'Daarom heb ik van Kasparov verloren' ZATERDAG 17 JANUARI 1987 PAGINA 21 - Om maar meteen met de deur in huis te vallen: in welk opzicht verschillen Kortsjnoi en Kasparov als tegenstan ders? Karpov: "Een moeilijke vraag, want ik speelde in verschillende perioden tegen ze, waarin ik zelf ook ben veranderd. Ik had de indruk dat Kortsjnoi meer bete kenis aan het schaakspel zelf hechtte. Zijn openingsrepertoire was minder diep uitgewerkt dan dat van Kasparov. In principe zijn het heel verschillende schakers. Kasparov is heel vertrouwd met het initiatief en vindt het vervelend als hij zich moet verdedigen". "Kortsjnoi daarentegen was nooit erg op zijn gemak als hij het initiatief kon nemen. Hij had meer plezier in het ver dedigen van een ingewikkelde stelling. Hij hield er vooral van om via het slaan of ruilen van stukken materiaal te win nen, waarbij hij het initiatief aan de te genstander overdroeg om die stukken weer terug te winnen. Dat deed hij meestal met zwart. Als hij met wit speel de, probeerde hij terrein te veroveren, waarbij hij terrein verkoos boven posi tie". door Nico Scheepmaker en Rina Rijkenberg "Ik vind het moeilijk om over hun psy che te praten. Bovendien koester ik nog een paar geheimen, want ik ben nog van plan tegen Kasparov om de wereldtitel te spelen. Zowel Kortsjnoi als Kasparov probeert zijn tegenstander zijn wil op te leggen. Zij tonen zich altijd heel zelfver zekerd. Er zijn mensen die daarvan on der de indruk raken, anderen blijven er nuchter tegenover staan. Ik behoor tot de tweede categorie". - Als je heel goed bevriend bent met een speler, is het dan moeilijk tegen hem te spelen, of blijft het - als vrienden onder elkaar - toch leuk om van hem te win- "Het is beter niet te letten op degene tegen wie je speelt. Soms lukt het je je zo volledig in een partij te verdiepen datje vergeet wie er tegenover je zit. Wij zeg gen dan dat je niet tegen een mens speelt, maar tegen schaakstukken. Dat is een ideale situatie, die treedt niet vaak op". - Bent u bijgelovig? Hecht u aan be paalde handelingen? Uw collega Bel- javski heeft gezegd dat bijgeloof pas een- rol bij hem gaat spelen als hij vermoeid raakt. "Ik heb in dat opzicht niets bijzonders, maar ieder mens die zich in een bepaal de periode sterk moet concentreren pro beert zich qua emoties en gevoelens te omringen met een positieve sfeer. Ik houd er in elk geval geen bepaalde han delingen op na die ik steeds herhaal. Maar als ik gisteren iets plezierig vond, zal ik dat vandaag proberen te herha len". - Gaat u zich, nu u van Kasparov ver loren hebt, anders op de volgende twee kamp met hem voorbereiden? "Ik vind dat er maar één oorzaak is waardoor ik verloren heb. Sinds twee jaar lijd ik aan een ziekte die je veel aan treft onder schakers: tijdnood. Mis schien sloeg die ziekte bij mij heviger en onverwachter toe, omdat ik er vroeger nooit last van had. Ik begon vaker in tijdnood te raken, en daarom heb ik van Kasparov verloren. Dat is, in mijn huidi ge spel, mijn meest in het oog lopende tekortkoming. En omdat die zo makke lijk vast te stellen is, kan ik hem volgens mij ook wegwerken". "Nee, er zijn ergere dingen, maar tijd nood is zeer zeker erg onplezierig. Ik had geen enkele ervaring op dit gebied en hoop van harte dat het geen ouderdoms- verschijnsel is" - Het baarde onlangs nogal wat op zien dat u kennelijk weer 'normaal' om gaat met Viktor Kortsjnoi bent, terwijl u vroeger zo'n