Hoe onschuldig is de exhibitionist?
Met de 'zoemfiets' door weer en wind
Zedenpolitie Leiden: 'Uit de taboesfeer halen, maar zeker niet wegmoffelen'
ZATERDAG 22 NOVEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 25
Vorige week nog hield de politie ie
mand aan die artikel 9230 uit het
wetboek van strafrecht overtrad.
Hij was 'werkzaam' bij het Rijns-
burgerviaduct in Leiden, zoals het
omzichtig werd geformuleerd in het
krantebericht. De politie betrapte
de exhibitionist op heterdaad.
B. Kievits, chef van de jeugd- en ze
denpolitie van het Leidse korps, noemt
de 34-jarige Alkmaarder een goed voor
beeld van exhibitionisme. "Een bijzon
der hardnekkig recidivist. Toen we de
collega's in Alkmaar belden zeiden ze
ook meteen: die kennen we wel. Om her
kenning te voorkomen gaat zo'n man
steeds verder buiten Alkmaar opereren.
Nu was hij dus in Leiden beland".
door Bart Jungmann
"Aan zo'n man is eigenlijk niets te
doen. Justitie is ook bepaald niet blij
met een proces verbaal daarvan. Er valt
toch niets met hem te beginnen. Maar ja,
hij deed het 's avonds en dan wordt het
toch als bedreigend ervaren. De man
staat al jaren onder behandeling. Niets
helpt. Hij zei het zelf ook: ik sta 's mor
gens met de beste voornemens op, maar
als ik onder spanning kom te staan krijg
ik die onweerstaanbare behoefte".
Genoemd artikel 9230 spreekt over het
plegen van openbare schennis, in de
volksmond heet het potloodventen en
de officiële term luidt exhibitionisme.
Het woordenboek verklaart die term als
'het tonen van geslachtsdelen uit een
ziekelijke seksualiteit'.
Die uitleg gaat Steven Terwindt, als
psycho-sociaal medewerker verbonden
aan het Rutgershuis in Den Haag, te ver.
Hij kiest voor een meer algemene formu
lering: "Het tonen van geslachtsdelen en
eventueel andere lichaamsdelen aan an
deren, waarbij er in meer of mindere ma
te sprake is van shockeren".
De Rutgers Stichting probeert men
sen met seksuele problemen te helpen
en heeft daartoe achttien bureaus in het
land. Steven Terwindt is dus enigszins
bekend met de problematiek van exhibi
tionisten.
Dilemma
"Aanvankelijk was er wel enige twijfel
of we exhibitionisten hulp zouden bie
den. We helpen hier ook slachtoffers van
exhibitionisme en dat plaatste ons toch
voor een dilemma. Daar komt nog bij
dat het weliswaar een goede zaak is als
het uit de taboesfeer wordt gehaald,
maar je moet het ook niet als iets on
schuldigs wegmoffelen. Het kan toch
een vorm van seksueel geweld zijn. Ze
ker voor een kind kan het een geweldige
klap betekenen als het met een exhibi-
tionist wordt geconfronteerd. Niettemin
hebben we besloten het wel te doen".
De belangrijkste reden daarvoor: het"
strafrecht vormt voor de hardnekkige
exhibitionist geen belemmering. Kievits
beaamt dat: "Nee, dat helpt in feite ook
niet". Terwindt: "Laat het maar wat
meer in de openbaarheid komen. De
maatschappij èn de exhibitionisten zelf
moeten het uit de taboesfeer halen". Ter
windt probeert aan dat proces mee te
werken, maar Kievits zegt: "Dan moeten
ze dat wel zelf willen en vaak willen ze
dat niet".
Die mening verklaart wellicht de (nog)
weinig hechte samenwerking tussen po
litie en hulpverleners. Terwindt: "Er is
wel een zeker overleg met politie, justi
tie en reclassering, maar dat gaat niet zo
diep. Het zit in de opbouwfase en de
contacten zijn nu nog vooral informeel
van aard. Zo ben ik zelf weieens bena
derd door een rechercheur over een be
paald geval. Maar die samenwerking zou
eigenlijk beter moeten worden gestruc
tureerd".
In Leiden zijn de banden tussen poli
tie en het Rutgershuis aan de Papen
gracht evenmin stevig. "Wij bekijken
dat van geval tot geval", zegt Kievits.
