zich op voor eeuwfeest
Nuttige dagdromen
Denkwiizer
Onze taal
«1
iu.
wèèê^èm
a '1
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 29
Met de donkere dagen in zicht maakt
de Leidse afdeling van het Leger des
Heils zich weer op voor de jaarlijkse
kerstcollecte. Want al is de
crisisopvang in de loop der jaren wat
kleinschaliger geworden, er is nog
genoeg werk aan de winkel. Zeker nu
landelijk het 100-jarig bestaan voor
de deur staat.
door Joost Leeuwis
"De Apeldoornse politie had op het bu
reau een man die in een gevecht verwik
keld was geraakt en alleen nog maar een
onderbroek aan had. Men kon hem niet
van kleding voorzien en de volgende dag
moest hij worden voorgeleid voor de
rechter. Of het Leger des Heils geen gra
tis kleding aan deze persoon wilde leve
ren. Dat hebben we toen maar gedaan",
vertelt de 58-jarige Jantina Remigius-
Mulder over de tijd dat zij met haar 62-
jarige man Ambrosius Remigius in
Apeldoorn was gestationeerd.
Samen vervullen zij sinds vier maan
den de taak van korpsofficieren van de
afdeling Leiden en omstreken van het
Leger des Heils, dat in mei 1987 honderd
jaar in Nederland actief is.
Leiden heeft een kledingwinkel, die
iedere donderdagmorgen geopend is,.
Deze draait niet onaardig: de belangstel
ling schommelt zo tussen de zestig en
negentig bezoekers per ochtend. "Er ko
men veel mensen met kleine kinderen,
veel Turken en veel Marokkanen in de
winkel", zegt Jantina Remigius, die er
de leiding heeft. "Die klanten vinden het
erg belangrijk dat ze de kleding niet ca
deau krijgen, maar ervoor betalen. De
reacties zijn erg positief, niet alleen om
dat men anders niet steeds terug zou ko
men, maar ook mondeling prijst men
ons om onze goede en goedkope kle
ding". Mevrouw Remigius voegt daar
aan toe dat zij niet per definitie de lande
lijke prijsvoorschriften aanhoudt, maar
probeert om de draagkracht van de ko
pers in de prijsbepaling te betrekken.
Een eenmaal vastgestelde prijs hanteert
zij echter wel voor alle klanten. De kle
ding bestaat voornamelijk uit kostuums,
truien, jurken, kinderkleren, mantels en
schoenen, maar ze verkoopt ook gordij-
Sinds de Leidse afdeling van het Le
ger twee jaar geleden verhuisd is van de
Hooigracht naar de Derde Groenesteeg
beschikt men ook over een crisisop
vangcentrum. Het is niet meer dan een
klein kamertje met twee opklapbedden,
een stoel en een tafeltje, douche en toilet
en een box met speelgoed voor kleine
kinderen. De mensen die er terechtko
men zijn meestal zwervers met proble
men, herhaaldelijk ook mensen met
trauma's van een ongelukkige jeugd en
soms mensen die totaal in de war zijn.
"Als mensen bij ons aankloppen is door
verwijzen onze eerste reactie, slechts in
uiterste gevallen nemen, we hier iemand
op, verzekert Remigius.
Maar dat wil niet zeggen dat de Leidse
korpsofficieren verder niets aan opvang
doen."Over het algemeen hebben de
problemen van de mensen die wij op
vangen te maken met het milieu waarin
ze zijn opgegroeid. Maar er zijn uitzon
deringen. Karakter speelt ook een rol.
We weten meestal ook niet veel over de
achtergrond van de problemen, omdat
mensen die soms totaal in de war zijn op
onverwachte momenten opbellen, en
dan maar een klein deel van hun hele
geschiedenis vertellen. Luisteren is vaak
het enige dat we kunnen doen", zegt
Ambrosius Remigius over de opvang
van crisisgevallen in Leiden.
Pastorale hulp
Er zijn sinds de jaren zestig een hele
boel instanties bij gekomen waarbij je
met maatschappelijke problemen te
recht kunt. Toen deze verandering in sa
menhang met'de ontkerkelijking door
zette, hebben we daarop gereageerd
door ons sterk te gaan richten op pasto
rale hulp voor degenen die dat wensen.
