positie van Den Haag als culture
le stad werd daardoor finaal uitgehold.
De effecten waren duidelijk zichtbaar.
Er heerste een algemene malaise-sfeer.
Wat Den Haag de afgelopen vijf, zes jaar
heeft ondergaan, is een operatie geweest
waar Amsterdam nu aan begint".
Ook Verduyn Lunèl vindt dat het toen
regerende afspiegelingscollege niet voor
alle achteruitgang verantwoordelijk kan
worden gesteld. „Niet vergeten moet
worden dat het rijk in die periode begon
nen is met snoeien, waardoor alle ge
meenten getroffen werden. Daar kwam
nog bij dat Den Haag geconfronteerd
werd met de opheffing van de Nieuwe
Komedie".
Voor het midden- en kleine theater
bleef er nauwelijks ruimte over. Het
Theater aan de Haven in Scheveningen
dreigde dicht te gaan. Het HOT-theater
werd gesloten. Ook op andere fronten
sloeg de kortingsduivel van het rijk
hardhandig toe, vaak gevolgd door, of in
de pas met de gemeente Den Haag.
„Hier is lang een afwachtende filosofie
omarmd: het rijk doet niets, dan kunnen
wij ook niets. Maar ik geloof dat je eerst
je eigen daadkracht moet tonen en datje
daarmee naar de rijksoverheid moet
gaan".
Het is Verduyn Lunèls ervaring dat
minister Brinkman (wvc) over de brug
komt als je als stad bereid bent meer
voor kunst te doen. Het nieuwe onder
komen voor het Residentie Orkest en
het Nederlands Dans Theater is daar een
voorbeeld van: het initiatief is bij de ge
zelschappen ontstaan, opgepikt door het
particulier initiatief en vervolgens heb
ben Tweede Kamer en het rijk gezegd:
dit moet gehonoreerd worden. Hoewel
het college van b en w lang heeft dwars-
gelegen is het door druk vanuit de ge
meenteraad uiteindelijk omeeeaan.
Beleven
Het motief voor de wethouder om Den
Haag cultureel op te peppen heeft te ma
ken met zijn opvatting dat cultuur nood
zakelijk is voor het functioneren en „be
leven" van de (binnen)stad. Dat besef is
na jaren van neergang weer terug. „In
Den Haag heerst een heel aantrekkelijk
klimaat. We wedijveren niet met andere
grote steden. Maar we zijn ons er wél van
bewust dat een goed voorzieningenpak
ket op het gebied van uitgaan en cultuur
de sfeer en de gezelligheid van een stad
bepalen. Het is een belangrijk argument
voor mensen om er te wonen en te
werken".
De wethouder voor Links Den Haag
vindt dat er beweging in een samenle
ving moet zitten. „Nieuwe ontwikkelin
gen moeten aan de gang worden gehou
den. Je behoort mensen voortdurend
aan het denken te zetten. Bepaalde eco
nomische impulsen die daarvan uitgaan
zijn dan uiteraard meegenomen. Al die
zaken moetje in het centrum van de stad
samenbundelen. Dat is belangrijk, want
de binnenstad is de kurk waarop een ste
delijke omgeving drijft".
Dat die kurk zich thans ver beneden
de waterspiegel bevindt - de verloede
ring van de Haagse binnenstad heeft op
sommige plekken rampzalige vormen
aangenomen - is voor Verduyn Lunèl nu
juist een uitdaging om daarin snel veran
dering te brengen. Voor september staat
de opening van het nieuwe Haagse Mu
ziektheater gepland, uitgerekend aan
het kaalgeslagen en meer dan deprime
rende Spui, waar te zijner tijd ook het
nieuwe stadhuis en het nieuwe marge-
theater zullen verschijnen.
Geen wonderen
De wethouder:„Het wordt een bijzon
der feest waarvan het eerste internatio
nale balletfestival deel uitmaakt". Maar
toch voorzichtig: „Ondanks de uitstra
ling die van het theatercentrum en later
van het stadhuis zal uitgaan, moet je
geen wonderen verwachten. Wat aan het
Spui staat te gebeuren, moetje niet over
schatten".
Hoewel er in de discussies over de
stadhuisontwerpen (een jury koos vori
ge week voor Rem Koolhaas) reeds ter
men als „Rockefeller Centre-achtig" en
„Manhatten-motief' zijn gevallen, gaat
het Verduyn Lunèl te ver om over een
toekomstig Haags „Broadway" te spre
ken. „Er is geen sprake van dat de Haag
se binnenstad naar het Spui verplaatst
wordt. Het centrum van onze stad is veel
groter en strekt zich minstens uit over
Plein, Voorhout en Denneweg".
