Hoe onschuldig is de exhibitionist? Met de 'zoemfiets' door weer en wind Zedenpolitie Leiden: 'Uit de taboesfeer halen, maar zeker niet wegmoffelen' ZATERDAG 22 NOVEMBER 1986 EXTRA PAGINA 25 Vorige week nog hield de politie ie mand aan die artikel 9230 uit het wetboek van strafrecht overtrad. Hij was 'werkzaam' bij het Rijns- burgerviaduct in Leiden, zoals het omzichtig werd geformuleerd in het krantebericht. De politie betrapte de exhibitionist op heterdaad. B. Kievits, chef van de jeugd- en ze denpolitie van het Leidse korps, noemt de 34-jarige Alkmaarder een goed voor beeld van exhibitionisme. "Een bijzon der hardnekkig recidivist. Toen we de collega's in Alkmaar belden zeiden ze ook meteen: die kennen we wel. Om her kenning te voorkomen gaat zo'n man steeds verder buiten Alkmaar opereren. Nu was hij dus in Leiden beland". door Bart Jungmann "Aan zo'n man is eigenlijk niets te doen. Justitie is ook bepaald niet blij met een proces verbaal daarvan. Er valt toch niets met hem te beginnen. Maar ja, hij deed het 's avonds en dan wordt het toch als bedreigend ervaren. De man staat al jaren onder behandeling. Niets helpt. Hij zei het zelf ook: ik sta 's mor gens met de beste voornemens op, maar als ik onder spanning kom te staan krijg ik die onweerstaanbare behoefte". Genoemd artikel 9230 spreekt over het plegen van openbare schennis, in de volksmond heet het potloodventen en de officiële term luidt exhibitionisme. Het woordenboek verklaart die term als 'het tonen van geslachtsdelen uit een ziekelijke seksualiteit'. Die uitleg gaat Steven Terwindt, als psycho-sociaal medewerker verbonden aan het Rutgershuis in Den Haag, te ver. Hij kiest voor een meer algemene formu lering: "Het tonen van geslachtsdelen en eventueel andere lichaamsdelen aan an deren, waarbij er in meer of mindere ma te sprake is van shockeren". De Rutgers Stichting probeert men sen met seksuele problemen te helpen en heeft daartoe achttien bureaus in het land. Steven Terwindt is dus enigszins bekend met de problematiek van exhibi tionisten. Dilemma "Aanvankelijk was er wel enige twijfel of we exhibitionisten hulp zouden bie den. We helpen hier ook slachtoffers van exhibitionisme en dat plaatste ons toch voor een dilemma. Daar komt nog bij dat het weliswaar een goede zaak is als het uit de taboesfeer wordt gehaald, maar je moet het ook niet als iets on schuldigs wegmoffelen. Het kan toch een vorm van seksueel geweld zijn. Ze ker voor een kind kan het een geweldige klap betekenen als het met een exhibi- tionist wordt geconfronteerd. Niettemin hebben we besloten het wel te doen". De belangrijkste reden daarvoor: het" strafrecht vormt voor de hardnekkige exhibitionist geen belemmering. Kievits beaamt dat: "Nee, dat helpt in feite ook niet". Terwindt: "Laat het maar wat meer in de openbaarheid komen. De maatschappij èn de exhibitionisten zelf moeten het uit de taboesfeer halen". Ter windt probeert aan dat proces mee te werken, maar Kievits zegt: "Dan moeten ze dat wel zelf willen en vaak willen ze dat niet". Die mening verklaart wellicht de (nog) weinig hechte samenwerking tussen po litie en hulpverleners. Terwindt: "Er is wel een zeker overleg met politie, justi tie en reclassering, maar dat gaat niet zo diep. Het zit in de opbouwfase en de contacten zijn nu nog vooral informeel van aard. Zo ben ik zelf weieens bena derd door een rechercheur over een be paald geval. Maar die samenwerking zou eigenlijk beter moeten worden gestruc tureerd". In Leiden zijn de banden tussen poli tie en het Rutgershuis aan de Papen gracht evenmin stevig. "Wij bekijken dat van geval tot geval", zegt Kievits. "Soms verwijzen we naar een huisarts, soms naar een seksuoloog