slechte relatie met hem had. Men heeft u zelfs samen zien bridgen. Wie heeft daartoe het initiatief genomen? En heeft het er misschien mee te maken dat u nu beiden een stapje terug hebt moeten doen, waardoor u wijzer en minder fa natiek bent geworden? Tien jaar lang, vanaf 1975, was Anatoli Karpov wereldkampioen schaken. In die tien jaar heeft hij in toernooien meer eerste plaatsen behaald dan enige schaker voor hem. De eerste keer dat de Nederlandse schaakwereld met hem kennismaakte, was tijdens een toernooi in Groningen, waar hij officieus Europees jeugdkampioen werd. Onlangs was hij op uitnodiging van de organisatoren van het Internationaal Gasunie Toernooi opnieuw in Groningen. Nu als gast. Karpov kwam een dag naar Amsterdam, waar zijn oude kennis Rina Rijkenberg-Sjapiro werd bezocht. Hij liet zich enkele uren lang door haar en Nico Scheepmaker interviewen en speelde een partijtje schaak tegen Max Rijkenberg (5). Anatoli (35) won. Karpov in Amsterdam.: "Als je van schaken begint te dromen, moetje er een tijdje mee stoppen". "Ja, misschien, maar bij bridgen is één ding heel prettig: je hoeft niet te conver seren. Bij het schaken zijn we nog alle bei net zo fanatiek als vroeger. Overi gens hebben we elkaar al enkele jaren geleden de hand geschud. En bij het bridgen tijdens het laatste Interpolis Toernooi ontbrak wel eens een vierde man, en dan was het hij of ik. We hebben ook samen onze schaakpartijen geanaly seerd, wat tijdens toernooien trouwens tot de normale schaaketiquette be hoort". "Tijdens een tweekamp analyseer je nooit samen partijen, bovendien pro beer je dan eikaars gezelschap zoveel mogelijk te vermijden om irritaties te voorkomen. Kortsjnoi en ik zijn gewoon teruggekeerd naar de normale verhou dingen die tussen twee schaakspelers dienen te bestaan. Dat betekent niet dat we ook vrienden zijn geworden". "Eigenlijk spelen we allebei even slecht, maar Kortsjnoi toch nog een beetje slechter dan ik, gezien de resulta ten van onze laatste bridgepartijen". Remises - De KRO-tweekamp tussen Jan Tim man en Artur Joesoepov leverde zes re mises op. Dat spreekt niet erg tot de ver- "Bij sommige toernooien zijn bij gelij ke stand na afloop wel eens snelschaak partijtjes georganiseerd om toch tot een winnaar te komen. Maar niet iedereen die wint bij snelschaak is ook de betere schaker. Als spelers even sterk zijn, is remise toch een logische uitkomst? De remise heeft net zoveel bestaansrecht als de partij met een winnaar en een verlie zer. De zes remises tussen Timman en Joesoepov geven aan dat in deze twee kamp de krachten van de beide spelers steeds ongeveer gelijk waren". - Wat denkt u van de huidige politieke ontwikkelingen in de Sowjet-Unie nu bijvoorbeeld Sacharov terug is uit bal lingschap? "Ik praat liever niet over politiek om dat ik mij er niet goed in thuis voel. Bo vendien heb ik de laatste twee jaar bijna uitsluitend geschaakt, dan staatje hoofd niet naar andere dingen. Maar psycholo gisch gezien is de toestand in de Sowjet- Unie nu niet slecht. De bevolking is en thousiast over de aanpak van een aantal problemen, en is ook beter gaan werken". - Bent u, als u thuis komt van een match, in staat het schaken van u af te schudden? "Dat is moeilijk. Als ik de laatste twee kamp van Kasparov had gewonnen, was ik waarschijnlijk niet naar Tijburg geko men om in het Interpolis-toernooi te spelen. Maar na dit verlies had ik de be hoefte om dat onprettige