'Liever truttig dan oppervlakkig'
ÊL
Directeur Aart Duyser ziet groeimogelijkheden voor NCRV
Dansgroep Reflex begint goed
Concert RPhO na pauze rommelig
Eigenzinnige 'De Babysitrevue'
IBP
ZATERDAG 31 JANUARI 1987
RADIO-TV-KUNST
PAGINA 33
Aart Duyser is deze maand één jaar in dienst als algemeen
directeur van de NCRV. Hij kwam naar deze omroep op
voorspraak van interim-manager Cor Hut, die zich enige
maanden had beziggehouden met de reorganisatie van de
NCRV-topstructuur. Inmiddels heeft Duyser een 'strategisch
beleidsplan' opgesteld, dat de NCRV ook in de toekomst sterk
moet houden. Volgens Duyser bestaat er ook bij de
medewerkers grote behoefte aan duidelijkheid over de
toekomst. Een gesprek met Duyser over zijn beleidsplan, de
hoge gemiddelde leeftijd van de NCRV-leden en de
beperkingen van uitzendingen op zondag.
HILVERSUM (GPD) - "De oude
A-omroepen hebben de neiging
om een wat afwachtende houding
aan te nemen. Maar commerciële
omroep, satelliettelevisie, dat zijn
zaken die er aan gaan komen. Een
organisatie als de NCRV met ruim
530.000 leden mag zich gewoon
niet zo verschrikkelijk afwachtend
opstellen ten opzichte van deze
nieuwe ontwikkelingen", zegt Aart
Duyser, die meent dat de afwach
tende houding van de oude omroe
pen te verklaren is uit het feit dat
zij sterk gericht zijn op consolida
tie, op behoud van het bestel. "We
zijn van nature niet bezig met
groei, nieuwe ontwikkelingen en
denken aan het jaar 2000".
Volgens Duyser is het centrale
gevaar voor de NCRV een toene
mende vervlakking van de publie
ke belangstelling. "Het zou echter
heel dom zijn als de NCRV in die
vervlakking mee zou gaan. Als we
dat doen geven we ons bestaans
recht prijs. Misschien hebben we
in een heleboel opzichten de
stroom wel tegen, maar dat is niet
erg, daar krijg je spieren van".
Als een tweede groot probleem
voor de NCRV noemt Duyser de
toenemende deconfessionalisering
en ontkerkelijking. "Voor de
groep, voor wie de kerk een belast
verleden heeft, moeten wij als
NCRV ook wat doen", zegt Duyser.
door
Renate van Iperen
De gemiddelde leeftijd van de
NCRV-leden ligt rond de 55 jaar.
Zij vormen de hechte kern. Echt
zorgelijk vindt Duyser deze hoge
leeftijd echter niet. "Tegenwoordig
geldt dat wie de ouderen heeft, de
toekomst heeft. Ik vind echter wel
dat we op langere termijn in staat
moeten zijn vernieuwing en ver
jonging aan te brengen. We hebben
ons nooit zo erg gericht op de tus
sengroep. En op de jongeren tot 23
jaar hebben ze ook niet zo'n grote
aantrekkingskracht. Toch hebben
we er de laatste jaren wel bewust
werk van gemaakt, dat die groep
niet over ons denkt als de omroep
voor hun ouders en grootouders..
Ons jongeren clubblad Paperclip
heeft inmiddels 20.000 abonnees.
De NCRV appelleert ook niet di
rect aan het idee: je bent jong en je
wilt wat. Nee, we doen liever een
beroep op mensen vanaf 30 jaar,
die wat ouder zijn geworden, voor
wie de reldekedel-jaren voorbij
zijn".
Uitzet
Overweegt de NCRV program
matische veranderingen aan te
brengen om zich verzekerd te we
ten van een constante aanvoer van
jongeren? Duyser: "De program
ma's zijn niet echt het probleem. In
populariteit, aandacht en waarde
ring scoort de NCRV op dat punt
hoog. Onze echte zorg om die waar
dering voor de NCRV ook om te
zetten in ledenaanwas. In de wer
ving van leden moeten we minder
dan we vroeger gewend waren ap
pelleren aan die vanzelfsprekend
heid. Je was in een christelijk gezin
geboren, je ging naar een christelij
ke school en je werd dus lid van
het CNV en de NCRV. Dat hoorde
als het ware bij de uitzet. Maar die
tijd is gewoon voorbij".
