sit
m
Schuldgevoelens
Denkwijzer
Onze taal
ZATERDAG 21 FEBRUARI 1987
EXTRA
PAGINA 25
Tegen de tijd dat de
wrakken zijn
weggesleept is bijna
iedereen het
verkeersongeval dat er
aan voorafging alweer
vergeten. Zo niet de
betrokkene, die soms nog
na jaren de naweeën
ervan met zich
meedraagt. Het Instituut
voor Psychotrauma - een
uitvloeisel van de
hulpverlening aan
slachtoffers van
treinkapingen in de
jaren zeventig - houdt
zich sinds enkele jaren
met deze 'vergeten groep'
bezig. "Het blijft zo
verborgen, de mensen
blijven er zo alleen mee
zitten".
door Jennifer Faasen
Naar schatting 90.000 Nederlanders
raken jaarlijks betrokken bij een
min of meer ernstig verkeersonge
val. De meeste mensen weten bin
nen enkele weken die ervaring te
verwerken, maar 10 tot 20 procent
van de slachtoffers draagt nog
maanden en soms jarenlang de ge
volgen mee.
Een vergeten groep, vindt het in Arn
hem gevestigde landelijk Instituut voor
Psychotrauma, dat sinds medio 1985 on
derzoek doet naar en hulp verleent aan
mensen die in het verkeer geweld mee
maakten. Een verkeersongeval heeft
nauwelijks nog nieuwswaarde, maar de
emotinele en psychosomatische klach
ten waarmee de betrokkenen te maken
krijgen kunnen variëren van prikkel
baarheid tot slaapstoornissen, van
hoofdpijn tot hyperventilatie.
Netwerk
De hulpverlening aan zowel slachtof
fers als veroorzakers van verkeersonge
vallen staat nog in de kinderschoenen,
maar momenteel wordt er hard gewerkt
aan het opzetten van een landelijk net
werk van therapeuten waar mensen met
verwerkingsproblemen terecht kunnen.
Bovendien zal er, ergens in de Randstad,
een proefregio worden opgezet. „Met in
ons achterhoofd de gedachte dat in de
toekomst bestaande hulpverleningsin
stanties dit werk zullen gaan doen", zegt
de coördinator van het Instituut, drs.
Marijke Hoffman..
Ondertussen komt ook op meer alge
meen terrein de hulpverlening tegen
„wegkwijnen na geweld" op gang.
Staatssecretaris Dees van volksgezond
heid kreeg onlangs twee boeken aange
boden die de grondslag zijn voor een
nieuw soort hulpverlening in Neder
land: hulp aan mensen die geestelijk
ontredderd zijn geraakt na kort, hevig
geweld. De onderzoekers hebben hun
studies verricht namens de Stichting
voor Onderzoek naar Psychosociale
Stress in Wageningen, nog als uitvloeisel
van de hulp na de treinkapingen in de
jaren zeventig.
De studies leidden uiteindelijk tot de
oprichting van het Instituut voor Psy
chotrauma. Groepen die voor aandacht
en hulp in aanmerking komen zijn bij
voorbeeld personeel van banken, we-
genwachtpersoneel, gevangenisbewa
kers en treinmachinisten. Maar ook ver
keersslachtoffers.
Hoffmann: "Binnen de geestelijke ge
zondheidszorg en ook daarbuiten is er
weinig over bekend. Ook is er weinig
aandacht voor hen. Een verkrachting of
inbraak roept immers meer reacties op".
Naar boven
„Pas als ze thuis komen en zich veilig
voelen, komt de reactie. Het algemene
beeld is dat ze bijna instinctmatig direct
na een ongeval precies weten wat ze
moeten doen: knipperlichten aan. poli
tie bellen, enzovoort. Hét gebeurt niet
echt, je ziet jezelf in een film. Pas als het
achter de rug is beginnen ze te trillen, te
huilen of raken ze anderszins overstuur.
