In het voetspoor van Livingstone Botswana: een Biesboschvol wilde dieren op aai-afstand ZATERDAG 29 NOVEMBER 1986 TOERISME PAGINA 33 Het is met een Cessna vanaf de luchthaven Lanseria bij Johannes burg slechts drie uur vliegen naar Maun. Het eerste gedeelte toont de Transvaal en het 'onafhankelijke' thuisland Bophuthatswana, waar blanke boeren, ondanks een hard nekkige droogte, er nog altijd in sla gen om met redelijk succes een agrarisch bedrijf in stand te houden. Doch hoe noordelijker men vliegt, des te schaarser worden de bewerkte stuk ken land. En geleidelijk aan verandert het decor en verschijnt er een landschap dat aan de maan doet denken. Want an ders kan de Kgalagadi, beter bekend als de Kalahari-woestijn, niet genoemd wor den. De Kalahari is een wonderlijk gebied, dat zich door een martelende droogte en hitte in een snel tempo verder uitbreidt: naar het zuiden tot ver in Zuid-Afrika, waar het de Karoo heet, en naar het wes ten en noorden tot in Namibië en Ango la. Het bestaat uit uitgestrekte zandfor- maties, die door de wind steeds weer veranderen, afgewisseld door schaarse plukjes vegetatie. En deze woestijn be heerst tweederde van Botswana, een land zo groot als Frankrijk en België sa- Uniek Binnen de Kalahari, waar nauwelijks mensen wonen en waar wegen en water plaatsen slechts sporadisch zijn te vin den, ligt een aantal officiële nationale parken. De bekendste zijn het Khutse wildpark, dat grenst aan het grotere, maar moeilijk toegankelijke Centrale Kalahari Wildpark en naar het noorden zijn er het Nxai Pan- en het Makgadikga- di Wildpark. Bijna niet beïnvloed door de moderne wereld kan men daar wild aantreffen, zoals dat eigenlijk nergens ter wereld meer mogelijk is. Blauwe wil- debeesten, springbokken, olifanten, leeuwen, luipaarden, gemsbokken, ze bra's en tientallen andere kleinere zoog dieren; verder insecten, reptielen en vooral honderden verschillende vogel soorten, die hier voor korte of langere tijd vertoeven. Aan de rand van deze troosteloos-dro- ge vlakte ligt het 'stadje' Maun gelijk een oase: een uitgestrekte verzameling van kralen en ronde hutten, welke zijn ge groepeerd langs de Thamalakane-rivier en rond het vliegveld. Maun vormt de grens tussen de Kalahari-desert en de Okavango-delta, misschien wel het meest unieke natuurgebied in de we reld. Op het kleine vliegveld van Maun, waar de douane-formaliteiten moeten worden afgehandeld en waar brandstof kan worden ingenomen, is het een ko men en gaan van vliegtuigjes. Over de weg is het ruim 900 kilometer naar de hoofdstad van Botswana, Gaborone, en de dichtstbijzijnde stad is Francistown, nog altijd 500 kilometer over een zand weg. Men kan zeggen, dat er meer vlieg tuigjes in Maun opstijgen en landen dan dat er auto's rondrijden. Waterpaarden Het is, zeker in de droge tijd, mogelijk om over de weg van Maun naar het noor den te gaan, bijvoorbeeld naar de be roemde Victoria-watervallen op de grens van Zambia en Zimbababwe, maar dan is een auto met voor- en ach terwielaandrijving een vereiste. Vandaar dat vliegen de meest voor de hand lig gende keus is. Na een 40 minuten duren de vlucht op geringe hoogte landt de Cessna op de landingsstrook van het Sa- vuti-kamp, dat ligt in het Chobe-wild- park. Het landschap is aanzienlijk veran derd. Vanwege de geringe vlieghoogte kunnen in de poelen de nijlpaarden wor den onderscheiden, die hier terecht, bij afwezigheid van de Nijl, gewoon hyppo- potamos ('waterpaard') worden ge noemd. Vergeleken bij de centrale Kala hari is er meer vegetatie en meer water en dat is de reden voor de massale aan wezigheid van olifanten, giraffen, neus-- horens, wilde honden, hyena's en andere wildsoorten. Het Savuti-kamp wordt geleid door Lloyd Wilmot en zijn Engelse vrouw Ju- Wie aan wildparken in Afrika denkt, denkt ongetwijfeld aan de nationale parken van Kenia of het Kruger-wildpark, dat op de grens ligt van Zuid-Afrika en Mozambique. Maar slechts weinigen zijn ervan op de hoogte dat de enige overgebleven democratie van Afrika, Botswana, beschikt over de meest indrukwekkende en ongerepte natuurgebieden, die de wereld nog kent. Onze correspondent in zuidelijk Afrika, Ruud de Wit, trad op een comfortabele wijze in het voetspoor van David Livingstone en bezocht het Savuti-kamp in het noordwesten van het land en de aangrenzende Okavango-delta. door Ruud de Wit ne. Wilmot is een geboren en getogen in woner van Botswana en hij kwam in 1979 naar Savuti, nadat hij zo'n beetje zijn hele leven in Maun en in de Okavan go-delta had gewoond. Zijn vader was een beroemde krokodillenjager, die nog vermeld staat in het Guinessbook of Re cords. 