Tas op het afstapje, majesteit!'
Huis ter Duin ontving in honderd jaar heel wat beroemdheden
ft
i -S"
ïÊtiÈÈÊËÉ
ZATERDAG 21 FEBRUAR11987
EXTRA
J^^^^BULAG^AjniEl^EIDSCH/ALPHEN^AGBWD
PAGINA 21
Op 22 augustus 1887 mocht Hein
rich Tappenbeck zich eigenaar noe
men van Huis ter Duin, een hotel
met 30 kamers en zo'n slordige zes
hectare grond. De in het Duitse
plaatsje Friessylthe geboren Hein
rich was tegen het midden van de
negentiende eeuw, samen met zijn
collega Dreesmann, naar Amster
dam getogen en had zich in deze
stad gevestigd als handelaar in tex
tiel.
door Cees van Hoore
In 1886 had hij de stoffenhandel vaar
wel gezegd en was hij vertrokken naar
Wijk aan Zee, waar hij een badhotel
kocht. Heinrich koesterde grote ver
wachtingen, maar het werd een flop. In
1887 probeerde hij het nogmaals. In
Noordwijk. Met Huis ter Duin.
Hij kon het hotel voor een zacht prijsje
bemachtigen. Zijn vrouw, die huiverig
was geworden na het fiasco in Wijk aan
Zee, stuurde hem na de koop ervan te
rug naar het café waarin de transactie
had plaatsgevonden. Ze vond dat haar
echtgenoot te veel hooi op zijn vork had
genomen en gelastte hem wat sprietjes
te laten vallen. Dat deed Heinrich, maar
al met al was het toch nog een omvang
rijk complex dat hij in zijn bezit kreeg.
De vorige eigenaars hadden het hotel
niet voor niets van de hand gedaan. Er
waren grote plannen geweest om van
Noordwijk een tweede Rivièra te ma
ken, maar door de slechte bereikbaar
heid van de badplaats was het daar niet
van gekomen. Heinrich had echter ge
luk. Al gauw zag hij zich 'in het genot
gesteld van enkele straatwegen door den
duinen, waar langs equipages den zee-
reep konden bereiken'. En.... er kwam
een stoomtram, die - al was het dan puf
fend - zelfs reizigers uit verre oorden zo
als Leiden voor de deur van zijn hotel
bracht.
Adel
Heinrich pakte de zaken meteen 'tüch-
tig' aan. Hij begon op grote schaal recla
me te maken voor zijn Kurhaus, zich
daarbij richtend op de adel en beter gesi
tueerden. Met name de Duitse aristocra
tie had zijn aandacht. Het Duits spreken
de Europa moest het achterland voor
Noordwijk aan Zee worden. Tappen
beck prees de heilzame werking van het
Noordwijkse zeewater aan, hij roemde
de verkwikkende invloed van het kli
maat. Samen met zijn zoon Ludwig, op
wiens naam hij het hotel had gezet, deed
hij er alles aan om de vreemdelingen
naar de Nederlandse kust te lokken. Een
en ander miste zijn uitwerking niet. Wel
dra bevolkten de freules en gravinnen
compleet met kameniers en 'bonnes'
zijn hotel, om aldaar te genieten van de
fraaie Noordzee. Op het strand kon de
gewone man zien hoe al die adellijke lij
ven door een badman in het zeewater
werden ondergedompeld.
De Noordwijkse bevolking reageerde
aanvankelijk nogal bokkig op deze
nieuwlichterij. Bijster veel medewer
king kreeg Heinrich in die beginperio
de dan ook niet. Toen hij een advertentie
plaatste, waarin hij de Noordwijkse vis
sers opriep het 'heilzame' zeewater dat
uit hun viskorven weglekte aan hem te
verkopen, reageerden alleen de Katwijk-
se vissers op deze annonce. Maar de
Hongaarse gravin Esterhézy moet het
hart van deze stugge bevolking al gauw
hebben gewonnen: in de zomer van 1896
bood zij de jeugd op de Noordwijksche
kermis een vrije draaimolenrit aan.
Tappenbeck hield het niet alleen bij
de hotellerie. Op 18 juni 1897 stortte hij
zich in de bloembollencultuur. Aan de
landzijde van het hotel liet hij een grote
bollenschuur bouwen. Hij was een van
de eersten die dc bloembol naar alle de
len van de wereld te exporteerden. Zijn
zoon Wilhelm, die biologie had gestu
deerd, diende hem hierbij van advies.
