'Het hoeft niet altijd een Jan Steen te zijn' Veel gezwets in 'Een Pompstation' Directeur Wurfbain over de aanwinsten van de Lakenhal Mooi afgewerkt kamermuziekspel 'We negeren Hermans' Concert R.O. DONDERDAG 15 JANUARI 1987 KUNST PAGINA 21 leiden - In 1986 stond er op de Aan het bezit dat het Leidse stedelijk museum 'De Laken- ?7ntm? 5 f£Treei*n de Periode 1982-1986 heeft verworven, is een ten- 50.670 gulden voor aankopen. Ruim ll.ooo gulden was bestemd toonstelling gewijd. In totaal zijn er ruim 60 voorwerpen voor kunstwerken gemaakt na opgesteld, waaronder schilderijen, tekeningen, beelden, 1950 en zo'n 39.000 gulden voor glas, zilver en een aantal bodemvondsten. Directeur Wurf- schilderijen, kunstnijverheid, bo- ^ain w;j hiermee njet alleen verantwoording afleggen voor demvondsten en historische voor- - 06 In werpen van voor 1950. Tot ïooo "et aankoopbeleid, maar hoopt ook bedrijven en particu- gulden beslist de directie van een lieren op deze manier te stimuleren om hun schatten ooit aankoop, tot een keer af te staan aan de Lakenhal. "Het hoeft niet altijd 10.000 gulden de wethouder cultuur, boven dat bedrag het col lege van B&W. een Jan Steen te zijn", zegt hij ter geruststelling. Wurfbain geeft maar al te graag toe dat er met heel weing geld kunst moet worden aangekocht. Ook door middel van schenkin gen kan de collectie van de Laken hal worden aangevuld en verbe- terd. Particulieren, verenigingen, ae at- bedrijven die sluiten of weggaan uit de stad, geven de Lakenhal 'cadeautje'. In een testa- "Een schijntje is het. Dat gelopen vier jaar nog zoveel voor werpen bijeen hebben gekregen, 0M1110 ccii ccli tcota. heeft andere oorzaken Een be- ment kan iemand laten vastleggen f ®ekcr is het hartgrondig met dat na zijn of haar overlijden e Wurfbain eens. In het gastenboek meer kunstvoorwerpen doet hij de suggestie om aan Paul J. Getty maar eens een bedrag te vragen voor nieuwe aankopen. of ^HHH^Hhet i worden nagelaten. Soms 3 de directie hiervan op de hoogte, oms is het een totale verrassing. De Lakenhal heeft tot nu toe nog andere manieren gevonden. Als het museum niet voldoende geld beschikbaar heeft voor een aan koop, kan er een beroep worden gedaan op steun van derden. Dit kan bijvoorbeeld de Vereniging van Belangstellenden in de Laken hal zijn, die in 1918 werd opgericht met als doel het museum te steu nen bij aanwinsten; of de Vereni ging Rembrandt, opgericht in 1883, Kachel 'tot behoud in Nederland kunstschatten'. door Saskia Stoeliriga Een legaat wordt niet altijd aan vaard, omdat de voorwerpen moe ten passen in de collectie. Ze moe ten of in Leiden zijn gemaakt, of in Leiden en omgeving gebruikt. Met directeur Wurfbain maken we een rondgang. Aan menig voor werp heeft hij herinneringen. Vaak is hij na een telefoontje zomaar in zijn auto gesprongen om met de nabestaanden of met de gever in kwestie te overleggen over de gift. Voor het vervoeren van een echte plattebuiskachel, die ook op de tentoonstelling te zien is, heeft hij zelfs een wagentje achter zijn auto mobiel gehangen. "Deze kachel wilden we graag hebben, omdat dit exemplaar zo goed past in onze grote collectie verwarming en ver lichting". Enthousiast loopt hij naar het eerste doek. "Dit schilderij van de Leidse schilder Harmen Steen- wijck hebben we in bruikleen van de 86-jarige W.H.J. Gilhuys uit Pa- terswolde. Via, via kwamen we hem op het spoor". Wurfbain haalt het doek even van de wand om het jaartal 1635 te tonen. De directeur is er zichtbaar mee ingenomen. "Na een bezoek was Gilhuys be reid om het af te staan. Uitgangs punt is altijd dat het object in de Lakenhal beter tot zijn recht komt dan in een ander museum of woon huis", zegt hij, terwijl zijn ogen al een schilderij verder zijn. "Kijk, nu volgen er twee doeken die dankzij de Vereniging van Be langstellenden en de Vereniging Rembrandt konden worden aange schaft. Deze van de Leidenaar Jan Mortel (1652-1719) is voor 56.000 gulden gekocht van een particulier in België". 