Tk heb het gevoel opnieuw geboren te zijn' Jeroen Krabbé kan z'n doorbraak nog maar nauwelijks verwerken "Twintig jaar heb ik avond aan avond op het toneel gestaan. Nu is iedere dag opeens een ander avontuur". Het afgelopen jaar bracht Jeroen Krabbé een even snelle als onverwachte internationale doorbraak. Zelf is hij er nog steeds enigszins confuus van. "Je wordt echt geleefd en het is dan verdomd moeilijk om je zelf te blijven. Maar aan de andere kant vlieg ik liever van Boston naar Los Angeles dan 's avonds met de auto van Amsterdam naar Meppel te moeten". door Hein Kropman ZATERDAG 31 JANUAR11987 <np w mm m PAGINA 19 EXTRA M BIJLAGE VAN HET LEIDSCH/ALPHENS DAGBLAD "Wat je nodig hebt is één goede film. Een soort vehikel om de in ternationale filmwereld binnen te komen. Als die ingang er een maal is, weet je echt niet wat er allemaal met en om je heen ge beurt". Jeroen Krabbé vond dat 'vehikel' door zijn hoofdrol in Paul Verhoe- vens film 'De Vierde Man', een film die na een aardig succes hier te lande ook in de Verenigde Staten werd uit gebracht en daar enorm insloeg. Na meer dan een jaar draait The Fourth Man nog steeds in o.a. New York, san Francisco en Los Angeles. De film heeft in Amerika heel wat teweeg gebracht, wordt daar als een heel bijzondere film gezien. In het verlengde van het succes van De Vierde Man is ook de ster van Je roen Krabbé in een jaar tijd enorm gestegen. De Amsterdamse acteur werd gevraagd voor een grote rol in de nieuwste James Bond-film The Li ving Daylights, waarin hij de tegen stander speelt van de nieuwe 007, Ti mothy Dalton. Daarnaast is Krabbé binnenkort in de Nederlandse bio scopen te zien als de schurkachtige Losado in No Mercy. Tegenspelers in die film zijn niemand minder dan Ri chard Gere en Kim Basinger. De carrière van de nu 42-jarige Je roen Krabbé is kortom in een heuse stroomversnelling gekomen. Kort voor zijn vertrek naar Mexico, waar Krabbé een paar weken naast Kate Kapshaw (bekend uit Indiana Jones and the Temple of Doom) gaat werken aan de groots opgezette tv-film 'One for the Dancer',, spraken we met de nu overal in het buitenland bekende Nederlandse filmster over VIP-be- handelingen, reizen, filmen en de waanzin van dat alles. Jeroen Krabbé, ontspannen en veel pratend in een luxe suite van een groot Amsterdams hotel: "Wat me nu allemaal is overkomen, is eigenlijk heel moeilijk te verwerken. Na twin tig jaar voornamelijk toneelspelen op de Nederlandse planken word je op eens opgepikt in de VS. Ben je op eens een soort speelbal. Het is echt een aanslag op je persoonlijkheid. Na het internationale succes van De Vierde Man werd ik werkelijk over stroomd door aanbiedingen en ik heb gemerkt dat het heel zwaar is om op eens zoveel aandacht te krijgen". Eenmalig Naast zijn werk in de vaderlandse theaters speelde Jeroen Krabbé al eerder in een aantal (meest Neder landse) speelfilms en de tv-serie Wil lem van Oranje. Naast Glenda Jack son en Ben Kingsley zette Krabbé de eerste stappen op weg naar een inter nationale filmcarrière in de Britse speelfilm The Turtle Diary. Hoe ging het verder? Krabbé: "Ik had al contacten met regisseur Mi chael Cimino voor een hoofdrol in zijn nieuwe film The Sicilian. Ik was al aan het praten over de opnamen- schema's met producenten van Bond-films. Tien minuten na die lunch stond ik buiten. Met het con tract voor de rol van Bonds tegen stander, een KGB-agent, op zak. Ci mino hebben we maar weer afgebeld, zo'n grote rol in een Bond-film die wereldwijd wordt uitgebracht