Aan deze Wilhelm heeft Noordwijk zijn
zeedennen te danken. Hij had de zaailin
gen per fiets opgehaald in Biarritz.
Verraderlijk
Al snel werd het hotel te klein voor de
grote toeloop van gasten en moest men
aangrenzende dépendances gaan bou
wen. Toen langzamerhand de badgasten
zich aan het zwemmen gingen wagen,
werd er een reddingswezen in het leven
geroepen. Een van de pioniers op dat ge
bied was Engel Vink. Op 21 augustus
1902 kwam er een einde aan de loopbaan
van deze moedige man. Ene Julius
Koschland, een hotelgast van Huis ter
Duin, was gaan zwemmen en in een ver
raderlijke stroming terechtgekomen.
Engel ging onmiddellijk te water om de
man te redden, maar werd bij die red
dingspoging zelf meegezogen in een
mui. Toen het ontzielde lichaam van de
gast al aan land was gebracht door een
anonieme redder, begon men Engel pas
te missen. Enkele dagen later spoelde
zijn lijk aan in Katwijk aan Zee. Om zijn
weduwe en vier kinderen te ondersteu
nen ging men onder de gasten van Huis
ter Duin met de hoge hoed rond. Er
werd duizend gulden opgehaald.
Iemand die Noordwijk als badplaats
onder zijn ogen had zien groeien, was
badmeester Piet Bedijn. Toen hij in 1906
zijn veertigjarige jubileum vierde en alle
speeches eindelijk waren afgestoken,
klonk het als uit één mond: "Hoch! Ba-
demeister Piet Bedijn!"
De oude Heinrich Tappenbeck heeft
deze juichkreten niet meer kunnen ver
nemen. Hij stierf op 1 september 1904 te
Wiesbaden, nadat hij daarvoor nog twee
jaar in het buitenland had vertoefd 'om
herstel te vinden voor zijn vermoeide li
chaam'. Noordwijk was inmiddels uitge
groeid tot een mondaine badplaats. Er
werden internationale tenniskampioen
schappen gehouden waarin de illustere
Lacoste (ja, die van het krokodilletje) ex
celleerde en men bracht zondoorstoofde
middagen door op de golflinks. Vanaf
1902 kwam Huis ter Duin te staan onder
het bewind van Heinrichs zoon, Ludwig
Wilhelm. In 1906 liet.deze de zogenaam
de Kurhaus-vleugel aan het hotel bou
wen. Het was een complex dat als een
van de eerste hotels elektrisch licht had.
Wilhelm had kabels laten aanleggen
naar de Leidse electriciteitscentnale.
Huis ter Duin in Noordwijk moest, in de woorden van de
eerste direeteur en oprichter Heinrich Tappenbeck het
'grootste hotel' worden 'langs de kust van Hammersfest
totaan Cadiz'. De vooruitstrevende ondernemer maakte
dit kenbaar inde nazomer van 1887, net nadat hij het
badhotel had gekocht. Krasse woorden voor een
textielhandelaar die zijn geluk in de horeca wilde
beproeven.
Overzien wij nu in vogelvlucht de Europese kust, dan
moeten wij constateren dat het lot de wens van de oude
Tappenbeck niet heeft ingewilligd. Huis ter Duin is qua
afmeting niet het grootste hotel geworden. Gelukkig
maar, want genoeg steenkolossen werpen al hun
slagschaduw op onze stranden. Maar een 'groot' hotel is
Huls ter Duin wei, 'groot' in die zin, dat het wat klasse en
grandeur betreft boven andere hotels uittorent. De
schrijver Thomas Mann noemde het niets voor niets 'het
mooiste badhotel ter wereld'. Portret van een
honderdjarige.
l'niiHilïMiim in V.r' i "'in i ill in li in.
Huis ter Duin aan het eind van de vorige eeuw; weldra werd het bevolkt door freules en gravinnen.
Terwijl in de overige hotels het gaslicht
nog hinderlijk suisde, kon men in Huis
ter Duin ongestoord van het ruisen der
zee genieten.
De grootste bloei heeft het hotel be
leefd tussen de beide wereldoorlogen.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog bleven
de Duitse gasten natuurlijk weg. In de
plaats daarvoor kwamen er Utrechtena
ren in groten getale naar Noordwijk. Met
hun stadse kapsones doopten ze de bad
plaats al gauw. om in 'Utrecht aan Zee'.