Hoewel de NCRV vorig jaar 750
leden heeft verloren, is Aart Duy-
Astrid Joosten
presenteert
songfestival
HILVERSUM (GPD) - VARA-om-
roepster en mede-presentatrice van
het programma Drie Vrouwen
Astrid Joosten, gaat op 25 maart
het nationale songfestival presente
ren. Dat gebeurt in een rechtstreek
se televisieuitzending van ander
half uur vanuit het conservatorium
in Den Haag. Willem van Beuse-
kom, directeur-radio van de VARA
verzorgt het commentaar tijdens
het internationale songfestival
vanuit Brussel.
De zangeres Marcha Groeneveld
(ex-Babe) die Nederland in Brussel
op 9 mei zal vertegenwoordigen
brengt op 25 maart zes liedjes ten
gehore. AVRO-producer John
Schelfhout maakt het programma
in opdracht van de NOS.
Een door het Hilversumse bureau
Intomart uitgezochte representa
tieve publieksjury bestaande uit
zestig mensen uit de twaalf provin
cies zullen de liedjes 'Verliefd'.
Rechtop in de wind'Big Ben', de liedjes bekendmaken.
'Morgen', 'Buiten Jou' en 'Het leven Hilversum beslist door e
is een cadeau'jureren. Bekende Ne- commissie die doende
derlanders uit de diverse provin- voorbereidingen van het
cies zullen de provinciescores voor val.
Dansgroep Reflex met 'Nessuno o
Tutti' (Hans Tuerlings/Bert Kleijn,
Jan Kuiper) en 'People die of laugh
ter' (Nir Ben-GaL/Merdith Monk). Ge
zien op 30 januari in het LAK. Al
daar ook vanavond.
LEIDEN - Jaren is het in het
noorden tobben geweest met de
dans. Groningen, Friesland en
Drente wilden samen met wvc
wel geld steken in een dans
groep, maar zowel in artistiek als
in organisatorisch opzicht rom
melde het. Met de komst van Yo-
ka van Brummelen als directrice
is er weer hoop voor het noorde
lijke dansgezelschap Reflex. Het
eerste programma onder haar lei
ding getuigt daarvan.
Vooral 'Nessuno o Tutti' van
de Nederlandse choreograaf
Hans Tuerlings is een mooie op
steker voor de groep. Tuerlings
is altijd een maker van sfeerstuk
ken geweest, en dat geldt wel
heel sterk voor dit werk. Hij
heeft zich vaker bezig gehouden
met de grenzen tussen gekte en
normaliteit, maar niet eerder met
een zo fascinerend resultaat. Het
decor, een vijftig jaar oude ach
terwand uit de Groninger Stads
schouwburg, plaatst de zes dan
sers in een stoffige, door de tijd
vergeten omgeving. Ze lijken
niet te beseffen wat ze doen en
volledig in zichzelf te zijn ge
keerd. Dat gevoel van buiten de
tijd geplaatst zijn wordt door de
subtiele muziek van Kleijn en
Kuiper nog versterkt.
Éen van de dansers, Patricia
Tuerlings, is telkens degene die
de lont bij het kruitvat legt. Zij
springt de anderen op de nek,
slingert ze rond, daagt ze met
veel kracht en elasticiteit uit tot
een reactie. Vooral onder haar
impulsen zoeken de anderen lij
felijk contact met elkaar. Ze
steunen elkaar en vangen elkaar
op, halen elkaar ook letterlijk on
deruit. Het zijn steeds primaire
uitingen, die Tuerlings knap aan
elkaar heeft geregen. Er komt
heel wat acrobatiek bij te pas,
toch blijft de sfeer steeds be
dachtzaam en teder. Het stuk
duurt nu 45 minuten, maar had
best nog wat langer mogen du-
Het tweede stuk, 'People die of
Laughter' van de Israëliër Nir
Ben-Gal, viel op het choreogra
fen-concours van Keulen in de
prijzen. Toch is het geen opval
lend sterke dans. Veel van de be
wegingen ervan keren in een
veel inventievere context bij
Tuerlings terug. Ook hier gaat
het om steun zoeken en troosten,
met de dood als dreigend perpec-
tief. Maar de daarvoor vereiste
intensiteit werd eigenlijk alleen
in de solo van Maijolein Elsink
bereikt.
Dit eerste programma laat met
een zien dat Reflex tegenwoor
dig door zes sterke dansers
wordt verdedigd, die in staat zijn
de nuances van een choreografie
tot uitdrukking te brengen. Al
zijn ze nog niet allen in staat tot
de inleving die een stuk als dat
van Tuerlings vereist.
