'Liever truttig dan oppervlakkig' ÊL Directeur Aart Duyser ziet groeimogelijkheden voor NCRV Dansgroep Reflex begint goed Concert RPhO na pauze rommelig Eigenzinnige 'De Babysitrevue' IBP ZATERDAG 31 JANUARI 1987 RADIO-TV-KUNST PAGINA 33 Aart Duyser is deze maand één jaar in dienst als algemeen directeur van de NCRV. Hij kwam naar deze omroep op voorspraak van interim-manager Cor Hut, die zich enige maanden had beziggehouden met de reorganisatie van de NCRV-topstructuur. Inmiddels heeft Duyser een 'strategisch beleidsplan' opgesteld, dat de NCRV ook in de toekomst sterk moet houden. Volgens Duyser bestaat er ook bij de medewerkers grote behoefte aan duidelijkheid over de toekomst. Een gesprek met Duyser over zijn beleidsplan, de hoge gemiddelde leeftijd van de NCRV-leden en de beperkingen van uitzendingen op zondag. HILVERSUM (GPD) - "De oude A-omroepen hebben de neiging om een wat afwachtende houding aan te nemen. Maar commerciële omroep, satelliettelevisie, dat zijn zaken die er aan gaan komen. Een organisatie als de NCRV met ruim 530.000 leden mag zich gewoon niet zo verschrikkelijk afwachtend opstellen ten opzichte van deze nieuwe ontwikkelingen", zegt Aart Duyser, die meent dat de afwach tende houding van de oude omroe pen te verklaren is uit het feit dat zij sterk gericht zijn op consolida tie, op behoud van het bestel. "We zijn van nature niet bezig met groei, nieuwe ontwikkelingen en denken aan het jaar 2000". Volgens Duyser is het centrale gevaar voor de NCRV een toene mende vervlakking van de publie ke belangstelling. "Het zou echter heel dom zijn als de NCRV in die vervlakking mee zou gaan. Als we dat doen geven we ons bestaans recht prijs. Misschien hebben we in een heleboel opzichten de stroom wel tegen, maar dat is niet erg, daar krijg je spieren van". Als een tweede groot probleem voor de NCRV noemt Duyser de toenemende deconfessionalisering en ontkerkelijking. "Voor de groep, voor wie de kerk een belast verleden heeft, moeten wij als NCRV ook wat doen", zegt Duyser. door Renate van Iperen De gemiddelde leeftijd van de NCRV-leden ligt rond de 55 jaar. Zij vormen de hechte kern. Echt zorgelijk vindt Duyser deze hoge leeftijd echter niet. "Tegenwoordig geldt dat wie de ouderen heeft, de toekomst heeft. Ik vind echter wel dat we op langere termijn in staat moeten zijn vernieuwing en ver jonging aan te brengen. We hebben ons nooit zo erg gericht op de tus sengroep. En op de jongeren tot 23 jaar hebben ze ook niet zo'n grote aantrekkingskracht. Toch hebben we er de laatste jaren wel bewust werk van gemaakt, dat die groep niet over ons denkt als de omroep voor hun ouders en grootouders.. Ons jongeren clubblad Paperclip heeft inmiddels 20.000 abonnees. De NCRV appelleert ook niet di rect aan het idee: je bent jong en je wilt wat. Nee, we doen liever een beroep op mensen vanaf 30 jaar, die wat ouder zijn geworden, voor wie de reldekedel-jaren voorbij zijn". Uitzet Overweegt de NCRV program matische veranderingen aan te brengen om zich verzekerd te we ten van een constante aanvoer van jongeren? Duyser: "De program ma's zijn niet echt het probleem. In populariteit, aandacht en waarde ring scoort de NCRV op dat punt hoog. Onze echte zorg om die waar dering voor de NCRV ook om te zetten in ledenaanwas. In de wer ving van leden moeten we minder dan we vroeger gewend waren ap pelleren aan die vanzelfsprekend heid. Je was in een christelijk gezin geboren, je ging naar een christelij ke school en je werd dus lid van het CNV en de NCRV. Dat hoorde als het ware bij de uitzet. Maar die tijd is gewoon voorbij". Hoewel de NCRV vorig jaar 750 leden heeft verloren, is Aart Duy- Astrid Joosten