waar we een goed contact mee hebben. Maar nog maals: ze moeten het wel willen". Ter windt: "Het hangt helemaal van de per soon en de situatie af wat je kunt berei ken". Als exhibitionisten één ding gemeen lijken te hebben, dan is het wel dat ze hun gevoelens moeilijk bloot geven. Kievits: "Het is heel moeilijk om met ze in contact te komen. De meesten zijn erg gesloten". Terwindt beaamt dat: "Het is heel moeilijk om bij hun gevoelsleven binnen te komen". En in die gevallen moet ook hij constateren dat een behan deling niet helpt. "Bij sommigen zit het zo diep, is het zo dwangmatig. Dan gaan ze na een tijdje toch weer dat gedrag ver tonen". Gekrenkt Op zoek naar het waarom van het ex hibitionisme wordt geprobeerd zo diep mogelijk in de jeugd van de betreffende persoon door te dringen. Terwindt: "Daarover bestaat een theorie die mo menteel nogal gangbaar is. Deze theorie gaat ervan uit dat de exhibitionist in vroeger kindeijaren ernstig is gekrenkt. Dat hij een soort trauma heeft overge houden van de relatie met zijn verzor ger". Om daarover inzicht te krijgen wordt getracht terug te keren naar het laatste gedeelte van de zogenaamde separatie- individuatiefase. Terwindt: "In die fase is het eigen ik van het kind nog niet hele maal uitgekristalliseerd. Hij heeft een vaag besef van zijn eigen geslacht, maar heeft uiteraard nog geen volwassen sek sualiteit opgebouwd". In die levensfase kan iets gebeuren - afgewezen worden door moeder bijvoorbeeld - dat z'n spo ren nalaat. Terwindt: "Het heeft er vrijwel altijd mee te maken dat het kind bepaalde ge voelens als kwaadheid niet meteen heeft kunnen uiten". Maar het is onzinnig een drang tot exhibitionisme alleen aan de hand van nare kinderervaringen te ver klaren, voegt hij er snel aan toe. "De si tuatie van nu is natuurlijk het belang rijkst. Daarin speelt die spanning altijd het meest. Als ze zich gekrenkt voelen, draaien ze dat om in het tegendeel. Ze verdringen hun boosheid en dat komt dan tot uiting in exhibitionisme". Kievits over zijn ervaringen met exhi bitionisten: "Het zijn vaak mensen die goed in de maatschappij functioneren, maar toch ergens tekort schieten. Op seksueel gebied bijvoorbeeld". Zowel hem als Terwindt is het opgevallen dat exhibitionisten achteraf grote spijt be tuigen en niet van zichzelf kunnen voor stellen zoiets gedaan te hebben. Ter windt: "Het is opvallend dat ze het altijd beleven als iets dat buiten hen om is ge gaan. Zoiets beangstigt ze ook. De mees ten hebben echt wel besef van normen en zijn beslist niet agressief. Opeens komt die drang naar boven en we probe ren samen te ontdekken waar die drang vandaan komt. Wat de bron van hun fru stratie is". Geen zielepoten Kievits: "Ik zou niet over zielepoten willen praten, maar het zijn wel mensen met een zacht karakter. Sommige vrou wen die ervaringen hebben met een ex hibitionist zeggen weieens: nu laat hij zijn gevalletje zien, morgen komt-ie te rug en verkracht hij me. Zo'n ontwikke ling is bij ons absoluut onbekend en met die wetenschap proberen we vrouwen ook gerust te stellen". Maar de politie neemt hun klachten zeker serieus, zo benadrukt Kievits. "Het imago van de zedenpolitie is lange tijd niet zo best geweest. We werden toch een beetje beschouwd als typische mensen die rare verhalen willen horen. Pure flauwekul natuurlijk. In een tv-pro- gramma is jaren geleden eens door vrou wen geklaagd over de behandeling van hun klachten op het politiebureau. Naar aanleiding daarvan is een commissie in gesteld en die stelde een aantal richtlij nen op. Het klinkt vrij arrogant, maar wij voldeden daaraan al jaren. Voor beeldje: er moesten vrouwen bij de ze denpolitie werken om vrouwen te kun nen