De sociale zekerheid in 1987
PAGINA
DINSDAG 6 JANUARI 1987
DEN HAAG (ANP) - Het besluit
van zowel Tweede als Eerste Ka
mer om het minimumloon en de
sociale uitkeringen in 1987 te be
vriezen heeft gevolgen voor de
vaststelling van uitkeringen, dag
lonen en premiepercentages voor
de sociale verzekeringen, de netto-
uitkeringen stijgen in het alge
meen licht door een verlaging van
premie- en belastingdruk.
De bevriezing geldt niet voor de
kinderbijslag (akw). De kinderbij
slagbedragen worden volgend jaar
aangepast aan de prijsontwikke
ling. Aangezien de prijzen zijn ge
daald, worden de bedragen voor
kinderbijslag verlaagd.
Op 1 januari treedt het nieuwe
stelsel van sociale zekerheid in
werking. Belangrijke wijzigingen
in vergelijking met de oude situa
tie zijn de vervanging van de be
staande Werkloosheidswet (ww) en
de Wet Werkloosheidsvoorziening
(wwv) door één Nieuwe Werkloos
heidswet (nww). Ook worden de
minimumdagloonbepalingen in de
verschillende wetten vervangen
door één Toeslagenwet. Voor
werklozen die op 31 december 1986
al een uitkering hebben, gelden
overgangsmaatregelen. In de
meeste gevallen verandert hoogte
en duur van uitkering voor hen
niet.
De bruto uitkeringen op grond
van de Algemene Ouderdomswet
(aow) en de Algemene Weduwen-
en Wezenwet (aww) blijven met in
gang van 1 januari 1987 nagenoeg
ongewijzigd. Deze uitkeringen zijn
op netto basis gekoppeld aan het
minimumloon. Vanaf 1 januari
1987 wordt het bruto minimum
loon bevroren. Door een wijziging
van sociale premies en belasting
zullen de netto bedragen vanaf die
datum iets hoger zijn dan in het af
gelopen jaar. Als gevolg hiervan
zullen ook de netto aow-pensioe-
nen per 1 januari 1987 hoger uitko-
Het aow-pensioen voor gehuw
den met een volledige toeslag is
netto gelijk aan het netto mini
mumloon. Het netto ongehuwden-
pensioen komt overeen met 70 pro
cent van het netto minimumloon.
Ongehuwde bejaarden die me
nen voor dit - hoger - pensioen in
aan merking te komen, moeten
zich wenden tot de Sociale Verze
keringsbank in Amsterdam.
Aow
bruto maand- bruto vakantie-
uitkering uitkering per maand
Gehuwde bejaarden
zonder toeslagf. 799,47
f. 48,40
Gehuwde bejaarden
met toeslag f. 1.598,94 f. 96,79
Ongehuwde
bejaardenf. 1.106,21 f. 67,76
Ongehuwde
bejaarden met kinderen
onder 18jaar f. 1.439,05 f. 87,11
Aww: Weduwen met
kinderenf. 1.598,94 f. 96,79
Weduwen zonder
kinderen f. 1.106,21 f. 67,76
Wezen tot
10jaarf. 353,99 f. 21,68
Wezen v. 10
tot 16 jaar f. 530,98 f. 32,52
Wezen v. 16
tot 27 jaarf. 707,97 f. 43,37
Ww, wwv en Nieuwe
Werkloosheidswet
De daglonen waarnaar de uitke
ringen op grond van de ww, wwv
en Nieuwe Werkloosheidswet wor
den berekend, zullen per 1 januari
1987 niet worden aangepast aan de
stijging van de loonindex. Als ge
volg van een daling van de premie-
en belastingdruk zullen de netto-
bedragen vanaf die datum iets ho
ger zijn dan in 1986.