presenteert songfestival HILVERSUM (GPD) - VARA-om- roepster en mede-presentatrice van het programma Drie Vrouwen Astrid Joosten, gaat op 25 maart het nationale songfestival presente ren. Dat gebeurt in een rechtstreek se televisieuitzending van ander half uur vanuit het conservatorium in Den Haag. Willem van Beuse- kom, directeur-radio van de VARA verzorgt het commentaar tijdens het internationale songfestival vanuit Brussel. De zangeres Marcha Groeneveld (ex-Babe) die Nederland in Brussel op 9 mei zal vertegenwoordigen brengt op 25 maart zes liedjes ten gehore. AVRO-producer John Schelfhout maakt het programma in opdracht van de NOS. Een door het Hilversumse bureau Intomart uitgezochte representa tieve publieksjury bestaande uit zestig mensen uit de twaalf provin cies zullen de liedjes 'Verliefd'. Rechtop in de wind'Big Ben', de liedjes bekendmaken. 'Morgen', 'Buiten Jou' en 'Het leven Hilversum beslist door e is een cadeau'jureren. Bekende Ne- commissie die doende derlanders uit de diverse provin- voorbereidingen van het cies zullen de provinciescores voor val. Dansgroep Reflex met 'Nessuno o Tutti' (Hans Tuerlings/Bert Kleijn, Jan Kuiper) en 'People die of laugh ter' (Nir Ben-GaL/Merdith Monk). Ge zien op 30 januari in het LAK. Al daar ook vanavond. LEIDEN - Jaren is het in het noorden tobben geweest met de dans. Groningen, Friesland en Drente wilden samen met wvc wel geld steken in een dans groep, maar zowel in artistiek als in organisatorisch opzicht rom melde het. Met de komst van Yo- ka van Brummelen als directrice is er weer hoop voor het noorde lijke dansgezelschap Reflex. Het eerste programma onder haar lei ding getuigt daarvan. Vooral 'Nessuno o Tutti' van de Nederlandse choreograaf Hans Tuerlings is een mooie op steker voor de groep. Tuerlings is altijd een maker van sfeerstuk ken geweest, en dat geldt wel heel sterk voor dit werk. Hij heeft zich vaker bezig gehouden met de grenzen tussen gekte en normaliteit, maar niet eerder met een zo fascinerend resultaat. Het decor, een vijftig jaar oude ach terwand uit de Groninger Stads schouwburg, plaatst de zes dan sers in een stoffige, door de tijd vergeten omgeving. Ze lijken niet te beseffen wat ze doen en volledig in zichzelf te zijn ge keerd. Dat gevoel van buiten de tijd geplaatst zijn wordt door de subtiele muziek van Kleijn en Kuiper nog versterkt. Éen van de dansers, Patricia Tuerlings, is telkens degene die de lont bij het kruitvat legt. Zij springt de anderen op de nek, slingert ze rond, daagt ze met veel kracht en elasticiteit uit tot een reactie. Vooral onder haar impulsen zoeken de anderen lij felijk contact met elkaar. Ze steunen elkaar en vangen elkaar op, halen elkaar ook letterlijk on deruit. Het zijn steeds primaire uitingen, die Tuerlings knap aan elkaar heeft geregen. Er komt heel wat acrobatiek bij te pas, toch blijft de sfeer steeds be dachtzaam en teder. Het stuk duurt nu 45 minuten, maar had best nog wat langer mogen du- Het tweede stuk, 'People die of Laughter' van de Israëliër Nir Ben-Gal, viel op het choreogra fen-concours van Keulen in de prijzen. Toch is het geen opval lend sterke dans. Veel van de be wegingen ervan keren in een veel inventievere context bij Tuerlings terug. Ook hier gaat het om steun zoeken en troosten, met de dood als dreigend perpec- tief. Maar de daarvoor vereiste intensiteit werd eigenlijk alleen in de solo van Maijolein Elsink bereikt. Dit eerste programma laat met een zien dat Reflex tegenwoor dig door zes sterke dansers wordt verdedigd, die in staat zijn de nuances van een choreografie tot uitdrukking te brengen. Al zijn ze nog niet allen in staat tot de inleving die een stuk