Met allerlei geestelijke problemen ko-
j men de Leidenaren, Katwijkers, Sassen-
heimers en mensen uit de aan Leiden
grenzende gemeenten bij ons, al betreft
het slechts één drie gevallen per
maand. Daarnaast worden we ook wel
eens gevraagd voor het verzorgen van
begrafenissen voor mensen die zelf geen
dominee of priester kennen die dat voor
hen kan doen. Ook dat is een gevolg van
de ontkerkelijking".
Andere activiteiten die de Leidse afde
ling van het Leger des Heils organiseert
zijn de vrouwenbond, waarin vrouwen
nadenken over verantwoordelijkheid en
verdieping van het christelijk geloof, de
Goed Nieuws-club voor kinderen, een
bejaardensoos waar 60-plussers allerlei
spelletjes kunnen doen, het innemen
van kleding voor de winkel en het sorte
ren van die kleding in bruikbaar en on
bruikbaar, natuurlijk de zondagsamen
komsten, de zondagschoolbijeenkom
sten voor kinderen, de verkoop van het
blad 'De Strijdkreet' en het zingen op
straat. Verder zijn er in februari en de
cember de nationale collectes van het
Leger, waarvan de kerstcollecte in de
cember de omvangrijkste is. Bij al deze
activiteiten speelt op de achtergrond de
evangelisatie een rol. Daarnaast wordt
overal in het land twee maal per jaar de
grote kledinginzameling gehouden,
waarbij huis aan huis kledingzakken
worden verspreid.
Het Leger des Heils zit in Leiden sinds
1889. Het vestigde zich toen aan de Lam
mermarkt en bleef daar tot 1924, toen
het naar de Langebrug verhuisde. Toen
het Leger zich in 1889 aan het Leidse pu
bliek presenteerde waren de gemeente
en het heilsleger zo bang voor onlusten
dat deze officiële presentatie onder zwa
re politiebewaking plaatsvond.In 1930
verhuisde men naar de Hooigracht, waar
men 54 jaar bleef. In 1984 verhuisde het
Leger des Heils naar het huidige ge
bouw aan de Derde Groenesteeg.
Inzamelen
Op internationaal niveau begint de ge
schiedenis van het Leger des Heils in
1865. Toen begonnen de oprichter en
zijn vrouw, William en Catherine Booth,
met hun evangelisatiewerk in Oost-Lon-
den. Dat evangelisatiewerk combineer
den zij uitdrukkelijk met daadwerkelij
ke hulp aan de armen, en deden dat toen
nog onder de naam 'Christian Mission'.
eu.
DOOR JOOP VAN DER HORST
Vooral als mijn moeder aan het strijken
was, deden we vroeger het spel van de
gehandicapte koopman. De een speelde
voor klant, de ander voor koopman. De
klant mocht alles vragen maar de koop
man mocht niet alles zeggen. Er was een
rijmpje bij, waarin voorkwam: wit en zwart
verkoop ik niet, ja en nee versta ik niet. Je
moest antwoorden zonder de woorden wit,
zwart, ja of nee te gebruiken. Knikken en
hoofdschudden was ook verboden. Het
was een behoorlijk moeilijk spél. Waar
schijnlijk hebben politici het in hun jeugd
vaak gespeeld.
We zouden die woorden slecht kunnen
missen. Je kunt er wel omheen, maar mak
kelijk is het niet. Hoe zou het zijn als we het
zonder de volgende woorden moesten
doen: baby, flat, sport, snackbar, fit, film,
hit», sex, folder, trend, frame, aftershave,
poster, safe, interview, plastic, partner, lift,
panty en jam? Wie koopman was, zou heel
gauw af zijn. Je zou andere woorden kun
nen zoeken maar dat is heel lastig. Waar
om zouden we ze niet gewoon gebruiken?
Volgens sommige mensen moeten we de
ze woorden vermijden omdat het geen Ne
derlandse woorden zijn. Ze zijn overgeno
men uit het Engels. Men vindt dat de Ne
derlandse taal bedorven wordt door al die
Engelse leenwoorden.