opvangen. Was bij ons al jaren zo". "Seksuele misdrijven hebben dan ook een hoge prioriteit bij het Leidse korps. Exhibitionisme staat in dat rijtje laag, dat geef ik onmiddellijk toe. Maar we la ten het zeker niet zomaar passeren. Bij exhibitionisme hangt het alleen hele maal af van de situatie en het tijdstip of het als bedreigend wordt ervaren. Over dag in de Haarlemmerstraat zal er vrij lacherig worden gereageerd. Maar 's nachts op de Broekweg, ik noem maar een voorbeeld van een slecht verlichte weg, dan zul je toch een heel andere reactie hebben". "Wat mij opvalt is dat vrouwen vaak verontschuldigend reageren. Zo van: ja, zelf vind ik het niet zo erg, maar het is in de buurt van een school en daarom bel ik even. Ze verhullen hun angst. Daarom wordt er ook zo vaak geen melding van gedaan. We hebben eens een Katwijker aangehouden. Die werkte in Leiden en ging speciaal wat eerder van huis om nog ergens openbare schennis te plegen. Na zijn werk idem dito, vrijwel elke dag. Hij bekende ruim honderd gevallen. We hebben dat nagezocht en er bleken niet meer dan zes meldingen te zijn binnen- Voor mensen die bij tegenwind wat moeite hebben met het fietsen èn voor mensen die gewoon te lui zijn om te fietsen is er een nieuw karretje op de markt verschenen: de zoemfiets. In het achterwiel zit een klein 'buitenboordmotortje'. Ruim honderd kilometer op een liter benzine bij een snelheid van 25 km per uur. En wil je niet zoemen, nou dan fiets je toch? Je fietst graag, maar tegen een bergje op of een stevige bries tegen vergaat je het plezier een beetje. Fietsen moet leuk blijven, het moet geen werken worden. Van hard trappen moet je zweten en krijg je spierpijn. Wellicht wil je wel hard trappen, maar kan je dat niet meer zo lang volhouden. Heen en weer naar de supermarkt is net iets te kort. Een bromfiets? Brommen maakt lui. Toeris tische rijwielpaden zijn verboden ge bied. Vroeger had je de Solex en het 'eitje' van Berini, maar ermee fietsen deed je niet. Dat was te zwaar. Alleen als je zonder benzine stond. Ook voor deze 'racemon sters' was vanaf 1975 de helm verplicht. De snorfiets die toen volgde had eigen lijk maar één voordeel: je hoefde geen helm meer op. Maar je zat nog steeds op een bromfiets die echter niet harder ging dan 20 kilometer per uur. De snorfiets is een doodgeboren kindje gebleken. Na 1975 is de bromfietshandel ingestort en begon de fiets en vooral de sportieve fiets aan een onstuitbare op mars. Hoe zijn nu de voordelen van fiet sen en snorren dusdanig te combineren, dat het charmante van fietsen opweegt tegen de doelmatigheid en het gemak van het zich gemotoriseerd voortbewe gen? Acht weken geleden heeft Sparta een fiets op de markt gebracht. Een 'fiets met iets', de Spartamet. Het is ontegen zeggelijk een fiets met een hulpmotor. Het achterwiel vormt één geheel met het motortje. Tussen het achterspatbord en De zoemfiets, comnpleet metbuitenboordmotor de bagagedrager zit een benzinetank voor anderhalve liter mengsmering (ver houding 1:100), goed voor 120 tot 150 ki lometer. De Sachs-motor heeft een cilin derinhoud van 30 cm3 en een vermogen van 0,9 pk. Een toerenbegrenzer zorgt ervoor dat de snelheid van 25 km per uur niet overschreden wordt. Auto trekken Uit een test is gebleken dat deze snor fiets een auto uit de middenklasse kan trekken met een snelheid van 7 km per uur. Dit geeft een beeld van de kracht die het motortje kan ontwikkelen. De helling moet wel erg steil zijn, wil de 'Sachs' het niet meer kunnen trekken. Het starten gebeurt via een magneetont steking. Vetgeslagen bougies behoren tot het verleden. Met een eenvoudige ruk aan een trekkabel, zoals bij een bui tenboordmotor, loopt de motor