'Terug naar onze uitgangspunten' Een levendig beeld van de dood Helmert Woudenberg vindt dat Theater moet veranderen Internationaal festival kinderfilms in Amsterdam Fassbinder 1981 DONDERDAG 27 NOVEMBER 1986 KUNST PAGINA'21 Winst voor 'Abel' UTRECHT (GPD) - Enige da gen geleden heeft Laurens Geels, producent van Abel, in Parijs een aantal contracten af gesloten waardoor in één klap zijn film in de winstcijfers te recht is gekomen. Alle kosten (1,2 miljoen gulden) zijn terug gespeeld en ook het aandeel van het Nederlands Productie fonds kan worden terugbe taald. Sinds het bestaan van het Productiefonds hebben slechts zes keer eerder Nederlandse films de fonds-bijdragen terug gestort. De door Alex van Warmer dam geregisseerde film Abel, die ook nog steeds loopt in Né- derland, is thans verkocht aan de volgende landen: Verenigde Staten, Canada, Argentinië, Ier land, Israël, Zwitserland, Span je, Frankrijk, Duitsland en Ita lië. Ook namens Engeland en de Scandinavische landen heb ben zich kopers gemeld. Wat Scandinavië betreft wachten Geels en mede-producent Dick Maas nog het festival van Go tenborg (eind januari) af, waar voor Abel is uitgenodigd, het geen in een gunstiger prijs moet kunnen resulteren. Abel is de eerste speelfilm ge weest van maatschappij First Floor Productions. De tweede film, het door Dick Maas gere gisseerde Flodder, gaat over drie weken in première. Schildersprijs AMSTERDAM (ANP) - De Jeanne Oosting Prijs voor de figuratieve schilderkunst is dit jaar gewonnen door Paul Hugo ten Hoopen uit Amsterdam en Willem den Ouden uit Varik. Zij ontvangen ieder 3.000 gulden. De prijs wordt jaarlijks ter be schikking gesteld door de 87-jarige kunstenares Jeanne Oosting. k Helmert Woudenberg: "Een repertoiregezelschap kan ook levendig, wendbaar en direct zijn" ARNHEM (GPD) - Toneel groep Theater uit Arnhem kan voorlopig weer adem halen. Toneelopperhoofd Lawson van WVC heeft zijn proefballonnetjes („Er is in de regio geen voedingsbo dem voor repertoiretoneel" en meer van dat fraais) al weer doorgeprikt en minis ter Brinkman heeft dan wel iswaar niet gedaan wat hij had moeten doen (Lawson ontslaan), maar hij heeft wel met zoveel woorden gezegd, dat (citaat) 'de toneelvoor ziening in de regio, zowel wat de produktie als de spreiding van het Rand stadaanbod betreft, gega randeerd blijft'. door Dirk Willem Rosie Wie deze zin zorgvuldig leest moet hem begrijpen als de plechtige be lofte van de beul aan de om gratie smekende gevangene, dat hij goed zal mikken. De produktie en de spreiding van het randstedelijke toneel blijft voor de regio gewaar borgd: precies de mededeling waar Theater, Globe uit Eindhoven en De Voorziening uit Groningen halsreikend naar zullen hebben uitgekeken. Helmert Woudenberg, samen met Gees Linnebank het artistieke geweten van Theater, is dan ook niet honderd procent gerustge steld. „Er zullen wel wat verschui vingen komen. Dat heeft Lawson Westfries museum in Hoorn tijdelijk veranderd in rouwkamer HOORN (GPD) - „In het Westen zijn we weliswaar aanwezig op een begrafenis, maar het moment wordt vaak in een waas beleefd. Er worden na afloop handen geschud, maar wanneer voor de betrokke nen naderhand de klap werkelijk komt zijn ze alleen. In andere cul turen is dat anders". door Frans Keijsper Ruud Spruit is directeur van het Westfries Museum in Hoorn. Een museum dat een uitgebreide col lectie rouwsieraden, boeken, pren ten en beeldende kunst op dit ge bied bezit. Aangezien de verzame ling vorig jaar flink werd uitge breid en de conservator geschiede nis Henk Saaltink een onderzoek had gedaan naar het begraven in Hoornse kerken is daar een ten toonstelling gewijd aan 'De Ro- ö-„ mantische Dood'. Ruud