'Leiden van groep
zit mij in het bloed'
Marat/Sade: ware
theaterbelevenis
P.B. 5 bij Hot House:
foutloos en toch futloos
Geïnspireerd concert van Rotterdams Ph. Orkest onder Hartmut Haenchen
MAANDAG 17 NOVEMBER 1986
PAGINA 23
Hans Croiset (51) komt uit
een acteursgezin. Vader
Max Croiset bereidde hem
voor op zijn debuut bij het
Rotterdamse Toneel. In
1953 behoorde hij tot de
mede-oprichters van het
kritische toneelblad Tea-
traal. Vanaf 1961 t.m. 1964
acteerde Hans Croiset b.ij
de Nederlandse Comedie.
het toenmalige toneelbe-
stel bracht hem in conflict
met directeur Guus Oster.
Bij toneelgroep Theater
in Arnhem kon hij zich tot
regisseur en artistiek lei
der ontwikkelen. Zeven
jaar lang gaf hij dit gezel
schap een progressief ge
zicht, daarna verhuisde
hij voor één seizoen in de
zelfde functie naar de
Haagse Comedie. De Actie
Tomaat maakte een einde
aan de Nederlandse Co
medie en Croiset kwam
als enige kandidaat naar
voren om een nieuwe Am
sterdamse repertoirege
zelschap te leiden. Het Pu-
bliektheater - later uitge
breid met de artistieke
leiding van Ton Lutz -
maakte furore met het 'ac
tualiseren van klassie
ken'. De laatste seizoenen
verliepen minder. Croiset
vertrok vorig jaar op on
plezierige wijze. Zijn op
volging pakte onbevredi
gend uit. Met ingang van
volgend seizoen ver
dwijnt het Publieksthea-
ter om plaats te maken
voor een nieuwe groep on
der leiding van Gerardjan
Rijnders.
Bij De Appel regisseer
de Croiset na zijn vertrek
met overweldigend suc
ces Goethe's Faust 1 en 2.
Vandaag ontvangt hij
hiervoor de Prijs van de
Kritiek '85/'86. Voor '88/'89
is Hans Croiset gevraagd
om leiding te geven aan
nieuw Haagse repertoire
gezelschap, de opvolger
van de Haagse Comedie.
„Het leiden van een groep
zit mij in het bloed. Op de
tweede plaats komt het
regisseren, en daarna pas
ben ik ook nog acteur".
AMSTERDAM - „Het gaat wat te
ver om te zeggen dat de Faust voor
een keerpunt in mijn leven zorgde,
maar op een zeer welkom moment
kwam het succes van deze regie
wel. Aan mijn vertrek als artistiek
leider bij het Publiekstheater had
ik een uiterst onplezierig gevoel
overgehouden, vooral omdat mijn
opvolging zo onbevredigend uitge
pakte. Dat er vier jaar langtot
aan het moment dat Gerardjan
Rijnders aantreedt, een vacuüm in
Amsterdam kan ontstaan, vind ik
nog steeds uitermate gênant.
door
Eric v.d. Velden
„Bij toneelgroep De Appel kon
ik door een artistieke daad te stel
len deze nare smaak weg spoelen.
Voor die kans blijf ik Erik Vos van
De Appel eeuwig dankbaar. De
Faust heeft me kennelijk nogal wat
nieuw crediet opgeleverd. Daar
maak ik dankbaar gebruik van.
Het aanbod om een nieuw Haagse
gezelschap te formeren kwam ei
genlijk te vroeg; ik wilde nog wel
een paar jaar van de vrijheid profi
teren. Aan de andere kant: als je
zo'n grote mond over de toneelsi
tuatie hebt als ik, dan mag je ook
niet aan de zijkant blijven staan
wanneer er blijkbaar niemand an
ders voor handen is op dit hand
werk te verrichten. Op geen één
van mijn voorwaarden - om het
woord eisen maar niet te gebrui
ken - heb ik een 'nee' te horen ge
kregen. Een beter uitganspunt om
een nieuw ensemble te beginnen
kun je je natuurlijk niet wensen".
Het is negen uur in de ochtend.
De hotelgasten van een bekende
Amsterdamse horecagelegenheid
druppelen binnen voor het ontbijt.
Hans Croiset gaat een drukke dag
tegemoet: voor het overige deel
van de ochtend en middag repete
ren in de nabije Stadsschouwburg
aan zijn hoofrol in de Globe-pro-
duktie 'Lange dagreis naar de
nacht' (première 8 januari 1987), en
's avonds naar het theater om tot
aan het middernachtelijke uur
Hans Croiset over zijn Haagse uitdaging
Claudius in Gerardjan Rijnders
'Hamlet' te spelen.
„Voor beide rollen ben ik ge
vraagd in de week voor de premiè
re van Faust. Of ik toen helemaal
toerekeningsvatbaar was.... Het is
eigenlijk te veel. Maar je hebt nu
eenmaal 'ja' gezegd, dus je geeft al
les wat te bieden hebt".
Erosie
De Haagse Comedie verdwijnt
en Hans Croiset gaat met ingang
van seizoen '88/'89 de opvolger van
dit veertig jaar oude gezelschap lei
den. Nieuws dat toch als een ver
rassing kwam, ook al stond het
reeds jaren vast dat dit gezelschap
aan artistieke erosie leed. Geruis
loos ging de ondernemingsraad ak
koord met een maatregel die toch
niet zonder verregaande gevolgen
voor alle werknemers kan blijven.