ARIEJAN KORTEWEG
Het Rotterdams Philharmonisch Or
kest o.l.v. James Conlon speelde in
de Meesterserie werken van Debus
sy, Liszt en R. Strauss. Soliste:
Rhondda Gillespie. Gehoord op 30
januari in de Stadsgehoorzaal.
LEIDEN - Soms blijkt een onbe
kend muziekstuk dé verrassing
van de avond te zijn. Gister
avond was dat, wat mij betreft,
"Der Bürger als Edelman" van
Richard Strauss. Een suite van
losse muziekdelen, bedoeld als
toneelmuziek bij een bewerking
van Molière's "Le bourgeois gen-
tilhomme" door Hugo von Hof-
mansthal.
Een nouveau-riche (mijnheer
Jourdain) wil zich in deze kome
die de levensstijl van een edel
man aanmeten, welke pogingen
stuk voor stuk potsierlijke verto
ningen opleveren. Het protserige
karakter van de opgeblazen rijke
mijnheer, de lachwekkende re
sultaten van zijn dans- en
schermlessen, het flikflooien van
de kleermaker, zijn evenzovele
aspecten die Strauss met veel or-
chestrale kleur, muzikale fanta
sie en met humor heeft verbeeld.
Voor dit werk was het Rotter
dams Philharmonisch tot kamer
orkest gereduceerd, maar wat
een plezier en een vuur ging er
van dit ensemble uit. Met veel
gloed werden dankbare solopar
tijen gespeeld zoals de fluitsolo
in het eerste menuet, de trompet
als schermmeester en de viool
als dansende kleermaker. De fi
guur van Conlon. die zonder par
tituur dirigeerde, was het hart
van de muziek, zijn dansende en
zwaaiende gebaren waren essen
tieel bij het uitbeelden en over
brengen van de muzikale in
houd.
Het stuk voor de pauze neemt
in de programmering een be
langrijke plaats in; na de aanpas-'
singsschermutselingen zijn zo
wel orkest als publiek genoeg
opgewarmd om een solist alle
aandacht te geven. Rhondda Gil
lespie zal de soliste zijn in de
Hongaarse fantasie voor piano
en orkest van Liszt.
Al bij opkomst leek de soliste
bij haar eerste inzet -
erger had het niet kunnen zijn -
raakte ze er uit. Ze pikt de draad
weer op, maar het kwaad is ge
schied. Concentratieproblemen
in de orkestgelederen leiden tot
ongelijke inzetten en rommelig
heden. De kwaliteiten van de so
liste hebben we slechts gedeelte
lijk kunnen bewonderen. Niet
haar techniek (in dit toch razend
moeilijke stuk) maar wel haar
muzikale inlevingsvermogen
hadden onder het gebeurde gele
den. Tenslotte blijft dan nog de
vraag of dit oude paradepaardje
van Liszt niet eens vervangen
kan worden door een werk van
evengrote allure maar met wat
meer muzikale inhoud.
Waarom niet Iberia van Debus
sy op de solistenplaats in plaats
van eerste in de rij? Een schitte
rend werk vol stemmingen en
boeiende orchestraties. Na de
consternatie van Liszt en de
voortvarendheid van Straus wa
ren de Spaanse indrukken aan
het eind van de avond al op de
achtergrond geraakt.
MONICA SCHIKS
ser is ervan overtuigd dat de
NCRV in staat is een stabiele A-
omroep te blijven. "Ik zie zelfs nog
wel groeimogelijkheden, mits we
echt duidelijk zijn in onze keuzes.
We streven zeker niet naar één mil
joen leden, want dat zou voor ons
betekenen dat we, hoe dan ook,
een stukje identiteit prijsgeven en
dat is het zeker niet waard".
Het is algemeen bekend dat de
NCRV niet staat te trappelen van
ongeduld om met commerciële te
levisie te beginnen. De NCRV gaat
er immers van uit dat het huidige
omroepbestel goed is. „Mijn eerste
prioriteit is de aard van het bestel
te behouden, maar de realiteit ge
biedt te zeggen dat de minister een
opening heeft gegeven in de rich
ting van commerciële omroep. Als
in de toekomst zou blijken dat de
financiering van de overheid on
voldoende concurrerend is tegen
over de commerciële omroep, dan
vind ik het rechtvaardig dat ook
KRO, NCRV en VARA gaan na
denken over het alternatief. Maar
op dit moment twijfel ik niet aan
de continuiteit van de geldstroom.