Het hele proces daarna geeft aan de ene
kant het verdrukken, ontkennen en
wegstoppen te zien. Maar op sommige
momenten komt het hele gebeuren weer
naar boven".
Drs. Hoffman heeft zich de afgelopen
anderhalf jaar samen met haar mede
werkers bezig gehouden met het ver
richten van onderzoek naar en het verle
nen van geestelijke hulp aan mensen die
in de gemeenten Arnhem, Nijmegen,
Utrecht, Hilversum en Apeldoorn bij
een verkeersongeval betrokken zijn ge
weest, slachtoffers en veroorzakers. De
ze maand zal het Instituut beginnen met
de verwerking van de gegevens van 65
hulpverleningsprogramma's en evenzo-
vele signaleringsprojecten. Het is de be
doeling dat het project in de toekomst in
het hele land zal gaan draaien. Samen
met de ANWB (die veel te maken heeft
met de juridische begeleiding van ver
keersslachtoffers) en het Landelijk Bu
reau Slachtofferhulp is een opzet voor
een breder vervolg in de maak.
De eerste aanzet werd in de jaren ze
ventig gegeven na de gijzelingen van
treinpassagiers. „Het is natuurlijk raar
om het onderzoek te beperken tot wei
nig voorkomende gijzelingen", zegt
Hoffman. „Er gebeuren ook andere plot
selinge dingen die heel erg kunnen zijn.
Daarom besloot men in 1979 om trauma
tische gebeurtenissen op een breder ter
rein te onderzoeken, variërend van ver
krachting tot bankoverval, van wiege-
dood tot het verliezen van de partner.
Toen is ook het idee voor dit instituut
ontstaan".
ter wel degelijk te zijn. De reacties zijn
positief, zowel van de kant van het Ver-
keersveiligheidsfonds en de politie als
van de kant van de slachtoffers. Men
vindt het een goed initiatief en men is
blij dat er eindelijk wat voor verkeers
slachtoffers wordt gedaan. De politie is
van het begin af aan heel bereidwillig ge
weest om zich in te spannen en extra
moeite hiervoor te doen. Met name bij
de verkeerspolitie leeft het".
Willekeurig uitgekozen mensen die bij
een ernstig verkeersongeval betrokken
zijn geweest krijgen een brief van de po
litie met de vraag of ze willen meewer
ken aan een aantal hulpverleningsge-
sprekken in de desbetreffende gemeen
te of aan een uitgebreide enquête.
De bedoeling van het project is driele
dig: uitzoeken hoe je een verkeersslacht
offer opvangt en hoe je kunt voorkomen
voorkomen dat iemand langdurig last
heeft van emotionele problemen. Ten
tweede een signaleringsstudie, een soort
inventarisatie van aard en omvang van
de problemen. Ten slotte wil het insti
tuut bekendheid geven aan de onder
zoeksresultaten en de hulpverlening op
grotere schaal doen toepassen. Daar
naast geeft het instituut een cursus eer
ste opvang voor hulpverleners en een
cursus kortdurende psychotherapie.
Subjectief
Een ernstig ongeval is volgens Hoff
man een subjectief begrip: „Want wat is
ernstig? Je kunt met je auto over de kop
slaan en zonder een schrammetje eruit
kruipen, maar het was wel even heel erg
eng. Er is onduidelijkheid over het aan
tal verkeersongevallen per jaar. De in
druk bestaat dat dat er veel meer zijn
dan de officiële registratie van de CBS.
Het is niet met zekerheid te zeggen,
maar er zijn jaarlijks minstens 90.000
mensen bij een ernstig ongeval betrok
ken. De meesten groeien er op eigen
kracht overheen, maar een andere groep
heeft daar duidelijk moeite mee. Die
mensen hebben soms jaren last en de
klachten gaan dan vastzitten. Men durft
bijvoorbeeld niet meer in een auto te
stappen. De klachten kunnen gevolgen
voor sociale contacten en het werk heb
ben".
