'Terug naar onze uitgangspunten'
Een levendig beeld van de dood
Helmert Woudenberg vindt dat Theater moet veranderen
Internationaal festival
kinderfilms in Amsterdam
Fassbinder
1981 DONDERDAG 27 NOVEMBER 1986
KUNST
PAGINA'21
Winst voor
'Abel'
UTRECHT (GPD) - Enige da
gen geleden heeft Laurens
Geels, producent van Abel, in
Parijs een aantal contracten af
gesloten waardoor in één klap
zijn film in de winstcijfers te
recht is gekomen. Alle kosten
(1,2 miljoen gulden) zijn terug
gespeeld en ook het aandeel
van het Nederlands Productie
fonds kan worden terugbe
taald. Sinds het bestaan van het
Productiefonds hebben slechts
zes keer eerder Nederlandse
films de fonds-bijdragen terug
gestort.
De door Alex van Warmer
dam geregisseerde film Abel,
die ook nog steeds loopt in Né-
derland, is thans verkocht aan
de volgende landen: Verenigde
Staten, Canada, Argentinië, Ier
land, Israël, Zwitserland, Span
je, Frankrijk, Duitsland en Ita
lië. Ook namens Engeland en
de Scandinavische landen heb
ben zich kopers gemeld. Wat
Scandinavië betreft wachten
Geels en mede-producent Dick
Maas nog het festival van Go
tenborg (eind januari) af, waar
voor Abel is uitgenodigd, het
geen in een gunstiger prijs
moet kunnen resulteren.
Abel is de eerste speelfilm ge
weest van maatschappij First
Floor Productions. De tweede
film, het door Dick Maas gere
gisseerde Flodder, gaat over
drie weken in première.
Schildersprijs
AMSTERDAM (ANP) - De Jeanne
Oosting Prijs voor de figuratieve
schilderkunst is dit jaar gewonnen
door Paul Hugo ten Hoopen uit
Amsterdam en Willem den Ouden
uit Varik. Zij ontvangen ieder 3.000
gulden.
De prijs wordt jaarlijks ter be
schikking gesteld door de 87-jarige
kunstenares Jeanne Oosting.
k Helmert Woudenberg: "Een repertoiregezelschap kan ook levendig, wendbaar en direct zijn"
ARNHEM (GPD) - Toneel
groep Theater uit Arnhem
kan voorlopig weer adem
halen. Toneelopperhoofd
Lawson van WVC heeft zijn
proefballonnetjes („Er is in
de regio geen voedingsbo
dem voor repertoiretoneel"
en meer van dat fraais) al
weer doorgeprikt en minis
ter Brinkman heeft dan wel
iswaar niet gedaan wat hij
had moeten doen (Lawson
ontslaan), maar hij heeft wel
met zoveel woorden gezegd,
dat (citaat) 'de toneelvoor
ziening in de regio, zowel
wat de produktie als de
spreiding van het Rand
stadaanbod betreft, gega
randeerd blijft'.
door
Dirk Willem Rosie
Wie deze zin zorgvuldig leest moet
hem begrijpen als de plechtige be
lofte van de beul aan de om gratie
smekende gevangene, dat hij goed
zal mikken. De produktie en de
spreiding van het randstedelijke
toneel blijft voor de regio gewaar
borgd: precies de mededeling waar
Theater, Globe uit Eindhoven en
De Voorziening uit Groningen
halsreikend naar zullen hebben
uitgekeken.
Helmert Woudenberg, samen
met Gees Linnebank het artistieke
geweten van Theater, is dan ook
niet honderd procent gerustge
steld. „Er zullen wel wat verschui
vingen komen. Dat heeft Lawson
Westfries museum in Hoorn tijdelijk veranderd in rouwkamer
HOORN (GPD) - „In het Westen
zijn we weliswaar aanwezig op een
begrafenis, maar het moment
wordt vaak in een waas beleefd. Er
worden na afloop handen geschud,
maar wanneer voor de betrokke
nen naderhand de klap werkelijk
komt zijn ze alleen. In andere cul
turen is dat anders".
door
Frans Keijsper
Ruud Spruit is directeur van het
Westfries Museum in Hoorn. Een
museum dat een uitgebreide col
lectie rouwsieraden, boeken, pren
ten en beeldende kunst op dit ge
bied bezit. Aangezien de verzame
ling vorig jaar flink werd uitge
breid en de conservator geschiede
nis Henk Saaltink een onderzoek
had gedaan naar het begraven in
Hoornse kerken is daar een ten
toonstelling gewijd aan 'De Ro- ö-„
mantische Dood'. Ruud Spruit tabaksklisteër
schreef bovendien een spiritueel
boek over de dood, waarin de ster
vensbegeleiding, het rouwproces,
euthanasie en dergelijke aan de or
de komen. Alles verlucht met tal
rijke aardige illustraties: 'De dood
onder ogen'.