Is het echt waar, dat het slecht is voor een
taal om veel leenwoorden te hebben? Of is
het bijgeloof? Of erger nog: gaat het om
een niet ongevaarlijk soort nationalisme,
in een trant van 'Wij zijn van vreemde
smetten vrij'? Zijn er trouwens wel zo veel
Engelse leenwoorden?
Natuurlijk moeten er af en toe nieuwe
woorden bij komen. Voor nieuwe dingen
zijn nieuwe woorden nodig. Maar komen
de meeste nieuwe woorden uit het En
gels? Geen sprake van. Het overgrote deel
van de woorden die na 1960 erbij kwamen
is puur Nederlands. De meeste nieuwko
mers zijn woorden als voordeurdeler,
scholengemeenschap, bijsluiter, tweever
diener, aardlekschakelaar. De Engelse
leenwoorden zijn ver in de minderheid.
Alle talen ontlenen aan elkaar. Het Engels
bevat enorm veel ontleningen aan het
Frans. Het Nederlands heeft vroeger veel
overgenomen uit het Latijn en het Frans,
maar niemand weet meer dat het leen
woorden zijn. Bijvoorbeeld zolder, kelder,
altaar, kroon, persoon, natuur, pen, lijn,
schrijven, punt, school, inkt, peterselie,
pruim, duivel, feest, pijn.
Na verloop van tijd is iedereen vergeten
waar die woorden vandaan kwamen en
zijn ze net zo eigen geworden als alle an
dere woorden. En zo zal het met jam, part
ner en flat ook wel gaan. Daar wordt de
Nederlandse taal alleen maar rijker van.
Een levende taal heeft nu eenmaal voe
ding nodig. Als we niets uit het buitenland
zouden overnemen, was onze taal al gauw
ontoereikend voor het leven van nu.
Het aantal leenwoorden uit het Engels valt
dus nogal mee en ontleningen zijn op zich
zelf ook heel gezond. Vervelend is alleen -
niet voor de taal maar voor de mensen -
als het niet begrepen wordt. Maar dat
kwaad straft zichzelf. De computerfabri
kant met advertenties vol woorden die bij
na niemand begrijpt, ziet gauw genoeg in
hoe nadelig dat voor hemzelf is.
De echte moeilijkheid voor mij is niet dat ik
het woord credit card niet begrijp, maar dat
ik er niet een heb. Ik zou ook wel over een
cruise spreken als ik het geld had om zo'n
tocht te maken. En verder kom ik nooit in
een lounge. Zolang dat voor de meeste
Nederlanders geldt, zal het met de leen
woorden lounge, cruise en credit card wel
meevallen. Ik heb jaren in een flat ge
woond. Ik ga wel eens naar een film en ik
maak soms een puzzel. Vandaar dat ik
geen moeite heb met flat, film en puzzel.
En als ik koopman was, zou ik niet weten
hoe ik deze woorden moest omzeilen.
door René Diekstra
hoogleraar psychologie te Leiden
Op weg naar uw werk staat u voor een
stoplicht te wachten. Opeens denkt u aan
uw volgende vakantie. Dat u naar Grie
kenland gaat en daar dagenlang lekker
lui aan het strand zult liggen... Pas als er
achter u driftig getoeterd wordt, merkt u
dat het licht allang op groen staat. U
gaat naar bed en doet het licht uit. Maar
in plaats van meteen in slaap te vallen,
begint u te fantaseren over hoe u morgen
uw chef eens flink de waarheid zal zeg
gen.