'IJsgezicht in Leiden', een schit terend werkje van de schilder Van der Stok (1794-1864) is de meest re cente aanwinst. Op oudejaarsdag werd het museum gebeld door een nazaat, die dit romantische werkje wel wilde afstaan. Het bleek om een 90-jarige kleinzoon van de schilder te gaan. "Een echte verras sing", vertelt Wurfbain. Pij ijzer Als we bij een uurwerk uit 1900 *lJsgezicht in Lei den van de ro mantische schil der J. van der Stok (1794-1864). zijn aangeland, een echte Jung- haus, krabt hij zich even achter het oor. Dat deed hij ook toen hij de klok bij een vriendelijke Leidenaar zag. "Ja, wat moet een museum hier nu mee? De waarde is slechts een paar honderd gulden. Toch be sloot ik haar op de achterbank mee te nemen. Je weet nooit". Wie herinnert zich in 1914 nog het 100-jarig bestaan van de wollen dekenfabriek Zaalberg. Het mu seum is in 1984 in het bezit geko men van een fraai zilveren gedenk teken, vervaardigd door de firma Kempen Begeer in Voorschoten, dat in 1914 door het fabrieksperso- neel is aangeboden. De opgeheven R.K. Vakschool voor meisjes aan het Rapenburg heeft ook bijgedra gen aan de collectie: een stel strij kijzers. Zo kunnen we zien dat er over de gewaden van de priesters niet zomaar een 'boutje' ging. Spe- Het kan wel eens voorkomen dat er af en toe objecten van de ge meente naar de Lakenhal overge bracht. Toen in 1985 de Vleeskeu ringsdienst werd opgeheven, nadat het slachthuis al eerder was geslo ten, hebben de museummedewer kers samen met het Gemeente-ar chief een inventaris gemaakt van de voorwerpen die achterbleven. Resultaat hiervan is dat een dege lijke, blank-houten halbank die in 1953 door de Leidse slagers aan het Slachthuis was geschonken, nu als rustpunt in deze tentoonstelling fungeert. Wolkers En dan Jan Wolkers. Bij de ope- Première bij Publiekstheater 'Een Pompstation' door 'het Publiek stheater'. Tekst: Gildas Bourdet, vertaling: Frans van Woerden, regie: Ton Lutz, decor: Barbara Kroon. Ge zien op 10 januari in de Stads schouwburg, Amsterdam. AMSTERDAM - Er is een ge meenplaats die opduikt in het in- fo-papier van bijna alle tegen woordige toneelvoorstellingen. De gemeenplaats luidt dat de be wuste toneelschrijver een eigen taal heeft gecreëerd. Zo ook Gil das Bourdet, auteur van 'Een Pompstation'. Het stuk ging af gelopen zaterdag in première in een opvoering van het Publiek stheater. Frans van Woerden heeft 'Een Pompstation' vanuit het Frans vertaald en legt ons in het tekst boekje uit dat er na het 'onmen selijk zware vertaalproces' nog lang door vertaler en regisseur aan de tekst 'geslepen' en 'ge vijld' is Het resultaat is een keu rig Algemeen Beschaafd Neder lands. Voeg daarbij de licht geaf fecteerde dictie van Ann Hase- kamp en Frans Vorstman en de toehoorder waant zich in Wasse naar. De tekst mist vooral soepel heid. Monologen worden gefor ceerd opgehoest en dialogen rep pen zich als kreupelen voort. Óf het nu aan de vertaling ligt of niet Gildas Bourdet komt naar voren als een kletsmeier zonder maatgevoel. 