De dag dat de Rijn stierf Nieuws (makers) van 1986. Vrijdagnacht 1 november om 16 minuten over twaalf. Branda larm op het terrein van de che- migigant Sandoz in Bazel. De oude loods 956 brandt, het is de plek waar Sandoz een jaar gele den jubelend het 100-jarig be staan vierde. Ontploffende vaten, tientallen meters hoge vlammen in de meest exotische kleuren. Er heeft weer een 'gebeurtenis' plaats bij de 'Chemischen'. Een gebeurtenis, want zo plegen de Bazelse chemiereuzen Sandoz, Ciba Geicy en Hoffmann La Ro che ongelukkken te omschrij ven. door Hans Hoogendijk Bazel slaapt door, terwijl 180 brand- weerlieden miljoenen liters water op de honderden tonnen chemicaliën spuiten. Het is Rijnwater. De rivier die later bloed rood kleurt en sterft. Maar niemand weet het. Zware wolken hangen boven de Noordzwitserse industriestad. Ze blijken niet giftig te zijn. Maar niemand weet het. Alarm Om drie uur 's ochtends neemt een mi lieubeambte een kijkje bij Rijn-kilome- terpaal 169 en vat het kloeke besluit op Internationaal Rijn Alarm te geven. Een half uur later arriveert de man bij het cri siscentrum om zijn besluit mee te delen. De dienstdoende politieman zegt dat het alarm al om drie uur is afgekondigd. De milieu-agent gaat getroost heen. Helaas is er op de verkeerde knop gedrukt en dus is er geen internationaal alarm gege ven. Ook dat weet niemand. Zaterdagavond om 20 minüten voor twaalf, bijna 24 uur nadat loods 956 in vlammen op ging, wordt de fout ont dekt. De Rijn is dan al over een afstand van 100 kilometer dood. Dat weet nog bijna niemand. Met een snelheid van 3,7 kilometer per uur trekt de inmiddels tientallen kilome ters lange dodelijke gifsliert stroomaf waarts. De eerste dode palingen worden bij Bazel uit het water gevist, maar van verontwaardiging is nog niet veel te merken. Bazel staat nog recht overeind, ook al heeft het weinig gescheeld. De topdirec- teur van Sandoz staat drie dagen na de brand de plaatselijke krant een inter view toe. De teneur: 'Sorry hoor, maar met een zeker risico moetje leren leven'. Hij voegt eraan toe: "Als we van alles moeten veranderen, dan zullen we een nieuwe standplaats moeten zoeken". Bijna de helft van de Bazelsé*bevolking leeft van de chemie en is er ook bijna mee gestorven. Minimaal Het gif stroomt verder, doet zijn dode lijk werk en bereikt de Westduitse deel staat Baden-Württemberg. De minister van milieu in deze deelstaat, Gerhard Weisser, laat geruststellende geluiden horen: "De belasting is minimaal. Het valt allemaal best mee". Een vertwijfel de milieubeschermer, die bij de Rijn heeft gekeken, laat zijh woede de vrije loop: "Het valt wel mee? Man, de vogels vallen dood uit de lucht. Er leeft hele maal niets meer in de rivier". Dezelfde dag opent de kersverse West duitse milieuminister Walter Wallmann een congres van de Europese christen democraten over het milieu. Geen woord over de gifstroom, maar die heeft Bonn dan ook nog niet bereikt. Dat ge beurt pas op 7 november en met het na deren van het gif worden ook de berich ten alarmerender. In de controlestations sterven de watervlooien, in de Rijn al het leven. Sandoz lijkt ook wel gestorven, want het bedrijf zwijgt nog in alle talen. Het gif stroomt voorbij de Westduitse Bondsdag en dan ontploft met een week vertraging de chemische bom. De ene alarmmelding- na de andere verschijnt. De waterleidingbedrijven sluiten hun innamepunten. In een aantal dorpen komt er geen druppel meer uit de kraan. SPD-politicus Willy Brandt heeft het over 'Tsjernobil aan de