Godsdienstles steeds meer in de verdrukking ZATERDAG 14 FEBRUARI 1987 r Godsdienstles op het Lucas College in Voorschoten: "Voor al die vakken in de vrije ruimte' schiet er dus zes uur over". s Loek Zuyderduir Verdwijnt de godsdienstleraar uit de schoolklassen van het bijzonder voortgezet onderwijs? Naar aanleiding van het concept-wetsvoorstel basisvorming is er in protestantse en katholieke kringen heftige beroering ontstaan over de toekomstige plaats van de vakken godsdienst en catechese op de lestabellen, die voor tachtig procent van de schooltijd worden beheerst door veertien verplichte vakken. "We zullen hoe dan ook blijven waarmaken wat er op de gevel van de school staat, maar dat zal vrijwel zeker ten koste van een ander vak gaan. Tenzij we voor een deel gratis gaan werken, wordt er ten opzichte van het openbaar onderwijs een achterstandsituatie gecreëerd. En dat is onredelijk". Schoolhoofden in de Leidse regio doen er hun zegje over. door Gerard van Putten In een brandbrief die was gericht aan minister Deetman van onder wijs, hebben de Nederlandse Pro testantse Schoolraad en de Neder landse Katholieke Schoolraad on langs hun bezorgdheid uitgespro ken over de toekomst van de gods dienstlessen in het bijzonder voort gezet onderwijs. Bij de schoolraden leeft de vrees dat de pastor en de doorgaans als gods dienstleraar lesgevende dominee op de lange duur voorgoed uit de klas zullen verdwijnen. Ook kardinaal Simonis heeft intussen met argwaan kennisgeno men van de inhoud van het concept wetsvoorstel basisvorming in het voort gezet onderwijs, zoals minister Deetman en staatssecretaris Ginjaar-Maas dat op 19 december vorig jaar hebben gepre senteerd. Hij heeft premier Lubbers om garanties voor handhaving van het vak catechese in het voortgezet onderwijs gevraagd. Aan dat verzoek koppelde Si monis de volgende uitspraak: „De posi tie van het vak catechese wordt door de toenemende druk van andere vakken binnen de zogenaamde 'vrije ruimte' steeds slechter. Daarom is het voor veel rooms-katholieke schoolbesturen onmo gelijk ernst te maken met de levensbe schouwelijke identiteit". Verklaring Ook de geestelijkheid heeft zich derhal ve met een kritisch stemgeluid gemengd in het koor van critici die de plannen van Deetman en Ginjaar - grotendeels geënt op de aanbevelingen van de door profes sor Albeda voorgezeten Wetenschappe lijke Raad voor het Regeringsbeleid - in een ander verband heeft gekraakt. Zo heeft het Nederlands Genootschap van Leraren na lezing ervan gemeend de ver klaring te moeten uitgeven dat de ma vo's na invoering van dit nieuwe onder wijssysteem zullen leeglopen en de lbo's feitelijk zullen ophouden te bestaan. De leden van de Nederlandse Vereniging van Leraren Maatschappijleer zijn al evenzeer te hoop gelopen tegen het plan, omdat ze in de mening verkeren dat aan hun vak geen recht wordt gedaan van wege het besluit om maatschappijleer niet als verplicht vak te bestempelen. Mochten de leden van de Tweede Ka mer in juni in meerderheid de tekst van het concept-wetsvoorstel onderschrij ven, dan wordt de basisvorming bij wij ze van experiment ingaande het school jaar 1988-1989 op veertig scholen in het voorgezet onderwijs ingevoerd. Het ligt in de bedoeling van de bewindslieden dat het nieuwe onderwijssysteem in 1994 op alle scholen ingang zal hebben gevonden. Tachtig procent van de lestijd zullen de leerlingen in de eerste drie schoolja ren worden onderwezen in veertien ver plichte vakken: nederlands, engels, duits öf frans, wiskunde, biologie, na tuurkunde, informatiekunde, geschiede nis en staatsinrichting, aardrijkskunde, economie, techniek, beeldende vor ming, muziek en lichamelijke opvoe ding. Even afgezien van de gymles zal in al deze verplichte vakken op twee niveaus onderricht worden gegeven. In de regel zal na een periode van drie jaar worden bekeken of de scholier voldoet aan de „eindtermen" van het eerste niveau, al krijgen de bollenbozen de gelegenheid om binnen twee jaar door de basisvor mingsperiode te 'blokken' en de wat minder begaafde studiehoofden maxi maal vijf jaar. In minder ambtelijk Ne derlands: de leerlingen van het voorge zet onderwijs moeten na drie jaar basis vorming in verplichte tests laten blijken geschikt te zijn voor het zogeheten twee de niveau, dat door de bank genomen overeenkomt met de leerstof van een mavo of het D-niveau in het lager be roeps onderwijs. 