In voornoemde bloeiperiode is het ho
tel bezocht door tal van interessante en
beroemde persoonlijkheden. Eén daar
van was koningin Wilhelmina, wier kor
date stappen menigmaal door de gangen
van Huis ter Duin moeten hebben 'weer
galmd. Over deze vorstin doet een aardi
ge anekdote de ronde. Zij kwam destijds
in Huis ter Duin om er een cursus Inter-
national Christian Leadership te bezoe
ken. Toen zij met haar gevolg koers zette
naar de zaal waarin deze cursus zou wor
den gegeven, attendeerde een employé
van het hotel haar op een afstapje. "Pas
op het afstapje, majesteit!', zo waar
schuwde de man gedienstig. Waarop de
koningin snibbig antwoordde: 'Heb ik je
soms iets gevraagd, beste man?" Toen
zij de volgende dag weer dezelfde weg
ging, en de employé wijselijk zijn mond
hield, maakte zij prompt een duikeling.
Onverstoorbaar, alsof de val erbij hoor
de, stond zij op. En beende verder, zich
niets aantrekkend van het besmuikte ge
giechel.
De koninklijke familie is kind aan huis
geweest in Huis ter Duin. Toen de prin
sessen in Leiden studeerden, had men
op het terras voor hen een speciaal hoek
je ingericht waar zij rustig konden
werken.
Thomas Mann
Iemand die er ook de rust heeft ge
zocht is de schrijver Thomas Mann. In
1924 had diens echtgenote al aan ene
heer Frans Mijnssen in Amsterdam ge
schreven dat zij graag in Noordwijk wil
de verblijven omdat de Duitse zeebaden
zo duur waren. Pas in 1939 kwam het tot
uitvoering van dat plan. Thomas Mann
vatte onmiddellijk een grote liefde op
voor de badplaats en het hotel, een liefde
'voll von Kindheitsaroma'. Noordwijk
herinnerde hem sterk aan Travemünde,
het paradijs waar hij als kind zijn vakan
ties had doorgebracht.
Thomas Mann was zeer gesteld op de
gemoedelijke sfeer in het hotel, op het
vertrouwen dat men in de gasten stelde.
De directie zag die gasten als één grote
familie, weliswaar niet een familie die op
Sstraat gevonden was, maar toch. Vader
Tappenbeck waakte over ze. Sleutels
voor de kamers waren er niet. In een
huis, zo moet de directie hebben ge
dacht, doe je ook niet elke deur op slot.
Van 'hotelratten' had men weinig last.
Wel is er ooit eens een medewerker met
de receptiekas vandoor gegaan. Toen de
politie hem bij de kraag vatte en con
fronteerde met zijn vingerafdrukken op
de geldkist, verdedigde hij zich door te
zeggen dat hij de kist na'tuurlijk ook wel
eens had afgestoft. 'Ook aan de binnen
kant?', vroeg de desbetreffende politie
functionaris. 'Ook aan de binnenkant',
antwoordde de man.
In de jaren voorafgaand aan de Twee
de Wereldoorlog werd er overigens net
als in het begin druk reclame gemaakt
voor het hotel. Eén van de meest origine
le voorbeelden daarvan is een rond
schrijven aan de Nederlandse bevolking
dat als volgt luidde: "Zeer Geachte Heer,
Sir Henry Fahrenheit ziet niet op tegen
een vermoeiende boot- en treinreis van
London naar Noordwijk, terwijl Profess-
sor Hackerli bijna een geheel etmaal on
derweg zal zijn. Zij beiden zien, zooals
vele reislustige Europeanen, in "Huis ter
Duin", het prachtig gelegen badhotel...".
Als bijlagen bij het rondschrijven fun
geerden de beide visitekaartjes van bei
de hooggeleerde heren.
Huiszoeking
Hoe het er in Huis ter Duin aan toe is
gegaan tijdens de Tweede Wereldoorlog
is niet helemaal duidelijk. In die tijd
zwaaide Wolfgang Tappenbeck, een
zoon van voornoemde Ludwig, er de
scepter. Hij werd daarin bijgestaan door
zijn broer die zijn activiteiten in het ver
zet moest bekopen met de dood in het
concentratiekamp Neuengamme. Deze
Rudi had aan onderduikers geld en le
vensmiddelen verstrekt. Toen de agen
ten van de Sicherheitsdienst huiszoe
king bij hem deden, vonden zij een vlug
schrift dat gericht was tegen de bezetter.