"Soms verwijzen we naar een huisarts,
soms naar een seksuoloog waar we een
goed contact mee hebben. Maar nog
maals: ze moeten het wel willen". Ter
windt: "Het hangt helemaal van de per
soon en de situatie af wat je kunt berei
ken".
Als exhibitionisten één ding gemeen
lijken te hebben, dan is het wel dat ze
hun gevoelens moeilijk bloot geven.
Kievits: "Het is heel moeilijk om met ze
in contact te komen. De meesten zijn erg
gesloten". Terwindt beaamt dat: "Het is
heel moeilijk om bij hun gevoelsleven
binnen te komen". En in die gevallen
moet ook hij constateren dat een behan
deling niet helpt. "Bij sommigen zit het
zo diep, is het zo dwangmatig. Dan gaan
ze na een tijdje toch weer dat gedrag ver
tonen".
Gekrenkt
Op zoek naar het waarom van het ex
hibitionisme wordt geprobeerd zo diep
mogelijk in de jeugd van de betreffende
persoon door te dringen. Terwindt:
"Daarover bestaat een theorie die mo
menteel nogal gangbaar is. Deze theorie
gaat ervan uit dat de exhibitionist in
vroeger kindeijaren ernstig is gekrenkt.
Dat hij een soort trauma heeft overge
houden van de relatie met zijn verzor
ger".
Om daarover inzicht te krijgen wordt
getracht terug te keren naar het laatste
gedeelte van de zogenaamde separatie-
individuatiefase. Terwindt: "In die fase
is het eigen ik van het kind nog niet hele
maal uitgekristalliseerd. Hij heeft een
vaag besef van zijn eigen geslacht, maar
heeft uiteraard nog geen volwassen sek
sualiteit opgebouwd". In die levensfase
kan iets gebeuren - afgewezen worden
door moeder bijvoorbeeld - dat z'n spo
ren nalaat.
Terwindt: "Het heeft er vrijwel altijd
mee te maken dat het kind bepaalde ge
voelens als kwaadheid niet meteen heeft
kunnen uiten". Maar het is onzinnig een
drang tot exhibitionisme alleen aan de
hand van nare kinderervaringen te ver
klaren, voegt hij er snel aan toe. "De si
tuatie van nu is natuurlijk het belang
rijkst. Daarin speelt die spanning altijd
het meest. Als ze zich gekrenkt voelen,
draaien ze dat om in het tegendeel. Ze
verdringen hun boosheid en dat komt
dan tot uiting in exhibitionisme".
Kievits over zijn ervaringen met exhi
bitionisten: "Het zijn vaak mensen die
goed in de maatschappij functioneren,
maar toch ergens tekort schieten. Op
seksueel gebied bijvoorbeeld". Zowel
hem als Terwindt is het opgevallen dat
exhibitionisten achteraf grote spijt be
tuigen en niet van zichzelf kunnen voor
stellen zoiets gedaan te hebben. Ter
windt: "Het is opvallend dat ze het altijd
beleven als iets dat buiten hen om is ge
gaan. Zoiets beangstigt ze ook. De mees
ten hebben echt wel besef van normen
en zijn beslist niet agressief. Opeens
komt die drang naar boven en we probe
ren samen te ontdekken waar die drang
vandaan komt. Wat de bron van hun fru
stratie is".
Geen zielepoten
Kievits: "Ik zou niet over zielepoten
willen praten, maar het zijn wel mensen
met een zacht karakter. Sommige vrou
wen die ervaringen hebben met een ex
hibitionist zeggen weieens: nu laat hij
zijn gevalletje zien, morgen komt-ie te
rug en verkracht hij me. Zo'n ontwikke
ling is bij ons absoluut onbekend en met
die wetenschap proberen we vrouwen
ook gerust te stellen".
Maar de politie neemt hun klachten
zeker serieus, zo benadrukt Kievits.
"Het imago van de zedenpolitie is lange
tijd niet zo best geweest. We werden
toch een beetje beschouwd als typische
mensen die rare verhalen willen horen.
Pure flauwekul natuurlijk. In een tv-pro-
gramma is jaren geleden eens door vrou
wen geklaagd over de behandeling van
hun klachten op het politiebureau. Naar
aanleiding daarvan is een commissie in
gesteld en die stelde een aantal richtlij
nen op. Het klinkt vrij arrogant, maar
wij voldeden daaraan al jaren. Voor
beeldje: er moesten vrouwen bij de ze
denpolitie werken om vrouwen te kun
nen opvangen. Was bij ons al jaren zo".