Dagdromen - die onwillekeurige en on
uitgenodigde gedachten, die stiekem ons
bewustzijn binnendringen - zijn lange
tijd verkeerd begrepen: als symptoom
van onderdrukte seksualiteit, als een
neurotisch verschijnsel, of simpel als
tijdverspilling. Recent onderzoek wijst
uit dat dagdromen zeer zinvol en moge
lijk zelfs van levensbelang zijn. Ze kun
nen ons helpen problemen op te lossen,
ons op toekomstige gebeurtenissen voor
te bereiden, spanningen te verminderen
en verveling te verdrijven. Zelfs kunnen
ze helpen ons van depressies te bevrij
den. Dagdromen kunnen ook helpen zelf
vertrouwen op te bouwen. Een onderzoek
onder topsporters toont aan dat degenen
die van tevoren fantaseren over hoe ze
een wedstrijd zullen aanpakken, zoals
een marathon of een tijdrit, doorgaans
succesvoller zijn dan degenen die dat
niet doen. Zelfs dagdromen die opper
vlakkig gezien bizar of onlogisch zijn,
hebben doorgaans nuttige effecten. Zo is
door psychologen van de Yale Universi
teit in de Verenigde Staten vastgesteld
dat kinderen die meer dan gemiddeld
dagdromen, gelukkiger en coöperatiever
zijn en meer doorzettingsvermogen heb
ben dan kinderen die dat heel weinig
doen. Er is ook een duidelijk verband
tussen dagdromen en creativiteit. Uit
een studie onder schilders, schrijvers en
wetenschappers blijkt dat ze hun crea
tiefste ingevingen vaak via dagdromen
krijgen. Zo wordt van Archimedes ver
teld dat hij zijn ontdekking (dat men de
massa van een voorwerp kan afleiden
uit de waterverplaatsing) deed terwijl
hij genoegelijk in bad lag te fantaseren.
Dagdromen is overigens bepaald niet
iets dat aan de meest succesvollen of ge
talenteerden onder ons is voorbehouden.
Vastgesteld is dat mensen over de loop
van hun hele leven genomen 30 tot 40
procent van hun waaktijd met dagdro
men doorbrengen! De meeste daarvan
zijn niet meer dan vluchtige gedachten
van 5 tot 14 seconden, zoals "wie zouden
er vanavond allemaal op dat feestje ko
men". Dagdromen treden vooral op als
we bezig zijn met automatische of routi
ne-activiteiten. Dat komt omdat onze
hersenen een bepaalde behoefte hebben
aan prikkeling. Wanneer die niet van
buiten komt, dan wordt daar van bin
nenuit voor gezorgd.
Dagdromen is dus een soort joggen
van onze geest om in goede conditie te
blijven. Net als joggen is het bovendien
een manier om spanningen, bijvoorbeeld
door een teveel aan informatie, kwijt te
raken. Wat goed is voor onze geest, is ook
goed voor ons lichaam en daarom helpt
dagdromen ons ook lichamelijk fit te
blijven. De psycholoog Johnston toonde
dat onlangs aan in een onderzoek onder
werknemers van een bedrijf in Enge
land. Werknemers, die tweemaal per dag
voor tien minuten hun werk onderbra
ken om te gaan stil zitten en te dagdro
men, waren niet minder produktief
maar wel lichamelijk gedonder dan de
genen die dat niet deden.
Helaas voelen veel mensen zich onze
ker over hun dagdromen of schamen zich
ervoor en verdringen ze daarom liever.
Anderen zijn zo druk bezig dat ze voor
hun fantasieën geen tijd nemen. En weer
anderen zetten liever de televisie aan om
met behulp van de fantasieën van ande
ren de dagelijkse werkelijkheid te ont
vluchten. Omdat die 'geleende' dromen
vaak niks met hun eigen persoonlijke si
tuatie te maken hebben, blijft hun geeste
lijke jogging-behoefte onbevredigd en
daarom hun innerlijke spanning vaak
onnodig hoog.
Het idee dat vooral bejaarde mensen
hun tijd met dagdromen doorbrengen en
daarin hoofdzakelijk met het verleden
bezig zijn, is onjuist. Uit een onderzoek
onder 75- tot 91-jarige mannen blijkt dat
ze evenveel over het heden als over het
verleden fantaseren. Het aantal dagdro
men lijkt zelfs met de leeftijd af te nemen.
Bejaarde mannen hebben slechts een
kwart van de dagdromen die jonge man
nen tussen de 17 en 23 jaar hebben.
Wat de inhoud van dagdromen betreft,
is er een duidelijk verschil tussen man
nen en vrouwen. Bij jonge mannen gaat
het veel vaker om seksuele fantasieën
dan bij jonge vrouwen. Maar voor zowel
mannen als vrouwen geldt, dat degenen
die seksueel het meest actief zijn ook het
vaakst seksuele dagdromen hebban.