„Het wordt een toevoeging die een po
sitieve invloed zal hebben op de oude
karakteristieke binnenstad met haar
schouwburg, beeldende kunst-centra,
Mauritshuis en Historisch Museum. Het
Spuikwartier zal wél een gebied worden
waar stedelijk én landelijk aanbod te
recht kunnen en waar nieuwe ontwikke
lingen op gang moeten komen".
Verduyn Lunèl is ervan overtuigd dat
de nieuwbouw meewerkt aan een grote
re concentratie van cultuur in de resi
dentie. „Het Residentie Orkest speelt
nog in het excentrisch gelegen Congres
gebouw; het Theater aan de Haven is
ook niet erg centraal gelegen; het NDT
geeft uitvoeringen in het Circustheater.
En dan heb ik het niet eens over de repe
titieruimten en de kantoren van die in
stellingen".
Aan deze „dislocaties" wordt nu voor
een belangrijk deel een eind gemaakt,
zonder dat alles in één centraal punt
wordt gebundeld. De bestaande accom
modaties blijven, alsook de nieuwere
kleine theaters zoals Korzo en Zeebelt.
Voor iedereen
Al zijn energie is erop gericht de veel
zijdigheid van het cultuuraanbod op het
gebied van dans, symfonische muziek,
marge-theater, popmuziek de komende
4 jaar in zijn stad tot uitdrukking bren
gen. Daarbij staan nieuwe vormen en
„aanbod voor iedereen" voorop. „Een
van de bedoelingen van het nieuwe be
leid is dat er - zonder afschaffing van het
bestaande en gevestigde - een aantal za
ken er in de breedte aan wordt toege
voegd. Dus marge-toneel naast het grote
toneel".
Verduyn Lunèl („ik ben een vrij fana
tieke Hagenaar") is er zeker van dat met
de nieuwe zalen aan het Spui de culture
le mogelijkheden van Den Haag worden
versterkt. „Te vaak treden we te beschei
den, te verborgen op. Dat is een handi
cap. Verbazing soms in het land dat het
Nederlands Dans Theater, zonder dis
cussie het beste dansgezelschap, uit Den
Haag komt. Het NDT krijgt nu de enige
eigen balletzaal die Nederland rijk is.
Ook wordt wel eens vergeten dat het Re
sidentie Orkest al zo lang een geheel ei
gen, vernieuwend repertoire brengt".
Het eveneens op eigentijdse dans ge
richte internationale balletfestival, in
september te organiseren door het Hol
land Festival en het NDT, zal volgens de
wethouder een belangrijke nationale en
internationale trekker voor Den Haag
worden.
Maar ook op andere gebieden is er in
de regeringsstad sprake van een kleine
cultuurexplosie: nieuwe zalen zijn open
gegaan; de organisatie Het Gebeuren
neemt keer op keer interessante theate
rinitiatieven; het Koninklijk Conserva
torium timmert steeds hoorbaarder aan
de weg; de nieuwe muziekorganisatie
Ooyevaer Desk neemt landelijke sprei
dingsactiviteiten voor haar rekening;
het Haagse videofestival wordt almaar
„worldwider"; Parkpop is inmiddels uit
gegroeid tot het grootste openlucht-pop
evenement van het Europese vasteland
met bijna 160.000 bezoekers. Om over
jeugdtheater, de migrantencultuur, een
toekomstig Schilderswijkmuseum, De
Appel en veelbelovende exposities in
het Gemeentemuseum (dit najaar „Spi
ritual in Art") nog maar te zwijgen.
Verduyn Lunèl zegt: „Behoefte om te
concurreren met Parijs of Londen, of
zelfs Amsterdam, heb ik natuurlijk niet.
In de hoofdstad is nog altijd een veel
voud voor kunst en cultuur beschikbaar
van wat wij kunnen uitgeven. Het Mu
ziektheater hier wordt betaald met de
helft van het bedrag waarmee de Stope
ra-begroting is overschreden".
Aan zijn trekken
Over de nieuwe vestiging voor dans
theater en orkest, waaraan hoorbaar en
zichtbaar hard wordt gewerkt, is Ver
duyn Lunèl op voorhand al enthousiast.
„Ik ben geen akoestisch deskundige,
maar mij is verzekerd dat het uitsteken
de zalen zijn die er speciaal op zijn inge
richt dat het publiek op elke plaats volle
dig aan zijn trekken komt".