"Seksuele misdrijven hebben dan ook
een hoge prioriteit bij het Leidse korps.
Exhibitionisme staat in dat rijtje laag,
dat geef ik onmiddellijk toe. Maar we la
ten het zeker niet zomaar passeren. Bij
exhibitionisme hangt het alleen hele
maal af van de situatie en het tijdstip of
het als bedreigend wordt ervaren. Over
dag in de Haarlemmerstraat zal er vrij
lacherig worden gereageerd. Maar 's
nachts op de Broekweg, ik noem maar
een voorbeeld van een slecht verlichte
weg, dan zul je toch een heel andere
reactie hebben".
"Wat mij opvalt is dat vrouwen vaak
verontschuldigend reageren. Zo van: ja,
zelf vind ik het niet zo erg, maar het is in
de buurt van een school en daarom bel
ik even. Ze verhullen hun angst. Daarom
wordt er ook zo vaak geen melding van
gedaan. We hebben eens een Katwijker
aangehouden. Die werkte in Leiden en
ging speciaal wat eerder van huis om
nog ergens openbare schennis te plegen.
Na zijn werk idem dito, vrijwel elke dag.
Hij bekende ruim honderd gevallen. We
hebben dat nagezocht en er bleken niet
meer dan zes meldingen te zijn binnen-
Voor mensen die bij tegenwind
wat moeite hebben met het fietsen
èn voor mensen die gewoon te lui
zijn om te fietsen is er een nieuw
karretje op de markt verschenen:
de zoemfiets. In het achterwiel zit
een klein 'buitenboordmotortje'.
Ruim honderd kilometer op een
liter benzine bij een snelheid van
25 km per uur. En wil je niet
zoemen, nou dan fiets je toch?
Je fietst graag, maar tegen een bergje op
of een stevige bries tegen vergaat je het
plezier een beetje. Fietsen moet leuk
blijven, het moet geen werken worden.
Van hard trappen moet je zweten en
krijg je spierpijn. Wellicht wil je wel
hard trappen, maar kan je dat niet meer
zo lang volhouden. Heen en weer naar
de supermarkt is net iets te kort. Een
bromfiets? Brommen maakt lui. Toeris
tische rijwielpaden zijn verboden ge
bied.
Vroeger had je de Solex en het 'eitje' van
Berini, maar ermee fietsen deed je niet.
Dat was te zwaar. Alleen als je zonder
benzine stond. Ook voor deze 'racemon
sters' was vanaf 1975 de helm verplicht.
De snorfiets die toen volgde had eigen
lijk maar één voordeel: je hoefde geen
helm meer op. Maar je zat nog steeds op
een bromfiets die echter niet harder ging
dan 20 kilometer per uur.
De snorfiets is een doodgeboren kindje
gebleken. Na 1975 is de bromfietshandel
ingestort en begon de fiets en vooral de
sportieve fiets aan een onstuitbare op
mars. Hoe zijn nu de voordelen van fiet
sen en snorren dusdanig te combineren,
dat het charmante van fietsen opweegt
tegen de doelmatigheid en het gemak
van het zich gemotoriseerd voortbewe
gen?
Acht weken geleden heeft Sparta een
fiets op de markt gebracht. Een 'fiets
met iets', de Spartamet. Het is ontegen
zeggelijk een fiets met een hulpmotor.
Het achterwiel vormt één geheel met het
motortje. Tussen het achterspatbord en
De zoemfiets, comnpleet metbuitenboordmotor
de bagagedrager zit een benzinetank
voor anderhalve liter mengsmering (ver
houding 1:100), goed voor 120 tot 150 ki
lometer. De Sachs-motor heeft een cilin
derinhoud van 30 cm3 en een vermogen
van 0,9 pk. Een toerenbegrenzer zorgt
ervoor dat de snelheid van 25 km per uur
niet overschreden wordt.
Auto trekken
Uit een test is gebleken dat deze snor
fiets een auto uit de middenklasse kan
trekken met een snelheid van 7 km per
uur. Dit geeft een beeld van de kracht
die het motortje kan ontwikkelen. De
helling moet wel erg steil zijn, wil de
'Sachs' het niet meer kunnen trekken.
Het starten gebeurt via een magneetont
steking. Vetgeslagen bougies behoren
tot het verleden. Met een eenvoudige
ruk aan een trekkabel, zoals bij een bui
tenboordmotor, loopt de motor direct.
Bij een koude start is de choke nodig en
drie keer starten.