Een hoofdstuk apart vormt de „verze
keringsellende": problemen die slacht
offers hebben om de schade vergoed te
krijgen, bijvoorbeeld als de veroorzaker
niet verzekerd is of als het slachtoffer
blijvend letsel oploopt, een schade die
moeilijk in geld is uit te drukken. Van
daar ook de samenwerking met de
ANWB, die een speciale informatielijn
heeft voor verkeersslachtoffers. „Wij
zien erg veel verzekeringsproblemen
waarvoor specialistische kennis nodig
is, en omgekeerd merkt men bij de
ANWB dat er vaak meer aan de hand is
dan een gewone verzekeringskwestie",
aldus Marijke Hoffman.
Het instituut wil meer bekendheid ge
ven aan het feit dat men na een ernstig
ongeval last kan krijgen van concentra
tiestoornissen. slapeloosheid, prikkel-
r Drs. Marijke Hoffman: "Een ernstig ongeval is een subjectief begrip
baarheid, depressies, hoofdpijn, huil
buien, hoge bloeddruk of hyperventila
tie. De mensen maken zich ongerust
over deze klachten en vragen zich af wat
er met hen aan de hand is. De weten
schap dat de klachten een gevolg zijn
van een ongeval, kan een hele opluch
ting betekenen.
Aandacht nodig
„Je hebt bovendien", vindt Hoffman,
„aandacht nodig van de mensen om je
heen. Ook ouders of de partner krijgen
vaak een flinke opdoffer na een ongeluk.
We gaan alle aspecten op ons gemak be
kijken. Verkeersslachtoffers moeten we
ten dat ze hulp kunnen vragen en hulp
gevers moeten weten dat er een pro
bleem is. Dat is een langdurig proces.
Het heeft ook heel lang geduurd voordat
slachtoffers van verkrachting en incest
aan de bel trokken. Het zal ook nog wel
even duren eer de hulpverleners zijn in
gesteld op de problemen van mensen
die een ongeluk hebben meegemaakt.
Verkeersslachtoffers vormen een verge
ten groep. Men ziet een verkeersongeval
als een soort risico dat je loopt als je de
weg opgaat. Ik merk steeds weer dat het
gezien wordt als een apart soort pro
bleem waarvoor weinig aandacht be
staat. Verkeersslachtoffers zitten in een
isolement".
Nadrukkelijk stelt Hoffman dat het in
stituut niet een nieuw probleem wil
creëren. „Maar het blijft zo verborgen,
de mensen blijven er zo alleen mee zit
ten. Het valt op dat er overeenkomsten
zijn tussen de problemen van mensen
die bij een bankoverval of bij een ver
keersongeval betrokken zijn geweest.
Ze reageren vaak op dezelfde manier.
Maar de medische en materiële gevolgen
zijn bij een verkeersongeval veel groter
dan elders. Als het misgaat zie je een
kluwen van juridische problemen, licha
melijk letsel en psychische moeilijkhe
den. Het is moeilijk om als hulpverlener
daar wat aan te doen".
eu.
ij-
k*.
ui.
oe.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Je kunt deze week geen krant opslaan
of er staat iets in over Multatuli. Don
derdag 19 februari was het honderd
jaar geleden dat hij stierf.
Multatuli is een pseudoniem, want hij
heette eigenlijk Eduard Douwes Dek
ker. Dit pseudoniem betekent "Ik heb
veel geleden". Multatuli heeft vooral
veel geleden aan het feit dat hij zichzelf
een genie vond terwijl anderen daar
minder zeker van waren. Tegenwoor
dig wordt zelfoverschatting, egoisme.
ontrouw, verkwisting en overspel min
der zwaar aangerekend en is de baan
dus vrij voor ongeremde bewondering
voor de auteur van Max Havelaar en
Woutertje Pieterse. Dit zijn inderdaad
twee kostelijke boeken. En de hypo
criete zedenmeester van een eeuw ge
leden staat nu ver genoeg bij ons van
daan om niet veel ergernis meer te
wekken.