Althans, volgens een geschrift van de
Stichting '40-'45, aangehaald door G.
Slats in zijn boek 'Noordwijk in de jaren
1940-1945'. Daarin staat: "Bij een bepaal
de verzetsgroep was de heer Tappen
beck (Rudi, red.) niet aangesloten, zijn
verzetswerk droeg voornamelijk een in
dividueel karakter..."
Rudi's broer, Wolfgang, heeft niet zo'n
heroïsche rol gespeeld in de Tweede We
reldoorlog. Dat wil zeggen: hij heeft de
Duitse officieren die in zijn hotel waren
ondergebracht geen strobreed in de weg
gelegd. Integendeel, er wordt in Noord
wijk beweerd dat hij ze behoorlijk heeft
verwend. In zijn boek 'Tegen de vlagen
van de Oostenwind' beschrijft E.F.K.
Michielsen hoe de 'Herren', terwijl ze
heerlijk zitten te borrelen op het terras
van Huis ter Duin, plotseling een stel
Engelandvaarders in het oog krijgen en
onmiddellijk het vuur op ze openen. Ge
lukkig wisten de mannen aan het Duitse
spervuur te ontkomen.
Dat Wolf zich nogal pro-Duits heeft ge
dragen, blijkt ook uit het feit dat men
hem kort na de bevrijding heeft gearres
teerd. In de kelder van zijn hotel troffen
functionarissen van de Politieke Re
cherche Dienst de prachtigste wijnen
aan, evenals een groot aantal blikken
met ham. Bloembollen werden er in de
hongerwinter in Huis ter Duin dus be
paald niet gegeten.
Wolfgang Tappenbeck was overigens
al weer snel vrij man. Gelukkig voor
hem. Het moet bitter voor hem zijn ge
weest dat hij als broer van een verzets
held - op de Noordwijkse boulevard
staat een gedenkteken voor Rudi - op
zo'n manier in opspraak is gekomen.
Grapje
Directeur Eb erharter: "Alles staat of valt met een persoonlijke aanpak".
(foto Lock Zuydenhiin)
Wél of niet investeren? Dat was de
klemmende vraag die aan het eind van
de jaren vijftig rees binnen de familie
Tappenbeck. Het hotel was hard aan
modernisering toe. Onder het personeel
circuleerde het grapje dat de gangen in
het gebouw zó lang waren, dat de klant
wel koude koffie móest krijgen. On
danks dat was er bij het merendeel van
de familieleden weinig animo om geld in
een verbouwing te steken. Het resultaat
was dat Huis ter Duin in 1965 aan Rein-
dert Zwolsman werd verkocht.
Deze gewiekste zakenman wilde het
terrein van Huis ter Duin volplempen
met appartementen. Maar daar stak de
Noordwijkse gemeenteraad een stokje
voor. Daarom deed Zwolsman het com
plex in 1970 over aan - als ik de naam
hoor moet ik altijd aan goochelaars den
ken - Pakhoed. Deze maatschappij ver
kocht het twee jaar later aan bouwbe
drijf Noorlander uit Leiderdorp.
Ook Noorlander wilde appartementen
bouwen. Hij wist met de gemeente tot
een compromis te komen: minstens een
deel van het complex Huis ter Duin zou
als hotel intact worden gelaten. Het ou
de hotel zou worden gesloopt. Een deel
van het Grand Hotel, dat gebouw met
die Willink-achtige gevel, zou blijven
staan. Het Huis ter Duin zoals we dat nu
kennen werd in september 1984 na een
grondige verbouwing officieel in ge
bruik genomen.
Anno 1987 wordt de directie in Huis
ter Duin gevoerd door de heer Eberhar-
ter. Deze man, die afkomstig is uit het
Boheemse plaatsje Budweis (van het be
kende bier), heeft minstens zoveel hart
voor de zaak, zoveel charisma als zijn
voorgangers. Als ik hem vraag naar de
huidige formule van het hotel antwoordt
hij zeer gedecideerd: "Alles staat of valt
met een persoonlijke aanpak. Je moet de
gezichten en namen van gasten onthou
den. Ingewikkelde marktonderzoeken,
allemaal overbodig. Je hebt je 'produkt'
over de vloer. Dat moetje bestuderen en
met aandacht bekijken".