'Vrije ruimte' Het restant van twintig procent lestijd laat zich overeenkomstig de ideeën van Deetman en Ginjaar benoemen als 'vrije ruimte'. Daarin mogen de scholen naar eigen inzicht aandacht besteden aan grieks, latijn, een moderne taal, maat schappijleer, beroepsoriëntatie, gods dienst of catechese. Maar het is ook toe gestaan die 'vrije ruimte' te benutten voor het geven van bijlessen aan leerlin gen die moeite hebben om de leerstof van een verplicht vak tot de hunne te maken. Woordvoerder Jonker van de Neder landse Vereniging Protestantse School raad anticipeert, in afwachting van Deet- mans antwoord op de brandbrief, op de gevolgen van de besteding naar eigen keuze van de 'vrije ruimte'. „Nu er zo veel taken worden ondergebracht in de vrije ruimte, valt te vrezen dat er straks op de scholen in het voortgezet onder wijs een zodanige afweging zal worden gemaakt dat het vak godsdienst in de toekomst moet wijken voor bijvoor beeld de bijles in een verplicht vak. Ze ker in het geval de leerling vlak voor z'n examen staat en problemen kent met een verplicht vak zal de keuze voor bij scholing gauw zijn gemaakt. En als een schoolbestuur in samenspraak met de rector of directeur de vakken godsdienst of catechese hoe dan ook in het lespro gramma wil houden overeenkomstig het karakter van de school, dan zal dat naar alle waarschijnlijkheid veelal ten koste gaan van andere vakken die in die vrije ruimte zitten. Onder druk van het aantal taken heeft menige school nu al de gods dienstles moeten reduceren tot wat ik amper als een bijdrage kan betitelen. Een uurtje per klas per week, dat is niet al te veel. Dat zouden er minstens twee moeten zijn". Afgaande op de uitspraken van Jon ker, die worden onderschreven door de vertegenwoordigers van de Nederlandse Katholieke Schoolraad, zou de conclusie kunnen worden getrokken dat CDA-mi- nister Deetman de dominee en pastor als leraar godsdienst of catechese vrijwel het zwijgen oplegt; dat door de opeenho ping van vakken in de vrije ruimte er straks geen ruimte meer kan worden vrijgemaakt voor het bezigen van een stichtelijk woord aan het adres van leer lingen van het bijzonder voortgezet on derwijs. Dat Deetman, kortom, de school met de Bijbel tot een loos begrip heeft verklaard. Trouw blijven De vraag in hoeverre de desbetreffen de schoolraden met hun standpunt een ietwat gechargeerde voorstelling van za ken geven, zal uiteraard pas kunnen worden beantwoord op het moment dat de door Deetman en Ginjaar voorgesta ne methode van lesgeven de dagelijkse praktijk van de scholen dicteert. In elk geval leert een peiling onder en kele in de Leidse en Alphense regio ge vestigde scholen wel, dat de besturen en hoofden van bijzondere scholen geens zins van plan zijn de vakken godsdienst en catechese van het lesprogramma af te voeren. De meningen over de inhoud van het concept-wetsontwerp basisvor ming mogen dan sterk uiteenlopen, de diverse directeuren en rectoren staan er voor in dat hun scholen onvoorwaarde lijk trouw blijven aan de beginselen die traditioneel worden aangehangen. Rector Maurice van ïiet rooms-katho- lieke Ashram College in Alphen aan den Rijn uit trouwens zijn onbegrip over het tumult dat is ontstaan over het vak cate chese in het algemeen en in het bijzon der over het aantal lesuren dat de gods dienstleraar in de toekomende tijd zal worden toebedeeld. Maurice zegt met verbazing kennis te hebben genomen van het feit dat zowel de Nederlandse Katholieke Schoolraad als de Protes tants Christelijke de noodklok heeft ge luid. „Mij is de problematiek slechts acade misch bekend. Voor mij bestaat er geen oorzakelijk verband tussen bezuinigin gen op de onderwijsbegroting en het vak catechese. Geen regering, en ook deze niet, kan het zich permitteren de bijzon dere scholen ertoe te verplichten een streep te halen door de vakken cateche se en godsdienstles. Als een bijzondere school de godsdienstlessen afschaft, dan is dat naar mijn mening de keuze van de school zelf en niet die van het departe ment. Het vak catechese staat bij ons op het rooster, een uur per week nemen alle leerlingen daar verplicht aan deel en dat houden wij ook zo. Voor de identiteit van de school acht ik het vak van onge meen belang. Misschien, dat andere scholen door de overheidsmaatregelen in de knoei komen als het gaat om een verantwoorde