„In onze cultuur moeten we
'flink' zijn, er mag niet gehuild
worden. Maar niet verwerkte rouw
kan aanzienlijke fysieke gevolgen
hebben, er kunnen ziekten en kwa
len uit voortkomen. Zo kan bij
voorbeeld dementie worden ver
sneld".
Dat Ruud Spruit zich met de
dood is gaan bezig houden heeft
een toevallige oorzaak. Tot voor
enkele jaren was hij verbonden aan
het Rotterdams Historisch Mu
seum. Op een gegeven moment
was er een tentoonstelling over
chirurgijns, die veel belangstelling
Chirurgijns trachten bij een schijndode vrouw de levensgeesten met een
op te wekken. Prent uit de achttiende eeuw. (foto gpd>
Man bij een dodenlantaarn. Spotprent uit de zeventiende e
trok van verpleegkundigen. Die
hadden behoefte aan informatie.
Da,t was het moment waarop
Ruuds Spruit, die in het onderwijs
had gezeten en geschiedenis had
gestudeerd, zich in dit gegeven
ging verdiepen. De behoefte aan
voorlichting voor een breed pu
bliek bleek zo groot dat hij desge
vraagd medische geschiedenis
ging doceren.
Uit ervaringen weet Ruud Spruit
dat juist begrafenisondernemers
mensen zijn dié bewust voor dit
vak kiezen. Het is voor velen een
roeping. Hoewel onze laatste reis
een treurig onderwerp is, heeft
Ruud Spruit dit eindstation van
ons leven op een lezenswaardige
op papier weten te zetten.
AMSTERDAM (ANP) - Amster
dam krijgt te beginnen met sep
tember 198? een jaarlijks interna
tionaal kinderfilmfestival met de
nadruk op kinder-tv-films: Cine-
kid. De initiatiefnemers, het cultu
reel centrum De Meervaart in Am
sterdam en de VPRO, zijn intussen
met de voorbereidingen begonnen.
Het is de bedoeling gedurende
acht dagen de beste kinder- en
jeugdfilms te vertonen in De Meer
vaart. De selectie zal geschieden
door'de festivalleiding en een ad
viescommissie van mensen die be
roepsmatig bij produktie, distribu
tie of vertoning van films en tv-pro-
gramma's betrokken zijn. Wat de
bezoekers aan het festival betreft
denken de initiatiefnemers in eer
ste instantie aan kinderen met hun
ouders of begeleiders.
Aan het festival wordt een pro
fessionele beurs van kinderfilms
voor kopers, verkopers, producen
ten, distributeurs, filmliefhebbers
en journalisten gekoppeld. In vier
verschillende categorieën zal een
competitie worden gehouden. De
krijgen de Gouden Re
genboog. Er komen twee jury's:
een van personen van internationa
le reputatie en een bestaande uit
Nederlandse kinderen. De uitrei
king van de prijzen zal gebeuren
tijdens een rechtstreeks via de TV
uit te zenden slotmanifestatie.
Voor de opening van het festival
in september 1987 zal gedurende
anderhalve maand een Filmboot
van Bazel via de Rijn door Duits
land naar Amsterdam varen. De
filmboot is een schip met diverse
bioscoopfaciliteiten.
Naast het festival Cinekid en de
Filmboot wordt langs de route van
tramlijn 1 in Amsterdam een aantal
muziek- en theaterevenementen
verzorgd. Volgens de organisato
ren is het initiatief tot dit festival in
de internationale wereld van film
en tv met enthousiasme begroet.
Er is ook al een internationaal co
mité van aanbeveling met daarin
bekende figuren zoals de befaam
de Ameriraanse componist en diri
gent Leonard Bernstein, Concert-
gebouwdirecteur Martijn Sanders,
de Nederlandse dirigent Frans
Brüggen en cultuurfilosoof Jan
Kassies.
De dood onder ogen is een stuk
cultuurgeschiedenis vol aardige
anecdotes. Want om de dood kun
nen wij stervelingen lachen, al
lacht Magere Hein het laatst.