Rijn'. West-Duitsland wordt langzaam wit heet. In Nederland roert zich nog nie mand. Deskundigen verklaren dat het Helvetia, een beeld van Beate Eichin, kijkt uit over de Rijn. gif zich wel zal verdunnen, de monsters die ze uit de Bondsrepubliek hebben ge kregen worden niet verontrustend geacht. Getwijfeld wordt aan de concen tratiewaarden die in de Bondsrepubliek worden vrijgegeven. Er ligt ook nog een paar honderd kilometer Rijn tussen het controlepunt in Bad Honnef en Lobith. Sandoz zwijgt nog altijd. Maar de druk groeit. De Westduitse kranten brengen dagelijks pagina's vol over de giframp. Het regent officiële ad viezen om bijvoorbeeld met de hond ver van de Rijn te blijven, anders heb je mo gelijk een dood beest aan je riem han gen. Koeien? Ook weg van het water. Reportages over de laatste beroepsvis ser, die nu zijn netten definitief aan de wilgen kan hangen. Oude mannen en vrouwen met tranen in hun ogen kij kend naar het grauwe Rijnwater, waar ze ooit in hebben gezwommen. Aquarium Beelden uit het centrale Westduitse controle-instituut in Koblenz. Het is het zenuwcentrum van de gifcontrole. Tweehonderd wetenschappers zijn dag en nacht bezig het water te controleren. Ingenieuze apparaten analyseren de wa- 'Een gebeurtenis'. Zo plegen de Zwitserse chemiegiganten ongelukken in hun fabrieken te noemen. De gebeurtenis van 1 november leidde tot Westeuropese verontwaardiging alom. Na een brand bij de Bazeise fabriek Sandoz stromen chemicaliën in de Rijn. Lange tijd is men zich onbewust van het gevaar, terwijl de rivier bloedrood kleurt en sterft. Het bedrijfsleven zwijgt, de politiek slaapt. Men demonstreert: "Vroeger werden bronvergiftigers opgehangen, tegenwoordig dragen ze driedelige pakken" termonsters. Maar het beste alarm staat in de kelder. Daar zwemmen 14 bleek rode vissen in een aquarium dat con stant 'vers' Rijnwater krijgt. Zit er te veel gif in, dan sterven ze. Ook hier schiet de natuur nog te hulp als de mens met al zijn elektronica faalt. Een week na de 'gebeurtenis' hebben de heren van Sandoz zich verschanst op Een week na de ramp worden bij Sandoz chemicaliën opgeruimd. de hoogste verdieping van hun kantoor flat. Nog steeds geen commentaar, maar wat in Zwitserland tientallen jaren luk te, gaat nu niet meer op: Sandoz moet met de billen bloot. En pas dan wordt heel langzaam duidelijk wat er is ge beurd en wat er allemaal nog had kun nen gebeuren. Er komen lijsten vrij met de meest in gewikkelde chemische termen. Vakjour nalisten raadplegen experts en al gauw wordt zonneklaar dat Bazel en grote ge bieden in Frankrijk en West-Duitsland op het nippertje aan een catastrofe zijn ontsnapt. Eén Sandoz-directeur zou vol gens sommige berichten razendsnel zijn koffers hebben gepakt en met zijn hele gezin gevlucht. Groot gelijk. De Rijnstaten worden nu echt wakker. De Westduitse regering wijdt een spoed vergadering aan de giframp. Walter Wallmann verklaart dat zijn nieuwe mi nisterie de zaakjes goed voor elkaar had. Waarop kanselier Helmut Kohl sarcas tisch opmerkt dat minister Genscher in de tijd dat hij nog over milieu ging, dat anders had aangepakt. Genscher had me teen een helikopter genomen en was de zaak ter plekke gaan inspecteren. Dat le vert tenminste mooie tv-beelden op. Wallmann leert snel en laat daarna krijgshaftige taal horen. En als het gif Nederland bereikt meldt zich een strijd lustige minister Neelie Smit-Kroes: "Dit pikken we niet". Lesje leren Nederland sluit zijn sluizen en Neelie Smit-Kroes vliegt in de regerings Fel