als dat van Tuerlings vereist. ARIEJAN KORTEWEG Het Rotterdams Philharmonisch Or kest o.l.v. James Conlon speelde in de Meesterserie werken van Debus sy, Liszt en R. Strauss. Soliste: Rhondda Gillespie. Gehoord op 30 januari in de Stadsgehoorzaal. LEIDEN - Soms blijkt een onbe kend muziekstuk dé verrassing van de avond te zijn. Gister avond was dat, wat mij betreft, "Der Bürger als Edelman" van Richard Strauss. Een suite van losse muziekdelen, bedoeld als toneelmuziek bij een bewerking van Molière's "Le bourgeois gen- tilhomme" door Hugo von Hof- mansthal. Een nouveau-riche (mijnheer Jourdain) wil zich in deze kome die de levensstijl van een edel man aanmeten, welke pogingen stuk voor stuk potsierlijke verto ningen opleveren. Het protserige karakter van de opgeblazen rijke mijnheer, de lachwekkende re sultaten van zijn dans- en schermlessen, het flikflooien van de kleermaker, zijn evenzovele aspecten die Strauss met veel or- chestrale kleur, muzikale fanta sie en met humor heeft verbeeld. Voor dit werk was het Rotter dams Philharmonisch tot kamer orkest gereduceerd, maar wat een plezier en een vuur ging er van dit ensemble uit. Met veel gloed werden dankbare solopar tijen gespeeld zoals de fluitsolo in het eerste menuet, de trompet als schermmeester en de viool als dansende kleermaker. De fi guur van Conlon. die zonder par tituur dirigeerde, was het hart van de muziek, zijn dansende en zwaaiende gebaren waren essen tieel bij het uitbeelden en over brengen van de muzikale in houd. Het stuk voor de pauze neemt in de programmering een be langrijke plaats in; na de aanpas-' singsschermutselingen zijn zo wel orkest als publiek genoeg opgewarmd om een solist alle aandacht te geven. Rhondda Gil lespie zal de soliste zijn in de Hongaarse fantasie voor piano en orkest van Liszt. Al bij opkomst leek de soliste bij haar eerste inzet - erger had het niet kunnen zijn - raakte ze er uit. Ze pikt de draad weer op, maar het kwaad is ge schied. Concentratieproblemen in de orkestgelederen leiden tot ongelijke inzetten en rommelig heden. De kwaliteiten van de so liste hebben we slechts gedeelte lijk kunnen bewonderen. Niet haar techniek (in dit toch razend moeilijke stuk) maar wel haar muzikale inlevingsvermogen hadden onder het gebeurde gele den. Tenslotte blijft dan nog de vraag of dit oude paradepaardje van Liszt niet eens vervangen kan worden door een werk van evengrote allure maar met wat meer muzikale inhoud. Waarom niet Iberia van Debus sy op de solistenplaats in plaats van eerste in de rij? Een schitte rend werk vol stemmingen en boeiende orchestraties. Na de consternatie van Liszt en de voortvarendheid van Straus wa ren de Spaanse indrukken aan het eind van de avond al op de achtergrond geraakt. MONICA SCHIKS ser is ervan overtuigd dat de NCRV in staat is een stabiele A- omroep te blijven. "Ik zie zelfs nog wel groeimogelijkheden, mits we echt duidelijk zijn in onze keuzes. We streven zeker niet naar één mil joen leden, want dat zou voor ons betekenen dat we, hoe dan ook, een stukje identiteit prijsgeven en dat is het zeker niet waard". Het is algemeen bekend dat de NCRV niet staat te trappelen van ongeduld om met commerciële te levisie te beginnen. De NCRV gaat er immers van uit dat het huidige omroepbestel goed is. „Mijn eerste prioriteit is de aard van het bestel te behouden, maar de realiteit ge biedt te zeggen dat de minister een opening heeft gegeven in de rich ting van commerciële omroep. Als in de toekomst zou blijken dat de financiering van de overheid on voldoende concurrerend is tegen over de commerciële omroep, dan vind ik het rechtvaardig dat ook KRO, NCRV en VARA gaan na denken over