Ondertussen moet gezegd worden
dat zijn vrouw, Everdine van Wijnber
gen, beslist meer geleden heeft dan
onze beroemde leeddrager. Haar talrij
ke brieven geven een schrijnend beeld
van hoe het is om met iemand als Dou
wes Dekker getrouwd te zijn.
Everdine was geen groot schrijver.
Haar brieven zijn meestal in haast ge
schreven. Daardoor staan er veel fou
ten in. Voor de taalkunde zijn die brie
ven dus erg interessant. We komen er
allerlei zinswendingen in tegen die in
boeken of in brieven van meer geoe
fende schrijvers als haar aanbeden ge
nie niet te vinden zijn. Één van die zins
wendingen die we telkens tegenkomen
in haar brieven is deze: want de dokter
heeft verzekerd ik niets wagen mag en
ik geloof zeker u mij begrijpen zoudt.
In deze zinnen is het woord dat weg
gelaten. Op het eerste gezicht lijkt het
een gewone slordigheid, ledereen slaat
wel eens een woord over. Toch is dat
niet zo. Want deze "fout" komt zo vaak
voor. steeds weer met het voegwoord
dat aan het begin van een bijzin, dat
het vermoedelijk geen toevallige slor
digheid is. Andere woorden slaat Ever
dine niet of nauwelijks over. Zelfs niet
het woord dat in zinnen als het geld dat
ik gisteren kreeg. Anders gezegd: het
betrekkelijk voornaamwoord vergeet ze
biet, maar wel vaak het voegwoord.
Hoe zou dat komen? In de brieven
van Multatuli zelf komt men zoiets niet
tegen. Wel weer in de brieven van zijn
tweede wettige echtgenote, Mimi. Bij
voorbeeld Nu willen wij maar hopen 't
hem helpt en Ik wou gaarne hij er eeni-
gen tijd aan wijden kon.
Is het een gevolg van de omgang
met een genie? Of viel Multatuli op
vrouwen die zo schreven? Geen van
beide. Het is trouwens ook geen taal
vermenging, geen fout van iemand die
lang in het buitenland heeft gewoond.
We komen het vaker tegen in de vorige
eeuw en ook nog wel bij oudere men
sen in onze eeuw. Steeds in brieven,
meestal brieven van minder geschool
de schrijvers.
Vincent van Gogh schreef aan zijn
broer Theo: Ik weet Oom Vincent en
Oom Cor daar zeer veel van houden en
Ik hoop gij dien nog eens zult ontmoe
ten. In een brief van een verpleegster
uit het Leidse Diaconessenziekenhuis
uit 1911 lezen we onder andere 'k Had
Zr. Laura al eenigen tijd tevoren ge
zegd ik alles soms zoo moeilijk vond.
Het was dus blijkbaar zo gek nog niet,
wat Everdine schreef.
Tegenwoordig kom ik zulke weglatin
gen niet meer tegen. Maar misschien
lees ik te weinig brieven. Zijn er lezers
die deze "fout" ook nog van nu kennen,
of komt het nu niet meer voor? Werd
het ook wel eens gezegd of was het
uitsluitend iets van de schrijftaal, een
brievengewoonte? Wat zou de oorzaak
geweest zijn van deze voor ons zo op
vallende gewoonte?
Weinig bekend
Het instituut ging in de zomer van
1985 van start met financiële steun van
onder andere het Verkeersveiligheids-
fonds. Het peilen van de behoefte aan
hulpverlening voor verkeersslachtoffers
stond in eerste instantie centraal. Hoff
man: „Binnen de geestelijke gezond
heidszorg en ook daarbuiten is er weinig
over bekend. De behoefte blijkt er ech-
Die frase 'een kindje krijgen', die ma
nier waarop elk meisje leek te denken
aan een eerste kind. Het was niets an
ders dan een rookgordijn om de waar
heid te verbergen. Je zag zo'n vaag beeld
van een madonna-achtige vrouw met
een hulpeloos kind in haar armen. Wat
kon er mooier zijn? Maar er was ook iets
dat je niet zag. Er was een samenzwe
ring die je belette dat te zien: een vrouw
van middelbare leeftijd, die niets anders
had gedaan dan twee of drie middelma
tige, saaie burgers toevoegen aan een
wereld waarin er al meer dan genoeg
rondliepen".