gevoel zo snel mogelijk weg te werken in een ander schaakevenement. Eigenlijk voelde ik mij niet fit genoeg om te spelen, maar ik ben toch tevreden met het resultaat. Het heeft mij, ook psychologisch gezien, ge holpen om sneller afstand te nemen van de WK-match, dan wanneer ik mij in mijn huis had teruggetrokken". t - Droomt u vaak van schaken? "Nee. Als je ervan begint te dromen, is dat een teken dat je het schaken een tijd je moet vergeten. Het gebeurt me alleen als ik oververmoeid ben". - Graham Greene droomt vaak com plete verhalen, die hij meteen na het wakker worden navertelt in een dicta- foon die naast zijn bed staat. Sommige van zijn verhalen komen rechtstreeks uit zo'n droom voort. Gebeurt het nooit dat u in een droom opeens de oplossing ziet van een schaakprobleem? "Ik heb nooit echt een oplossing in een droom' gevonden. Maar in bijzonder belangrijke perioden blijft het onderbe wustzijn zelfs in de slaap doorwerken. Het is mij twee keer overkomem dat ik in een sluimerende toestand een oplos sing voor een probleem vond. De eerste keer gebeurde dat tijdens een Interzone toernooi in 1973. waarin ik tegen Tal speelde. De partij was afgebroken en moest de volgende dag worden uitge speeld. Voordat ik ging slapen overtuig de mijn trainer Furman mij ervan dat ik er goed voor stond. Ik kon met in slaap komen en begon de partij in mijn ge dachten te analyseren. Zo lag ik drie tot vier uur in het donker te piekeren. Ik ontdekte dat ik slechter stond dan we gedacht hadden, maar vond tenslotte de juiste verdediging. Maar ik ben daarna rustig in slaap gevallen, heb het niet meteen opgeschreven. De volgende och tend kwam Furman naar mij toe. Ik liet hem het probleem zien, en het duurde, al analyserend, toen nog vier uur voordat ik mij tenslotte de oplossing herinnerde die ik voor het slapen had gevonden". "De tweede keer dat mij iets dergelijks overkwam was in 1978 tijdens mijn tweekamp met Kortsjnoi op de Filippij nen. Ik had toen bijzonder veel moeite met de oplossing van een openingspro bleem. Dat hield mij al een paar dagen bezig. Op een vroege ochtend werd ik wakker en toen viel mij opeens de oplos sing in. Binnen tien minuten had ik die toen uitgewerkt". Vrouwen - Kasparov heeft gezegd dat mannen beter schaken dan vrouwen omdat hun hersens anders zijn ingericht. Zij hebben een sterkere drang zichzelf te bewijzen, een uitgesproken behoefte hun kracht te tonen en strijd te leveren. Wat denkt u daarvan? "Wat dat strijd leveren betreft, denk ik dat hij gelijk heeft. Daarnaast is er een traditionele oorzaak waarom er meer door mannen dan door vrouwen ge schaakt wordt. Vrouwen moeten hun huishouden runnen, houden zich meer bezig met de verzorging en de opvoe ding van de kinderen. Ze hebben daar door minder tijd om te schaken". - Maar heel veel vrouwen, althans in onze contreien, hebben toch veel meer vrije tijd dan mannen? Zij gaan over dag tennissen of winkelen. Waarom gaan ze in die tijd dan niet schaken? "Tja... Misschien omdat het schaak spel pas sinds kort enige populariteit ge niet onder vrouwen. Eigenlijk is er pas sinds de jaren vijftig sprake van vrou wenschaak. Misschien is het historisch gezien inderdaad zo, dat meer mannen dan vrouwen de behoefte hebben zich zelf te bewijzen. Vrouwen zijn door gaans ook minder fanatiek in sport. Maar relatief gezien ontwikkelt het vrou wenschaak zich veel sneller dan het mannenschaak. De vrouwen hebben alle