Een proefrit met de Spartamet is een
goede gelegenheid om kennis te maken.
De fiets trapt licht, lichter dan je zou
denken. Ook op een stukje 'vals plat' is
het gemakkelijk fietsen. De 'stoeren' on
der ons die iets zwaarder willen trappen,
kunnen een ander tandwiel laten monte
ren. Het geluid van de krachtbron valt
niet tegen, maar ook niet mee. Maar in
het geroezemoes van het verkeer hoor je
het niet meer. Je geeft gas en het rijwiel
is vlug op snelheid. Bijtrappen is niet
nodig.
Vijfentwintig kilometer per uur is aar
dig om een gemiddelde wielrijder vlot in
te halen. Om het medeverkeer niet in ge
vaar te brengen, is het verstandig om
niet rijdend de motor wee;- aan de praat
te krijgen, maar even af te stappen. Eén
knop schakelt tegelijkertijd de benzine
toevoer en het contact in of uit. Na een
stuk 'gebromd' te hebben, is het aanlok
kelijker' de motor het werk te laten doen
dan zelf te fietsen.
Drie jaar geleden is de geestelijke va
der van de Spartamet, de heer M. Nieuw-
land, begonnen met de ontwikkeling
van deze fiets. Sinds eind 1982 is het mi
nisterie van verkeer en waterstaat op de
hoogte gehouden van de vooruitgang
van het ontwerp. In samenwerking mét
Sachs (West-Duitsland) is de speciale
velgmotor ontwikkeld. In augustus is de
produktie in Apeldoorn begonnen met
100 fietsen per dag. In september is de
produktie opgevoerd tot 130 fietsen per
dag. Het gevolg is dat de eerste 10.000
motoren zo goed als gemonteerd zijn en
de tweede 10.000 besteld zijn.
De reacties op de nieuwe snorfiets zijn
goed. De rijwielhandel kan de vraag
nauwelijks aan. Het publiek reageert en
thousiast, volgens de trotse Nieuwland.
„Ik heb een rechter uitgenodigd om op
de fabriek te komen kijken naar de Spar
tamet. Hij had namelijk de juridische
vraag voorgelegd gekregen hoe er ge
handeld moet worden als een mindeija-
rige gebruik maakt van dit vervoermid
del met uitgeschakelde motor. Bij het
ministerie van verkeer en waterstaat
dringen wij aan op een herziening van
de wet. Wij willen graag dat het ministe
rie ook vindt dat de Spartamet een fiets
is en ook bereden mag worden door per
sonen jonger dan zestien jaar. Wij stre
ven naar een verlaging van de leeftijd
naar veertien jaar", aldus de heer Nieuw
land.
N,a enig studeren blijkt de 'zoemfiets'
te vallen onder de bromfietsen categorie
A, de snorfiets. De huidige wet zegt dat
een helm dragen niet verplicht is. Er
moet wel een oranje plaat op het voor-
spatbord zitten. De minimumleeftijd is
16 jaar en op toeristische fietspaden mag
alleen gefietst worden met uitgeschakel
de motor. Bij overtreding houdt de poli
tie zich aan deze en de algemeen voor
bromfietsen geldende regels.
Verplicht is. trouwens ook de aanspra
kelijkheidsverzekering.
gekomen. Zoiets geeft wel aan dat het
vaker gebeurt".
Veranderd
"Dat het niet altijd wordt gemeld,
komt natuurlijk ook doordat de normen
zijn veranderd. Het schaamtegevoel is
niet zo groot meer, de tolerantie is toege
nomen. Vandaar dat vrouwen het tegen
woordig niet zo zwaar opvatten. Soms
wordt er heel lacherig gereageerd. Dan
wordt er nog op menige verjaardag met
smaak over verteld".
"Maar als er klachten binnenkomen,
laten we die zeker niet liggen. Je hebt
bepaalde pieken in het jaar. Exhibitio
nisme komt bij wijze van spreken ook
bij vijftien graden vorst voor, maar in
het voorjaar neemt het wel toe. Vooral in
parken, inderdaad. Daartegen treden we
dan op en dan verjaag je ze ook vrij snel.
Waarmee het probleem overigens niet is
opgelost. Stel dat we meldingen krijgen
uit de Leidse Hout en we treffen maatre
gelen, dan verplaatst het zich naar
Roomburg. De angst zit er heel sterk in".
Vandaar ook dat exhibitionisten in de
anonimiteit opereren, meent Kievits.