Arcofagen
Het christendom heeft, zo blijkt
uit Ruud Spruits boek, aanzienlij
ke veranderingen teweeggebracht
in onze begraafgewoonten. Lijken
mochten niet meer verbrand wor
den, want de overledenen wacht
ten in hun graf tot de Dag des Oor
deels. Omdat de wederkomst van
Christus uit het oosten werd ver
wacht, werden de doden met hun
voeten in die richting begraven. In
de vroege middeleeuwen werd de
doden niet in een kist begraven,
maar waren gehuld in een mat of
laken. Toen kisten in zwang kwa
men bleven die kleden toch in ge
bruik. Rijkdom leidde tot verfraai
ing van die kisten, fraai bewerkte
sarcofagen kwamen in zwang, graf
kelders werden beschilderd. Op
gravingen in het Zeeuwse Aarden
burg geven mooie 14de-eeuwse
voorbeelden.
Lange tijd werden overledenen
begraven onder de kerkvloeren.
Daar was het vaak dringen, want
de kisten werden uit ruimtegebrek
op elkaar gestapeld. De lucht was
er dan ook niet zo gezond. Over de
ze wijze van begraven ontstond
een stevige polemiek tussen voor-
en tegenstanders. Met de komst
van de Fransen in ons land werd
hieraan een eind gemaakt. Na het
herstel van het Nederlands gezag
werd de gewoonte weer toege
staan, maar in 1825 door koning
Willem I verboden. Amsterdam
verzette zich daar nog lang tegen.
Een van de gevolgen van de aanleg
van begraafplaatsen was de op
komst van een daarbij behorende
architectuur en tuincultuur. Archi
tecten als Zocher en Springer
merkten in hun portemonnee dat
de dood voor hen brood beteken-
'de.
Voor degenen die een codicil
voor orgaanplantaties hebben la
ten maken is natuurlijk de zekere
vaststelling van overlijden belang
rijk. Dat er op dit punt ook in het
verleden problemen waren, leert
ons de 19e eeuw. Tijdens een cho-
lera-epidemie constateerde de arts
nog wel eens voorbarig de dood.
Erover ontstonden lugubere pren
ten en verhalen. Als laatste red
middel werden graven en doods
kisten ontworpen waaruit een in
middels ter aarde bestelde schijn
dode zich met behulp van een ruk
aan een touw of een druk op de
knop kon bevrijden.
Bidprentjes, haarstukjes in soms
bizarre uitmonsteringen, dodepen-
ningen en allerhande herinnerin
gen aan de eens zo dierbaren zijn
nog maar bescheiden souvenirs in
een expositie, waarin een levendig
beeld van de dood wordt getekend.
'Romantische dood'. Westfries
Museum, Rode Steen 1, Hoorn. Ge
opend: maandag tot en met vrijdag
van 11.00 tot 17.00 uur, zaterdag en
zondag 14.00 tot 17.00 uur. Nog te
zien tot 5 januari. 'De dood onder
ogen'. Door Ruud Spruit. Uitgeve
rij De Haan (Unieboek), Houten,
prijs f 34,50.
In het tv-programma 'Büch'
wordt vanavond aandacht besteed
aan de expositie. (Nederland 2,
19.12 uur).
Puntgave barok in Taffehzaal
Concert door Ensemble La Dada, be
staande uit Han Tol, blokfluiten, Da
vid Mings dulciaan en barokfagot en
Rien Voskuilen, clavecimbel.
Werken van o.a. M. Uccellini, T. Me-
rula, D. Castello, L. Couperin en M.
de la Barre. Gehoord op 26 novem
ber in de Taffeh-zaal van het Rijks
museum voor Oudheden.
LEIDEN - Donder en bliksem
waren niet in staat de ban te ver
breken, waarin zich het publiek
gisteravond bevond. Terwijl de
regen neerroffelde op het dak
van de Taffeh-zaal, hield het pu
bliek de adem in bij het weerga
loos mooie spel van het trio La
Dada. Waar in de omtrek van
Leiden kun je vroeg barokke so
nates beluisteren van Italiaanse
componisten als Salvatore, Spa-
di en Fontana? De leden van het
La Dada ensemble (opgericht in
1984) hebben als doel onbekende
composities uit de 17e en 18e
eeuw uit te voeren voor de bezet
ting van een melodie-instrument
(in dit geval de blokfluit), concer
terend basinstrument (dulciaan
en fagot) en basso continuo (cla
vecimbel).