Minimumdagloon
Als gevolg van de eerder ge
noemde wijziging van sociale pre
mies en belasting zullen ook de
netto uitkeringen voor mensen van
wie de uitkering is gebaseerd op
het minimumdagloon in de ww en
de wwv, met ingang van 1 januari
1987 iets hoger uitkomen dan in
1986. De minimumdagloonbepa
lingen blijven overigens alleen van
toepassing voor mensen die op 31
december 1986 al een ww- of wwv-
uitkering hadden gebaseerd op het
minimumdagloon. Voor onge
huwd samenwonenden (ook twee
vrouwen of twee mannen samen)
met een wwv-uitkering kan de uit
kering met ingang van 1 januari
1987 alsnog op het minimum
dagloon worden gebaseerd in ver
band met de invoering van de gelij
ke behandeling van gehuwd en on
gehuwd samenwonenden. Voor
nieuwe gevallen worden de mini
mumdagloonbepalingen vervan
gen door de Toeslagenwet. Voor
mensen die op 31 december 1986
een Ziektewetuitkering ontvan
gen, gebaseerd op het minimum
dagloon, en op 1 januari 1987 nog
ziek zijn, geldt een overgangsrege
ling. Degenen die op 1 januari 1987
nog geen zes weken ziek zijn, hou
den het minimumdagloon tot zij
zes weken ziek zijn. Degenen die
op 1 januari 1987 al langer dan zes
weken ziek zijn, houden het mini
mumdagloon voor de verdere duur
van de ziekte. Een onderbreking
van de ziekteperiode van minder
dan een maand heeft hierop geen
invloed.
Het minimumdagloon in de wao
is met ingang van 1 januari 1984 of
ficieel afgeschaft, behalve voor de
zogenaamde artikel 90 aaw-geval-
len. Dit zijn aaw-verzekerden, die
op 1 oktober 1976 reeds een wao-
uitkering hadden en slechts een
aaw-uitkering krijgen toegekend
als de aaw-uitkering de wao-uitke-
ring overtreft. Voor deze gevallen
wordt het minimumdagloon wao
per 1 januari 1987 nu ook officieel
afgeschaft. Als overgangsmaatre
gel houden zij tot uiterlijk 1 januari
1988 hun minimumdagloon wao.
Daarna kunnen zij een beroep
doen op de Toeslagenwet.
De minimumdagloonbedragen
zijn:
ww f 140,87
wwv f 140,84
wao f 140,12
ziektewet f 131,03
Kinderbijslag
De prijzen zijn in de periode april
1986 - oktober 1986 gemiddeld met
0,82 procent gedaald. Als gevolg
daarvan zal de kinderbijslag per 1
januari 1987 met eenzelfde percen
tage worden verlaagd. Per die da
tum wordt tevens de volgende stap
gezet op weg naar een leeftijdsaf-
hankelijke kinderbijslag. Een en
ander leidt tot de volgende kinder
bijslagbedragen per kind bij ver
schillende gezinsgrootten met in
gang van 1 januari 1987 (in gul
dens, per kind, per kwartaal):
Uit de tabel blijkt dat voor kinde
ren van 0 t/m 5 jaar twee percenta-
1 kind
2 kinderen
3 kinderen
4 kinderen
5 kinderen
6 kinderen
7 kinderen
8 kinderen
9 kinderen
10 kinderen
0 t/m 5
0 t/m 5
6 t/m 11
12 t/m 17
18 t/m 27
jaar
jaar
jaar
jaar
jaar
70%
75%
202,69
217,17
289,56
369,18
298,02
265,85
284,83
397,78
484,22
390,88
284,66
305,00
406,66
518,50
418,55
310,94
333,15
444,20
566,35
457,18
326,70
350,03
466,71
595,05
480,35
343,88
368,44
491,25
626,34
505,61
365,15
381,58
508,79
648,70
523,66
370,81
397,29
529,73
675,40
545,21
382,21
409,51
546,01
696,18
561,98
391,34
419,29
559,06
712,80
575.40
Aaw/wao
Vanaf 1 januari 1987 geldt nog
slechts één grondslag, waarnaar de
uitkeringen op grond van de Alge
mene Arbeidsongeschiktheidswet
worden berekend. De midden en
hoge grondslag komen te verval
len. In plaats daarvan kunnen
van wie de uilkering onder
hen geldende sociaal mi-
komt, een beroep doen op
de nieuwe Toeslagenwet. Voor
mensen die op 31 december 1986 al
een aaw-uitkering ontvangen, gel
den overgangsmaatregelen. De
grondslag van de aaw komt over
een met het bruto minimum(jeugd-
)loon per dag. Per 1 januari 1987 is
de grondslag:
voor 23-jarigen
en ouder f 91,74
voor 22-jarigen f 77,98
voor 21-jarigen f 66,51
voor 20-jarigen f 56,42
voor 19-jarigen f 48,16
voor 18-jarigen f 41,74
De daglonen waarnaar de uitke
ringen op grond van de wao wor
den berekend, zullen per 1 januari
1987 worden bevroren. Als gevolg
van een daling van premie- en be
lastingdruk zullen de netto bedra
gen in de meeste gevallen vanaf die
datum wel iets hoger zijn dan in
1986. Ook voor de wao geldt dat als
de uitkering lager is dan het sociaal
minimum, een toeslag kan worden
aangevraagd op grond van de Toe
slagenwet.