Mannen beginnen pas zo rond hun der
tigste evenveel over alledaagse proble
men te dagdromen als over sex. Vrouwen
zijn over het algemeen de meest actieve
dagdromers. Hun dagdromen gaan
doorgaans over problemen van alledag
en over problemen in persoonlijke rela
ties. Slechts één op de vijf dagdromen
gaat over iets absurds of onwerkelijks.
Een belangrijke ontdekking is dat
mensen over de dingen, die ze niet dur
ven of niet goed kunnen, ook niet goed
kunnen fantaseren. Iemand die zich 'niet
kan voorstellen dat hij een volle zaal toe
spreekt...' kan dat in werkelijkheid
meestal ook niet of nauwelijks. Omge
keerd geldt dat iemand die zich in zijn
dagdroom kan voorstellen dat hij een
volle zaal toespreekt, in werkelijkheid
daarmee ook minder moeite heeft, "Zelfs
als hij zoiets nog nooit eerder heeft ge
daan. Psychologen maken van deze ont
dekking gebruik door mensen met be
paalde angsten via fantasie-oefeningen
daarvan te genezen. Soms passen ze
daarbij hypnose toe, omdat veel mensen
in hypnotische toestand gemakkelijker
kunnen fantaseren.
Meestal is deskundige begeleiding ove
rigens helemaal niet nodig om dagdro
men zo nuttig mogelijk te gebruiken.
Wanneer men regelmatig en concreet
over een bepaald probleem bewust gaat
dagdromen, komt vaak een geschikte op
lossing tevoorschijn. De meest effectieve
manier van dagdromen is om over een
bepaalde situatie waar men tegenop ziet
zó vaak te fantaseren totdat men zich
kan voorstellen precies die gevoelens te
hebben en die dingen te doen, die men
graag wil kunnen voelen of wil kunnen
doen. Vervolgens moet men die fantasie
dan regelmatig herhalen, tweemaal per
dag 5 a 10 minuten, vóórdat men zich in
die situatie begeeft. Verder kan men
dagdromen bewust gaan gebruiken om
tegenover een deprimerend gevoel iets
positiefs te zetten of om angst voor ie
mand anders te verminderen. U stelt zich
bijvoorbeeld voor dat uw baas, terwijl
hij u een uitbrander geeft over uw on
handigheid, over zijn telefoondraad
struikelt, languit op de grond terecht
komt en daarbij de hele stapel papier
van zijn bureau over zich heen krijgt.
Die fantasie werkt op uw lachspieren en
maakt u dus minder angstig. U moet er
alleen voor zorgen dat u in de werkelijke
situatie niet hardop gaat lachen. Chur
chill heeft ooit eens verteld dat hij als
jong politicus zijn angst voor gevestigde
staatslieden steeds overwon door zich
voor te stellen hoe ze door de bril van de
wc zakten en daar dan niet meer vanaf
konden komen.
Dagdromen zijn dus niet alleen onge
vaarlijk, maar vaak zelfs nuttig. Pas
wanneer een bepaalde bedreigende fan
tasie steeds opnieuw en op de meeste on
gepaste momenten in ons opborrelt, is er
mogelijk reden ons zorgen te maken en
daar eens met een ander over te praten.
De kans op zulke obsederende fantasieën
is veel kleiner als u niet alleen buiten in
de natuur maar ook binnen in uw hoofd
- regelmatig jogt. Misschien wordt brain-
jogging nog eens dé trend. Voor onze
geestelijke gezondheid zou dat in elk ge
val nooit weg zijn.
des Heils in 1949 in Ede(Gld.). Hij herin
nert zich uit die tijd nog wel een dron
ken man op een plein, waar een heleboel
mensen omheen stonden. "Hij verstoor
de de openbare orde, maar niemand
durfde die schreeuwende man daar weg
te halen en toen haalden ze mij er bij.
Uiteindelijk wist ik het vertrouwen van
die man te winnen en is hij met me mee
gegaan. Ik was toen al wel korpsofficier,
maar nog een heel jong broekje".
Wennen
"Maar onze mooiste tijd hebben we
toch gehad in de Belgische Kongo", zegt
Jantina. Ambrosius knikt instemmend.