het alternatief. Maar op dit moment twijfel ik niet aan de continuiteit van de geldstroom. Een nadeel als je praat over com merciële exploitatie is dat we de programmering nooit naar de re clame zullen laten hangen, zegt Aart Duyser. Duyser erkent dat zijn omroep bij de buitenwacht een degelijk, keurig maar ook een beetje truttig imago oproept. "Maar ik heb niet de neiging me daarvoor te scha men. Ik ben liever truttig dan op pervlakkig". In het verlengde hier van ligt dat de NCRV heeft beslo ten de populaire politieserie Hill Street Blues niet op de vaste zon dagavond uit te zenden, maar op de wisselavond. Is dat niet wat kin derachtig? "Nee, de NCRV bestaat nu eenmaal uit een uiteenlopend gezelschap. Sommige van onze le den kijken pertinent niet op zon dag. De meningen liggen verschil lend. Ik zeg wel eens tegen de ou deren: jullie moeten maar een dutje gaan doen als de Jan Riet man daar staat te schreeuwen. Maar die hoort er ook bij. Je moet er van de andere kant ook respect voor kunnen opbrengen dat som migen ontzettend veel moeite heb ben met een politieserie op zondag. Bang voor bedankjes? Ja, de eer lijkheid gebied me te zeggen dat dat ook het geval is". Is dat ook de reden om de actua liteitenrubriek Hier en Nu-tv op te nemen? "Ja, want als het niet strikt nodig is. werken we op zondag niet bij de NCRV. Hier en Nu zendt nu goed uitgediepte mini-documen taires uit. Dat is uiteraard minder actueel dan het in beeld brengen van wat er vandaag gebeurd is. Maar dat is niet zo erg. want daar aan doet het Journaal weer veel" "Wij hebben nu eenmaal volgens de verdeling de zondag gekregen. Die zendtijd zullen we vullen. Dat doen we heel secuur. Maar werken op zondag geeft problemen. We doen bijvoorbeeld ook niet aan le denwerving op zondag. Je schopt een heleboel mensen tegen de schenen als ik hier zondagavond een batterij telefonistes moet neer zetten om nieuwe leden te noteren. spotjes, die binnenkort op het tv-scherm verschijnen lui den dan ook: Schrijf nu, bel mor gen". De babysitrevue. Tekst: Haye van der Heyden e.a. Muziek: Henny Vrienten. Keyboards: Willem Ennes. Gezien op 30 januari in de Leidse schouwburg. Aldaar vanavond nog LEIDEN - Van de drie traditio nele genres 'musical', 'cabaret' en 'revue' is de laatste nog het meest toepasselijk: vandaar te recht de titel Babysitrevue. Maar bovenal is het een mengelmoes - de voorstelling wil duidelijk niet in één hokje passen. De Babysi trevue onderneemt een speur tocht naar een eigen vorm van entertainment, die nét niet hele maal naar volle tevredenheid wordt gevonden. Deze speur tocht levert in elk geval een aan trekkelijke voorstelling op. Al laat het idee je niet los, dat gezien het talent van zowel regisseur van der Heyden als spelers de Babysitrevue potentieel nog meer in zich had. Waaraan dat zou kunnen lig gen. valt niet zo een, twee, drie te ontdekken. Het uitgangspunt is nog alledaags, een echtpaar be stelt een babysit. Als gevolg van een misverstand komen er maar liefst vier babysitters opdagen, die door dochtertjelief wordt ge tiranniseerd. Dit gegeven is met bizarre fantasie uitgewerkt en gevat in een futuristisch kader. Van daaruit wordt nogal wat overhoop gehaald. Vanuit een nabije toekomst krijgen we een kritisch hedendaags tijdsbeeld en door de spelletjes met het dochtertje problemen als jaloe zie, sexuele frustraties, claustro fobische angst, eenzaamheid en perversiteit van de media (de 'stervensuitslagshow') voorge schoteld. Door de grilligheid van het perspectief echter lijkt het, alsof nog niet alles zijn juiste plaats heeft gevonden. Een paar verrassende vond sten, de lekker in het gehoor ha gende muziek, het