lowship naar Zürich om daar de Zwit sers eens een lesje te leren. Journalisten mogen gratis mee. Zwitserland zal de re kening wel krijgen. Walter Walmman doet hetzelfde, maar dan in een vlieg tuig van de Luftwaffe en beiden clai men het initiatief tot deze ministerscon ferentie te hebben genomen. Het is inmiddels 12 november. De Zwitsers zitten behoorlijk in hun maag met de uitgebroken buitenlandse woe de. Dat de bejaarde president Egli nu vlak voor zijn pensioen nog zo iets moet meemaken. Egli en Sandoz gaan de are na in met een blanco cheque, maar ze hebben duidelijk buiten de waard gere kend. De Nederlanders, Fransen en Duitsers willen meer zien dan alleen geld. De rekening wordt dubbel. In de eerste plaats zullen de Zwitsers alles moeten betalen en in de tweede plaats zal de chemische concurrentie van de DSM, Hoechst, BASF en al die anderen mores worden geleerd. Het dient voorbij te zijn met de vrijplaats Ba zel, waar de winst sneller stroomt dan de Rijn. Tegen zo veel verbaal geweld zijn de Zwitsers niet opgewassen. Smit-Kroes en Wallmann vliegen 's avonds terug om het thuisfront over hun successen te be richten. In Rotterdam, aan het eind van de zwaar aangeslagen Rijn, zal verder worden gepraat. De bejaarde baron Van Lynden mag als voorzitter van de Rijncommissie, al les voorbereiden, of liever laten voorbe reiden. De Zwitsers likken hun wonden. Ciba Geigy, Hoffmann La Roche en na tuurlijk Sandoz beloven beterschap, maar hoe hun tientallen laboratoria, op slagplaatsen en fabrieken in het hartje van Bazel ooit aan de gestelde eisen kun nen voldoen, is iedereen een raadsel. De Rijn stroomt intussen half dood en half levend, gewoon door. In West- Duitsland roept Wallmann de chemi sche industrie weer bij elkaar om over maatregelen te praten. Hij geeft nog al tijd de voorkeur aan vrijwillige stappen van de chemie. De chemische industrie denkt er ook niet over om zich aan potte- kijkers over te leveren, want geheim houding staat hoog in het vaandel ge schreven. De Westduitse chemie zoekt het offensief: wat bij de Zwitserse colle ga's is gebeurd is hier toch onmogelijk: wij passen wel op onze zaakjes. Waanzin Een bijna-catastrofe als bij Sandoz is in West-Duitsland uitgesloten, betogen de heren en Wallmann gelooft het of zegt het in elk geval te geloven. Op zijn mi nisterie circuleren sinds augustus echter papieren waaruit blijkt dat een ramp zo als in Bhopal ook in de Bondsrepubliek mogelijk is. Een Westduitse hoogleraar stelt in een veel bekeken tv-uitzending: "Geen na tuurvolk gooit zijn afval in zijn drinkwa terverzorging. Op vergiftiging van de bronnen stond de doodstraf. Wij preste ren het echter een rivier te vergiftigen en er later met enorme meet- en zuiverings- installies weer drinkwater uit te maken. Dat is waanzin". Demonstranten zeggen het iets harder. Door Keulen trekken woedende burgers met spandoeken: "Vroeger werden bronvergiftigers opge hangen, tegenwoordig dragen ze driede lige pakken". De chemische industrie reageert met de opmerking dat de Rijn geen drinkwa terbron is. Direct niet, maar indirect zijn via oeverfiltraties 50 miljoen mensen voor hun water afhankelijk van de Rijn. De discussie wordt bijna academisch en we zitten ruim over de helft van de maand. En dan gebeuren er ineens een heleboel dingen. 21 november: bij BASF in Ludwigshaven barst een buis, 1100 li ter onkruidvernietigingsmiddel stroomt in de Rijn. De 'gebeurtenis' wordt veel te laat gemeld en blijkt veel ernstiger dan BASF heeft verteld. Wallmanns vertrou wen is nog niet geschokt, hooguit een beetje aangetast: "De BASF-top heeft niet bewust tegen mij gelogen". 