Spruit tabaksklisteër schreef bovendien een spiritueel boek over de dood, waarin de ster vensbegeleiding, het rouwproces, euthanasie en dergelijke aan de or de komen. Alles verlucht met tal rijke aardige illustraties: 'De dood onder ogen'. „In onze cultuur moeten we 'flink' zijn, er mag niet gehuild worden. Maar niet verwerkte rouw kan aanzienlijke fysieke gevolgen hebben, er kunnen ziekten en kwa len uit voortkomen. Zo kan bij voorbeeld dementie worden ver sneld". Dat Ruud Spruit zich met de dood is gaan bezig houden heeft een toevallige oorzaak. Tot voor enkele jaren was hij verbonden aan het Rotterdams Historisch Mu seum. Op een gegeven moment was er een tentoonstelling over chirurgijns, die veel belangstelling Chirurgijns trachten bij een schijndode vrouw de levensgeesten met een op te wekken. Prent uit de achttiende eeuw. (foto gpd> Man bij een dodenlantaarn. Spotprent uit de zeventiende e trok van verpleegkundigen. Die hadden behoefte aan informatie. Da,t was het moment waarop Ruuds Spruit, die in het onderwijs had gezeten en geschiedenis had gestudeerd, zich in dit gegeven ging verdiepen. De behoefte aan voorlichting voor een breed pu bliek bleek zo groot dat hij desge vraagd medische geschiedenis ging doceren. Uit ervaringen weet Ruud Spruit dat juist begrafenisondernemers mensen zijn dié bewust voor dit vak kiezen. Het is voor velen een roeping. Hoewel onze laatste reis een treurig onderwerp is, heeft Ruud Spruit dit eindstation van ons leven op een lezenswaardige op papier weten te zetten. AMSTERDAM (ANP) - Amster dam krijgt te beginnen met sep tember 198? een jaarlijks interna tionaal kinderfilmfestival met de nadruk op kinder-tv-films: Cine- kid. De initiatiefnemers, het cultu reel centrum De Meervaart in Am sterdam en de VPRO, zijn intussen met de voorbereidingen begonnen. Het is de bedoeling gedurende acht dagen de beste kinder- en jeugdfilms te vertonen in De Meer vaart. De selectie zal geschieden door'de festivalleiding en een ad viescommissie van mensen die be roepsmatig bij produktie, distribu tie of vertoning van films en tv-pro- gramma's betrokken zijn. Wat de bezoekers aan het festival betreft denken de initiatiefnemers in eer ste instantie aan kinderen met hun ouders of begeleiders. Aan het festival wordt een pro fessionele beurs van kinderfilms voor kopers, verkopers, producen ten, distributeurs, filmliefhebbers en journalisten gekoppeld. In vier verschillende categorieën zal een competitie worden gehouden. De krijgen de Gouden Re genboog. Er komen twee jury's: een van personen van internationa le reputatie en een bestaande uit Nederlandse kinderen. De uitrei king van de prijzen zal gebeuren tijdens een rechtstreeks via de TV uit te zenden slotmanifestatie. Voor de opening van het festival in september 1987 zal gedurende anderhalve maand een Filmboot van Bazel via de Rijn door Duits land naar Amsterdam varen. De filmboot is een schip met diverse bioscoopfaciliteiten. Naast het festival Cinekid en de Filmboot wordt langs de route van tramlijn 1 in Amsterdam een aantal muziek- en theaterevenementen verzorgd. Volgens de organisato ren is het initiatief tot dit festival in de internationale wereld van film en tv met enthousiasme begroet. Er is ook al een internationaal co mité van aanbeveling met daarin bekende figuren zoals de befaam de Ameriraanse componist en diri gent Leonard Bernstein, Concert- gebouwdirecteur Martijn Sanders, de Nederlandse dirigent Frans Brüggen en cultuurfilosoof Jan Kassies. De dood onder ogen is een stuk cultuurgeschiedenis vol aardige anecdotes. Want om de dood kun nen wij stervelingen lachen, al lacht Magere Hein het laatst. Arcofagen Het christendom heeft, zo