uitoefening van de onder wijstaken. Maar met enig pas en meet- werk moet het een bijzondere school lukken de vakken catechese en gods dienst in het onderwijspakket te hou den, ook al is de vrije ruimte dan nog zo krap". Ook naar het gevoel van rector Lug- tenburg van het protestants christelijke Pieter Groencollege in Katwijk aan Zee brengt de basisvorming in relatie tot het godsdienstonderwijs niet die rigoureuze omwentelingen teweeg, -die de tegen standers van het nieuwe onderwijssys teem kennelijk wel in het stuk van Deet man en Ginjaar-Maas hebben aangetrof fen. „Elke bijzondere school in het voortgezet onderwijs moet nu putten uit een vaste pot met lessen waarin ook het vak godsdienst zit. Volgens het nieuwe concept ligt tachtig procent van de les sen vast en moet de resterende twintig procent uit de vriie ruimte worden ge haald. Een protestants christelijke school die z'n eigen karakter niet verloo chent, haalt de godsdienstles vanzelf sprekend uit die vrije ruimte. Ik vind dat ik niet tegen mijn eigen parochie spreek, als ik zeg dat er in wezen niet zo veel verandert". „Toch is het een goede zaak dat de schoolraden hun zorg over de praktische uitvoerbaarheid van de basisvorming in het voortgezet onderwijs hebben ken baar gemaakt", meent rector De Koe van het Leidse Visser 't Hooft lyceum, een protestants christelijke scholengemeen schap voor gymnasium, atheneum, havo en mavo. „Weliswaar heb ik niet het ge voel dat de godsdienstles er in de toe komst bij in zal schieten, omdat dit vak nu eenmaal bij deze school hoort, maar het is wel zo dat de lestijd uit de vrije ruimte moet worden gehaald. En daar zitten al zoveel vakken in. Dan zou het best kunnen voorkomen dat als gevolg van de schoolkeuze voor godsdienstles een vak als het Frans nog meer in de ver drukking komt te zitten. En dat vind ik een jammerlijke zaak, vandaar dat we graag over meer lesuren zouden be schikken. Als bijzondere school moeten wij toch een goed tegenwicht kunnen blijven bieden aan openbare scholen, die in de vrije ruimte nu eenmaal geen vak als de godsdienstles hebben zitten". Rector Geleijns van de in Voorschoten gevestigde interconfessionele scholen gemeenschap 'Lucas College' voorziet dat er straks een gigantisch gevecht om uren zal uitbreken onder de leraren en leraressen die als'specialiteit een vak hebben dat door Deetman en Ginjaar in de vrije ruimte is geplaatst. De uitkomst van een eenvoudig rekensommetje heeft hem die sombere prognose ingegeven. „Ga maar na. Van de 30 lesuren die er in een week beschikbaar zijn, gaat tach tig procent op aan de veertien verplichte vakken. Voor al die vakken in de vrije ruimte schiet er dus zes uur over. Ik ben er niet zozeer voor bevreesd dat de gods dienstles in de knel zal raken in het bij zonder onderwijs. Voorzover mij be kend wil elke confessionele school dat gene waarmaken wat er op de gevel staat. Maar de consequentie daarvan is weer wel dat een ander vak best eens zou kunnen sneuvelen. De vrije ruimte is voor een gymnasium eigenlijk veel te klein om als school geloofwaardig over te komen. Het grieks en het latijn zitten immers ook al in die vrije ruimte". Hij plaatst nog meer kritische kantte keningen bij het concept-wetsvoorstel. Hiermee probeert de overheid een einde te maken aan een discussie over het voortgezet onderwijs die zich zeventien jaar lang heeft voortgesleept, aldus Ge leijns. „Met behoud van de bestaande structuur wordt gepoogd het voortgezet onderwijs te vernieuwen door alle be staande scholen een uniforme lessenta- bel van drie jaar op te dringen. In de praktijk zal dat niet of nauwelijks werken. Bovendien stel ik vast dat scheikunde geen verplicht vak is. Dat kan grote rechtspositonele gevolgen hebben voor de scheikundeleraren, ze ker nu er aan het concept-wetsvoorstel een sociaal plan ontbreekt. Maar wie vol gens mij het meest zullen lijden onder deze plannen, zijn de lbo's en mavo's". Om hem „moverende redenen" wenst directeur De Wit van de protestants christelijke lbo-scholengemeenschap 'Bospark' in Alphen aan den Rijn in dat verband te volstaan met een „voorzichti ge opmerking". „Ik geloof niet dat er veel zal veranderen met betrekking tot de godsdienstles. Uiteindelijk moeten we ook nu werken met een voorgeschre ven lessentabel van 25 uur per week. Los van alle prioriteiten die de leiding van een bijzondere school stelt