is een malig en wellicht komt er nog wel eens een kans om met Cimino te werken". Vanaf het moment dat Jeroen Krabbé de rol in de nieuwe Bond film kreeg, viel hij ook meteen in het met alle égards omgeven VIP-milieu. "Overal waar ik voor de opnamen moest zijn stond een limousine met chauffeur voor me klaar. Bakbeesten van auto's waar ik in m'n eentje in ook al omdat hij plannen had om te gaan filmen met Frans Weisz. Maar hij legt zich bij het verbod neer. Denkt over een jaar of twee zo'n naam te hebben opgebouwd dat hij zelf zijn loopbaan verder kan bepalen. Krabbé: "Twintig jaar heb ik avond aan avond op het toneel gestaan, nu is iedere dag opeens een ander avon tuur. Te weten dat beroemde regis seurs in mij zijn geïnteresseerd, dat doetje toch wel wat. Maar ik probeer vooral door zoveel mogelijk te schil deren zo 'gezond' mogelijk te leven. Het is ontzettend prettig je te kunnen concentreren op iets anders dan al leen maar film. Londen is in dat op zicht een feest, met alle schouwbur gen en theaters". "Ik durf te vertrouwen op mijn er varing en dat geeft me een stuk zeker heid. Bezig zijn met filmen op deze manier geeft me het gevoel opnieuw geboren te zijn. Het is een enorme be levenis en vaak dolle pret om na twin tig jaar keihard werken nu opeens in de watten te worden gelegd. Overal waar ik nu kom is dat aureool van de meester-acteur, een paspoort voor de meest vorstelijke behandeling". "Reizen is leuk, aankomen op vliegvelden is eng en het steeds kof fers uitpakken op anonieme hotelka mers is vreselijk. Maar daar staat toch ook heel wat tegenover. Uit elke pro- duktie die ik nu heb gedaan heb ik vrienden overgehouden. Whoopi Goldberg is een dierbare vriendin, via haar heb ik zanger Paul Simon weer leren kennen, zo trekt dat steeds in cirkels rond. In Nederland kende ik al iedereen, hier ben ik echt met een nieuw leven bezig". Vereerd Eén van die nieuwe dingen is de promotietoer voor The Living Day lightswaarvoor hij in één week alle grote steden van Noord-Amerika moet bezoeken. Vereerd met alle aan biedingen en alle toestanden rond zijn persoon is hij zeker. Aan de ande re kant blijft hij wat verwonderd aankijken tegen de vreemde toestan den in de internationale filmwereld. Krabbé: "Wat er verder met me gaat gebeuren? Geen idee! Zo'n rol in de Bond-film, da's er echt een met een gouden randje. Eigenlijk merkte ik pas dat het iets bijzonders was door de reacties van mijn kinderen en door de enorme belangstelling van de internationale pers die meteen over me heen rolde. Aanbiedingen te over, maar ik weet echt niet hoe mijn toe komst er nu gaat uitzien. Als het mor gen zou ophouden, ga ik weer het theater in. Weer naar Meppel in plaats van naar San Francisco of Mexico. Weer volop schilderen. Dat ik dit alle maal heb mogen meemaken, vind ik al iets heel bijzonders". Ik durf te vertrouwen op mijn ervaring en dat geeft me een stuk zekerheid". moest. Ongelooflijk, steeds werd ik als een vorst ontvangen en niets was goed genoeg. Reizen, alleen eerste klas. Speciale behandeling bij doua nes, gigantische persconferenties". "Je wordt echt geleefd en het is dan verdomd moeilijk jezelf te blijven. Je staat plotseling in een wereld waarin je op niets kunt terugvallen. Je hebt geen vast gebouw om tegenaan te leunen. Maar aan de andere kant vlieg ik liever van Boston naar Los Angeles dan 's avonds met de auto van Amsterdam naar Meppel te moe ten". Theateragenten beheersen nu voor een groot deel het leven van Krabbé. Hij heeft er drie, één in Londen