„De danszaal heeft bovendien dezelf
de podiummaten als die van het Amster
dams Muziektheater. Dat betekent dat
de op die maten uitgevoerde operapro-
dukties ook hier terecht kunnen. Maar
dan moet Den Haag (en trouwens ook
Rotterdam) ze wel krijgen! Met steun
van wvc zal de Nederlandse Opera ge
dwongen moeten worden ook voorstel
lingen buiten de standplaats te geven".
Tegen het eind van het gesprek: „We
moeten van de binnenstad van Den
Haag wat maken. Dat volwaardig cultu
reel grote-stadsaanbod zal er komen. De
noodzakelijke impulsen zijn gegeven.
Creatieve uitvoerders moeten het nu
doen. Daarin stimulerend te werk te
gaan, ja, dat geeft je wel een prettig ge
voel".
Hij voelt geen behoefte
het grootschalige
karakter van zijn creatie
te verdedigen. "Een
architect doet wat van
hem gevraagd wordt.
Binnen die grenzen mag
hij zijn creativiteit
botvieren". Rem
Koolhaas heeft het druk,
sinds zijn ontwerp voor
een nieuw Haags stadhuis
als winnaar uit de bus
kwam. Een kort gesprek
derhalve.
„We hebben een half uur de tijd."
Daarmee opent Rem Koolhaas, de
architect die door een commissie
van deskundigen werd aangewezen
om voor Den Haag een nieuw stad
huis te bouwen, het gesprek. Hij
wekt de indruk dat hij de afspraak
maar een hinderlijke onderbreking
vindt. De belofte dat de vragen in
sneltreinvaart zullen worden afge
vuurd stelt hem zo te zien maar nau
welijks gerust.
De 42-jarige architect is lang en slank,
heeft zwart sluik haar. Hij loopt op een
manier die „flaneren" zou heten als hij
het niet zo haastig deed. In een kamertje
op zijn kantoor, met uitzicht op de ha
vens van Rotterdam, plaatst hij snel
twee kantoorstoelen tegenover elkaar.
De ruimte wordt grotendeels in beslag
genomen door een enorme maquette
van de Bijlmermeer. Verder is het er een
grote bende, net als op meer plaatsen in
het gebouw dat Koolhaas' bureau deelt
met tal van andere maatschappijen. Het
is vrij nieuw en nog niet helemaal in ge
bruik.
Van het beloofde half uur zijn nog
maar vijfentwintig minuten verlopen als
Koolhaas gaat zitten: de tijd voor de fo
tograaf was er wel bij inbegrepen. Hal
verwege het gesprek zullen er nog eens
vijf minuten af moeten, want een collega
heeft dringend Koolhaas' raad nodig.
Rem Koolhaas, dezer dagen in één
adem genoemd met Den Haag, is een ge
boren Rotterdammer, maar ook een cos-
mopoliet. Hij groeide op in Amsterdam
en Indonesië en woonde verder in Lon
den en New York. Daar onderzocht hij
de Amerikaanse architectuur van de pe
riode van 1920 tot 1940, hetgeen resul
Rem Koolhaas (42): "Je kunt best c
nieuwe voorzieningen creëren".
diept plein dat, zo geeft Koolhaas toe, op
het druk door kunstenaars bezochte
plein vóór het Centre Pompidou in Pa
rijs zal doen denken. Over de aantrek
kingskracht van het pleintje langs de
Haagse Turfmarkt is Koolhaas positief:
„In drukke gebieden heeft leegte meer
te bieden dan ontworpen genoegens."
Hij hoopt dat zijn stadhuis „uitermate
inspirerend" voor de bevolking zal zijn.
„Het moet vrolijkheid uitstralen, niet al
leen door de kleuren, maar ook door de
genuanceerde opbouw. Ik hoop dat de
opwinding die in het ontwerp zit op de
mensen zal overkomen. Het gebouw zal
activiteit uitstralen en genereren. In de
andere ontwerpen die op verzoek van de
gemeente waren ingediend wordt de ac
tiviteit binnen gehouden."
Slaaf
Koolhaas ziet zich niet genoodzaakt
het grootschalige karakter van het nieu
we stadhuis te verdedigen. Van een
scheiding tussen voorstanders van
geschiedenis respecteren en tegelijk
(foto ANP)
grootschaligheid en aanhangers van wat
weieens „nieuwe kneuterigheid" wordt
genoemd, is volgens hem ook al lang
geen sprake meer. „Een architect is een
slaaf die doet wat hem gevraagd wordt.