De arbeidsongeschiktheidsuit
kering bedraagt een bepaald per
centage van de aaw-grondslag of
het wao-dagloon, afhankelijk van
de mate waarin iemand arbeidson
geschikt is. De uitkeringspercenta
ges die behoren bij de verschillen
de arbeidsongeschiktheidsklassen,
zijn per 1 januari 1987 gewijzigd.
De nieuwe uitkeringspercentages
zijn:
arbeidsongeschiktheid
80 procent of meer
65 procent - 80 procent
55 procent - 65 procent
45 procent - 55 procent
35 procent - 45 procent
25 procent - 35 procent
15 procent - 25 procent
uitkeringspercentage
70 procent van grondslag/dagloon
50,75 proqent grondslag/dagloon
42 procent van grondslag/dagloon
35 procent van grondslag/dagloon
28 procent van grondslag/dagloon
21 procent van grondslag/dagloon
(alleen wao) 14 procent van dag
loon.
Per 1 januari 1987 wordt de laatste
stap gezet in de reeds lang voorzie
ne gefaseerde verlaging van de
wao van mensen die vóór 1 januari
1983 een uitkèring hadden, geba
seerd op het minimumdagloon, en
die niet in het onderhoud van an
deren voorzien of over nevenin
komsten beschikken. De verlaging
houdt in, dat per 1 januari 1987 het
wao-dagloon voor deze groep niet
lager wordt gesteld dan het bedrag
van het minimumloon op 31 de
cember 1983, te weten f 101,65.
Maximumdagloon
Het maximumdagloon voof de
berekening van de ww-, de wwv-,
de wao- en de Ziektewetuitkerin
gen, blijft per 1 januari 1987 ge
handhaafd op het niveau van 1986,
te-weten f262,28.
De uitkering zal in de periode
van april tot en met juni door de
bedrijfsvereniging worden betaald
aan degenen die daarvoor in aan
merking komen.(
Op lopende wwv-uitkeringen en
op aaw-uitkeringen voor zelfstan
digen blijft de inhouding van een
vereveningsbijdrage wel gelden.
Voor wwv-uitkeringen bestaat de
ze bijdrage uit 1,15 procent Ziekte
wet, 0,65 procent wachtgeldverze
kering en 0,7 procent werkloos
heidsverzekering (totaal 2,5 pro
cent). Voor aaw-uitkeringen be
staat de vereveningsbijdrage even
eens uit 1,15 procent ziektewet,
0,65 procent wachtgeldverzeke
ring, 0,7 procent werkloosheids
verzekering en tevens uit 14,4 pro-
Premiepercentages per 1 januari 1987
totaal werkgevers werknemers
11,75
11,75
1,25
2,65
6,20
4,55
14,50
1,06
2,65
6,20
4,55
wachtgeld-
verzekering
werkloosheids
verzekering
zfw
De opslagpremies per 1 januari zijn
als volgt: akw 20,4, aaw 47,7, awbz
35,0. Het gaat hierbij om de pre
miepercentages uit bovenstaande
tabel, omgerekend in een percenta
ges mogelijk zijn. Het percentage
van 75 geldt voor kinderen die vóór
1 januari 1983 zijn geboren en die -
voor het recht op kinderbijslag -
niet het oudste kind in het gezin
zijn en ook nimmer het oudste
kind in het gezin zijn geweest. Het
percentage van 70 geldt voor alle
overige kinderen van 0 tot en met 5
jaar. In verband met de invoering
van een nieuw stelsel van studiefi
nanciering is het recht op kinder
bijslag voor kinderen van 18 tot 27
jaar afgeschaft. Echter, heeft een
kind van 18 tot 27 jaar geen recht
op studiefinanciering, dan kan
toch nog recht op kinderbijslag be
staan.