direct. Bij een koude start is de choke nodig en drie keer starten. Een proefrit met de Spartamet is een goede gelegenheid om kennis te maken. De fiets trapt licht, lichter dan je zou denken. Ook op een stukje 'vals plat' is het gemakkelijk fietsen. De 'stoeren' on der ons die iets zwaarder willen trappen, kunnen een ander tandwiel laten monte ren. Het geluid van de krachtbron valt niet tegen, maar ook niet mee. Maar in het geroezemoes van het verkeer hoor je het niet meer. Je geeft gas en het rijwiel is vlug op snelheid. Bijtrappen is niet nodig. Vijfentwintig kilometer per uur is aar dig om een gemiddelde wielrijder vlot in te halen. Om het medeverkeer niet in ge vaar te brengen, is het verstandig om niet rijdend de motor wee;- aan de praat te krijgen, maar even af te stappen. Eén knop schakelt tegelijkertijd de benzine toevoer en het contact in of uit. Na een stuk 'gebromd' te hebben, is het aanlok kelijker' de motor het werk te laten doen dan zelf te fietsen. Drie jaar geleden is de geestelijke va der van de Spartamet, de heer M. Nieuw- land, begonnen met de ontwikkeling van deze fiets. Sinds eind 1982 is het mi nisterie van verkeer en waterstaat op de hoogte gehouden van de vooruitgang van het ontwerp. In samenwerking mét Sachs (West-Duitsland) is de speciale velgmotor ontwikkeld. In augustus is de produktie in Apeldoorn begonnen met 100 fietsen per dag. In september is de produktie opgevoerd tot 130 fietsen per dag. Het gevolg is dat de eerste 10.000 motoren zo goed als gemonteerd zijn en de tweede 10.000 besteld zijn. De reacties op de nieuwe snorfiets zijn goed. De rijwielhandel kan de vraag nauwelijks aan. Het publiek reageert en thousiast, volgens de trotse Nieuwland. „Ik heb een rechter uitgenodigd om op de fabriek te komen kijken naar de Spar tamet. Hij had namelijk de juridische vraag voorgelegd gekregen hoe er ge handeld moet worden als een mindeija- rige gebruik maakt van dit vervoermid del met uitgeschakelde motor. Bij het ministerie van verkeer en waterstaat dringen wij aan op een herziening van de wet. Wij willen graag dat het ministe rie ook vindt dat de Spartamet een fiets is en ook bereden mag worden door per sonen jonger dan zestien jaar. Wij stre ven naar een verlaging van de leeftijd naar veertien jaar", aldus de heer Nieuw land. N,a enig studeren blijkt de 'zoemfiets' te vallen onder de bromfietsen categorie A, de snorfiets. De huidige wet zegt dat een helm dragen niet verplicht is. Er moet wel een oranje plaat op het voor- spatbord zitten. De minimumleeftijd is 16 jaar en op toeristische fietspaden mag alleen gefietst worden met uitgeschakel de motor. Bij overtreding houdt de poli tie zich aan deze en de algemeen voor bromfietsen geldende regels. Verplicht is. trouwens ook de aanspra kelijkheidsverzekering. gekomen. Zoiets geeft wel aan dat het vaker gebeurt". Veranderd "Dat het niet altijd wordt gemeld, komt natuurlijk ook doordat de normen zijn veranderd. Het schaamtegevoel is niet zo groot meer, de tolerantie is toege nomen. Vandaar dat vrouwen het tegen woordig niet zo zwaar opvatten. Soms wordt er heel lacherig gereageerd. Dan wordt er nog op menige verjaardag met smaak over verteld". "Maar als er klachten binnenkomen, laten we die zeker niet liggen. Je hebt bepaalde pieken in het jaar. Exhibitio nisme komt bij wijze van spreken ook bij vijftien graden vorst voor, maar in het voorjaar neemt het wel toe. Vooral in parken, inderdaad. Daartegen treden we dan op en dan verjaag je ze ook vrij snel. Waarmee het probleem overigens niet is opgelost. Stel dat we meldingen krijgen uit de Leidse Hout en we treffen maatre gelen, dan verplaatst het zich naar Roomburg. De angst zit er heel