'Een pompstation' gaat over Madeleine (Ann Hasekamp) en haar drie dochters. De oudste is ongetrouwd en heeft een zwak zinnige zoon, de middelste is in het bezit van een verloofde én een minnaar, de jongste zit nog op school en heeft een motorrij der als vriend. Madeleine be heert een pompstation ergens 'in the middle of nowhere': aan de rand van een bos, langs een afge sneden weg en dicht op de start baan van een vliegveld. Klanten komen er niet meer. De drie dochters wonen nog thuis en de enige werknemer is Samson de garagemonteur (Eric van der Donk). Het decor bestaat uit een getrouw nagebouwde benzine pomp onder een leeg, grijs uit spansel. Als in het derde bedrijf, dat zich in de nacht afspeelt, het pompstation een neon-omlij- sting krijgt roept het decor een Sam Shepard-achtige (Paris Te xas) verlatenheid op. Het stuk komt pas uit de startblokken als Humbert (Frans Vorstman), de man van Madeleine, zich bij het pompstation meldt met de bood schap dat hij kanker heeft en nog maar een jaar te leven. Achttien jaar geleden was hij er vandoor gegaan om zich te gaan wijden aan de schilderkunst. Een door hem georganiseerde tentoonstel ling van zijn werk in het pomp station op de trouwdag van zijn middelste dochter vormt de cli max van het stuk. 'Een pompstation' zou een ko medie kunnen zijn met grimmi ge trekjes. Die moeder en die dochters daar op dat pompsta tion, de mannen er omheen, hun eenzaamheid, het vruchteloze pogen daar wat aan te verande ren, elkaar niet begrijpen of juist maar al te goed, noem maar op. Maar echt grimmig werd het niet en lange tijd was het ook eigen lijk niet grappig. Het eerste bedrijf was een re gelrechte ramp. Eric van der Donk (de monteur) stelde zich te vreden met het foutloos opzeg gen van zijn tekst. Als monteur was hij geen moment geloof waardig omdat hij zonder sys teem aan een auto zat te prutsen. En voor iedereen geldt in het eer ste bedrijf: niemand weet waar die moet staan. Het is langdra dig, saai, vlak en je vraagt je af of het stuk zichzelf niet meteem heeft genekt. Het tweede bedrijf gaat even onbestemd verder op de ingeslagen weg. Het enige geestige lichtpuntje is de ontsta ne relatie tussen de oudste doch ter (Guusje van Tilborgh) en de minnaar van de middelste doch ter Richard (Gijs de Lange). En dan is het pauze en een groot fiasco begint zich af te tekenen. En dan? En dan wordt het leuk. Want Gildas Bourdet is welis waar een enorme zwetskous, hij heeft wel gevoel voor komische situaties. En die zijn er volop in het derde en vierde bedrijf die, zich ook wat lengte betreft van de eerste twee gunstig onder scheiden. Er komt actie, span ning, vaart en iedereen weet in eens waar ie moet staan. Maar echt grimmig werd het niet meer. Dat kan ook niet als je Ann Hasekamp Mary Dresselhuys laat naspelen. RADBOUD ENGBERSEN. Concert door het Helios Trio be staande uit Nancy Braithwaite, kla rinet, Hanneke van de Bund, cello en Annemiek IJsselmuiden, piano. Werken van Beethoven, Alex Zem- linsky en Vincent d'Indy. Gehoord op 14 januari in de Kapelzaal van LEIDEN - Ondanks de vinnige vrieskou was het gisteravond be hoorlijk levendig op straat. Men liet zich niet ervan weerhouden de vele café's te bezoeken, waar live-jazz te genieten was. En wie niet op kroegentocht was, bleef lekker bij de kachel en liet een avondje kamermuziek verstek gaan, dat toch meer aandacht had verdiend dan de welgetelde vijftien toehoorders. De leden van het Helios Trio hadden het niet getroffen met de omstandig heden. Bovendien was de ver warming in de Kapelzaal niet in staat het op te nemen tegen de van bovenaf neerslaande vlagen koude lucht. Het trio bestaat uit drie veelbe lovende musicerende vrouwen, die nog maar net hun studie heb ben afgerond en zich aan hel spe cialiseren zijn in de nauwluiste- rende kunst van het kamermu ziekspel. Daarbij hadden zij het zich niet gemakkelijk gemaakt. Als opening een vroeg trio van Beethoven, nog bijna Haydns aandoend van klassiekheid. De kwaliteiten van het trio kwamen meteen aan het licht, zoals de af werking van het