De Italiaanse sonata's en tocca
ta's uit de eerste helft van de 17e
eeuw hebben vaak nog een im
provisatorisch karakter: naast de
terugkerende melodietjes hoor je
een hoop toonladderwerk en ak
koordversieringen. Bovendien
wisselen stemmingen elkaar snel
af: nu eens fris er tegenaan, dan
weer mijmerend om daarna nog
even een dansje te plegen. Ook
de variatie wordt op allerlei ma
nieren toegepast; bij herhalingen
wordt het thema versierd en om
speeld; bij gelijkblijvende partij
in de klavecimbel en blokfluit
haalt de dulciaan steeds halsbre-
kender toeren uit (Ph. Böddec-
ker: sonata sopra La Monica). Te
recht ontving David Mings hier
een enthousiast applaus.
Na de pauze een Frans pro
gramma van suites. Voor klave
cimbel solo een suite van Louis
Couperin uit 1650. Van Pierre
Philidor en Michel de la Barre
suites voor blokfluit met basso
continuo, versterkt door de fa
got. De renaissance instrumen
ten hadden inmiddels plaats ge
maakt voor de iets uitgesproke
ner klank van de barokinstru-
menten. Maar op wat voor instru
menten ook en uit wat voor tijd
en wat voor land de muziek ook
kwam, het hele programma van
letterlijk de eerste aanzet tot het
laatste wegklinken werd punt
gaaf uitgevoerd. Zo intens en zo
geconcentreerd als er werd ge
speeld, zo mooi van klank, dat
was werkelijk vakwerk. Voor dit
overtuigende en virtuose spel
klonk dan ook een hartelijk ap
plaus op uit de goed bezette zaal.
MONICA SCHIKS.
ook gezegd, toen hij bij ons op be
zoek was. Er moet geld vrijge
maakt worden, voor de toneelplan
nen, maar ook voor ballet en noem
maar op. Het is dus niet alleen een
inhoudelijke kwestie maar zeker
ook een financiële".
Hoewel de druk nu een beetje
van de ketel is, is de solo van Law
son nog steeds van invloed op het
doen en laten van Theater. Er is
een intern bezinningsproces gaan
de, resulterend in talloze vergade
ringen en kantinegrappen als 'Over
twee jaar gaan we gewoon met zijn
allen op wachtgeld en dan rollen
we zo de VUT in'.
Van berusting is bij Woudenberg
geen sprake. Zonder direct ver
band te leggen met het Lawson-
alarm is hij van mening dat het niet
echt goed gaat met Theater en hij is
van plan om daar wat aan te doen.
„Toen Gees en ik hier bijna drie
jaar geleden kwamen hadden we
uitgangspunten. Die hadden te ma
ken met het doorbreken van ver
wachtingspatronen als het gaat om
repertoiretoneel. Die uitgangspun
ten raken ondergesneeuwd en daar
moeten we naar terug in plaats van
in toneel te gaan zitten voorzien".
Het gerommel in het toneelbe-
stel is niet meer of minder dan de
voorbode van een enorme aardver
schuiving. Er dient zich een ten
dens aan, een lijn van opoffering
van kleine groepen aan grote, rand
stedelijke gezelschappen. Wouden
berg: „Voor die tendens houd ik
mijn hart vast. Het is waar deze re
gering al jaren naar zoekt: een eli
taire concentratie van top-kunste-
naars. Voor iemand als ik die de
verworvenheden van de jaren '70
heeft meegemaakt is dat moeilijk
te verteren. Ik heb op alle gebieden
de democratisering meegemaakt,
ik heb gewerkt in een collectief, in
een coöperatie. Die verworvenhe
den schieten nu alle kanten uit, de
lijn is weer reactionair. Democratie
is niet gemakkelijk maar in de
nieuwe lijn wordt er weer naar de
Grote Leider gezocht. Welke Man
geeft dè oplossing? Welk van God
gegeven Talent timmert de hele
boel weer in elkaar zodat de moei
lijkheden overwonnen kunnen
worden? De tijd om naar de Grote
Man te vragen is voorbij, het is de
tijd om naar het goede team te vra
gen".