De uitkeringspercentages bij een
arbeidsongeschiktheid van 65 pro
cent - 80 procent en van 55 procent
- 65 procent zijn lager geworden.
Voor mensen die op 31 december
1986 al een aaw/wao-uitkering ont
vangen en 55 procent - 65 procent
of 65 procent - 80 procent arbeids
ongeschikt zijn, is een overgangs
maatregel getroffen die een inko
mensachteruitgang voorkomt. De
uitkeringspercentages bij de overi
ge arbeidsongeschiktheidsklassen
zijn ongewijzigd gebleven of ver
hoogd. x
Deze percentages zullen
per 1 januari 1987 zowel voor oude
als nieuwe gevallen gelden.
Toeslagenwet
Om te voorkomen dat
met een ww-, aaw/wao- of Ziekte
wetuitkering beneden het voor hen
geldende sociaal minimum komen,
kan een beroep worden gedaan op
de nieuwe Toeslagenwet. Op grond
van deze wet kan een aanvulling
tot het sociaal minimum worden
gegeven. Die aanvulling moet bij
de bedrijfsvereniging worden aan
gevraagd.
Het bruto sociaal minimum be
draagt voor:
alleenstaanden van 23 jaar en ou
der f 1.391,39 per maand (70 pro
cent van het minimumloon)
éénoudergezinnen f 1.788,93 per
maand (90 procent van het mini
mumloon) twee partners samen
(gehuwd of ongehuwd, ook twee
vrouwen of twee mannen)
f 1.987,70 per maand (100 procent
van het minimumloon).
Voor alleenstaanden jonger dan
23 jaar gelden lagere bedragen.
Thuisinwonende jongeren onder
de 21 jaar hebben geen recht op
een aanvulling op grond van de
Toeslagenwet. De toeslag op grond
van de Toeslagenwet kan maxi
maal 30 procent van het sociaal mi-
bedragen.
Premieheffing
Onlangs is het wetsvoorstel pre
mieheffing over uitkeringen door
de Eerste Kamer aangenomen. Op
grond van deze wet wordt per 1 ja
nuari 1987 het systeem van deels
inhouding van vereveningsbijdra-
gen en deels premies op Ziekte
wet-, wao- en ww-uitkeringen ver
vangen door integrale premiehef
fing. Teneinde over wao-uitkerin-
gen premie te kunnen heffen, zal
voor werknemers per die datum
het aaw-deel van de arbeidsonge
schiktheidsuitkering niet meer tot
uitbetaling komen. Zij ontvangen
per die datum een wao-uitkering,
die in beginsel gelijk is aan de
vroegere aaw/wao-uitkering. Voor
niet-werknemers treden geen ver
anderingen pp.
Op grond van de Wet Premiehef
fing over Uitkeringen worden in
komsten uit loon en uitkering of
uit meer dan één uitkering voor de
premieheffing samengeteld. Daar
door zal het maximumdagloon
waarover premie wordt geheven
en de premievrije voet in de wao
niet meer op elk inkomensbe
standdeel afzonderlijk worden toe
gepast, maar één keer op het gehe
le premieplichtige inkomen. Voor
mensen die nu een inkomen heb
ben bestaande uit een combinatie
van meerdere uitkeringen of van
een uitkering en loon, kan dit bete
kenen dat bij dezelfde combinatie
van inkomsten per 1 januari 1987
een netto inkomensachteruitgang
optreedt. Deze inkomensachteruit
gang bedraagt maximaal vijf pro
cent. Degenen die te maken krij
gen met deze netto inkomen
sachteruitgang kunnen onder be
paalde voorwaarden in aanmer
king komen voor een eenmalige
compensatie-uitkering. De hoogte
van de compensatie-uitkering is
zodanig dat de inkomensachteruit
gang gedurende één jaar wordt
goedgemaakt. De voorwaarden
voor de uitkering zijn de volgende:
- het voordeel van meer dan één
keer de premievrije voet in de
WAO-premie moet gedurende min
stens 1 jaar zijn genoten.