blijkt uit Ruud Spruits boek, aanzienlij ke veranderingen teweeggebracht in onze begraafgewoonten. Lijken mochten niet meer verbrand wor den, want de overledenen wacht ten in hun graf tot de Dag des Oor deels. Omdat de wederkomst van Christus uit het oosten werd ver wacht, werden de doden met hun voeten in die richting begraven. In de vroege middeleeuwen werd de doden niet in een kist begraven, maar waren gehuld in een mat of laken. Toen kisten in zwang kwa men bleven die kleden toch in ge bruik. Rijkdom leidde tot verfraai ing van die kisten, fraai bewerkte sarcofagen kwamen in zwang, graf kelders werden beschilderd. Op gravingen in het Zeeuwse Aarden burg geven mooie 14de-eeuwse voorbeelden. Lange tijd werden overledenen begraven onder de kerkvloeren. Daar was het vaak dringen, want de kisten werden uit ruimtegebrek op elkaar gestapeld. De lucht was er dan ook niet zo gezond. Over de ze wijze van begraven ontstond een stevige polemiek tussen voor- en tegenstanders. Met de komst van de Fransen in ons land werd hieraan een eind gemaakt. Na het herstel van het Nederlands gezag werd de gewoonte weer toege staan, maar in 1825 door koning Willem I verboden. Amsterdam verzette zich daar nog lang tegen. Een van de gevolgen van de aanleg van begraafplaatsen was de op komst van een daarbij behorende architectuur en tuincultuur. Archi tecten als Zocher en Springer merkten in hun portemonnee dat de dood voor hen brood beteken- 'de. Voor degenen die een codicil voor orgaanplantaties hebben la ten maken is natuurlijk de zekere vaststelling van overlijden belang rijk. Dat er op dit punt ook in het verleden problemen waren, leert ons de 19e eeuw. Tijdens een cho- lera-epidemie constateerde de arts nog wel eens voorbarig de dood. Erover ontstonden lugubere pren ten en verhalen. Als laatste red middel werden graven en doods kisten ontworpen waaruit een in middels ter aarde bestelde schijn dode zich met behulp van een ruk aan een touw of een druk op de knop kon bevrijden. Bidprentjes, haarstukjes in soms bizarre uitmonsteringen, dodepen- ningen en allerhande herinnerin gen aan de eens zo dierbaren zijn nog maar bescheiden souvenirs in een expositie, waarin een levendig beeld van de dood wordt getekend. 'Romantische dood'. Westfries Museum, Rode Steen 1, Hoorn. Ge opend: maandag tot en met vrijdag van 11.00 tot 17.00 uur, zaterdag en zondag 14.00 tot 17.00 uur. Nog te zien tot 5 januari. 'De dood onder ogen'. Door Ruud Spruit. Uitgeve rij De Haan (Unieboek), Houten, prijs f 34,50. In het tv-programma 'Büch' wordt vanavond aandacht besteed aan de expositie. (Nederland 2, 19.12 uur). Puntgave barok in Taffehzaal Concert door Ensemble La Dada, be staande uit Han Tol, blokfluiten, Da vid Mings dulciaan en barokfagot en Rien Voskuilen, clavecimbel. Werken van o.a. M. Uccellini, T. Me- rula, D. Castello, L. Couperin en M. de la Barre. Gehoord op 26 novem ber in de Taffeh-zaal van het Rijks museum voor Oudheden. LEIDEN - Donder en bliksem waren niet in staat de ban te ver breken, waarin zich het publiek gisteravond bevond. Terwijl de regen neerroffelde op het dak van de Taffeh-zaal, hield het pu bliek de adem in bij het weerga loos mooie spel van het trio La Dada. Waar in de omtrek van Leiden kun je vroeg barokke so nates beluisteren van Italiaanse componisten als Salvatore, Spa- di en Fontana? De leden van het La Dada ensemble (opgericht in 1984) hebben als doel onbekende composities uit de 17e en 18e eeuw uit te voeren voor de bezet ting van een melodie-instrument (in dit geval de blokfluit), concer terend basinstrument (dulciaan en fagot) en basso continuo (cla vecimbel). De Italiaanse sonata's en tocca ta's uit de eerste helft van de 17e