40.000 krokodillen zou hij daar hebben geschoten, voordat hij zelf door een beet van de zeer giftige zwarte mam- ba om het leven kwam. Lloyd wil niet over zijn vader praten, maar zegt dat 40.000 gedode krokodillen wel wat over dreven zijn. Hoewel het regenseizoen nog moet be ginnen - en dus moet worden afgewacht of er een nieuw jaar van droogte zal vol gen - zijn de gevolgen van de langdurige droogte die de meeste delen van zuidelijk Afrika nu al meer dan vijfjaar in zijn verschroeiende greep houdt, dui delijk te zien. Het Savuti-kanaal, dat het Chobe-reservaat verbindt met de Oka vango-delta, staat sinds 1982 zonder wa ter. De laatste keer dat er sprake was van overvloedige regenval was in 1972/1973 sindsdien heeft het wel geregend, aar niet voldoende om het Savuti-ka naal voor uitdrogen te behoeden. Toen Wilmot zich in 1979 in Savuti vestigde, waren grote delen van het zanderige landschap nog moerassen en was er sprake van meer vegetatie en dus ook nog meer wilde dieren. Vliegtuigjes Het toerisme dat in Savuti wordt be dreven, is volledig ingesteld op vlieg tuigjes en met voor- en achteraandrij ving uitgeruste auto's. Daarom moeten toeristen over een goedgevulde porte monnee beschikken die hen in staat stelt naar Savuti te vliegen of per Landrover de lange tocht van de 'moderne' wereld te maken. Een reis die vanaf Gaborone dagen duurt. Negentig procent van de toeristen komt trouwens uit Zuid-Afri ka: blanke Zuidafrikaners, natuurlijk, en Amerikanen, Zwitsers en Westduit sers die daar op familiebezoek zijn. Gaborone heeft geen internationale luchthaven; de luchtverbindingen tus sen Botswana en Europa en de Verenig de Staten moeten via de Zimbabweaan- se hoofdstad Harare of via Johannes burg lopen. Vandaar kan dan met Air Botswana worden gevlogen naar Gabo rone en Maun of, en dat komt meer met een tour-operator vanaf Lanseria- airport met kleinere vliegtuigjes. En wie Gaborone en met name Zuid-Afrika om politieke redenen links wil laten liggen, kan nog met een ander 'reispakket' te werk gaan, vanuit van de Zambiase hoofdstad Lusaka of Harare via die an dere regionale toeristische trekpleister, de Victoria-watervallen. Toerisme is het stiefkind van de eco nomie van Botswana. Als bron voor in komsten voor de staat zijn de unieke wildparken te verwaarlozen. De Botswa na Toerism Division krijgt slechts 20.000 gulden per jaar van de regering om het toerisme te promoten. Daar komt nog bij dat de meeste toeristen buitenlanders zijn, die met eigen vliegtuigen en auto's rechtstreeks uit het politiek probleem- De Okavango-delta: het riet en de waterlelies doen aan de Biesbosch denken. rijke Zuid-Afrika komen en gebruik ma ken van de kampeermogelijkheden en privé-kampen. Zij investeren dus weinig in de lokale economie. Met een bevol king van ruim één miljoen zielen, die na genoeg niets uit te geven hebben, is lo kaal toerisme al helemaal te verwaarlo zen. Geen beleid Wilmot is ambivalent over de wijze waarop het toerisme in Botswana zich moet ontwikkelen. Enerzijds is er geen geld en ook geen beleid van de kant van dé regering. Hij wijst op de toch al schaarse bomen in het Savuti-gebied, die bijna allemaal ten dode zijn opge schreven, omdat de olifanten de schors eraf hebben gehaald. „Wij willen dat de bomen allemaal worden 'ingepakt' in gaas, zodat de olifanten ze niet verder kunnen vernielen, maar daar is geen geld voor". Meer geld kan alleen maar worden verkregen door massa-toerisme en daarvan is Wilmot evenmin een voor stander. En wie de acht Landrovers, af geladen met fotograferende natuurlief hebbers, heeft gezien, opgesteld op aai- afstand van een aantal leeuwen, terwijl deze zich tegoed doen aan een even er vóór gedode buffel, begrijpt wat hij be doelt. Men moet er niet aan denken wat voor taferelen zich zullen afspelen wan neer het massa-toerisme Savuti zal heb ben ontdekt. Touroperators in Zuid-Afrika bevesti gen het dilemma. Tot voor enige jaren waren de wildparken van Botswana niet interessant voor blanke Zuidafrikaners. Die hadden hun eigen parken en als ze een kostbare vakantie wilden hebben, vlogen ze naar Europa, de VS of naar Australië. Maar de aanzienlijke waarde vermindering van de rand heeft overzee se vakanties te duur gemaakt en nu Zuidafrikaanse wildparken als het Kru- gerpark te commercieel zijn geworden, is er sprake van een aanzienlijke toena me van Zuidafrikaans toerisme naar ex clusievere gebieden in Namibië en Botswana. Wat ook nog in de hand wordt gewerkt doordat de rest van Afri ka voor hen nagenoeg afgesloten is door de apartheidspolitiek. En ofschoon de touroperators graag geld verdienen, ma ken ook zij zich zorgen over een verdere toeristische exploitatie van de natuurge bieden van Botswana. 