- de netto-inkomensachteruit
gang als gevolg van het één keer
toepassen van de premievrije voet
in de WAO-premie moet geduren
de minstens drie maanden zijn er-
Over Ziektewet-, ww- en wao-uit-
keringen zal voor de wachtgeldver
zekering en de Ziektewet een ge
middelde premie worden geheven.
De premie voor de wachtgeldver
zekering bedraagt 0,65 procent
voor zowel de uitkeringsgerechtig
de als de bedrijfsvereniging, de
Ziektewetpremie bedraagt 1,15
procent voof de uitkeringsgerech
tigde en 6,1 procent voor de be
drijfsvereniging. Deze gemiddelde
premies gelden niet, indien de uit
kering via de werkgever aan de uit
keringsgerechtigde wordt betaald.
In dat geval gelden de percentages
van de betreffende bedrijfstak.
De Wet Premieheffing over Uit
keringen heeft een verschuiving in
de geldstromen tussen de sociale
fondsen tot gevolg en heeft gevol
gen voor de hoogte van de premies
en de lastenverdeling over werkge
vers en werknemers. Deze wijzi
gingen zijn al verwerkt in de voor
het jaar 1987 vastgestelde sociale
premies.
Ziekenfonds
verzekering
De Wet premieheffing over Uit
keringen heeft de volgende wijzi-
gingen in de ziekenfondsverzeke
ring tot gevolg:
- de huidige periode van zes
maanden waarin een werkloze
werknemer verzekerd blijft zoals
hij dat was op de dag voorafgaande
aan de ingangsdatum van de werk
loosheidsuitkering wordt - evenals
geldt voor uitkeringsgerechtigden
op grond van de Ziektewet - in be
ginsel gesteld op een jaar;
- om te beoordelen of iemand on
der de loongrens van de Zieken
fondswet (per 1-1-1987 f49.150,-)
valt, zal in het vervolg een samen
telling plaatsvinden van loon uit
dienstbetrekking en uitkeringen
op grond van een verplichte verze
kering ingevolge de Ziektewet, de
werkloosheidswet en de wet op de
arbeidsongeschiktheidsverzeke
ring. Ook voor de premieheffing
vindt deze samentelling plaats, zo
dat een verzekerde over deze inko
mensbestanddelen te zamen nooit
meer dan de maximum zieken
fondspremie verschuldigd is;
- in beginsel wordt iedere rech
thebbende op een uitkering op
grond van de verplichte wao-verze-
kering verplicht verzekerd inge
volge de Ziekenfondswet. De tot
op heden geldende voorwaarde dat
er een arbeidsongeschiktheid van
ten minste 45 procent dient te be
staan, komt hierbij te vervallen.
Wao-gerechtigden met een inko
men boven de loongrens zijn ech
ter onder bepaalde voorwaarden
van de ziekenfondsverzekering uit
gezonderd.
In overleg met de Ziekenfonds
raad zullen de desbetreffende be
drijfsverenigingen binnenkort aan
de betrokkenen nadere informatie
over het bovenstaande verschaf
fen.
Awbz
De eigen-bijdrageregeling veran
dert per 1 januari 1987 niet. Het mi
nimum ter vrije besteding blijven
de bedrag (het zogenaamde zaak-
geld) wijzigt evenmin. Voor onge-
huwden is dit f299,86 en voor ge
huwden f 500,05.
waarover
premie wordt
geheven
f64.550 p.j.
idem
idem
idem
idem
idem
f161,- per dag
De netto uitkeringen zijn gelijk
aan honderd procent van het netto
minimumloon voor gehuwde en
ongehuwde partners, 90 procent
van het netto minimumloon voor
éénoudergezinnen en 70 procent
van het netto minimumloon voor
alleenstaanden vanaf 27 jaar.