kan men een voudig niet om de godsdienstles heen. Anders kent men op zo'n school z'n ei gen verantwoordelijkheden niet. Maar bezie ik de voorstellen zoals ze er nu lig gen, dan kan ik er niet aan ontkomen te zeggen dat het lbo te weinig mogelijkhe den krijgt om het eigen gezicht te behou den". Zegsman Jonker van de Protestants Christelijke Schoolraad verschaft enige toelichting op het beknopte commen taar van De Wit. In de eerste leerjaren zal er in het lager beroepsonderwijs geen beroepsopleiding worden gegeven. Jon ker kan zich derhalve voorstellen dat ou ders zich dan wel twee keer zullen be denken om hun kind straks op een lbo- school te doen, temeer daar dezelfde ba sisvorming bijvoorbeeld ook op een scholengemeenschap wordt gegeven. „Zoals het er nu voorstaat zullen die scholen in de toekomst worden leegge zogen. Daarbij kun je je nog de vraag stellen wat het lbo-diploma en feitelijk ook het mavo-diploma in de toekomst nog voorstellen. Want als een scholier na drie jaar basisvorming in het voortgezet onderwijs voldoet aan de eindtermen, dan heeft-ie er recht op door te stromen naar het hogere onderwijs. Een enkeling uitgezonderd zal geen scholier nog een jaar extra willen studeren voor het lbo- of mavo-diploma. Want feitelijk is dat dan een verloren jaar, omdat aan het be zit van een dergelijk diploma merkwaar dig genoeg niet meer doorstromings rechten kunnen worden ontleend dan aan die drie jaar basisvorming". Geschrokken Als hoofd van de prins Willem Alexan- der-mavo aan de Leidse Diepenbrock- laan, zegt directeur Jansen dan ook enorm te zijn geschrokken toen hij het concept-wetsvoorstel van Deetman en Ginjaar van a tot z doorlas. Niet voor niets, zegt Jansen, staat het „hele" voort gezet onderwijs op z'n achterste benen. „Het probleem is dat minister Deetman niet met de vakorganisaties over dit con cept-wetsontwerp wil praten. De moge lijke wijzigingen zullen door de politiek moeten worden aangebracht". Zelf is hij over het voortbestaan van zijn school niet eens pessimistisch ge stemd, omdat Jansen heeft gemerkt dat uit de buurt nog altijd veel mensen afko men op de informatie-avonden. Maar desondanks sluit hij het niet uit dat er in het onderwijsveld een concurrentieslag zal ontstaan; dat de scholengemeen schappen straks zullen vollopen omdat er nu eenmaal ouders bestaan die het sjieker vinden staan hun kinderen de ba sisvorming daar te laten volgen dan op een mavo. Hij spreekt de hoop uit dat andere ouders straks verstandiger zullen zijn, dat ze in overleg met de directie van de basisscholen de begaafdheden van hun kroost aan een kritisch oordeel zul len onderwerpen. „Ik ben ervan over tuigd dat de wat minder begaafde leer lingen zullen verzuipen op die schoolge meenschappen, omdat de leraren niet gewend zijn te werken met kinderen van pakweg mavo-niveau". De godsdienstles van het lesprogram ma afvoeren, daar piekert Jansen een voudig niet over („schaf je dat essentiële vak af, dan sta je niet meer voor je prin cipes"). Toch realiseert ook hij zich maar al te goed dat als gevolg van de „veel te beperkte vrije ruimte" een ander vak mogelijk moet worden opgeofferd. „En dat terwijl een vak als scheikunde niet eens in de vrije ruimte wordt genoemd. Het is te krankzinnig voor woorden. Voor een leerling die de richting van de verpleegkunde op wil, is een pakket met biologie en scheikunde het mooist. Vol gens deze opzet moet een kind na drie 'jaar basisvorming dus in één jaar tijd al le voor het mavo-diploma vereiste ken nis over scheikunde worden bijge bracht. Ongelooflijk, maar het is helaas waar". Bekneld „De basisvorming zal op de scholen wel uitvoerbaar zijn, maar ik ben ervan overtuigd dat dit alles ten koste zal gaan van bepaalde leerlingen en van bepaalde leerkrachten. Want in feite raakt niet zo zeer het godsdienstonderwijs op de bij zondere scholen in de verdrukking, het zijn vooral de andere vakken die in de vrije ruimte bekneld zullen raken. Het lijkt erop dat min of meer wordt gespe culeerd op de bereidheid van de leraar een deel van zijn vrije tijd op te geven om zodoende te kunnen voldoen aan zijn onderwijstaak. Gratis werk opknap pen dus. Als dat inderdaad zo is, vraag ik me af of er nog een wijs onderwijsbeleid wordt gevoerd" Directeur Jansen van de Willem-Alexander-mavo in Leiden: geschrokken.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 29