sterk in". Vandaar ook dat exhibitionisten in de anonimiteit opereren, meent Kievits. "Maar dat is tevens iets waarvoor ze kie zen. Ze zoeken bewust geen contact met hun slachtoffers". Dat is ook de ervaring van Terwindt. "Er wordt wel enig con tact gezocht, maar er gaan nooit hele ge sprekken aan vooraf. De slachtoffers zijn tamelijk willekeurig gekozen. Als er iets wordt gezegd, dan is het iets provo- cerends". Exhibitionisten opereren vrijwel altijd in openbare gelegenheden. "Ze dringen bij mijn weten nooit ergens naar bin nen", zegt Terwindt. "Dat is ze te agres sief'. Kievits: "Soms zitten ze in hun au to en roepen hun slachtoffer met een smoesje bij zich. Maar dan is de pakkans veel groter. Als het kenteken wordt ge noteerd, is het voor ons kat in het bak kie. Als de exhibitionist in een auto zit, is er ook meestal sprake van masturba tie". Zelfbevrediging komt zeker niet altijd voor, zeggen beiden. Terwindt: "Vaak gaat het alleen om het tonen van de ge slachtsdelen. Wat niet wegneemt dat een bepaalde opwinding, hoe algemeen ook, er altijd bij zit". De exhibtionist is het er niet om te doen zijn slachtoffer te shockeren. "Ze zijn veel meer op zichzelf gericht", ver werpt Kievits dat vooroordeel. Acteurs Die vrij gangbare opvatting zit Bep Valkhoff-Querido flink dwars. "Dat ex hibitionisten kicken op een schrikreac tie is één van die grote fabels. Integen deel, dat geeft ze juist schuldgevoelens. Exhibitionisten zijn vergelijkbaar met acteurs. Ze zijn uit op applaus. Dit is een verhevigde vorm van bewonderd willen worden". Bep Valkhoff is de begeleidster van een werkgroep exhibitionisme die zes jaar geleden door de NVSH-afdeling Utrecht is opgericht. Eens in de maand komt de groep exhibitionisten bij elkaar om problemen en ervaringen uit te wis selen. Een initiatief dat uniek is in Ne derland, zo verzekert ze. En misschien wel in de wereld, zo oppert ze. Valkhoff-Querido: "Het gaat om een groep mensen die binnen de NVSH moeilijk onderdak kon vinden. Van hen zelf is toen het idee gekomen om een werkgroep op te richten. De opzet is tweeledig. Allereerst bij elkaar herken ning kunnen vinden. Deze mensen leven nogal geïsoleerd, worden nog steeds be lachelijk gemaakt. Het geijkte beeld van de potloodventer, zoals ik dat eerlijk ge zegd nooit ben tegen gekomen. Aan de andere kant proberen we ze bewust te maken van hun ongenuanceerde optre den, want dat is is het natuurlijk. Ie mand ongevraagd met iets schokkends confronteren". "Het feit dat ze de anonimiteit zoeken heeft niets te maken met een vrije keuze. Ze zijn gewoon bang voor justitie, bang om gebakt te worden. Nee, ik zou niet op die gronden willen zeggen dat exhibitio nisme uit het wetboek van strafrecht moet. Daarvoor kan het te bedreigend zijn. Als een vrouw daarmee plotseling wordt geconfronteerd, weet ze niet of ze met een exhibitionist of met een ver krachter van doen heeft. Ze lopen per slot van rekening niet met een button rond waarop staat: 'ik wil alleen maar Min of meer in verband daarmee kan Valkhoff-Querido zich behoorlijk erge ren aan de etiketten die deskundigen op het verschijnsel exhibitionist plakken. "Je hebt aardige mensen en je hebt nare mensen. Zo zijn er ook aardige exhibi tionisten en nare exhibitionisten. Daar over kun je niet een algemeen verhaal ophangen en dat gebeurt maar al te vaak". Creatief "Wat wy in de werkgroep proberen, is te laten zien hoe creatief je ermee kunt omgaan. Er het speelse element in zoe ken. Er zijn genoeg exhibitionisten die dat kunnen en voor hen is het al lang niet zo'n probleem meer. Ik weet bij voorbeeld van een jongen die op het naaktstrand briefjes neerlegt, waarin hij mensen vraagt of ze bij hem willen