Op deze uitkeringen worden in
komsten uit of in verband met ar
beid van de werkloze en zijn of
haar partner in mindering ge
bracht. In tegenstelling tot in de
bijstandswet wordt geen rekening
gehouden met andere inkomsten
en met vermogen (zoals spaargeld
of eigen huis).
Bijstand
Voor echtparen zonder en met
kinderen is het normbedrag
f345,20 per week en f 1.495,80 per
Voor 1987 gelden de volgende vrij stellings- en reductiegrenzen:
tariefgroep
I zonder arbeidstoeslag
I met arbeidstoeslag
I met aanvullende ar
beidstoeslag
II zonder arbeidstoeslag
II met arbeidstoeslag
III zonder arbeidstoeslag
III met arbeidstoeslag
III met aanvullende
arbeidstoeslag
IV zonder arbeidstoeslag
IV met arbeidstoeslag
IV met aanvullende alleen
staande ouder-toeslag max.
Tariefgroep I omvat allen die
niet in een andere groep vallen: on-
gehuwden, tweeverdieners en sa
menwonenden. Groep II omvat al
leenstaanden van 27 jaar en ouder,
III aleenverdieners, (gehuwden en
ongehuwd samenwonenden met
een partner zonder inkomen) en IV
alleenstaande ouders met afhanke
lijke kinderen.
belasting
vrijstellings
reductie
vrije som
grens
grens
f 7.474
f 6.727
f 11.436
f 7.889
f 7.101
f 12.072
f "8.691
f 7.822
f13.298
f 11.211
f 10.090
f17.153
f 11.626
f 10.464
f17.789
f 14.948
f 13.454
f22.872
f15.363
f13.827
f23.506
f 16.967
f15.271
f25.961
f13.454
f12.109
f20.586
f13.869
f 12.483
f21.222
f18.386
f 16.548
f28.132
ge van de aow/aww premie. De ver
schuldigde premiebedragen voor
akw, aaw en awbz worden name
lijk afgeleid van het verschuldigde
premiebedrag aan aow/aww.
De franchise of premievrije voet in
de wao bedraagt f91,- per dag.
De premies wachtgeldverzekering
en Ziektewet (zw) verschillen per
bedrijfsvereniging. Weergegeven
zijn de door het ministerie van so
ciale zaken en werkgelegenheid
geraamde landelijk gemiddelde
premies voor het bedrijfsleven.
Voor aow-uitkeringsgerechtigden
die verzekerd zijn krachtens de
verplichte ziekenfondsverzekering
geldt een premie van 2,95 procent
over de aow-uitkering. Over -het
meerdere dient een premie van 9,8
procent te worden betaald. De
loongrens voor toelating tot de ver
plichte ziekenfondsverzekering
bedraagt f 49.150,- per jaar.
Vrijstelling
Vanaf 1 januari 1987 worden de
premievrijstelling- en reductie-
grenzen voor de volksverzekerin
gen (aow, aww, akw, awbz en aaw)
aangepast, de regeling voor vrij
stelling of reductie geldt voor men
sen met een gering inkomen van
wie deze premies worden geïnd via
een aanslag. Het gaat onder andere
om kleine zelfstandigen en mensen
die werken zonder dienstbetrek
king, zoals thuiswerkers en alfa
hulpen. Zij vallen niet onder de
loonbelasting en de werknemers
verzekeringen, omdat zij minder
dan 40 procent van het minimum
loon verdienen.
De regeling geldt niet voor hen
die een aanslag ontvangen voor de
premies volksverzekeringen waar
mee al betaalde premies aow en
aww worden verrekend. Degenen
van wie premie wordt ingehouden
met toepassing van de zogenaam
de rose loonbelasting- en premieta
bellen, kunnen in beginsel wel een
beroep doen op de regeling.
De premies worden niet of maar
voor een deel ingevorderd bij een
gering inkomen. De inkomens
grenzen die daarbij worden gehan
teerd, gelden voor iedere premie
plichtige afzonderlijk en alleen het
eigen inkomen wordt erbij betrok
ken.