De maatschappij stelt de eisen. In dit ge
val was het de gemeente Den Haag die
om een aantal vierkante meters kantoor
vroeg. De architect mag zijn creativiteit
botvieren binnen de grenzen die ande
ren hem stellen. Hij moet het probleem
van de grootschaligheid zo goed moge
lijk zien op te lossen."
Nieuwbouw in of bij een oud centrum
stuit Koolhaas niet tegen de borst, inte
gendeel. „In de jaren zestig wilde ieder
een de grote gebouwen in de buitenwij
ken hebben, maar daarop kreeg je leeg
gezogen, verpauperde centra. Voor het
behoud van de historische stad is het no
dig een manier te vinden om de nieuw
bouw erin te passen. Je kunt best de ge
schiedenis respecteren en tegelijk nieu
we voorzieningen creëren. Zo blijft een
stad levend."
ANP/BAREN DA GRUTTERrNK
is beïnvloed. De vraag waaraan dat te
zien is en het antwoord erop zullen wel
teveel van de ons toebedeelde tijd ver
gen, meent hij.
De architect kent Den Haag, de stad
waar hij zulke successen boekt, al lang
en goed. In 1978 deed hij mee aan de
prijsvraag om de parlementsgebouwen
op te knappen, en hij is ook betrokken
bij de bouw van het Nederlands Dans
theater dat verrijst bij het terrein waar
het nieuwe stadhuis komt. Het zal dit na
jaar worden geopend.
„Het Nederlands Dans Theater zou
aanvankelijk in Scheveningen komen.
Toen besloten werd dat het aan het Spui
gebouwd moest worden, voelde ik me
verbannen naar Siberië. Ik vond het een
vergeten en armzalige plek. Maar ik
moet nu constateren dat er in snel tempo
veel leven in het centrum van Den Haag
wordt geïnjecteerd en denk zelfs dat dit
het levendigste centrum van Nederland
kan worden."
Koolhaas zegt blij te zijn met de ver
wachting van de commissie dat het cen
trum niet alleen aantrekkingskracht zal
uitoefenen op de stad zelf, maar op de
hele Randstad. Dit ook al dank zij de lig
ging: bij het centrum, maar ook bij de
grote invalswegen.
Groepswerk
Het ontwerp van Koolhaas is eigenlijk
het resultaat van groepswerk. „We heb
ben er met zes tot acht mensen aan ge
werkt. Niet alleen architecten, maar ook
fotografen, schilders en juristen, men
sen die vanuit heel andere disciplines
naar een ontwerp kijken."
Het ontwerp bestaat uit twee delen.
Het bouwterrein, een driehoek, is ver
deeld in een rechthoek en een kleinere
driehoek. Op de rechthoek, evenwijdig
aan de Kalvermarkt, komen drie stroken
kantoren. Die hebben een gezamenlijke
onderbouw van acht verdiepingen. In
die onderbouw is de middelste strook
grotendeels weggelaten, waardoor er
binnen één ruimte ontstaat. Vanuit de
onderbouw steken verschillende torens
omhoog, die steeds ijler worden. In de
onderbouw zijn verder een bolvormige
raadszaal en een 'ambtenarenplaza' ge
projecteerd. De driehoek wordt een ver-
Zo zal het nieuwe stadhuis in Den Haag er gaan uitzien, als de gemeente
raad op 1 juni a.s. besluit tot de bouw ervan. (foto anpi
teerde in het boek ,,Derivious New York,
a retro active manifesto for Manhattan".
Op het ogenblik woont hij weer in Lon
den. Door zijn werkzaamheden in Rot
terdam 'pendelt' hij ieder weekeinde
tussen die steden heen en weer. Voor
keur voor een bepaalde stad heeft hij
niet, ook vindt hij de ene stad niet mooi
er gebouwd dan de andere. Hij waar
deert elke stad waarin geleefd wordt.
Diffuus
Nadat hij van z'n 17de tot z'n 23ste als
redacteur voor de Haagse Post had ge
werkt en daarna nog wat scripts voor
films had geschreven, besloot hij „in een
flits" om architect te worden, net als zijn
grootvader. Hij ging in Londen stude
ren, omdat het buitenland hem interes
santer leek en om meteen goed Engels te
leren.
„Ik begon daar in 1968, het jaar van de
studentenopstand. De leermeesters wa
ren van hun voetstuk gevallen, er was
weinig respect meer voor ze. De archi
tectuur was een diffuus gebied. Ik had
wel bewondering voor een paar moder
ne architecten zoals Leonidov, Van der
Rohe, Hood en Harrisson". Koolhaas
geeft toe dat hij door genoemde mensen