ko men. Dan gaat hij ergens liggen en wacht dat gewoon af'. Datzelfde naaktstrand komt ook voor in het verhaal van Terwindt. "We praten niet alleen met de exhibitionisten, maar proberen ze ook een zekere zelfcontrole aan te leren. We zijn vormend en begelei dend bezig. Proberen hun activiteiten in een geaccepteerde vorm te gieten. Zoals naar een naaktstrand gaan. Het schrikef- fect valt dan weg". Kievits verwacht daarvan weinig: "Op een naaktstrand valt een exhibitionist niet op". Een uitgesproken therapie, voorzover dat wenselijk zou zijn, is er niet. Castra tie kwam tot niet eens zo lang geleden voor, maar is nu volledig van de baan. Wel is er nog de aversie-techniek. Ter windt: "Dan wordt er een negatief ele ment aan exhibitionisme gekoppeld. Bijvoorbeeld een kwade geur. Die aver sie-techniek wordt nu nog weieens on der hypnose toegepast, maar binnen de Rutgers Stichting wordt er, voorzover mij bekend, geen gebruik van gemaakt". Tot nu toe ging het in dit verhaal om dwangmatig exhibitionisme, de man die het graag wil laten, maar dat niet kan. Maar er zijn ook mannen die sporadisch hun opgekropte gevoelens op die ma nier uiten. Terwindt: "Mensen met een partner en die daarmee ook seksueel een goede verhouding hebben". Kievits: "Je komt het ook wel bij jongeren tegen, maar dan is het meestal van voorbij gaande aard. Vaak is daarbij drank in het spel. Zo hebben we op 2 oktober een jongen aangehouden die tijdens de tap toe, in aanwezigheid van honderden mensen, zijn broek liet zakken. Dat bleek om een weddenschap te gaan". Belangstelling Vrouwelijke exhibitionisten lijken niet of nauwelijks te bestaan. Kievits: "Ik heb het zelf in elk geval nog nooit meegemaakt. Als ze bestaan zal er ook niet zo gauw een melding van binnenko men. Stel dat een vrouw elke woensdag middag openbare schennis zou plegen in de Leidse Hout, ik denk dat daar een hoop belangstellenden voor zijn". De vraag is voor Steven Terwindt aan leiding om exhibitionisme in een breder kader te plaatsen. "Je kunt je afvragen hoe je het woord moet uitleggen. In deze vorm komt het bij vrouwen volgens mij niet voor, maar vrouwen gaan bij som mige gelegenheden heel uitdagend ge kleed. Zoiets zal nooit exhibitionisme worden genoemd, maar waarom eigen lijk niet?" Zo zijn er meer gevallen te bedenken (body-building), waarbij mensen zich zelf tentoonstellen. Bep Valkhoff-Queri do hamert ook op dat punt als ze pleit voor een zekere acceptatie van exhibi tionisme. Kievits: "Bij exhibitionisten speelt toch voor een belangrijk deel de ijdelheid. Die ijdelheid, en dus een zeke re behoefte aan exhibitionisme, zit in ons allemaal". Terwindt voelt er zelf niet voor om het begrip zo'n algemene uitleg te geven. "Je moet oppassen dat je de problema tiek niet gaat vervagen". Hij houdt het bij zijn eerder geformuleerde verklaring van het woord, waarbij het onverhoeds en ongevraagd tonen van de geslachts delen essentieel blijft. Van dergelijk ge drag zijn vorig jaar bij de Leidse politie ongeveer 120 meldingen binnengeko men. Twintig mannen werden aange houden. Tot voor kort zat er een stijging in die cijfers, maar ze zijn de laatste jaren ge stabiliseerd. Als Kievits de cijfers er even later op naslaat, blijkt zich onder de aangehouden exhibitionisten ook een man van 91 jaar te bevinden. Kievits wil er maar mee aangeven dat exhibitionis me niet aan een bepaalde leeftijd is ge bonden. Het sluit treffend aan op een uitspraak die Bep Valkhoff-Querido onlangs in de werkgroep exhibitionisme 1 oppikte. "Eén van de deelnemers zei laatst: het is net alsof je in de trein zit. Of je wilt of niet, je moet tot het einde mee".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 25