Van 1953 tot 1960 heeft het echtpaar ge
woond in het land dat nu Zaïre heet. Me
vrouw Remigius gaf daar les in hygiëne
aan de plaatselijke bevolking en haar
man hield zich daar bezig met het leiden
van een ambachtsschool en het geven
van metselaarslessen. Na hun periode in
de Belgische Kongo gingen ze terug
naar Nederland en zijn daar korpsoffi
cier in vele plaatsen geweest, waaronder
Dordrecht, Zutphen, Sneek, Harlingen,
Groningen, Nijverdal, Apeldoorn en
Den Haag. Op hun tijd in het gebouw
Prinsengracht in Den Haag kijken ze te
rug met het tevreden gevoel daar veel
nuttig werk te hebben verricht. Het Le
ger heeft daar een grote evangelisatie-
post.
Remigius zegt dat hij en zijn vrouw
erg hebben moeten wennen toen zij uit
Belgisch Kongo terugkeerden naar Ne
derland: "Het was een hele overgang.
We zgten daar in het zuiden een heel
groot land ergens in de rimboe, in een
heel ongecompliceerde maatschappij
die erg dunbevolkt is. Nederland kent
door zijn dichte bevolking veel meer re
gels, daarnaast ook veel meer godsdien
stige tradities dan Afrika. Ook zijn de
mensen in Afrika veel blijer en makkelij
ker dan hier. En dan is het heel moeilijk
om weer over te schakelen op ons klei
ne, in sommige opzichten starre kikker
landje".
Ooit vervuld?
Bij bovenstaande beschrijving van de
Leidse afdeling van het Leger des Heils
is het goed te beseffen dat hier een hele
boel voorzieningen van het Leger niet
zijn, die zich wel in de grote steden be
vinden: voorzieningen voor kinderbe
scherming, bejaarden verpleging, de af
deling reclassering voor mensen die met
justitie in aanraking zijn (geweest) of
dreigen te komen, de zogeheten 'Good
will-centra' vanwaaruit soldaten er op
uit trekken om spontaan mensen te hel
pen die op welke manier dan ook aan
lager wal zijn geraakt (het uitdelen van
soep aan zwervers tijdens Kerstmis is
hiervan het bekendste voorbeeld), de
thuislozenzorg voor daklozen en het op
sturen van kleding en andere goederen
naar Derde Wereldlanden.
Het maatschappelijk werk van het Le
ger wordt gedaan door deskundigen:
psychologen, sociologen, juristen, peda
gogen. Het merendeel van deze mensen
is ondergebracht in de stichting voor
maatschappelijke taken. De opleiding
van de korpsofficieren is meestal veel la
ger: vaak hebben zij alleen de Kweek
school voor Heilsoldaten van het Leger
in Amstelveen doorlopen. Overigens is
het Leger in Nederland verplicht om
voor zijn maatschappelijke taken hoog
opgeleid personeel aan te nemen, anders
krijgt het zijn subsidie niet.
Zoals gezegd, bijna bestaat het Leger
des Heils met al deze activiteiten, waar
van de thuislozenzorg overigens de oud
ste is, in Nederland. Dit zal gevierd wor
den met een groot aantal evenementen,
die tussen 8 mei en 1 oktober 1987 zullen
plaatsvinden in Amsterdam, Utrecht en
Lunteren. Het werk gaat ondertussen
gewoon door. Zal de taak van het Leger
des Heils ooit vervuld zijn?
In 1878 werd de naam van de organisatie
omgedoopt in 'Salvation Army'.
Ooit is beweerd dat het eigenlijk
vreemd is dat het heilsleger nationale in
zamelingen mag houden, omdat het een
kerkgenootschap is. Het staat een kerk
genootschap natuurlijk vrij een inzame
ling onder haar eigen leden te houden,
maar voor nationale inzamelingen ligt
dat anders. De heer C. van Viegen, werk
zaam op de juridische afdeling van de
gemeente Leiden, ontkent echter de
suggestie dat dit illegaal zou zijn: "Deze
materie is geregeld in de Rompwet In
stellingen van Weldadigheid. Volgens
die wet hebben kerkgenootschappen
voor het houden van nationale inzame
lingen een vergunning nodig. Er staat
niet dat dat voor kerkgenootschappen
verboden zou zijn".
