'Schoonheid is combinatie van uiterlijk en innerlijk' Limetree Records: jong jazziabel maakt furore Visitekaartje van hartspecialist en bankmanager Filmster en fotomodel Apollonia van Ravenstein: ZATERDAG 27 DECEMBER 1986 RADIO-TV-KUNST PAGINA 25 OOSTERBEEK (GPD) - Het had iets kneuterigs in de ja ren zestig, die grammofoonplatenserie ,Jazz behind the di kes'. Je wist, dat zoiets ook nooit buiten die dijken zou treden. Tegenwoordig pakken ze dat anders aan, in het rustieke Oosterbeek bijvoorbeeld. Daar is het nog jonge jazziabel Limetree Records gevestigd, dat eerst opviel door het uitbrengen van kwaliteits-elpees van Nederland se topmusici en vervolgens door op de internationale markt te verschijnen met namen als Chet Baker, Irv Roch- lin en Kirk Lightsey. Twee Limetree-visitekaartjes met roll Garner. We hebben wel alle verschillende namen: op het ene twee een voorkeur voor pianomu- staat ,Tom Molkenboer manager/ ziek". producer', op het andere ,Rob Rij- neke advisory director'. Voor et afspraak met deze heren moet flink in de agenda gebladerd 1 Molkenboer: „Ik heb dan ook veertien jaar klassieke pianoles ge had. Ik stond voor de keuze om het conservatorium te gaan of den. Alleen, dat komt niet omdat niet. Ik heb het niet gedaan, omdat ze manager/producer en advisory er nog geen opleiding lichte mu- director zijn, maar omdat Molken- ziek was. En ik was me ervan be boer de leiding heeft over een bank wust, dat je verschrikkelijk goed in Oosterbeek en Rijneke hartspe- moest zijn om op eigen kracht in cialist is. Over amateurs gespro- de jazz aan de top te komen. Ik ken De verbazing moet er maar met een uit. Wat is er met hen gebeurd? Gestudeerde heren denken im mers met lichte weemoed terug aan de dixieland-avondjes van het begonnen ben", corps, die bemoeien zich toch niet met moderne jazz? Rijneke: „Inderdaad, als ik voorzag met een conservatorium opleiding een leven lang lesgeven en kamermuziek spelen. Ik heb er absoluut geen spijt van, dat ik niet die conservatorium-opleiding mlfn co\~kUkadaniS door Rijk van Rotterdam hun interesse vooral bij de dixie- Rob Rijneke (links) en Tom Molkenboer, de breinen achter het jazziabel Limetree Records (foto GPD) landmuziek. Er zijn er maar nig, die van moderne jazz houden. En bij de klassieke muziek gaat het w meestal ook om het Feest der Her- ook af wat dat moet worden! Ér kenning en niet om hedendaagse studeren er nu al duizend af. Waar Rijneke: „Nu er wel voor lichte muziek opgeleid wordt, vraag je je componisten", Molkenboer: „Ik hou van huis uit van jazz. Mijn moeder speelde voortreffelijk jazzpiano. Dat was Studiomuzikanten zijn dan nog wel in.de stijl van bijvoor- noeg" beeld Fats Waller. Maar dat ik van moderne jazz ben gaan houden, komt van mijn ouders af'. Rijneke: „Bij mij net zo. Mijn va der speelde jazzpiano in school- bands. In het begin luisterde ik naar Chris Barber, maar na de di xieland kwam er een plaatje van het Modern Jazz Quartet en van Er- moeten die straks allemaal heen^ Er zit natuurlijk best talent tussen, veel vraag is er verder niet. ook ge- Molkenboer: „Dat wordt dan c uitkering". Lolletje De geschiedenis van Limere- cords nu. Het begon met een lol letje, en er was de onvrede bij Mol kenboer over de gang van zaken in de Nederlandse jazzwereld. We schrijven het jaar 1980. Molkenboer: „Aan Nederlandse jazz werd niks gedaan. Ja, alleen in het BIM-huis in Amsterdam en er waren wat onduidelijke stichtin gen. Maar daar houd ik me afzijdig van. De pianist Irv Rochlin, een vriend van