Een nadeel als je praat over com
merciële exploitatie is dat we de
programmering nooit naar de re
clame zullen laten hangen, zegt
Aart Duyser.
Duyser erkent dat zijn omroep
bij de buitenwacht een degelijk,
keurig maar ook een beetje truttig
imago oproept. "Maar ik heb niet
de neiging me daarvoor te scha
men. Ik ben liever truttig dan op
pervlakkig". In het verlengde hier
van ligt dat de NCRV heeft beslo
ten de populaire politieserie Hill
Street Blues niet op de vaste zon
dagavond uit te zenden, maar op
de wisselavond. Is dat niet wat kin
derachtig? "Nee, de NCRV bestaat
nu eenmaal uit een uiteenlopend
gezelschap. Sommige van onze le
den kijken pertinent niet op zon
dag. De meningen liggen verschil
lend. Ik zeg wel eens tegen de ou
deren: jullie moeten maar een
dutje gaan doen als de Jan Riet
man daar staat te schreeuwen.
Maar die hoort er ook bij. Je moet
er van de andere kant ook respect
voor kunnen opbrengen dat som
migen ontzettend veel moeite heb
ben met een politieserie op zondag.
Bang voor bedankjes? Ja, de eer
lijkheid gebied me te zeggen dat
dat ook het geval is".
Is dat ook de reden om de actua
liteitenrubriek Hier en Nu-tv op te
nemen? "Ja, want als het niet strikt
nodig is. werken we op zondag niet
bij de NCRV. Hier en Nu zendt nu
goed uitgediepte mini-documen
taires uit. Dat is uiteraard minder
actueel dan het in beeld brengen
van wat er vandaag gebeurd is.
Maar dat is niet zo erg. want daar
aan doet het Journaal weer veel"
"Wij hebben nu eenmaal volgens
de verdeling de zondag gekregen.
Die zendtijd zullen we vullen. Dat
doen we heel secuur. Maar werken
op zondag geeft problemen. We
doen bijvoorbeeld ook niet aan le
denwerving op zondag. Je schopt
een heleboel mensen tegen de
schenen als ik hier zondagavond
een batterij telefonistes moet neer
zetten om nieuwe leden te noteren.
spotjes, die binnenkort
op het tv-scherm verschijnen lui
den dan ook: Schrijf nu, bel mor
gen".
De babysitrevue. Tekst: Haye van
der Heyden e.a. Muziek: Henny
Vrienten. Keyboards: Willem Ennes.
Gezien op 30 januari in de Leidse
schouwburg. Aldaar vanavond nog
LEIDEN - Van de drie traditio
nele genres 'musical', 'cabaret'
en 'revue' is de laatste nog het
meest toepasselijk: vandaar te
recht de titel Babysitrevue. Maar
bovenal is het een mengelmoes -
de voorstelling wil duidelijk niet
in één hokje passen. De Babysi
trevue onderneemt een speur
tocht naar een eigen vorm van
entertainment, die nét niet hele
maal naar volle tevredenheid
wordt gevonden. Deze speur
tocht levert in elk geval een aan
trekkelijke voorstelling op. Al
laat het idee je niet los, dat gezien
het talent van zowel regisseur
van der Heyden als spelers de
Babysitrevue potentieel nog
meer in zich had.
Waaraan dat zou kunnen lig
gen. valt niet zo een, twee, drie te
ontdekken. Het uitgangspunt is
nog alledaags, een echtpaar be
stelt een babysit. Als gevolg van
een misverstand komen er maar
liefst vier babysitters opdagen,
die door dochtertjelief wordt ge
tiranniseerd. Dit gegeven is met
bizarre fantasie uitgewerkt en
gevat in een futuristisch kader.
Van daaruit wordt nogal wat
overhoop gehaald. Vanuit een
nabije toekomst krijgen we een
kritisch hedendaags tijdsbeeld
en door de spelletjes met het
dochtertje problemen als jaloe
zie, sexuele frustraties, claustro
fobische angst, eenzaamheid en
perversiteit van de media (de
'stervensuitslagshow') voorge
schoteld. Door de grilligheid van
het perspectief echter lijkt het,
alsof nog niet alles zijn juiste
plaats heeft gevonden.