De premievrijstellingsgrens be
draagt negentig procent van de be
lastingvrije som. Dat wil zeggen
dat men vrijgesteld is van premie
betaling als het premie-inkomen
lager is dan dit bedrag. Uitkerin
gen op grond van de aow en de
aww worden bij de berekening van
de hoogte van het premie-inkomen
meegeteld. De belastingvrije som
is voor iedereen verschillend. Deze
kan bestaan uit de algemene belas
tingvrije som, een tariefgroeptoe
slag, de arbeidstoeslag, de aanvul
lende arbeidstoeslag of de aanvul
lende alleenstaande-ouder-toeslag.
Voor tweeverdieners kan daar
eventueel nog het bedrag van de
voetoverheveling bijkomen; daar
mee wordt het onbenutte deel van
de belastingvrije som van de (hu-
welijks-)partner bedoeld.
De reductiegrens is vastgesteld
op zeventig procent van de premie-
vrijstellingsgrens. Bij een inkomen
tussen de vrijstellingsgrens en de
reductiegrens is een oplopend per
centage vah de premie verschul
digd. Bij een inkomen gelijk aan of
hoger dan de reductiegrens moet
de volledige premie worden be
taald. De premie wordt eveneens
volledig ingevorderd als de verze
kerde (of zijn/haar partner) in aan
merking komt voor een aanslag in
de vermogensbelasting.
Minimumloon
Het wettelijk minimumloon en
minimumjeugdloon worden per 1
januari en 1 juli 1987 niet gewij
zigd. De netto-bedragen kunnen
volgend jaar iets afwijken door wij
ziging in sociale premies en belas
tingen.
Voor een werknemer van 23 jaar
of ouder blijft het bruto minimum
loon per 1 januari 1987 per maand
f 1.987,70, per week f 458,70 en per
dag: f91,74.
De bruto minimumjeugdlonen
bedragen per 1 januari 1987:
resp.: leeftijd, percentage van het
minimumloon van 23-jarige en ou
der, per maand, per week:
22 85 f 1.689,50 f389,90
21 7 2 Vb f 1.441,10 f332,60
20 6IV2 f 1.222,40 f282,10
19 52Vè f 1.043,50 f240,80
18 45Vb f 904,40 f208,70
17 39Vb f 785,10 f 181,20
16 34 Vb f 685,80 f 158,30
15 30 f 596,30 f 137,60
Voor een 16-jarige is het mini
mumjeugdloon per 1 januari 1987
bij twee dagen partiële leerplicht
en een werkweek van drie dagen
f411,48 per maand en f 94,98 per
week.
De netto minimumloon- en mini
mumjeugdloonbedragen kunnen
per bedrijfstak verschillen. Dit
komt onder meer door verschillen
in premieheffing door bedrijfsver
enigingen en door andere inhou
dingen. De onderstaande netto be
dragen geven daarom alleen een
globale aanduiding.
De netto minimumloonbedragen
voor werknemers van 23 jaar en
ouder zijn afgerond globaal als
volgt:
per maand per week
Belasting-
groep I f 1.400 (was: f 1.396) f323
groep II f 1.469 (was: f 1.467) f 339
groep III f 1.519 (was: f 1.516) f351
groep IV f 1.499 (was: f 1.497) f 346
Voor ongehuwde werknemers van
22 jaar en jonger bedraagt het netto
minimumloon globaal:
leeftijd per maand per week
22 jaar f 1.226 f 283
21 jaar f 1.063 f 245
20 jaar f 919 f 212
19 jaar f 801 f 185
18 jaar f 708 f 163
17 jaar f 629 f 145
16 jaar f 550 f 127
15 jaar f 478 f 110
Het ministerie van sociale zaken
en werkgelegenheid heeft dinsdag
de bedragen bekendgemaakt die
volgend jaar gaan gelden voor de
ioaw- en bijstandsuitkeringen.