en twee in de Verenigde Staten, in New York en in Los Angeles. Zij bepalen de lijnen waarlangs de carrière van Jeroen Krabbé de komende tijden zal gaan. "Wat je moet afleren, is denken in Nederlandse maatstaven. De agenten die ik heb en die ik volkomen ver trouw, weten veel beter dan ik wat goed is en wat past in mijn carrière. Ze schiften alle aanbiedingen die ik krijg en meer dan de helft verdwijnt al meteen in de prullenbak, daar heb ik geen weet van". Alle hoeken "Die mensen hebben zoveel erva ring en kennen echt iedereen in de filmwereld. Mijn agente in Los Ange les is mevrouw Rosenberg, ze kent echt alle hoeken en gaten van de bu siness. Rosenberg werkt ook voor mensen als Milos Forman, Nastassja Kinski en Jeremy Irons. Zeg maar de acteurs onder de filmmensen. Zij was het ook die me aanraadde een rolletje te nemen in de film Jumpin' Jack Flash, waarin Whoopi Goldberg de hoofdrol speelt". "Aanvankelijk zag ik dat niet zit ten. Ik dacht dat ik te duur was voor die film en mijn rol was niet echt groot. Maar mijn agente wist me te overtuigen het toch te doen. Whoopi Goldberg maakte die film vlak voor The Color Purple, waarvoor ze een Oscar-nominatie kreeg en waardoor ze in één klap wereldberoemd werd. Stomtoevallig zat ik in de film die aan haar naam was opgehangen. Dat zo'n planning werkt merkte ik meteen, want direct daarop werd ik naast Ri chard Gere gekozen voor No Mercy". In zowel No Mercy als in The Living Daylights speelt Jeroen Krabbé de schurkenrolweliswaar twee totaal verschillende karakters, maar is hij niet bang om alleen maar voor boe- venrollen te worden gevraagd? Krabbé: "De schurkenrol in No Mercy en die in The Living Daylights zijn totaal verschillend. In No Mercy ben ik een gevaarlijke en niets ont ziende killer, in de Bond-film een soort komische gek. Geen echte har de schurk en die rol heb ik ook losser neergezet dan aanvankelijk in het script stond. No Mercy ging me mak kelijk af. In (Je Bond-film was het veel moeilijker, daar moest een lichte touch van ironie bij komen". "Maar nu is het uit met de schur kenrollen, ik ga nu een heel andere richting op, de romantische. Ik wil me vreselijk graag concentreren op echte krakterrollen en de tv-film die ik nu in Mexico ga opnemen is de eer ste stap op die nieuwe koers. Ik speel daarin de rol van de rechterhand van de Cubaanse dictator Fidel Castro. Er wordt een complot tegen ons ge smeed en dat loopt via de vrouw waarop ik in het verhaal verliefd ben geworden. Die rol biedt al een heel scala van andere mogelijkheden". Ha, meneer Bond Zo'n VIP-behandeling, uitzicht op een glanzende carrière, aanbiedin gen die hem overspoelen. Het is prach tig, maar natuurlijk zitten er ook schaduwkanten aan zo'n bestaan. Krabbé: "Ik kan echt geen hotelka mer meer zien, daar word ik compleet gek van. Wekenlang van hot naar haar gesleept worden, vliegtuig uit, hotel in. Hotel uit, vliegtuig in. Heel eenzaam voel je je dan. Je mist je ge zin, je vrouw, je kinderen. Geen kans om iets voor jezelf op te zetten in die tijd. Ik denk dat ik het afgelopen jaar wel drie keer de wereld ben rondge vlogen. Alleen al tijdens de opnamen van The Living Daylights ben ik 25 keer van Londen naar Schiphol en weer terug gevlogen. Bij de douane kende iedereen me, werd ik verwel komd met: ha meneer Bond. Na het einde van die opnamen kwam ik op een dinsdag thuis. Meteen werd ik weer gebeld. Of ik op maandagmor gen om elf uur in Los Angeles wilde zijn voor een één uur durende bespre king". Voor de Bond-film werkte