Een paar verrassende vond
sten, de lekker in het gehoor ha
gende muziek, het showelement
en het aanstekelijke spel van de
acteurs maken gelukkig heel
veel goed. Allen spelen een dub
belrol. Johnny Kraaykamp jr. is
beter dan ooit en zet een pracht
van een neuroot neer. Sylvia Mil-
lecam stort zich vol overgave op
de kleine Jookje en maakt van
haar een kreng van een meid en
een Lolita vol ontluikende se-
xualiteit. Van Jan Mesdag en
Maeve van der Steen vallen voor
al de zangkwaliteiten op. Caro-
lien Somerwil tenslotte heeft een
"komische uitstraling, die doet
denken aan vroegere creaties
van Elsje de Wijn. Willem Ennes
bespeelt een batterij synthesi
zers. Soms verschijnt hij in beeld
en kijkt als een godheid welwil
lend op het spektakel neer, een
geestige vondst, die past bij deze
eigenzinnige revue.
WIJNAND ZEILSTRA
KLASSIEK
bijdrage: Paul Korenhof
Chailly Labèque
Meevaller van
piano-zusjes
Gershwin: Rhapsody in Blue
(versie voor twee piano's). Lul
laby, An American in Paris, Cu
ban Overture. Katia en Marielle
Labèque (piano), Cleveland Or
chestra o.l.v. Riccardo Chailly.
Decca 417 326-1 (lp), 417 326-2
(cd).
Als 'Meevaller van de maand'
presenteert Phonogram ditmaal
een uitgave, die bij mij aangena
me herinneringen wakker roept
aan een van de eerste concerten
van Riccardo Chailly in Neder
land. Ook toen begeleidde hij de
zusjes Labèque in hun versie van
de 'Rhapsody in Blue' voor twee
piano's en het was verfrissend te
horen hoe het pianistisch vuur
werk van de beide solistes bij die
gelegenheid werd beantwoord
met verbazingwekkend veer
krachtig spel van het Concertge
bouworkest.
Dat de combinatie met een
Amerikaans ensemble als het
Cleveland Orchestra een op zijn
minst vergelijkbaar resultaat zou
opleveren, leek bij voorbaat al
zeker, maar vanaf die eerste, uit
duizenden herkenbare openings
frase wordt duidelijk dat deze
opname zo mogelijk nog uitbun
diger is.
Ook zonder de (bijna te) virtuo
ze piano-zusjes weet Chailly ech
ter een sfeervol Gershwin-gebeu-
ren op touw te zetten, ongeacht
of het daarbij gaat om het beken
de 'Lullaby' (hier in de versie
voor strijkorkest), de Broadway-
achtige klanken van 'An Ameri
can in Paris' of het Middenameri-
kaanse karakter van de 'Cuban
Overture'. Een heel aantrekkelij
ke meevaller van de maand, te
meer daar nu voor het eerst ook
de compact disc in prijs werd
verlaagd.
Eva Marton/José Carreras
Verliefd op de
'moordenaar'
Giordano: Fedora (complete ope
ra) met Eva Marton, Veronika
Kineses. José Carreras, Janos
Martin. József Gregor, Kolos Ko-
vacs e.a., Imre Rohman (piano),
koor en orkest van de Hongaarse
Radio en Televisie o.l.v. Giusep
pe Patane CBS 12M 42181 (2
lp's), M2K 42181 (2 cd's)
■Él
WH»
^8L
v" V
Katia en Ma rielle Labèquebijna te
neus op te halen voor de opera's
van Giordano, maar de echte
operaliefhebber weet wel beter.
Op de dramatische structuur van
"Andrea Chénier" mag dan het
een en ander aan te merken zijn.
maar het werk zit boordevol
schitterende momenten, en met
een persoonlijkheid in de titelrol
werkt zelfs de zwakke derde akte
van "Fedora" meeslepend en
ontroerend.
Deze laatste opera begint met
een moordaanslag in het tsaristi
sche Rusland. Prinses Fedora,
verloofde van de vermoorde,
zweert de brute daad te zullen
wreken, maar komt tot andere
gedachten, als haar de ware toe
dracht bekend wordt. Zij raakt
zelfs verliefd op de 'moordenaar'
en vlucht met hem naar Zwitser
land, maar pleegt zelfmoord als
bekend wordt, dat door haar toe
doen de tsaristische politie on
heil heeft gezaaid in de familie
van haar geliefde. Van dik hout
worden er soms hele dikke plan
ken gezaagd. Toch neemt dat
niet weg dat de eerste akte een
juweel van een sfeertekening is
en dat bij een goede bezetting
van de beide hoofdrollen de
emoties aan het slot van de twee
de akte tot het kookpunt kunnen
oplopen.