Het ministerie kon dat doen na
dat de Eerste Kamer instemde met
het wetsvoorstel om volgend jaar
de sociale en enkele andere uitke
ringen te bevriezen. De Tweede
Kamer was daarmee al eerder ak
koord gegaan. Ondanks de bevrie
zing zijn de bijstandsbedragen
door wijziging in de sociale pre
mies en belasting in de meeste ge
vallen iets hoger dan afgelopen
jaar.
Ioaw
De Inkomensvoorziening voor
Oudere en gedeeltelijk Arbeidson
geschikte Werkloze werknemers
(Ioaw) is bestemd voor oudere
langdurige werklozen die 50 jaar of
ouder waren op het moment dat zij
werkloos werden en voor gedeelte
lijk arbeidsongeschikte werklozen,
ongeacht hun leeftijd. De ioaw
geldt, nadat de uitkeringsperiode
voor de nieuwe werkloosheidswet
is verstreken.
De bruto uitkering bedraagt voor:
per maand vakantie-uitkering per
maand
gehuwde en ongehuwde
partners f. 1.956.18 f. 146,72
éénoudergezinnen
f. 1.765,81 I 132,44
alleenstaanden vanaf
27 jaarf. 1.358.29 f. 101,87
maand. Voor éénoudergezinnen is
het normbedfag f310,65 per week
en f 1.346,25 per maand. Bij gezin
nen die met anderen een woning
bewonen, vindt een vaste aftrek
plaats van f 157,70 per maand.
Het vakantiegeld bedraagt bij
echtparen f81,31 per maand en bij
éénoudergezinnen f73,18 per
maand.
Voor thuiswonende (werklo
ze) kinderen zijn de normbedra
gen:
per week per maand
bij 20 jaar f 99,80 f 432,40
bij 19 jaar f 79,75 f 345,60
bij 18 jaar f 79,25 f 343,50
Voor alleenstaanden (niet-wo-
ningdelers) zijn de normbedragen:
per week per maand
bij 23 jaar en ouder
f241,65 f 1047,05
bij 22 jaar f207,40 f 898,70
bij 21 jaar f 180,30 f 781,25
bij 18 t/m 20jaar f 168,80 f 731,50
Voor alleenstaanden (woningde
lers) zijn de normbedragen:
per week per maand
bij 23 jaar en ouder
f205,25 f889,35
bij 22jaar f 175,95 f762,40
bij 18t/m21 jaar f 168,80 f731,50
Op de uitkering van ouders met
meerdeijarige inwonende kinde
ren en inwonende kinderen met ei
gen inkomsten wordt - ongeacht
het aantal kinderen - een bedrag
van f36,40 per week of f 157,70 per
maand in mindering gebracht. De
zelfde aftrek geldt voor bijstands
gerechtigden met één onderhuur
der. Voor mensen met één kost
ganger geldt een aftrek van f55,20
per week of f239,30 per maand.
Heeft men meer dan één onder
huurder of kostganger, dan stelt de
gemeente per geval vast welk ge
deelte van het kps.tgeld of de bruto
onderhuur wordt aangemerkt als
netto inkomsten die op de uitke
ring in mindering worden ge
bracht.
f 224,35 per maand voor het
hoofd van een éénoudergezin en
voor een echtpaar, met of zonder
kinderen;
f 157,05 per maand voor een al
leenstaande van 23 jaar of ouder;
f 64,85 per maand vooi
sinwonende van 20 jaar.
a thui-
Voor alleenstaanden beneden de
23 jaar en thuiswonenden onder de
20 jaar gelden aparte bedragen.
Eigen vermogen
Niet al het spaargeld behoeft te
worden aangesproken voordat
men voor bijstand in aanmerking
komt. Het vrij te laten vermogen is
f 15.900,- voor gezinnen en f7.950,-
voor alleenstaanden.
Voor mensen die een bijstands
uitkering ontvangen voor hun da
gelijkse levensonderhoud, jonger
zijn dan 65 jaar en een eigen huis
bewonen, geldt een extra vrijla
ting. Bij hen wordt van het vermo
gen in het huis namelijk nog eens
f 15.000,- volledig vrijgelaten en
van het meerdere de helft. De tota
le vermogensvrijlating is begrensd
tot f75.700,- voor gezinnen en
f 67,750,- voor alleenstaanden.