mogelijkheden de mannen in te halen". - Zou je kunnen zeggen dat de beste schaaksters van tegenwoordig even sterk zijn als de vooroorlogse schakers, zoals de beste zwemsters nu even hard kunnen zwemmen als de beste zwemmers van toen? "Het ligt bij schaken toch wat inge wikkelder, want enkele schakers, zoals Steinitz en Tsjigorin, bereikten heel lang geleden al een zeer hoog niveau. Ik denk dat de huidige topschaaksters nog niet op hetzelfde niveau staan als die twee. Maar ik acht het heel goed mogelijk dat huidige topschaaksters aan het eind van de vorige eeuw tot de topschakers had den behoord". nog met "Ja, over het algemeen word ik bijge staan door een trainer. In een enkel ge val studeer ik eerst zelf op de materie, en nodig pas daarna iemand uit om die ma terie met mij door te r - Kiest u uw trainer op kwaliteit of om persoonlijke redenen? "Mijn vertrouwen in de trainer en de eventuele secondanten zijn voor mij doorslaggevend. Ik heb alleen maar iets aan mensen die ik als geestverwanten kan beschouwen. Dat is ook de beste voorwaarde voor teamwork. Dat bete kent dus, dat je alleen maar mensen vraagt je te seconderen, met wie je be vriend bent". Ontspannen "Volgens mij niet. Ik zelf heb steeds veel geschaakt en me in het dagelijks le ven ook gewoon voortbewogen. Wel is het zo, dat veel mensen zich tegenover mij, als wereldkampioen, anders gingen gedragen. Er zijn nu eenmaal mensen die in het zonlicht van een wereldkam pioen willen staan. Toen ik vorig jaar mijn titel verloor en daardoor terugzakte naar de tweede plaats, werkte dat als een soort lakmoesproef op mijn omgeving. Ik heb daardoor meer inzicht in de men sen gekregen en meer levenswijsheid opgedaan. Sommige mensen ben ik meer gaan waarderen, van anderen ben ik gaan begrijpen dat zij niet meer dan toevallige passanten in mijn leven wa ren. Ik begrijp het leven nu dieper, kan nu beter vriendschappen waarderen, en ook harder optreden tegen meelopers in mijn omgeving". - Tijdens toernooien maakt u altijd een ontspannen indruk. Maar wat gaat er dan eigenlijk in u om? "Ik heb ook mijn emoties, maar ik heb geleerd ze te bedwingen. Als jongen van tien heb ik nog wel eens gehuild na een verloren wedstrijd. Maar om het topni veau te kunnen bereiken, moet je niet alleen leren je zenuwen en emoties te be heersen, maar ze zelfs te sturen". "Goeienavond schaakvrienden". Hans Böhm weet de aankondiging van zijn ra dio- en televisieprogramma's zoveel ge wicht mee te geven dat de luisteraar/kij ker de indruk krijgt iets van groot be lang voorgeschoteld te krijgen. En wat Böhm betreft is dat ook zo. Als een boodschapper verkondigt hij de leer van de 64 velden en zit nog boordevol plan nen. door Bert-Jan van Oei Hans Böhm, zelf internationaal mees ter ("Ik ben een paar keer dicht bij mijn tweede grootmeesterresultaat geweest, maar het mocht niet zo zijn"), komt de eer toe voor een definitieve doorbraak te hebben gezorgd. Euwe en Donner had den ook ooit een radio- of tv-program- ma, maar van continuïteit was geen sprake. Nu is Böhm vaste klant op de buis. Het begon met het nog steeds bestaande radioprogramma Man en Paard (weke lijks gemiddeld 400.000 luisteraars), werd vervolgd met de KRO-tweekam- pen en sloeg echt in tijdens de kandida- tenmatch Timman-Joesoepov, begin vo rig jaar in Tilburg. De persoon Böhm en diens formule spreken zo tot de de verbeelding dat de Amsterdammer de afgelopen tijd een aantal aanbiedingen