eeuw hebben vaak nog een im provisatorisch karakter: naast de terugkerende melodietjes hoor je een hoop toonladderwerk en ak koordversieringen. Bovendien wisselen stemmingen elkaar snel af: nu eens fris er tegenaan, dan weer mijmerend om daarna nog even een dansje te plegen. Ook de variatie wordt op allerlei ma nieren toegepast; bij herhalingen wordt het thema versierd en om speeld; bij gelijkblijvende partij in de klavecimbel en blokfluit haalt de dulciaan steeds halsbre- kender toeren uit (Ph. Böddec- ker: sonata sopra La Monica). Te recht ontving David Mings hier een enthousiast applaus. Na de pauze een Frans pro gramma van suites. Voor klave cimbel solo een suite van Louis Couperin uit 1650. Van Pierre Philidor en Michel de la Barre suites voor blokfluit met basso continuo, versterkt door de fa got. De renaissance instrumen ten hadden inmiddels plaats ge maakt voor de iets uitgesproke ner klank van de barokinstru- menten. Maar op wat voor instru menten ook en uit wat voor tijd en wat voor land de muziek ook kwam, het hele programma van letterlijk de eerste aanzet tot het laatste wegklinken werd punt gaaf uitgevoerd. Zo intens en zo geconcentreerd als er werd ge speeld, zo mooi van klank, dat was werkelijk vakwerk. Voor dit overtuigende en virtuose spel klonk dan ook een hartelijk ap plaus op uit de goed bezette zaal. MONICA SCHIKS. ook gezegd, toen hij bij ons op be zoek was. Er moet geld vrijge maakt worden, voor de toneelplan nen, maar ook voor ballet en noem maar op. Het is dus niet alleen een inhoudelijke kwestie maar zeker ook een financiële". Hoewel de druk nu een beetje van de ketel is, is de solo van Law son nog steeds van invloed op het doen en laten van Theater. Er is een intern bezinningsproces gaan de, resulterend in talloze vergade ringen en kantinegrappen als 'Over twee jaar gaan we gewoon met zijn allen op wachtgeld en dan rollen we zo de VUT in'. Van berusting is bij Woudenberg geen sprake. Zonder direct ver band te leggen met het Lawson- alarm is hij van mening dat het niet echt goed gaat met Theater en hij is van plan om daar wat aan te doen. „Toen Gees en ik hier bijna drie jaar geleden kwamen hadden we uitgangspunten. Die hadden te ma ken met het doorbreken van ver wachtingspatronen als het gaat om repertoiretoneel. Die uitgangspun ten raken ondergesneeuwd en daar moeten we naar terug in plaats van in toneel te gaan zitten voorzien". Het gerommel in het toneelbe- stel is niet meer of minder dan de voorbode van een enorme aardver schuiving. Er dient zich een ten dens aan, een lijn van opoffering van kleine groepen aan grote, rand stedelijke gezelschappen. Wouden berg: „Voor die tendens houd ik mijn hart vast. Het is waar deze re gering al jaren naar zoekt: een eli taire concentratie van top-kunste- naars. Voor iemand als ik die de verworvenheden van de jaren '70 heeft meegemaakt is dat moeilijk te verteren. Ik heb op alle gebieden de democratisering meegemaakt, ik heb gewerkt in een collectief, in een coöperatie. Die verworvenhe den schieten nu alle kanten uit, de lijn is weer reactionair. Democratie is niet gemakkelijk maar in de nieuwe lijn wordt er weer naar de Grote Leider gezocht. Welke Man geeft dè oplossing? Welk van God gegeven Talent timmert de hele boel weer in elkaar zodat de moei lijkheden overwonnen kunnen worden? De tijd om naar de Grote Man te vragen is voorbij, het is de tijd om naar het goede team te vra gen". „Dat betekent: wars zijn van con centratie en pleiten voor een hele duidelijke structurering van de di versiteit. Het is mijn persoonlijke mening dat datgene wat nu groot is kleiner zou moeten worden en dat gene wat nu klein is zou groter moeten worden. Een paar gezel