"Maar dat is tevens iets waarvoor ze kie
zen. Ze zoeken bewust geen contact met
hun slachtoffers". Dat is ook de ervaring
van Terwindt. "Er wordt wel enig con
tact gezocht, maar er gaan nooit hele ge
sprekken aan vooraf. De slachtoffers
zijn tamelijk willekeurig gekozen. Als er
iets wordt gezegd, dan is het iets provo-
cerends".
Exhibitionisten opereren vrijwel altijd
in openbare gelegenheden. "Ze dringen
bij mijn weten nooit ergens naar bin
nen", zegt Terwindt. "Dat is ze te agres
sief'. Kievits: "Soms zitten ze in hun au
to en roepen hun slachtoffer met een
smoesje bij zich. Maar dan is de pakkans
veel groter. Als het kenteken wordt ge
noteerd, is het voor ons kat in het bak
kie. Als de exhibitionist in een auto zit,
is er ook meestal sprake van masturba
tie".
Zelfbevrediging komt zeker niet altijd
voor, zeggen beiden. Terwindt: "Vaak
gaat het alleen om het tonen van de ge
slachtsdelen. Wat niet wegneemt dat een
bepaalde opwinding, hoe algemeen ook,
er altijd bij zit".
De exhibtionist is het er niet om te
doen zijn slachtoffer te shockeren. "Ze
zijn veel meer op zichzelf gericht", ver
werpt Kievits dat vooroordeel.
Acteurs
Die vrij gangbare opvatting zit Bep
Valkhoff-Querido flink dwars. "Dat ex
hibitionisten kicken op een schrikreac
tie is één van die grote fabels. Integen
deel, dat geeft ze juist schuldgevoelens.
Exhibitionisten zijn vergelijkbaar met
acteurs. Ze zijn uit op applaus. Dit is een
verhevigde vorm van bewonderd willen
worden".
Bep Valkhoff is de begeleidster van
een werkgroep exhibitionisme die zes
jaar geleden door de NVSH-afdeling
Utrecht is opgericht. Eens in de maand
komt de groep exhibitionisten bij elkaar
om problemen en ervaringen uit te wis
selen. Een initiatief dat uniek is in Ne
derland, zo verzekert ze. En misschien
wel in de wereld, zo oppert ze.
Valkhoff-Querido: "Het gaat om een
groep mensen die binnen de NVSH
moeilijk onderdak kon vinden. Van hen
zelf is toen het idee gekomen om een
werkgroep op te richten. De opzet is
tweeledig. Allereerst bij elkaar herken
ning kunnen vinden. Deze mensen leven
nogal geïsoleerd, worden nog steeds be
lachelijk gemaakt. Het geijkte beeld van
de potloodventer, zoals ik dat eerlijk ge
zegd nooit ben tegen gekomen. Aan de
andere kant proberen we ze bewust te
maken van hun ongenuanceerde optre
den, want dat is is het natuurlijk. Ie
mand ongevraagd met iets schokkends
confronteren".
"Het feit dat ze de anonimiteit zoeken
heeft niets te maken met een vrije keuze.
Ze zijn gewoon bang voor justitie, bang
om gebakt te worden. Nee, ik zou niet op
die gronden willen zeggen dat exhibitio
nisme uit het wetboek van strafrecht
moet. Daarvoor kan het te bedreigend
zijn. Als een vrouw daarmee plotseling
wordt geconfronteerd, weet ze niet of ze
met een exhibitionist of met een ver
krachter van doen heeft. Ze lopen per
slot van rekening niet met een button
rond waarop staat: 'ik wil alleen maar
Min of meer in verband daarmee kan
Valkhoff-Querido zich behoorlijk erge
ren aan de etiketten die deskundigen op
het verschijnsel exhibitionist plakken.
"Je hebt aardige mensen en je hebt nare
mensen. Zo zijn er ook aardige exhibi
tionisten en nare exhibitionisten. Daar
over kun je niet een algemeen verhaal
ophangen en dat gebeurt maar al te
vaak".
Creatief
"Wat wy in de werkgroep proberen, is
te laten zien hoe creatief je ermee kunt
omgaan. Er het speelse element in zoe
ken. Er zijn genoeg exhibitionisten die
dat kunnen en voor hen is het al lang
niet zo'n probleem meer. Ik weet bij
voorbeeld van een jongen die op het
naaktstrand briefjes neerlegt, waarin hij
mensen vraagt of ze bij hem willen ko
men. Dan gaat hij ergens liggen en
wacht dat gewoon af'.