'Hollands' De natuurlijke tegenstelling tussen Savuti en de Okavango-delta is, ondanks een vliégafstand van 30 minuten, onbe grijpelijk groot. De Okavango is een oa se van water, vegetatie en wild. Het is een gebied, bijna zo groot als Nederland, dat uniek in de wereld kan worden ge noemd. Het is de enige in het binnen land gelegen delta en de hoger gelegen delen van Oost-Angola zijn verantwoor delijk voor de overvloed aan water. Via de Okavango-rivier stroomt er elke win ter voldoende water - op zoek naar de Indische Oceaan - naar de delta om gro te delen ervan onder water te zetten. En ook als het regenseizoen voorbij is, blijft de delta niet verstoken van water. Wie met een motorboot, of meer au thentiek, met een mokoro (een kleine uit Foto boven: leeuwen doen zich tegoed aan een buffel De toerist kijkt toe. Inzet: de markt is noodgedwon gen gericht op het luxe toeris- i boomstam gehakte punter) doorliet hoofdkanaal of de talrijke meertjes vaart, waant zich niet bepaald ergens in diep-Afrika. Het riet en de ontelbare wa terlelies roepen veeleer gedachten "op aan de Biesbosch of de Nederlandse me ren. Slechts een palm in de verte, de be- roehide visarend langs de oevers, liet wild (variërend van giraffen, buffels, oli fanten) op de eilandjes en vooral~.de soms wel zes meter lange krokodilïen, die af en toe opduiken in het spiegelhël- dere water, laten de Hollandse mijme ringen voor wat ze zijn. Ongeveer de helft van de Okavangp is natuurgebied. In het overige deel bevin den zich de kampen voor de toeristen en verder naar het noordwesten ook de dorpjes van de lokale inwoners, die als gids of visser in hun levensonderhoud voorzien. De Okavango is afgezien van zijn natuurhistorische waarde trouwens ook om een andere reden belangrijker wonen namelijk nog afstammelingen van de beroemde Bushmen en Herero- stammen, die tot in de zeventiende eëuw grote delen van het huidige Namibi<£ën de Zuidafrikaanse Westkaap bevolkten, maar die door de blanke kolonisten steeds verder het binnenland zijn inge trokken. De Okavango-delta is de natuurlijke waterplaats van al het wild in dit deel van zuidelijk Afrika. Maar ook hier heeft zich een nieuw probleem gevormd, waarvan het niet echt duidelijk is waar de oplossing moet worden gezocht. J)e tweede bron van inkomsten van Botswana is namelijk de vleesexport. Schattingen over het aantal stuks veeio- pen uiteen van twee tot drie miljoen. Omdat het wild regelmatig geteisterd wordt door mond- en klauwzeer, heeft de belangrijkste importeur van vlees-jijt Botswana, de EG, geëist dat er wildhek ken in het land worden opgericht om-te voorkomen dat het wild in contact met het vee kan, komen. En deze wildhek ken, die nagenoeg de hele Okavango- delta afsluiten, zijn enerzijds een be scherming voor de fauna van de delta, maar anderzijds verhinderen ze dat het wild van de Kalahari op zoek naar water de groene grasvelden bereikt. Alleen jn de afgelopen tien jaar zijn er öm dieüre- den meer dan 75.000 wildebeesten -bij deze hekken om het leven gekomen. - Rijke mensen Duidelijk is dat het natuurbehoud van Botswana voor een groot aantal proble men staat. Behalve het onvermogen om een daadwerkelijke keus te maken tus sen economische en ecologische belan gen, spelen geldgebrek, de politieke pro blemen en spanningen met Zuid-Afrika die een gemeenschappelijk aanpak ver hinderen en gebrek aan deskundigheid een even belangrijke rol. Het is om 51e reden begrijpelijk dat de natuurbewaar- ders in de wildparken en natuurgebie den zelf al gekozen hebben voor een be perkt, dat wil zeggen rijke-mensen-töè- risme. Want dat is de enige mogelijkheid om een zekere inkomstenstroom te ga randeren en te voorkómen dat een van de laatste resten ongerepte natuur ook opgeofferd wordt aan de grillen van de moderne wereld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 33