schappen tot enorme proporties opblazen houdt onvermijdelijk in dat de kleinen moeten verpieteren. Liever tien duidelijk onderschei den toneelplekken verspreid over het hele land dan alles opofferen aan drie randstedelijke mammoet- structuren. Ja, daar houd ik echt mijn hart voor vast. Dan denk ik: Ik moet toch maar weer eens Me- phisto van Klaus Mann uit de boe kenkast halen". Video „Gees en ik zijn er op uit om op een heel overdrachtelijke, commu nicerende manier patronen te doorbreken. Toen wij deze job aan namen dachten we: zo'n repertoi regezelschap functioneert zo en zo, maar wij houden er onze eigen ideeën op na en datzelfde repertoi regezelschap kan ook anders func tioneren. Het kan levendiger, wendbaarder, directer. Maar je merkt dat er eisen |aan je worden gesteld en dat er een verwachtings patroon bij subsidiënten bestaat en je moet heel erg goed uitkijken dat je toch doorgaat op de ingeslagen weg en dat je niet dat patroon gaat zitten invullen". „Het moet ook van ons komen, van de toneelmakers. De bestuur ders kunnen het theater niet veran deren en de nu voorgenomen her structurering zal het toneel dan ook zeker niet veranderen. We heb ben wel successen gehad waarvan je zegt: Dat zou toch wel eens op zijn waarde geschat mogen wor den, daar wordt maar wat zuinigjes over gedaan. Iedereen vindt dat er moet worden veranderd en toch blijken de maatstaven over wat een repertoiregezelschap zou moeten brengen te zijn vastgeroest. Het moet veranderen, daar ben ik van overtuigd. En dat moet je geza menlijk doen. Iedereen, toneelma kers en ik zou haast zeggen het pu bliek, moet volmondig 'ja' zeggen tegen de verandering, met alle risi co's van dien". Helmert Woudenberg was de re gisseur van Theater's eerste pro duktie van dit seizoen, 'Rien ne va plus'. Een voorstelling waarvan de vernieuwingsdrang (onder meer gebruik van het medium video) niet aankwam bij het publiek. Ze werd van het repertoire genomen. Woudenberg: „Ik sta nog steeds achter 'Rien ne va plus'; ik heb ook formeel geprotesteerd tegen het van het repertoire halen van het stuk. Als ik helemaal voor mezelf had moeten beslissen was ik door gegaan, al had ik twintig slechte re kent ons. Het gaat zelfs zover als het vantevoren mensen succes wensen. En dan denk ik: mis schien is dit wel een voorstelling waarbij je geen bloemen aan het eind moet geven, misschien is dit wel een voorstelling waarbij je van tevoren zegt: U hoeft niet te ap- plaudiseren als u niet wilt. Dit is heel persoonlijk hoor, maar ik ver kijk me wel eens op de drang rond zo'n première". Woudenberg kan de toneelma kers om zich heen wel 'ja' laten zeggen, maar het publiek is niet zo gemakkelijk bij de hand te nemen. „Ik zou wel eens willen dat het pu- blieksklimaat anders was. Juist in de gevallen dat een voorstelling niet aankomt zou ik dolgraag tegen de mensen in de zaal willen zeg gen: Maar kijk, dit is het uitgangs punt, dit hebben we geprobeerd, daar en daar zijn we blijven steken, maar dit willen we ermee zeggen, daarom doen we 't". Donderwolk Toen Linnebank en Woudenberg drie jaar geleden naar Arnhem kwamen heerste er overal in thea traal Nederland een soort juich stemming: Gees en Helmert ma ken een einde aan het dramatur gentoneel; we gaan niet meer eerst een half jaar in een studeerkamer zitten denken, we gaan gewoon lekker toneelspelen. De speel vreugde was het verweer tegen de toen al heersende depressie. In middels is er een complete donder wolk verschenen en ook minister Brinkman heeft die met zijn 'Op dit moment bestaan er geen plan nen tot opheffing van Theater' (let wel: dit moment) niet kunnen ver jagen. Waar heeft de aanvankelijke euforie toe geleid? Heeft Theater de