Jeroen Krabbé onder meer in Londen, Wenen en Noord-Afrika. Voor zijn Ameri kaanse filmwerk werd hij ook over het hele continent gejaagd. Van Chi cago naar New Orleansvan Los An-- geles naar New York en weer terug. Krabbé: "Die filmwereld heeft niets met het normale leven van doen. Het is vaak dodelijk ver moeiend. Aan alle kanten staat men aan je te trekken, maar je wordt ook overal als een soort godheid gezien. Vooral in Amerika, daar zijn acteurs echt koningen. Alle filmspelers ter wereld zijn dan ook heel anders dan die in de VS. Buitenlanders vinden ze daar bijzonder en zeer interessant. Omdat ik als een onbeschreven blad dat wereldje ben binnengestapt, weet niemand eigenlijk dat ik alleen maar een doodgewone boerenlul ben. Je voelt je echt als de Koningin van She- ba en dat is toch ook wel prettig". "Leuk is het dan dat mensen als Ri chard Gere mij komen vragen hoe ze een rol moeten spelen en dan kan ik ze dat met mijn enorme toneelerva ring haarfijn uitleggen. De meeste Amerikaanse acteurs zetten zo'n rol op via een speciaal aangeleerde me thode. Concentreren op je rol en je wordt vanzelf dat personage. Alleen kost het meestal een lange voorberei dingstijd. Richard Gere was net zo humeurig als de scène aangaf. Ik heb geleerd om heel snel zo'n karakter of zo'n gemoedstoestand neer te zetten, het gevolg van mijn theaterervaring". Gevangenis De opnamen voor No Mercy liepen danig uit. De geplande draaitijd van zes weken moest worden verdubbeld en Jeroen Krabbé was gedwongen op de set te blijven, ook al moest er vaak een week worden gewacht op het ge schikte weertype. Krabbé: "Ik werd er gek van, had enorm last van heimwee. Belde drie keer per dag twintig minuten naar huis. Steeds werd er weer een week bij geplakt. Mijn agente zat natuurlijk juichend achter haar bureau de over time te berekenen, maar ik had het gevoel alsof ik in een gevangenis zat. Ik mocht niet weg, maar gelukkig werd iedereen dat gezeur van mij goed zat en kon ik meteen na de laat ste opname vertrekken". "Ze hebben speciaal voor mij een stuk van het decor op een oplegger gezet en dat naar de plek gereden waar ik toen aan het filmen was. Af- schminken heb ik in het vliegtuig naar huis gedaan. Zo heb ik ook twee weken in een stad als Chicago moe ten wachten om één dag te kunnen opnemen. Dat is echt vreselijk, ik kende niemand en wat moet je doen in die tijd" "Aan de andere kant is reizen - ik ken nu echt alle stewards en stewar dessen van de KLM - ook best aange naam. Je ziet veel. Ik bezoek zoveel mogelijk musea en met die privé- chauffeur maak ik tochtjes als ik even gemist kan worden. Daarnaast heb ik vaak de tijd om te schilderen. Dat zijn van die momenten waarop filmen duidelijk op de tweede plaats komt. Als het enigszins mogelijk is neem ik ook mijn vrouw of mijn ge zin mee. Ëij de Bond-film was dat makkelijk. De hele familie is toen op de set geweest en mijn vrouw gaat ook mee naar Mexico. Maar toch, zo moeten werken slaat wel je gezin uit een". Ander avontuur In een Nederlandse film zullen we Jeroen Krabbé (voorlopig?) wel niet meer zien. Dat past niet in het sche ma, zoals zijn agenten dat hebben op gesteld. Jeroen Krabbé betreurt dat. Krabbé in gezelschap van prins Charles en prinses Diana, die haar echtgenoot als stuntman gebruikt door een 'fopfles' op zijn hoofd kapot te slaan, tafereeltje tijdens een bezoek van het prinselijk paar aan de opnamen van de nieuwe Bond-film 'The Living Daylights'. <r0to ap>

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 19