showelement en het aanstekelijke spel van de acteurs maken gelukkig heel veel goed. Allen spelen een dub belrol. Johnny Kraaykamp jr. is beter dan ooit en zet een pracht van een neuroot neer. Sylvia Mil- lecam stort zich vol overgave op de kleine Jookje en maakt van haar een kreng van een meid en een Lolita vol ontluikende se- xualiteit. Van Jan Mesdag en Maeve van der Steen vallen voor al de zangkwaliteiten op. Caro- lien Somerwil tenslotte heeft een "komische uitstraling, die doet denken aan vroegere creaties van Elsje de Wijn. Willem Ennes bespeelt een batterij synthesi zers. Soms verschijnt hij in beeld en kijkt als een godheid welwil lend op het spektakel neer, een geestige vondst, die past bij deze eigenzinnige revue. WIJNAND ZEILSTRA KLASSIEK bijdrage: Paul Korenhof Chailly Labèque Meevaller van piano-zusjes Gershwin: Rhapsody in Blue (versie voor twee piano's). Lul laby, An American in Paris, Cu ban Overture. Katia en Marielle Labèque (piano), Cleveland Or chestra o.l.v. Riccardo Chailly. Decca 417 326-1 (lp), 417 326-2 (cd). Als 'Meevaller van de maand' presenteert Phonogram ditmaal een uitgave, die bij mij aangena me herinneringen wakker roept aan een van de eerste concerten van Riccardo Chailly in Neder land. Ook toen begeleidde hij de zusjes Labèque in hun versie van de 'Rhapsody in Blue' voor twee piano's en het was verfrissend te horen hoe het pianistisch vuur werk van de beide solistes bij die gelegenheid werd beantwoord met verbazingwekkend veer krachtig spel van het Concertge bouworkest. Dat de combinatie met een Amerikaans ensemble als het Cleveland Orchestra een op zijn minst vergelijkbaar resultaat zou opleveren, leek bij voorbaat al zeker, maar vanaf die eerste, uit duizenden herkenbare openings frase wordt duidelijk dat deze opname zo mogelijk nog uitbun diger is. Ook zonder de (bijna te) virtuo ze piano-zusjes weet Chailly ech ter een sfeervol Gershwin-gebeu- ren op touw te zetten, ongeacht of het daarbij gaat om het beken de 'Lullaby' (hier in de versie voor strijkorkest), de Broadway- achtige klanken van 'An Ameri can in Paris' of het Middenameri- kaanse karakter van de 'Cuban Overture'. Een heel aantrekkelij ke meevaller van de maand, te meer daar nu voor het eerst ook de compact disc in prijs werd verlaagd. Eva Marton/José Carreras Verliefd op de 'moordenaar' Giordano: Fedora (complete ope ra) met Eva Marton, Veronika Kineses. José Carreras, Janos Martin. József Gregor, Kolos Ko- vacs e.a., Imre Rohman (piano), koor en orkest van de Hongaarse Radio en Televisie o.l.v. Giusep pe Patane CBS 12M 42181 (2 lp's), M2K 42181 (2 cd's) ■Él WH» ^8L v" V Katia en Ma rielle Labèquebijna te neus op te halen voor de opera's van Giordano, maar de echte operaliefhebber weet wel beter. Op de dramatische structuur van "Andrea Chénier" mag dan het een en ander aan te merken zijn. maar het werk zit boordevol schitterende momenten, en met een persoonlijkheid in de titelrol werkt zelfs de zwakke derde akte van "Fedora" meeslepend en ontroerend. Deze laatste opera begint met een moordaanslag in het tsaristi sche Rusland. Prinses Fedora, verloofde van de vermoorde, zweert de brute daad te zullen wreken, maar komt tot andere gedachten, als haar de ware toe dracht bekend wordt. Zij raakt zelfs verliefd op de 'moordenaar' en vlucht met hem naar Zwitser land, maar pleegt zelfmoord als bekend wordt, dat door haar toe doen de tsaristische politie on heil heeft gezaaid in de familie van haar geliefde. Van dik hout worden er soms hele dikke plan ken gezaagd. Toch neemt dat niet weg dat de eerste akte een juweel van een sfeertekening is en dat bij een goede bezetting van de beide hoofdrollen de