me, die zich in het be gin van de jaren zeventig met Ben Webster in Nederland gevestigd had, gaf een keer een slecht be zocht concert in een jazzkroeg. Ik woonde in die tijd in Vught en ik vroeg hem om bij mij thuis te ko men spelen. Dat deed hij en het werd een gigantisch succes. Ik had vijftig mensen uitgenodigd. Later zei ik tegen een andere vriend, di recteur-eigenaar van een verzeke ringsmaatschappij, datje eigenlijk met zo'n optreden iets moest doen, er een plaat van maken. Toen zei hij prompt: lever me maar 2000 ex emplaren. Dat regelde ik. Van de opbrengst hadden we een auto kunnen kopen, of leuk met vakan tie kunnen gaan. Maar we dachten: waarom zouden we er niet een ver volg aan geven". Aldus geschiedde. En dan kom je op een gegeven moment in de volgens Molkenboer „gekke" si tuatie te moeten kiezen tussen doorgaan of niet. „Het kost ontzet tend veel geld als hobby. Maar een professionele aanpak brengt tallo ze andere problemen met zich mee, financiële, fiscale, maar ook wat betreft het maken van de platen en de verkoop ervan". Voor zijn bank verhuisde Mol kenboer van Vught naar Ooster beek en dat werd eind 1984 „een heel nieuw startpunt" voor een professionele aanpak. Een finan ciering werd geregeld om de conti- nuiteit van het uitbrengen van el pees te waarborgen, de presentatie moest professioneel worden. In het gesprek vallen in dit stadium ter men als „herkenbaar produkt", „het uitstralen van inhoudelijke kwaliteit" en ..mensen met know how om je heen verzamelen". Bin nen dit laatste kader kwam adviso ry director annex hartspecialist Rijneke er bij. Molkenboer: „Om zijn kennis van stijlen, soorten en de juiste musici. Je moet kritisch zijn ten opzichte van wat je wel of niet uitbrengt, je afvragen of iets kans van slagen heeft". Producertje Als andere gouden grepen noemt hij grafisch ontwerper Rinus Smit, die niet alleen zijn vak, maar ook de jazz kent als consument en als slagwerker en echtgenote Nies Molkenboer, die een optimale in breng heeft, of het nu de admini stratie per computer betreft of het in de hoezen schuiven van platen. De echtgenoot zich spiegelend aan zijn vrouw: „In wezen ben ik maar een dom producertje". Toch niet te dom om op een ge geven moment in te zien, dat het idee van alleen maar Nederlandse jazz uitbrengen „volstrekt onhaal baar" is. „Wat dat betreft heeft het Nederlandse publiek altijd een merkwaardige houding aangeno men. Een snerttoeteraar uit Ameri ka vinden ze altijd nog beter dan iemand als Ferdinand Povel. Aan de andere kant verkopen de Neder landse muzikanten zich ook niet al tijd even best. Dat is in Amerika wel even anders. Hier werken som migen volop mee om een plaat te maken, maar als die er is doen ze er niets meer aan". Rijneke: „Ik denk, dat die muzi kanten dan allang weer lopen na te denken over een volgende produk- tie". Molkenboer: „Maar een muzi kant is toch ook een ondernemer. Hij moet zichzelf verkopen. Maar daar hebben we nu een oplossing voor: de muzikant participeert ge woon mee in het risico. Als een muzikant een plaat wil maken bij ons, moet hij ons een kant en klare opname leveren. Daarna krijgt hij een voorraad platen van ons om tij dens concerten te verkopen. Ik hoop, dat daar een prikkeling van uit gaat. Veel muzikanten denken niet commercieel". Buitenland „Door al dit soort dingen zijn we begin dit jaar toch het buitenland gaan opzoeken. We hebben contac ten gelegd met buitenlandse musi ci en distributeurs. We hebben een distributie-systeem, waarbij menig Europees jazziabel zijn