Eberharter borduurt voort op de tradi
tie van het hotel. Omgangsvormen staan
bij hem hoog in aanzien. Meerdere ma
len is hem het aanbod gedaan zich bij
een hotelketen, zoals bijvoorbeeld Gol
den Tulip, aan te sluiten, maar daar ziet
hij niets in. Zoiets is hem te uniform, te
onpersoonlijk. Dan zou hij de charmante
huisstijl moeten prijsgeven en dat wil hij
voor geen goud.
Eberharter vindt niet dat het tegen
woordig allemaal zoveel beter is als
vroeger. Het zeil op de vloer in de begin
tijd van het hotel was misschien wel heel
wat doordachter dan die tapijten van nu.
Over dat zeil haalde je een mop, en klaar
was Kees. Stofzuigen kost heel wat meer
tijd.
Het is Eberharter een doorn in het oog
dat Noordwijk de laatste tijd zo smerig
wordt, zo vervuild raakt. Overal ligt rot
zooi op straat, en dat in een land waar
moeder de vrouw ooit een schrobber per
week versleet. En dan het feit, dat ieder
een tegenwoordig maar op het strand
slaapt. Het is geen gunstige ontwikke
ling volgens hem. Vrijheid, blijheid, alle
maal akkoord, maar toch moet de ge
meente wat dat betreft op z'n tellen pas
sen. Als het zo doorgaat blijven de hotel
gasten straks weg. Venetië is om die re
den leeggelopen meent hij.
Over het bezoek van beroemdheden
heeft men ook in deze tijd niet te klagen.
Andre van Duin is er onlangs nog ge
weest om zijn Engels bij te spijkeren.
Paul van Vliet huurt er altijd een kamer
als hij wil werken aan teksten voor een
nieuwe show. Het is meerdere malen
voorgekomen dat hij voor de gasten in
de lounge van het hotel een try-out heeft
gehouden. En wie er in de laatste jaren
ook nogal eens een kop thee dronk is ex-
NAVO-secretaris Joseph Luns.
Soraya
Wat de vorstelijke bezoekers betreft,
kan koningin Soraya nog worden ver-'
meld. Zij bezocht Huls ter Duin in de
zomer van 1969. Ze zou de wisselbeker
voor een midgetgolfkampioenschap uit
reiken, maar moest helaas verstek laten
gaan omdat zij zich teveel had laten ver
branden op het Noordwijkse strand.
Maar al ziet Eberharter ze graag, die
beroemdheden, de 'gewone' gasten vin
den bij hem ook altijd een gastvrij ont
haal. Het bridgeclubje uit Bochum bij
voorbeeld, enkele dames die iedere zo
mer een aantal dagen acte de présence
geven.
Eberharter betreurt het dat velen Huis
ter Duin nog als een onneembaar bol
werk van de chique blijven beschou
wen. En dat terwijl het er toch best be
taalbaar is. Hij zou graag wat meer jong
publiek binnen krijgen. Een hotel dat al
zolang zoveel vaste gasten heeft, krijg^
onherroepelijk te maken met vergrij
zing. Een vaste clientèle is natuurlijk
ideaal, maar op den duur - erg genoeg -
sterft die, en zit je met een leeg hotel
alleen nog wat schimmen rond-
Het jubileumjaar zal worden opgeluis
terd met tal van activiteiten. Er komt
een fototentoonstelling over het hotel, er
zal een gedenkboek worden gepresen
teerd en men denkt aan een reünie van
oud-personeelsleden. Daar zal mis
schien de nachtportier te zien zijn die
een lui oog heeft gekregen omdat h^jjiet
zo vaak heeft dichtgeknepen. En wel
licht de chasseur, die de moeten nog in
zijn handen heeft staan van de koffers
van Elizabeth Taylor, maar die dat niet
erg vindt omdat hij als één van de weini
gen haar parfum heeft opgesnoven.
Ook Eberharter zal vanzelfsprekend
op die reünie aanwezig zijn. Voor zijn
kwaliteiten als gangmaker durf ik per
soonlijk in te staan. Op een gegeven
ogenblik tijdens ons gesprek trok hij op
eens een rood pochet uit het borstzakje
van zijn colbert. Na wat gefrummel -
woeps! - veranderde het onder zijn han
den opeens in een elegant toverstokje.
Heeft dat Huis ter Duin dan toch iets
magisch?