kreeg uit omroep land om ook in andere dan schaakpro gramma's als centrale man te fungeren. "Maar die heb ik allemaal naast me neergelegd", aldus de 36-jarige Amster dammer. "Het schaken op televisie is nog zo'n onontgonnen terrein, dat ik daarin voorlopig nog genoeg kwijt kan. Ik vind het belangrijk dat er nu besten digheid is, dat schaken niet meer misstaat in Langs de Lijn en dat, als er een groot toernooi is in Nederland, de televisie daaraan aandacht besteedt. Dat werkt promotioneel". "Er is al het nodige bereikt, maar in de toekomst hoop ik dat het schaken een vaste plaats krijgt op de buis. Ik denk dan aan een vaste uitzending, die Studio Denksport zou kunnen heten en waarin minder flitsende, maar boeiende zaken als bridge, dammen, schaken en go een plek kunnen krijgen. Ik vermoed name lijk, dat schaken eigenlijk niet thuis hoort in de normale Studio Sport-uitzen- ding". De ideeën van Böhm worden door de schaakwereld gewaardeerd. Toch schuilt er volgens de presentator zelf een gevaar in de belangstelling van de tv. De invloed van dit medium mag niet zo groot worden dat het schaakspel zelf te veel moet worden aangepast. "Schaken is, al met al, een vrij cleane sport. De toernooisponsors verlangen bijvoor beeld niet dat de spelers met shirtrecla me achter het bord zitten. En dat moet zo blijven". "Het mag niet zo worden, om een voorbeeld te noemen, als bij het WK voetbal, waar een finale om 6 uur begint omdat dat het gunstigst is voor de men sen aan de andere kant van de wereld. Wel vind ik, dat de spelers iets commer ciëler zouden kunnen gaan denken. Wat makkelijker hun medewerking zouden kunnen geven aan de media, dus ook de televisie". Böhm heeft er geen spijt van dat hij het toernooi-circuit vrijwel geheel ach ter zich heeft gelaten en nu zoiets als het algemeen schaakbelang dient. "Ik heb een heel leuke tijd achter de rug, maar je moet met in het verleden blijven han gen. Ik ben blij met de kennis die ik de afgelopen jaren heb opgedaan. Die is be langrijk, want juist in de schaakjourna- listiek hoor je oog te hebben voor de vaak doorslaggevende finesses. Een voetbalverslag maken, dat kan bijna ie dereen. Dat kan ik ook. Maar hoeveel mensen kunnen een fatsoenlijk verhaal schrijven over een schaakpartij? Daar om zie je in sportrubrieken op televisie ook zo weinig schaken. Men heeft de kennis niet". Böhm wel. En hij wil op zijn beurt iets doen met zijn mogelijkheden. Ook op sociaal terrein. "Ik speel met de gedach te om, met hulp van een of ander minis terie, het schaken in de gevangenis in te voeren. Je kunt die mensen wel boeken laten lezen, maar dan staan ze een jaar later toch weer met dat breekijzer voor de deur. Een schaakcampagne in de ge vangenissen is zo slecht nog niet. Er gaat een positieve, opvoedkundige werking van uit". Ideeën genoeg dus, in het hoofd van Böhm. De vijfde KRO-match is nog maar net achter de rug en het Hoogo vens-toernooi is in volle gang, maar hij Hans Böhm: "Schaken op tv on ontgonnen terrein". (foto Kippa. laat zijn gedachten al gaan over de vol gende schaaktweekamp bij de katholie ke omroep. "Timman tegen Van der Wiel ligt voor de hand. Maar we zitten niet aan Timman vast. Als Van der Wiel dit jaar hoger op de wereldranglijst komt te staan, dan kan ik mo ook een tweekamp voorstellen zonder Jan Tim Anatoli Karpov met toen nog) in zijn schaduw Gari Kasparov.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21