samenspel, het op elkaar afstemmen van dyna miek. stemming cn klankkleur en de van het ene in het andere instrument overvloeiende frase ringen. Waar het echter de klank sterkte (dynamiek) betrof, vond ik de klannettiste Nancy wat al te bescheiden af en toe. Haar toon bleef - in elk geval voor zover het Beethoven betrof - ste ken in een té mooie afwerking, waardoor ze in de schaduw bleef bij de wat levendiger spelende celliste Hanneke. In het hart stochtelijke, romantische werk van Zemlinsky (leraar van Ar nold Schönberg) kwam het klari netspel beter uit de verf. Heel mooi was de solo in het andante, warm, fluweel haast van toon. Ook de celliste had hier een par tij, die ze zo heerlijk lyrisch weg speelde. Hoogtepunt vond ik echter het trio van Vincent d'In dy (1351-1931). Veel doorzichti ger van klank dan de Slavisch ge tinte Zemlinsky. Boeiende, intri gerende thema's, opmerkelijke verwerking van de drie partijen tot een luchtig en lyrisch geheel. Hulde ook voor de pianiste An nemiek, die als het centrum van de muzikale gebeurtenissen fun geerde. Af en toe leek ze zelfs te dirigeren. Met grote, technische inzet en muzikale flair kweet zy zich van haar taak. Tot en met de buiging na af loop was alles keurig afgewerkt. Drie bossen bloemen en een har telijk - maar onderbezet - ap plaus, het was wel het minste dat de musiciennes verdiend had den. MONICA SCHIKS ning van zijn tentoonstelling in de cember gaf hij de twee kruikjes die hij in zijn jeugd voor Lien had gejat uit het museum weer terug. Onder het kopje 'schenking van Jan Wol kers' zijn ze nu in een vitrine te be zichtigen. Het eerste is een kan netje uit de 15e eeuw, een zoge naamde Jacoboekan en het tweede voorwerp staat nu geregistreerd als een 19e eeuwse fles van Duits steengoed. De vraag of de bezoekers zo'n 'al legaartje' waarderen, verwijst Wurfbain naar het gastenboek. Daarin staat te lezen: 'uiterst - tot uiterst 'bodemschatten interes sant'; 'zeer goede aanvullingen, ga zo door!'; 'Oestereetstertje niet te pruimen'. Wurfbain zegt daarna, terwijl hij naar een ander doek loopt, dat hangt naast een werk van de be kende Leidse schilder H.H. Ka- merlingh Onnes: "Ik heb wel het idee dat deze tentoonstelling aan slaat. Het kleurrijke schilderij van het Oestereetstertje is van de Leid se huisschilder H.J. Boom. (1893- 1970). Zijn vrouw schonk het ons. Ach, het is inderdaad geen mees terwerkje. Toch geeft het een tijds beeld aan. Hier, kijk dat interieur eens". Elke aanwinst heeft eigen lijk een warme plaats in het direc- teurshart. De waardevolle zilveren broodmand uit 1761 net zo goed als de verguld zilveren miskelk uit 1510. Wat Wurfbain dwars zit is het permanente ruimtegebrek waar mee het museum te kampen heeft. "Als deze tenoonstelling voorbij is, gaan er weer een aantal voorwer pen naar de kelder. Er moet te veel worden opgeslagen. Dat is heel jammer. Met de kunstnijverheid van na 1750 bijvoorbeeld kunnen we nergens terecht. Aansluitend op deze tentoonstelling willen we al onze in de periode 1982-1984 ver worven, moderne kunstwerken la ten zien. Dat belooft ook heel mooi te worden". De tentoonstelling 'Verworven bezit te kijk 1982-1986' is te zien tot 4 februari in het Stedelijk Museum 'De Lakenhal', Oude Singel 28-32, Leiden. Openingstijden: di Vm za 10.00 tot 17.00 uur; zo 13.00 tot 17.00 uur. Anti-apartheidsbewegingen: DEN HAAG (GPD) - „Het is wel buitengewoon cynisch en navrant dat juist in De Balie de schrijver Willem Frederik Hermans zondag avond zijn lezing houdt". Dit zegt stafmedewerker Bart Luirink van de Anti-Apartheids Beweging Ne derland. Hij legt uit dat in dit ge bouw aan het Amsterdamse Kleine Gartmanplantsoen, toen nog De Populier