emoties aan het slot van de twee de akte tot het kookpunt kunnen oplopen. In de tenorpartij (met de be roemde aria "Amor ti vieta") gooit de Spaanse tenor José Car reras na een beheerst begin alle remmen los en dat mist hier zijn doel niet. De Hongaarse Eva Marton lijkt daarnaast soms wat onderkoeld, maar weet daardoor aan de titelrol ook een subtiliteit en een allure mee te geven, die niet altijd met een veristische opera in verband worden ge bracht. Alle overige rollen wor den eveneens gezongen door Hongaarse solisten, maar de hand van dirigent Giuseppe Pa tané maken, dat het eindresul taat redelijk Italiaans klinkt Kremer Argerich Wel degelijk een levensgenieter Schumann: Sonate voor viool en piano nr. 1 in a op. 105 en nr. 2 in d op. 121. Gidon Kteiner (viool), Martha Argerich (pia no). DG 419 235-1 (lp). 419 235-2 (cd). Wie meent dat muzikaal vuur werk niet kan of mag samengaan met de sonates voor viool en pia no van Robert Schumann, moet deze plaat eens beluisteren. Schumann als de melancholicus met de smachtende blik wordt hier onmiskenbaar naar het tweede plan verwezen door een man die wel degelijk van het le ven kon genieten, zeker als het- musiceren van zijn vrouw Clara daarvan een wezenlijk bestand deel uitmaakte. De levenslust en de vitaliteit die van deze opnamen uitgaan, moeten echter ook worden toe geschreven aan een exceptionele uitvoering die ook in het geheel geen rekening wenst te houden met traditionele, soms wel een heel erg geromantiseerde kijk op de componist. Een enkele maal lijken Argerich en Kremer de motor wat erg hoog op te voeren, maar zij doen dat met een enor me overtuigingskracht en op ba sis van een techniek en een frase ringskunst, waarin pianiste en violist geen moment voor elkaar onderdoen. Extra lof verdient de heldere opname, die het bij de smettelo ze weergave via de compact disc doet voorkomen, alsof beide mu sici zich in de huiskamer bevin den. Perahia Haitink Intens genot in musiceren Beethoven: Pianoconcert nr. 1 in C op. 15 en nr. 2 in Bes op. 19. Murray Perahia (piano), Het Concertgebouworkest o.l.v. Bernard Haitink. CBS IM 42177. Enige tijd geleden verscheen een plaat met het derde en vierde pianoconcert, die mij tot de con clusie bracht dat daarbij sprake was van een bijzonder gelukkig samentreffen. De klankkleur van het Amsterdamse orkest en de ietwat introverte begeleidingen van Haitink bleken op wonder baarlijke wijze samen te gaan met benadering van Perahia, wiens fabelachtige virtuositeit nooit ontaardt in al te grote uit bundigheid of louter technisch vertoon. Wie kort daarop diezelfde com binatie in het Concertgebouw meemaakte, kan daaraan een herinnering overhouden van een intens genot in het musiceren zelf en die in diezelfde periode gemaakte opnamen van het eer ste en tweede pianoconcert weerspiegelen dat in zo mogelijk nog sterkere mate dan de vorige plaat. Vooral het in een majestueus C-groot geschreven eerste piano concert krijgt hier een vertolking die een vergelijking niet hoeft te duchten. (Dicht erbij komt overi gens een oude opname van het zelfde orkest onder Van Beinum met Robert Casadesus als een so list die op een al even bescheiden wijze een superieure muzikaliteit uitstraalde). Opmerklijk is bovendien de onlangs ontdekte cadens, die hier in een door Willem Drees- mann en Perahia uitvoerbaar ge maakte versie voor het eerst op de plaat werd vastgelegd. Een bijkomend element is de klank van de opnamen, die op de vori ge plaat op sommige momenten onevenwichtig overkwam, maar die hier volmaakt in harmonie is met het niveau van de uitvoerin gen. Een superieure uitgave!

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 33