„Dat betekent: wars zijn van con
centratie en pleiten voor een hele
duidelijke structurering van de di
versiteit. Het is mijn persoonlijke
mening dat datgene wat nu groot is
kleiner zou moeten worden en dat
gene wat nu klein is zou groter
moeten worden. Een paar gezel
schappen tot enorme proporties
opblazen houdt onvermijdelijk in
dat de kleinen moeten verpieteren.
Liever tien duidelijk onderschei
den toneelplekken verspreid over
het hele land dan alles opofferen
aan drie randstedelijke mammoet-
structuren. Ja, daar houd ik echt
mijn hart voor vast. Dan denk ik:
Ik moet toch maar weer eens Me-
phisto van Klaus Mann uit de boe
kenkast halen".
Video
„Gees en ik zijn er op uit om op
een heel overdrachtelijke, commu
nicerende manier patronen te
doorbreken. Toen wij deze job aan
namen dachten we: zo'n repertoi
regezelschap functioneert zo en zo,
maar wij houden er onze eigen
ideeën op na en datzelfde repertoi
regezelschap kan ook anders func
tioneren. Het kan levendiger,
wendbaarder, directer. Maar je
merkt dat er eisen |aan je worden
gesteld en dat er een verwachtings
patroon bij subsidiënten bestaat en
je moet heel erg goed uitkijken dat
je toch doorgaat op de ingeslagen
weg en dat je niet dat patroon gaat
zitten invullen".
„Het moet ook van ons komen,
van de toneelmakers. De bestuur
ders kunnen het theater niet veran
deren en de nu voorgenomen her
structurering zal het toneel dan
ook zeker niet veranderen. We heb
ben wel successen gehad waarvan
je zegt: Dat zou toch wel eens op
zijn waarde geschat mogen wor
den, daar wordt maar wat zuinigjes
over gedaan. Iedereen vindt dat er
moet worden veranderd en toch
blijken de maatstaven over wat een
repertoiregezelschap zou moeten
brengen te zijn vastgeroest. Het
moet veranderen, daar ben ik van
overtuigd. En dat moet je geza
menlijk doen. Iedereen, toneelma
kers en ik zou haast zeggen het pu
bliek, moet volmondig 'ja' zeggen
tegen de verandering, met alle risi
co's van dien".
Helmert Woudenberg was de re
gisseur van Theater's eerste pro
duktie van dit seizoen, 'Rien ne va
plus'. Een voorstelling waarvan de
vernieuwingsdrang (onder meer
gebruik van het medium video)
niet aankwam bij het publiek. Ze
werd van het repertoire genomen.
Woudenberg: „Ik sta nog steeds
achter 'Rien ne va plus'; ik heb ook
formeel geprotesteerd tegen het
van het repertoire halen van het
stuk. Als ik helemaal voor mezelf
had moeten beslissen was ik door
gegaan, al had ik twintig slechte re
kent ons. Het gaat zelfs zover als
het vantevoren mensen succes
wensen. En dan denk ik: mis
schien is dit wel een voorstelling
waarbij je geen bloemen aan het
eind moet geven, misschien is dit
wel een voorstelling waarbij je van
tevoren zegt: U hoeft niet te ap-
plaudiseren als u niet wilt. Dit is
heel persoonlijk hoor, maar ik ver
kijk me wel eens op de drang rond
zo'n première".
Woudenberg kan de toneelma
kers om zich heen wel 'ja' laten
zeggen, maar het publiek is niet zo
gemakkelijk bij de hand te nemen.
„Ik zou wel eens willen dat het pu-
blieksklimaat anders was. Juist in
de gevallen dat een voorstelling
niet aankomt zou ik dolgraag tegen
de mensen in de zaal willen zeg
gen: Maar kijk, dit is het uitgangs
punt, dit hebben we geprobeerd,
daar en daar zijn we blijven steken,
maar dit willen we ermee zeggen,
daarom doen we 't".
Donderwolk
Toen Linnebank en Woudenberg
drie jaar geleden naar Arnhem
kwamen heerste er overal in thea
traal Nederland een soort juich
stemming: Gees en Helmert ma
ken een einde aan het dramatur
gentoneel; we gaan niet meer eerst
een half jaar in een studeerkamer
zitten denken, we gaan gewoon
lekker toneelspelen. De speel
vreugde was het verweer tegen de
toen al heersende depressie. In
middels is er een complete donder
wolk verschenen en ook minister
Brinkman heeft die met zijn 'Op
dit moment bestaan er geen plan
nen tot opheffing van Theater' (let
wel: dit moment) niet kunnen ver
jagen. Waar heeft de aanvankelijke
euforie toe geleid? Heeft Theater
de geldschieters ook een reden in
handen gegeven om nu dreigende
taal uit te slaan?