geheten, eind 1982 beslo ten werd gevolg te geven aan de oproep van de Verenigde Naties kunstenaars, wetenschappers en sporters die Zuid-Afrika bezoeken, te boycotten. „Wij beschouwen dat gebouw een beetje als gewijde grond en vinden het nog steeds onbegrijpe lijk dat De Balie en het bestuur van de SLAA (Stichting Literaire Akti- viteiten Amsterdam) zich akkoord hebben verklaard met het optre den van de schrijver", aldus Lui rink. Overigens zijn van zijn orga nisatie noch van de zijde van het Komitee Zuidelijk Afrika zondag avond demonstraties te verwach ten tegen de komst van Hermans. Luirink: „We willen Hermans niet belangrijker maken dan hij is. Maar wat ons dwars blijft zitten is dat én De Balie én de SLAA Her mans in de gelegenheid stellen de boycot te doorbreken en de zwarte lijst waar hij op staat aan zijn laars te lappen. Als je nagaat dat in ons land in het algemeen heel behoor lijk de hand aan de VN-oproep wordt gehouden, dan kun je rustig zeggen dat wat Hermans nu kan doen, heel uitzonderlijk is". Hermans staat sinds zijn bezoek aan Zuid-Afrika in 1983 (hij hield er op uitnodiging een serie lezin gen aan universiteiten) op de „zwarte lijst", samen met collega auteur Reve en de zanger Hein Si mons. Personen die bij de samen stelling van de lijst betrokken zijn, geven toe dat deze vrij toevallig tot stand komt en geen enkel juridisch gewicht heeft, waardoor bijvoor beeld ook geen sancties mogelijk zyn. Vanuit de PvdA-fractie in de Amsterdamse gemeenteraad is de discussie rond Hermans en de VN- boycot september vorig jaar weer aangezwengeld naar aanleiding van een foto-expositie van Her mans in het Stedelijk Museum in de hoofdstad. Het Amsterdamse gemeentebestuur heeft tenslotte uitgesproken dat podia in gemeen telijke culturele podia niet toegan kelijk zijn voor personen die op de NV-lijst staan. De Balie is geen ge meentelijk eigendom. De SLAA besloot begin novem ber haar eerder gedane uitnodiging aan Hermans, ondanks alle opwin ding, toch gestand te doen. Twee van de zeven SLAA-bestuursleden traden af. De meerderheid ver klaarde twijfels te hebben over de status van de lijst. Alleen op grond van de wet en niet op grond van „een onduidelijke en toevallig tot stand gekomen lijst" kan iets tegen iemand worden ondernomen. Ook Gert de Boer van het Komi tee Zuidelijk Afrika zegt dat er zon dagavond géén betogingen of ac ties zullen worden gehouden. Hij verwacht dat er „voldoende kriti sche Amsterdammers in de zaal zullen zitten" die het Hermans las tig zullen maken. Hij kondigt aan dat het Komitee in discussie wil met de directie van De Balie om haar te adviseren hoe zy in de toe komst in dit soort kwesties moet handelen en hoe tot een beleid kan worden gekomen. LEIDEN - Het Residentie Orkest geeft vanavond een concert in de Leidse Stadsgehoorzaal. Er zullen werken worden uitgevoerd van Haydn (toneelmuziek Zaire), Hoff- meister (fluitconcert in D), Leo pold Mozart (Sinfonia Die Bauern Hochzeit). Van Haydn zal ook de Symfonie nr. 88 worden uitge voerd. Als fluitsolist treedt Jac ques Zoon naar voren. Het orkest wordt geleid door György Lehel. Aanvang 20.15 uur. JOODS MUSEUM - De ambassa deur van Oostenrijk H. Pfusters- mid-Hardtenstein heeft gistermid dag een cheque ter waarde van bij na twee ton overhandigd aan de Stichting Vrienden van het Joods Museum. Dit bedrag is bedoeld als bijdrage in de kosten voor de res tauratie en inrichting van het nieu we onderkomen van het museum, het voormalige synagogencomplex aan het Jonas Daniël Meyerplein in Amsterdam. Het geld is bijeenge bracht door de Oostenrijkse rege ring en het bedrijfsleven daar.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1987 | | pagina 21