Met deze bittere woorden geeft Martha
Quest, hoofdfiguur uit het boek Een Net
Huwelijk van de wereldberoemde
schrijfster Doris Lessinguiting aan
haar worsteling met het moederschap en
met fundamentele vragen als de volgen
de: Is het waar dat vrouwen als gevolg
van het feit dat ze een kind gebaard heb
ben opeens heel andere mensen zijn ge
worden? Dat ze de hoogste bevrediging
ervaren in het zichzelf wegcijferen en
zich opofferen voor hun baby? Dat ze
voor hun kind uitsluitend liefhebbende
en tedere gevoelens koesteren? Dat hun
innerlijke leven nu door een diepe rust
en voldoening wordt gekenmerkt en dat
angst of verlangen naar andere idealen
hun vreemd is geworden?
In hel romantische beeld-over moeder
schap dat vooral in de reclame, maar
ook in tijdschriften en boeken en in het
denken van veel mensen onuitroeibaar
lijkt, is het antwoord op al die vragen in
het algemeen overtuigend"ja". Zwan
gerschap en geboorte worden gezien als
processen die uitmonden in een levens
vatbaar en geluk brengend kind, dat
doel is in zichzelf.
Toch ervaren nogal wat
hun met de geboorte van een kind niet
automatisch zulke gevoelens ten deel val
len. Ook als de geboorte van het kind
voorspoedig verloopt, kan het zijn dat er
bij de moeder complicaties optreden. De
ze worden tegenwoordig wel aangeduid
met zwangerschaps- of geboorteblues en
als het om een ernstige vorm gaat, met
postnatale depressie.
De meest duidelijke symptomen daar
van, die zich meteen na de geboorte
maar soms ook pas na enkele weken of
maanden kunnen openbaren, zijn huile
righeid, moedeloosheid, slaapstoornis
sen, eetstoornissen, concentratieproble
men, sombere stemmingschuldgevoelens
over het 'geen goede moeder zijn', de
angst de baby iets aan te doen en soms
zelfs doodwensen. De heftigheid van deze
reacties kan sterk uiteenlopen, maar de
betekenis enian is gewoonlijk dat de
nieuwe moeder tijdelijk niet of niet zo ge
lukkig is met haar nieuwe kind als dat
zijzelf of anderen vinden dat ze zou moe
ten zijn.
In de afgelopen jaren is er een toene
mende aandacht te bespeuren voor deze
moederschapscomplicaties. Hoewel dat
niet met zekerheid te zeggen valt, is be
paald niet uit te sluiten dat ze tegen
woordig toch vaker optreden of in elk ge
val vaker als probleem of klacht worden
ervaren. Een reden daarvoor zou kun
nen zijn dat het krijgen en grootbrengen
van kinderen een uitermate veeleisende
taak is, die maar weinig maatschappe
lijke waardering en geen financiële belo
ning oplevert. Het onvermijdelijke ge
volg is dat de geboorte van een kind een
aantal negatieve bijverschijnselen heeft,
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
die niet altijd gemakkelijk gecompen
seerd kunnen worden.
Dat wordt bijvoorbeeld duidelijk uit
een studie van Le Masters. Bijna 80 pro
cent van de echtparen die hij interinew-
de. gaf aan dat de geboorte van liet eer
ste kind voor hen een ernstige crisis bete
kende. Ze verklaarden dit vanuit gevoe
lens van vermoeidheid na de bevalling,
het niet in staat zijn uit te gaan en de
verminderde sociale contacten voor die
vrouwen die buitenshuis een baan had
den gehad. Voor vrouwen die na de be
valling gingen werken, was er meestal
sprake van verlies van inkomsten en van
bevrediging in het werk doordat de func
tie part-time werd. Verder nam de stress
op het werk toe door het geringe begrip
voor de situatie van een werkende moe
der. De meeste vrouwen gaven ook aan
dat het verzorgen van een baby veel har
der werken was dan ze gedacht hadden.