Datzelfde naaktstrand komt ook voor
in het verhaal van Terwindt. "We praten
niet alleen met de exhibitionisten, maar
proberen ze ook een zekere zelfcontrole
aan te leren. We zijn vormend en begelei
dend bezig. Proberen hun activiteiten in
een geaccepteerde vorm te gieten. Zoals
naar een naaktstrand gaan. Het schrikef-
fect valt dan weg". Kievits verwacht
daarvan weinig: "Op een naaktstrand
valt een exhibitionist niet op".
Een uitgesproken therapie, voorzover
dat wenselijk zou zijn, is er niet. Castra
tie kwam tot niet eens zo lang geleden
voor, maar is nu volledig van de baan.
Wel is er nog de aversie-techniek. Ter
windt: "Dan wordt er een negatief ele
ment aan exhibitionisme gekoppeld.
Bijvoorbeeld een kwade geur. Die aver
sie-techniek wordt nu nog weieens on
der hypnose toegepast, maar binnen de
Rutgers Stichting wordt er, voorzover
mij bekend, geen gebruik van gemaakt".
Tot nu toe ging het in dit verhaal om
dwangmatig exhibitionisme, de man die
het graag wil laten, maar dat niet kan.
Maar er zijn ook mannen die sporadisch
hun opgekropte gevoelens op die ma
nier uiten. Terwindt: "Mensen met een
partner en die daarmee ook seksueel een
goede verhouding hebben". Kievits: "Je
komt het ook wel bij jongeren tegen,
maar dan is het meestal van voorbij
gaande aard. Vaak is daarbij drank in
het spel. Zo hebben we op 2 oktober een
jongen aangehouden die tijdens de tap
toe, in aanwezigheid van honderden
mensen, zijn broek liet zakken. Dat
bleek om een weddenschap te gaan".
Belangstelling
Vrouwelijke exhibitionisten lijken
niet of nauwelijks te bestaan. Kievits:
"Ik heb het zelf in elk geval nog nooit
meegemaakt. Als ze bestaan zal er ook
niet zo gauw een melding van binnenko
men. Stel dat een vrouw elke woensdag
middag openbare schennis zou plegen
in de Leidse Hout, ik denk dat daar een
hoop belangstellenden voor zijn".
De vraag is voor Steven Terwindt aan
leiding om exhibitionisme in een breder
kader te plaatsen. "Je kunt je afvragen
hoe je het woord moet uitleggen. In deze
vorm komt het bij vrouwen volgens mij
niet voor, maar vrouwen gaan bij som
mige gelegenheden heel uitdagend ge
kleed. Zoiets zal nooit exhibitionisme
worden genoemd, maar waarom eigen
lijk niet?"
Zo zijn er meer gevallen te bedenken
(body-building), waarbij mensen zich
zelf tentoonstellen. Bep Valkhoff-Queri
do hamert ook op dat punt als ze pleit
voor een zekere acceptatie van exhibi
tionisme. Kievits: "Bij exhibitionisten
speelt toch voor een belangrijk deel de
ijdelheid. Die ijdelheid, en dus een zeke
re behoefte aan exhibitionisme, zit in
ons allemaal".
Terwindt voelt er zelf niet voor om het
begrip zo'n algemene uitleg te geven.
"Je moet oppassen dat je de problema
tiek niet gaat vervagen". Hij houdt het
bij zijn eerder geformuleerde verklaring
van het woord, waarbij het onverhoeds
en ongevraagd tonen van de geslachts
delen essentieel blijft. Van dergelijk ge
drag zijn vorig jaar bij de Leidse politie
ongeveer 120 meldingen binnengeko
men. Twintig mannen werden aange
houden.
Tot voor kort zat er een stijging in die
cijfers, maar ze zijn de laatste jaren ge
stabiliseerd. Als Kievits de cijfers er
even later op naslaat, blijkt zich onder
de aangehouden exhibitionisten ook een
man van 91 jaar te bevinden. Kievits wil
er maar mee aangeven dat exhibitionis
me niet aan een bepaalde leeftijd is ge
bonden.
Het sluit treffend aan op een uitspraak
die Bep Valkhoff-Querido onlangs in de
werkgroep exhibitionisme 1 oppikte.
"Eén van de deelnemers zei laatst: het is
net alsof je in de trein zit. Of je wilt of
niet, je moet tot het einde mee".