vingers zal aflikken. Er worden voor een eer ste zending naar het buitenland nu 2000 exemplaren besteld. Dat is wel iets anders dan 250 exempla ren in Nederland. En de verwach tingen voor komende produkties zijn 20.000 exemplaren, die wereld wijd afgezet worden". Over de Nederlandse geluids technici is Molkenboer lyrisch. Max Bolleman van een studio in Monster is grandioos, Jan Kranen donk van een andere studio noemt hij „monsterlijk", let wel: in posi tieve zin. Er komt een plaat uit met Lex Jasper en 22 strijkers, gedirigeerd door Rogier van Otterlo, „Lexpres- sion". Molkenboer: „Willem Duys prjjst die plaat de hemel in, op de hoestektst dan. Hy gaat er een hele uitzending aan wijden. Het is niet meer echt jazz, maar ik wil me ook niet meer in het jazzhoekje laten drukken". Verwatert hier wellicht enig idealisme? Naar Rijnekes woorden te oordelen valt dat wel mee. „Uit het potje, dat we zo krijgen, kun nen we weer Nederlandse jazzpro- jecten betalen". Maar wat te den ken van de snaakse opmerking van Molkenboer, dat platen ook „keuri ge relatiegeschenken voor bedrij ven" zijn? Evenmin tekenend voor het jargon van de liefhebber van moderne jazz is: „Met een gezond bedrijf kun je veel meer vuist ma ken. Hoe groter de omzet, hoe meer je in de marge kunt doen". Rijneke legt uit: „Zoals bij de grote platenmaatschappijen de klassieke uitgaven gefinancierd kunnen worden dankzij de inkomsten uit de popmuziek". Enthousiast vertelt Molkenboer nog over de muzikanten, die je als labelmanager over de vloer krijgt. Zoals die zich soms gedragen, de collega's van de bank zouden het eens moeten meemaken. Advertentie Bij het afscheid is er foldermate riaal. Trots wordt een fotokopie ge toond van een pagina uit een Frans muziektijdschrift met een adver tentie voor Limetree Records. Mol kenboer: „Zo kennen ze ons ook in Japan". De interviewer mag nog een plaat uitkiezen. Het wordt Ne derlands, om te horen of de kwali teit er, vooral ook opname-tech nisch, inderdaad op vooruit gegaan is sinds „Jazz behind the dikes". Keuze: Dick de Graaf Quartet, „Hot, Hazy and Humid". Oordeel: AMSTERDAM (GPD) - „Ik heb een soort beschermen gel", vindt de 34-jarige Apollonia van Ravenstein „en die zorgt er voor dat de leuke dingen altijd mijn kant opkomen". Op dit mo ment staat zij in de belang stelling met haar debuut in de Nederlandse speelfilm 'Flodder' van Dick Maas en Laurens Geels. Na een al vroeg begonnen carrière als fotomodel "(zij was zestien toen haar broer Theo haar vanuit een schoenmakers gezin in Geldrop begeleidde naar Amerika om er te gaan werken voor de grote publi citeitsmedia) kwam zij drie jaar geleden terug naar Ne derland. „Omdat ik dolverliefd werd op mijn Nederlandse man, holderde bolder trouwde en na elf keiharde jaren van werk en stress toe was aan een rustperiode. Die rust heb ik gevonden in Amsterdam", ver telt ze „Wat een mooi dorp... verge leken bij New York!". Apollonia praat na afloop van de perspremière van Flodder be dachtzaam en met precisie over haar werk als actrice. Ze draagt eenzelfde soort pak waarmee ze in de film te zien is: nauwsluitend, de contouren van haar lange lijf (1.78 m) goed geaccentueerd in een roestbruine tint die haar huid een diepere gloed geeft. Haar bewegin gen zijn soepel, het sprekende ge zicht met de hoge jukbeenderen en de diepliggende ogen ('mijn talen ten', vindt ze) is, op wat oogscha duw na, onopgemaakt. Stuntwerk Apollonia: „Als fotomodel ben ik vooral beroemd geworden door mijn stuntwerk. Het was nooit al leen maar