Het geld van de februari-collecte blijft
volgens de heer Remigius voor veertig
procent bij de plaatselijke afdelingen die
het opgehaald hebben en die hun activi
teiten voor een groot deel richten op
evangelisatie. Tien procent van het op
gehaalde geld wordt besteed aan publi-
citeitskosten voor het Leger des Heils,
die voornamelijk in de bekende Socute-
ra-uitzendingen worden geïnvesteerd.
"Het grootste deel van de overige vijftig
procent wordt door het nationaal hoofd
kwartier besteed aan de maatschappelij
ke activiteiten", zegt Ambrosius Remi
gius. "Natuurlijk, deze worden door de
overheid al gesubsidieerd, maar zeker
de laatste tijd is die subsidie niet altijd
genoeg en we hebben ook projecten die
helemaal niet door de overheid worden
gesubsidieerd. Een voorbeeld daarvan is
onze alcoholontwenningsboerderij 'De
Wending' in Ugchelen bij Apeldoorn".
Hij voegt er aan toe dat de kerstcollecte
geheel in handen van de plaatselijke af
delingen blijft.
Arbeidscontract
Overigens wordt het Leger des Heils
op landelijk niveau geherstructureerd.
Enerzijds is het een kerkgenootschap
dat de evangelisatietaken verricht, an
derzijds is er kort geleden een stichting
opgericht die zich bezighoudt met de
maatschappelijke taken van het Leger.
"De ontwikkelingen rond die her
structurering zijn nog niet afgerond,
maar in elk geval heeft deze stichting
werknemers met een arbeidscontract, in
tegenstelling tot de heilssoldaten en offi
cieren van het kerkgenootschap, die of
ficieel vrijwilligers zijn", aldus kapitein
P. Stigter van het Nederlands hoofd
kwartier van het Leger des Heils in Am
sterdam.
Een andere verandering die op lande
lijk niveau speelt bij het Leger, is dat
men de stationeringstijden van korpsof
ficieren langer wil maken. Majoor R.A.
Berkenbosch van het hoofdkwartier
daarover: "Vroeger was het lang als je
als korpsofficier twee of drie jaar op de
zelfde plek bleef zitten. Dat is nu niet
meer zo. We willen er nu naar streven
om een stationeringstijd van drie tot ze
ven jaar normaal te laten zijn".
Korpsofficier Remigius reageert daar
op met: "Zeven jaar vind ik lang hoor.
Volgens mij zou het ideaal zijn als een
korpsofficier vijfjaar in eenzelfde plaats
zat". Als reden voor de, zeker vroeger, zo
Het Leidse kle-
dingioinkeltje
op donderdag
morgen. Inzet:
Het echtpaar
Remigius in het
crisisopvang
centrum. "Luis
teren is vaak
het enige dat we
kunnen doen".
(foto's Wim Dijkman)
snelle overplaatsingen noemt Remigius
verschuivingen die internationaal ont
staan door ziekte, pensioen of overlijden
van Legerofficieren.
De afdeling van het Leger des Heils
die Leiden en omgeving haar diensten
verleent, telt zoals gezegd ongeveer hon
derd heilssoldaten. Deze groep bestaat
voor ongeveer zestig procent uit vrou
wen. Van die vrouwen hebben er zes a
zeven een leidende functie in de afde
ling. Ongeveer vijftien van de honderd
heilssoldaten zijn jonger dan dertig jaar.
Iedere afdeling van het Leger des
Heils moet zelf financieel zien rond te
komen. Van wat men binnenkrijgt moet
tien procent worden afgedragen aan het
hoofdkwartier in Amsterdam. Ambro
sius Remigius: "Ik vind dat een hele
goede zaak. Je wordt op die manier niet
gemakzuchtig". Hij weet niet of de dien
sten van het Leger erg sterk bedreigd
worden door bezuinigingen, maar hij
maakt zich daar niet zo'n zorgen over.
"Je moet niet vergeten dat het Leger des
Heils kan rekenen op een enorme inter
nationale schare van donerende sympa
thisanten", zo zegt hij.
Ambrosius en Jantina Remigius zijn
deze maand 35 jaar getrouwd. Ambro
sius begon zijn loopbaan bij het Leger