Woudenberg: „Dat is een proces
geweest. Toen we bezig waren met
de plannen voor het nieuwe sei
zoen hebben Gees en ik elkaar wel
aangekeken en gezegd: We moeten
terug naar de uitgangspunten van
het begin. Er is iets stroefs ont
staan, er dreigt iets vast te lopen,
op een manier waar je ook heel
moeilijk de vinger op kunt leggen,
hoor. Het is niet zomaar uit te scha
kelen. In het begin spatte de creati
viteit eruit, maar er is toch iets van
een gareel ontstaan".
„De verworvenheden van de ja
ren '70 kunnen ook functioneren in
een repertoiregezelschap. Maar de
strijd is moeilijk, dat blijkt. Toneel
is per definitie: iemand die iets
doet en iemand die ernaar kijkt.
Die wisselwerking is er ook tussen
acteur en regisseur en die is pas
zinvol als er sprake is van gelijk
waardigheid. Daarom worden de
Verkades en de Royaards niet
meer geboren en we hebben hen
ook niet meer nodig".
Nibelungen
Niettemin lijken Woudenberg en
Linnebank voorlopig te zijn vast
gelopen op de structuur van een re
pertoiregezelschap. Of zoals Wou
denberg het uitdrukt: „Je kunt to
neel op twee manieren bekijken:
als een doel; dat is wanneer men
sen elkaar bij het zien van een
schouwburg aanstoten en zeggen:
o, daar wordt toneel gespeeld.
Maar toneel is ook een middel, om
te ontplooien, om te groeien, om
mee bezig te zijn. Ook voor jezelf
als theatermaker. En we kunnen
gevoegelijk toegeven dat Gees en
ik bij het samenstellen van het re
pertoire voor het nieuwe seizoen
tegen elkaar hebben gezegd: dit re
pertoire wordt de vertaling van een
lijn die de verkeerde kant uit gaat;
weer dat ingaan op eisen en ver
wachtingen; dat 'Jullie moeten
met goeie titels komen'; dat waar
van sommige schouwburgdirec
teuren zeggen: 'Dat vinden de
gehad en al hadden er per
voorstelling maar twee man in de
zaal gezeten. De grote schouwburg
heeft een kader en na 'Rien ne va
plus' heb ik gemerkt hoe moeilijk
het is om met iets nieuws door dat
kader te komen. Het blijft toch
weer die première in die schouw
burg, dat applaus aan het einde dat
nu eenmaal bij een première hoort,
die bloemen die worden uitge
deeld, die schouwburgdirecteuren
die altijd weer bij zijn première
aanwezig zijn, altijd weer dezelfde
die de zaal vullen. Ons
„Toen hebben we het repertoire
omgegooid. We hebben een kant
en klaar stuk van De Filippo laten
vallen. Een goed stuk hoor, maar
wat je goed zou moeten doen an
ders zou het gevaar bestaan dat het
een traditionele voorstelling zou
worden. Daarvoor in de plaats
komt een groot project waar we
vier maanden aan willen werken:
Het lied van de Nibelungen. We
schrijven het zelf en gaan daar een
hele bijzondere gebeurtenis van
maken. Dat was een vrij radicale
ingreep, maar we vonden dat we
het moesten doen: we moeten te
rug naar onze uitgangspunten en
dit is daar de consequentie van".
.Het Gebeuren,
Haags centrum voor spreiding van
actuele theaterkunst, brengt op 4
december .Druppels op gloeiende
stenen' van R. W. Fassbinder offi
cieel in première in het Theater aan
de Haven in Scheveningen. De eer
ste voorstelling in ons land van dit
jeugdstuk van de bekende filmer
die zijn loopbaan begon als toneel
regisseur.
„Tropfen auf heisse Steinen"
werd na de dood van de auteur in
1985 gevonden. Het werd geschre
ven toen hij net twintig was en is
voorzover bekend zijn eerste to
neelstuk.
Het gaat over de verhouding tus
sen twee mannen, een twintigjari
ge die door een een veel oudere in
huis is genomen. De laatste is voor
zijn werk soms weken weg en na
een half jaar blijkt de verhouding
niet te zijn wat de jonge man zich
ervan had voorgesteld.