In de tenorpartij (met de be
roemde aria "Amor ti vieta")
gooit de Spaanse tenor José Car
reras na een beheerst begin alle
remmen los en dat mist hier zijn
doel niet. De Hongaarse Eva
Marton lijkt daarnaast soms wat
onderkoeld, maar weet daardoor
aan de titelrol ook een subtiliteit
en een allure mee te geven, die
niet altijd met een veristische
opera in verband worden ge
bracht. Alle overige rollen wor
den eveneens gezongen door
Hongaarse solisten, maar de
hand van dirigent Giuseppe Pa
tané maken, dat het eindresul
taat redelijk Italiaans klinkt
Kremer Argerich
Wel degelijk een
levensgenieter
Schumann: Sonate voor viool
en piano nr. 1 in a op. 105 en nr. 2
in d op. 121. Gidon Kteiner
(viool), Martha Argerich (pia
no). DG 419 235-1 (lp). 419 235-2
(cd).
Wie meent dat muzikaal vuur
werk niet kan of mag samengaan
met de sonates voor viool en pia
no van Robert Schumann, moet
deze plaat eens beluisteren.
Schumann als de melancholicus
met de smachtende blik wordt
hier onmiskenbaar naar het
tweede plan verwezen door een
man die wel degelijk van het le
ven kon genieten, zeker als het-
musiceren van zijn vrouw Clara
daarvan een wezenlijk bestand
deel uitmaakte.
De levenslust en de vitaliteit
die van deze opnamen uitgaan,
moeten echter ook worden toe
geschreven aan een exceptionele
uitvoering die ook in het geheel
geen rekening wenst te houden
met traditionele, soms wel een
heel erg geromantiseerde kijk op
de componist. Een enkele maal
lijken Argerich en Kremer de
motor wat erg hoog op te voeren,
maar zij doen dat met een enor
me overtuigingskracht en op ba
sis van een techniek en een frase
ringskunst, waarin pianiste en
violist geen moment voor elkaar
onderdoen.
Extra lof verdient de heldere
opname, die het bij de smettelo
ze weergave via de compact disc
doet voorkomen, alsof beide mu
sici zich in de huiskamer bevin
den.
Perahia Haitink
Intens genot
in musiceren
Beethoven: Pianoconcert nr. 1
in C op. 15 en nr. 2 in Bes op. 19.
Murray Perahia (piano), Het
Concertgebouworkest o.l.v.
Bernard Haitink. CBS IM 42177.
Enige tijd geleden verscheen een
plaat met het derde en vierde
pianoconcert, die mij tot de con
clusie bracht dat daarbij sprake
was van een bijzonder gelukkig
samentreffen. De klankkleur van
het Amsterdamse orkest en de
ietwat introverte begeleidingen
van Haitink bleken op wonder
baarlijke wijze samen te gaan
met benadering van Perahia,
wiens fabelachtige virtuositeit
nooit ontaardt in al te grote uit
bundigheid of louter technisch
vertoon.
Wie kort daarop diezelfde com
binatie in het Concertgebouw
meemaakte, kan daaraan een
herinnering overhouden van een
intens genot in het musiceren
zelf en die in diezelfde periode
gemaakte opnamen van het eer
ste en tweede pianoconcert
weerspiegelen dat in zo mogelijk
nog sterkere mate dan de vorige
plaat.
Vooral het in een majestueus
C-groot geschreven eerste piano
concert krijgt hier een vertolking
die een vergelijking niet hoeft te
duchten. (Dicht erbij komt overi
gens een oude opname van het
zelfde orkest onder Van Beinum
met Robert Casadesus als een so
list die op een al even bescheiden
wijze een superieure muzikaliteit
uitstraalde).
Opmerklijk is bovendien de
onlangs ontdekte cadens, die
hier in een door Willem Drees-
mann en Perahia uitvoerbaar ge
maakte versie voor het eerst op
de plaat werd vastgelegd. Een
bijkomend element is de klank
van de opnamen, die op de vori
ge plaat op sommige momenten
onevenwichtig overkwam, maar
die hier volmaakt in harmonie is
met het niveau van de uitvoerin
gen. Een superieure uitgave!