mooi zijn, er zat altijd een extra dimensie aan. Ik ben van rotsen gesprongen, heb bergen be klommen, in woestijnen gebivak keerd, op ijsvlakten gesleed en in tropische regenwouden gerend. Later, in New York, zijn daar ande re dingen bijgekomen, ik werd ge vraagd door Andy Warhol om in één van zijn (alternatieve) films te spelen en benaderd door Fred Wi seman, voor wie ik 'Seraphite's Diary' maakte. Het is vooral door die film gekomen dat Dick Maas en Laurens Geels mij vroegen voor de rol van Yolanda". En dan, enigszins verbaasd: „Ja. Zo is het altijd in mijn leven ge gaan. Ik heb eerlijk gezegd nooit hoeven leuren en zeuren om jobs. Het is altijd up to me geweest". Ze vertelt over haar werk nu, te rug in Nederland, het lijkt haast: terug naar af. Apollonia: „Welnee, zo moetje dat niet zien. Je doet ge woon wat je doet en dan gaat het om de hele wereld. Alles interna tionaal dus, een fotosessie op de Bermuda's is net zo gewoon als een paar dagen poseren in Parijs, 't Is bij mij nooit alleen maar Amerika, of alleen maar Nederland ge weest". door Margriet Hunfeld „Op dit moment heb ik het ra zend druk. Dat komt grotendeels door het maken van 'Flodder', maar ook door mijn werk als mo del; hoewel ik nu kieskeuriger ben geworden en het bovendien even duurt voordat ze in Nederland we ten wie ik ben en wat ik kan. Zo'n reclamespot tegen roos doe ik dus niet meer". Veel geld „Ik wil me toch concentreren op hele mooie reportages enerzijds en anderzijds op de dingen die echt veel geld opleveren. Tegenwoordig betalen ze een fotomodel in New York zo'n drie en een half duizend dollar, een kleine tienduizend gul den dus, per dag, die bedragen zijn enorm. Het leven is daar weliswaar stukken duurder en stukken snel ler, maar toen ik net in New York woonde werd er toch niet zo vrese lijk veel betaald als nu". „Je wordt er enorm door gesti muleerd, gedreven haast. Dat maakt het leuk, maar ook ver moeiend. New York is een stad die je veel energie geeft, maar ook veel van je neemt. Ik heb het er goed gehad, veel geld verdiend en er ruim van geleefd. Toch mis ik mijn leven daar geen moment, op geen enkele manier, alleen mijn vrien den wil ik af en toe nog eens zien, daarom heb ik mijn appartement aangehouden. Dan kan ik er altijd naar toe". „Mijn grote filmvoorbeelden", vindt ze „zijn de actrices die karak terrollen spelen. Meryl Streep, Jeanne Moreau, Renée Soutendijk, Sophia Loren. Het gaat mij er om hoe zij emoties uitdragen, wat ze daar mee doen. Dat heeft me enorm geïnspireerd om meervan zo'n filmrol te maken, dan er op het eerste gezicht inzit. Dick Maas en mijn tegenspeler Huub Stapel heb ben mij daar bij geholpen, maar ook het feit dat Dick Maas nader hand niet meer ingreep in de tek sten heeft het voor mij makkelijker gemaakt. Ik kon me op die manier goed voorbereiden en werd niet plotseling geconfronteerd met nieuwe wendingen of een andere dialoog". „Trouwens, Liz Snoyink is een fantastisch mens, een echte profes sional. Daar trek je je dan aan op. Het moeilijkste vond ik nog het le ren autorijden, want dat kon ik niet. In de scAene met Liz, waarin ik een ongeluk moet ensceneren, was dat even heel lastig". Ze vervolgt: „Verder heb ik, hier in Nederland, geen enkele acteer les gehad. Wèl in Amerika, onder anderen van John Strassberg (de zoon van Lee Strassberg) en van Robert Modigo in Carnegie Hall. In januari", zegt ze ijverig „ga ik les- nemen bij Madeleine Lening en een workshop doen bij de Actor's Studio. Ja, mijn hart ligt toch wel bij het acteren". Schoonheid - Dus acteren is niet i stap geweest om het 'oud worden' als fotomodel te ontlopen. Apollonia, nuchter: „Als je ze ventien jaar lang fotomodel bent geweest, dan heb je het onderhand allemaal wel gezien. Wat kan je nog LISSE - De TROS-televisie zendt vanavond het amusementsprogramma 'De eerste de beste' vanuit de Stassen- doen in je werk dat nog een uitda- hal in Lisse uit. In dit programma zal een aanval worden gedaan op het wereldrecord dominostenen laten ging is. Het acteren heeft me bo omwollen. De bedoeling is, dat er 1.250.000 dominostenen tegen de vlakte zullen gaan. Dominostenen, die door yendien altijd getrokken, daar zit- studenten van diverse technische universiteiten zijn opgebouwd. De uitzending begint om 19.12 uur op Neder- ten kanten aan die ik wil uitprobe- land 2 (fotoGPD) ren, uitdiepen Apollonia van Ravenstein: beroemd geworden door stuntwerk „Ach, dat 'oud worden' is bij mij erg betrekkelijk. Mensen zeggen me dat ik ook voor 25 door kan gaan, dus daar hoef ik me voorlo pig geen zorgen over te maken. Heb ik ook nooit gedaan, trou wens. Ik vind schoonheid een com binatie van uiterlijk en innerlijk. Je gevoel, je persoonlijkheid spelen daarin mee. Als die een goede ont wikkeling doormaken, blijf je als vrouw en als mens lang mooi. Daar geloof ik heilig in. Daarom ben ik aan yoga gaan doen, om dat alles in evenwicht te houden". - Toch behoor je in New York tot de 'jet set van de mooie Apollonia, stérk relativerend: „Het zijn niet mijn naaste vrien den, maar ik zit wel in dat circuit, ja. En dat circuit blijft. Als ik naar New York ga of naar Londen, dan ben ik meteen uitgenodigd op de feestjes en dan weet ik meteen de plek where it is happening. Dat is mijn hele leven - Is dat leuk? Apollonia: „Ja, dat is heel leuk. Je leert de beroemdheden kennen als gewone mensen, met hun ziek ten, sores en verdrietjes. Je kijkt er niet echt meer tegenop, wanneer je er eenmaal bijhoort. Ik denk dat ik mee kon komen in dat circuit door mijn personality. Je wordt nooit ergens alleen maar gevraagd om hoe je er uit ziet, je moet ook met mensen kunnen converseren. Je moet eigenlijk gewoon een leuk mens zijn, iemand met wie ze kun nen opschieten. Ik bedoel, als je geaccepteerd wordt in zo'n circuit, dan betekent het dat 't van binnen Aen van buiten komt". Ze zegt opeens fel: „Het gaat nooit alleen maar om het uiterlijk. Nóóit. Nóóit". Impulsief - Wat is je toekomstverwachting? Doorgaan met filmen, een gezin stichten of terug naar defotomodel- lencarrière? (foto GPD) Apollonia: „Ik ben een impulsief mens. Als ik vandaag zin zou krij gen in een kind dan is de kans groot dat het ook gebeurt. Maar ik heb op dit moment een heerlijk le ven met mijn man. We zijn vrij, we leven avontuurlijk, reizen veel en we zijn dol op elkaar. Dus de be hoefte aan een kind is er helemaal niet. Dat betekent ook dat ik vooral beschikbaar wil kunnen zijn voor filmrollen. Er zijn op dit moment geen andere aanbiedingen, maar dat is waarschijnlijk een kwestie van afwachten wat 'Flodder' gaat doen. Ik denk dat die film een groot succes wordt en dat ik daar mijn voordeel mee kan doen". „Ik ben wel heel lang heel naief geweest", zegt ze dan opeens. „Daardoor heb ik vaak mijn hoofd gestoten, een kwestie van veel val len en opstaan, maar dat heeft me geleerd om goed naar mensen te luisteren. Vooral naar de dingen die ze niet zeggen. Want in mijn werk zijn mooie beloften gauw ge daan en prachtige aanbiedingen snel toegezegd".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25