geldschieters ook een reden in handen gegeven om nu dreigende taal uit te slaan? Woudenberg: „Dat is een proces geweest. Toen we bezig waren met de plannen voor het nieuwe sei zoen hebben Gees en ik elkaar wel aangekeken en gezegd: We moeten terug naar de uitgangspunten van het begin. Er is iets stroefs ont staan, er dreigt iets vast te lopen, op een manier waar je ook heel moeilijk de vinger op kunt leggen, hoor. Het is niet zomaar uit te scha kelen. In het begin spatte de creati viteit eruit, maar er is toch iets van een gareel ontstaan". „De verworvenheden van de ja ren '70 kunnen ook functioneren in een repertoiregezelschap. Maar de strijd is moeilijk, dat blijkt. Toneel is per definitie: iemand die iets doet en iemand die ernaar kijkt. Die wisselwerking is er ook tussen acteur en regisseur en die is pas zinvol als er sprake is van gelijk waardigheid. Daarom worden de Verkades en de Royaards niet meer geboren en we hebben hen ook niet meer nodig". Nibelungen Niettemin lijken Woudenberg en Linnebank voorlopig te zijn vast gelopen op de structuur van een re pertoiregezelschap. Of zoals Wou denberg het uitdrukt: „Je kunt to neel op twee manieren bekijken: als een doel; dat is wanneer men sen elkaar bij het zien van een schouwburg aanstoten en zeggen: o, daar wordt toneel gespeeld. Maar toneel is ook een middel, om te ontplooien, om te groeien, om mee bezig te zijn. Ook voor jezelf als theatermaker. En we kunnen gevoegelijk toegeven dat Gees en ik bij het samenstellen van het re pertoire voor het nieuwe seizoen tegen elkaar hebben gezegd: dit re pertoire wordt de vertaling van een lijn die de verkeerde kant uit gaat; weer dat ingaan op eisen en ver wachtingen; dat 'Jullie moeten met goeie titels komen'; dat waar van sommige schouwburgdirec teuren zeggen: 'Dat vinden de gehad en al hadden er per voorstelling maar twee man in de zaal gezeten. De grote schouwburg heeft een kader en na 'Rien ne va plus' heb ik gemerkt hoe moeilijk het is om met iets nieuws door dat kader te komen. Het blijft toch weer die première in die schouw burg, dat applaus aan het einde dat nu eenmaal bij een première hoort, die bloemen die worden uitge deeld, die schouwburgdirecteuren die altijd weer bij zijn première aanwezig zijn, altijd weer dezelfde die de zaal vullen. Ons „Toen hebben we het repertoire omgegooid. We hebben een kant en klaar stuk van De Filippo laten vallen. Een goed stuk hoor, maar wat je goed zou moeten doen an ders zou het gevaar bestaan dat het een traditionele voorstelling zou worden. Daarvoor in de plaats komt een groot project waar we vier maanden aan willen werken: Het lied van de Nibelungen. We schrijven het zelf en gaan daar een hele bijzondere gebeurtenis van maken. Dat was een vrij radicale ingreep, maar we vonden dat we het moesten doen: we moeten te rug naar onze uitgangspunten en dit is daar de consequentie van". .Het Gebeuren, Haags centrum voor spreiding van actuele theaterkunst, brengt op 4 december .Druppels op gloeiende stenen' van R. W. Fassbinder offi cieel in première in het Theater aan de Haven in Scheveningen. De eer ste voorstelling in ons land van dit jeugdstuk van de bekende filmer die zijn loopbaan begon als toneel regisseur. „Tropfen auf heisse Steinen" werd na de dood van de auteur in 1985 gevonden. Het werd geschre ven toen hij net twintig was en is voorzover bekend zijn eerste to neelstuk. Het gaat over de verhouding tus sen twee mannen, een twintigjari ge die door een een veel oudere in huis is genomen. De laatste is voor zijn werk soms weken weg en na een half jaar blijkt de verhouding niet te zijn wat de jonge man zich ervan had voorgesteld.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21