22 november: bij Hoechst in Frankfort stroomt chloorbenzol in de Main. Ook hier zijn de schattingen van de milieu deskundigen veel hoger dan die van het bedrijf. 25 november: bij Bayer Urdin- gen stroomt 100 liter zwaar gif in de Rijn. De heren hadden het nooit gemeld als er niet toevallig een onaangekondigde overheidscontrole had plaatsgevonden. 25 november: olie in de Rijn. Een over ijverige ambtenaar geeft direct interna tionaal alarm, maar een steekproef leert dat deze nieuwe jobstijding uren later bij de meeste instanties nog niet is door gedrongen. Bild-Zietung klaagt: 'Arme Rijn, nu dodelijke olie'. 26 november: bij Bayer Leverkusen stroomt 800 liter me thanol in de rivier. Er tussendoor nog een handvol kleinere storingen. Sabotage? Lekkages, slecht werkende filterin stallaties, menselijk falen, kortom de in dustrie gebruikt dezelfde eufemistische uitdrukkingen als Sandoz. Hoechst, BASF, Bayer, ze raken in de verdruk king. 28 november: in het boulevardblad Bild slaat de chemielobby terug. Zo veel storingen achter elkaar kunnen geen toeval zijn. Een CDU-parlementariër: "Ik heb het vreselijke vermoeden dat hier ook sabotage in het spel is. Oost- blokagenten hebben de opdracht niet al leen onze bedrijven te bespioneren, maar ook om ze te saboteren". De voorziter van de chemische indus trie: "Het is een onbegrijpelijke opeen hoping van storingen. We moeten alles tot op de bodem uitzoeken. Menselijk fa len, de veiligheidsvoorschriften en ook sabotage. Ik waarschuw echter voor pa niek. Er is geen Tsjernobil aan de Rijn". De chemie in het nauw begint rare sprongen te maken. Maar ook de man die alles zet op vrijwillige maatregelen van de chemie, Walter Wallmann, komt sterk onder druk te staan. Hij kondigt maatregelen aan: de lijst met chemische stoffen wordt langer gemaakt, de veilig heidsvoorschriften voor de grote che mische jongens gaan ook gelden voor de kleintjes, de industrie moet melden waar zeer gevaarlijke insecticiden zijn opgeslagen en voor heel gevaarlijke stof fen wordt een gesloten koelsysteem ver plicht. Wallmann: "De Rijn is zwaar aangesla gen maar niet dood, en ondanks deze on gelukken is de waterkwaliteit beter dan tien jaar geleden". Minder optimistisch zijn de berichten die tegelijkertijd uit Zwitserland komen. De verdenking dat Sandoz nog steeds geen eerlijk spel speelt wordt bevestigd. Op een nieuwe lijst, die drie weken na de ramp wordt verspreid, duikt ineens een dioxine-achtige stof op. De Bazelse mi lieu-experts laten direct bodemmon sters nemen op de plaats van de brand. Het resultaat is schokkend: er wordt een levensgevaarlijk gif vastgesteld dat nauw verwant is aan het Seveso-dioxine. Wakker geschud Het Zwitserse parlement is wakker ge-; schud. Eindelijk wil men de chemiereu zen aanpakken. Een spreker ziet af van zijn redetijd. Hij zwijgt om de dode vis sen te gedenken. Sandoz-topdirecteur Mare Moret: "Denk er eens aan wat er zou gebeuren als er geen chemie meer zou zijn. De chemie is een deel van onze welstand. Een consequentie van die wel stand is de milieuvervuiling". Veel inwoners van Bazel pikken de woorden van hun broodheren echter niet meer. Het laatste novemberweek- einde wordt er een grote manifestatie ge houden: 'Guituur aan een dode rivier'. En de laatste novembernacht hangen in woners zwarte doeken uit het raam 'Een maand later, een stad herinnert zich'.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 15