Ze gingen gebukt onder gevoelens van
onzekerheid en tekortschieten als ouder,
en vonden de verantwoordelijkheid veel
groter dan ze gedacht hadden vooral als
er met het kind iets was). Verder vonden
ze dat hun huishouden veel rommeliger
en on georganiseer der was dan vroeger
en dat ze er uiterlijk veel onverzorgder
uitzagen. Vaak waren er ook problemen
in de seksuele omgang, die er vroeger
niet waren.
Uit een ander onderzoek blijkt, dat de
tijd die man en vrouw met elkaar praten
na de geboorte van het eerste kind over
het algemeen met de helft afneemt. Veel
vrouwen voelen zich ook veel meer dan
vroeger van de buitenwereld afgesloten.
Ze hebben het idee als moedervoor an
deren veel minder mee te tellen en min
der hulp te ontvangen. Opvallend is ver
der dat de meeste mannen en vrouwen
die een eerste kind krijgen, nog nooit eer
der een geboorte hebben meegemaakt of
een baby hebben verzorgd. Sommigen
hebben zelfs nog nooit eerder een baby
aangeraakt. Een vrouw uit het onder
zoek van Le Masters zei het heel treffend:
"We wisten o zo goed hoe baby's gemaakt
waren, maar we wisten absoluut niet hoe
ze er uitzagen en nog minder hoe het was
om ze te hebben".
Het is misschien niet eens overdreven
te stellen dat het conflict dat vrouwen
(meer of minder bewust) ervaren bij de
beslissing een kind te krijgen, gevolg is
van de angst dat zij hun eigen persoon
lijkheid, hun eigen levensruimte zullen
verliezen ten gunste van het kind. De
psychologe Helene Deutsch schreef in
1945 een tweedelig werk onder de titel De
psychologie van de vrouw, waarin zij de
volgende stelling verdedigt: "Persoon
lijkheid, sociaal aanzien en bewegings
vrijheid wordt in de moderne westerse
samenleving steeds minder verworven
via kinderen baren en opvoeden en
steeds meer door activiteiten en rollen
die dat uitsluiten".
Er is nog een ander belangrijk pro
bleem waarmee moderne moeders wor
stelen. Ze worden tegenwoordig over
spoeld, via radio, televisie, dagbladen en
tijdschriften, met een gigantisch aanbod
van al dan niet wetenschappelijk ver
antwoorde maar goed bedoelde adviezen
voor hoe kinderen op te voeden. Omdat
geen moeder van tevoren weet wat er la
ter van haar kind zal worden, maar wel
weet dat ze al die adviezen nooit goed
kan uitvoeren, zijn gevoelens van onze
kerheid en tekortschieten haar onont
koombare lot. Die gevoelens worden nog
versterkt door het feit dat, veel meer dan
vroeger, het gezinsleven en daarmee de
opvoeding worden beïnvloed door krach
ten waarop moeders weinig of geen
greep hebben. Het onderwijssysteem bij
voorbeeld kan grote gevolgen hebben
voor de ontwikkeling van een kind. Toch
is het niet de school of het schoolpersoneel
maar de ouder, vooral de moeder, die ge
bukt gaat onder schuldgevoelens als
haar kind de vernieling in draait.
Vergeleken met de geweldige verant
woordelijkheid en de hoge eisen aan psy
chologische en sociale vaardigheid die
goed opvoeden vraagt, zijn de meeste an
dere taken in onze samenleving in feite
van mindere importantie. Dal geldt zelfs
voor de taken van regeringsleiders en
kabinetministers. Zij kunnen na vier
jaar hun verantwoordelijkheden neer
leggen of zich achter anderen verschui
len als er iets misgaat. Zo gelukkig zijn
moeders niet.