„Daar heb ik diep respect voor",
zegt Croiset, „Men heeft de nood
zaak van verandering beseft en
daar constructief aan meegewerkt.
Niets lekte vroegtijdig uit. Op.zich-
zelf is dat al een uniek verschijnsel
binnen het Nederlandse toneel;
wat komt nou niet vroegtijdig in
het roddelcircuit terecht? In de
zelfde periode repeteerde ik aan de
Hamlet. Natuurlijk ben je be
nieuwd naar de reacties van colle
ga's wiens mening je op prijs stel,
maar ook ik heb mijn mond kun
nen houden. Alleen Gerardjan
Rijnders wist er van; ik wilde voor
komen dat hij het gevoel zou krij
gen dat hij het Paard van Troje in
huis had gehaald".
Gerardjan Rijnders, die naam
valt vele malen. Croiset popelt om
met hem in Den Haag het artistie
ke debat aan te gaan. „Wie zich zo
uitgeproken profileert als Gerard
jan, vraag om een reactie", zegt hij,
„Daar zal ik voor zorgen. Rijnders
als regisseur en Rijnders als toneel
leider, dat zijn twee verschillende
dingen. Van zijn omgaan met ac
teurs heb ik tijdens het repetitie
proces van Hamlet veel opgesto
ken, maar met de manier waarop
hij als programmeur het publiek te
lijf wil, verschil ik van mening.
Zijn uitdagende behandeling van
een klassiek stuk als Hamlet is
voor een stad als Amsterdam ide
aal. Daarnaast moeten er andere
Hamiets mogelijk blijven, voor an
dere publieksgroepen. Volgend
seizoen kom met mijn antwoord op
deze produktie; niet met weer een
Hamlet, maar wel met de regie van
een andere 'grote' Shakespeare.
Meer mag ik er nog niet over zeg
gen. Nee echt, ik ben dolblij met
Rijnders. Hij prikkelt me tot in alle
hoeken en gaten van mijn lichaam.
En andersom werkt die polemiek
natuurlijk ook. Zoals hij mij uit
daagt, daag ik hem uit. Ik zorg voor
het theater dat hij verwerpelijk
vind, zodat hij zich nog nadrukke
lijker kan profileren. Alleen zijn to
neel vind ik niet verwerpelijk. Het
stoort me niet, het kwetst me niet,
het brengt me niet op andere ge
dachten. Ik denk dat hij meer af
stand tot mijn werk voelt, dan ik
tot het zijne".
Barricaden
„Ik heb zelf ook op de barricaden
gestaan; De meest vreselijke din
gen geschreven over de grote ge
zelschappen. Nu glimlach je als je
gelijksoortige boude uitspraken
van nu jonge collega's leest, en dan
denk je: ja, ja, zei ik twintig jaar
geleden ook. Van mijn afzetten te
gen de Nederlandse Comedie zal
Guus Oster ook wel de relativiteit
hebben ingezien. Misschien amu
seerde het conflict dat ik als begin
nend artistiek leider van Toneel
groep Theater met mijn bestuur
aanging over de opvoering van Pe
ter Handke's Publikumsbeschimp-
fung hem wel. De regie was trou
wens van John van de Rest, die
wilde toen nog wat met toneel.
Nou, die produktie gaf me toch een
tumult, daar is Rijnders Hamlet nu
een brave bedoening bij. En wat
zie je? Twee jaar geleden ontdekte
Maatschappij Discordia 'Publi-
kumsbeschimpfung'Steeds weer
opnieuw wordt het wiel uitgevon
den. Gelukkig maar. Zodra jonge
generaties klakkeloos de gevestig
de toneelmakers accepteren, sterft
het toneel.
„Met het nieuwe Haagse gezel
schap wil ik een dermate aantrek
kelijk plek binnen het bestel vero
veren dat anderen mijn positie
gaan ambiëren. Word ik aangeval
len door iemand die het anders en
beter kan, prima, dan zal ik graag
Hans Croiset: 'Zonde het
plaats maken. Ik heb werkelijk ge
dacht dat Karst Woudstra een goe
de opvolger voor mij bij het Pu
bliekstheater zou zijn. Een falikan-
te misrekenig. Enfin: laten we die
toestanden verder maar laten rus
ten".
Besmet
„Vijftien jaar geleden lag het
moeilijker om een gezelschap van
de grond te tillen dan nu. We moes
ten het Pubiekstheater opbouwen
op verschroeide aarde. Zowel het
publiek als de acteurs waren totaal
het vertrouwen kwijt. Er was zo
veel in de Stadsschouwburg aan de
Leidseplein afgebroken, kapot ge
maakt, daar heeft men nog steeds
geen idee van. Voor de acteurs be
tekenden het openduwen van de
groene deur van de artiestenin
gang een beslissing, die elke dag
opnieuw genomen moest worden.
Je betrad besmet gebied. Over het
ongemak van die paar gegooide to
maten kwam je wel heen, maar het
besef dat je als acteur letterlijk
kwetsbaar bent, werkte veel langer
door. Die angst verlamde jarenlang
onbewust het acteren voor min
stens twintig procent. Nu is de cri
sis veel meer beheersbaar".
„Toen ik bij het Publiekstheater
met het actualiseren van het klas
sieke repertoire begon, werd actua
liseren als een vies woord be
schouwd. Dat deed je niet. Je moet
gewoon het stuk spelen, heette het
dan. Ik stond sterk onder invloed
van de theorieën van Bertolt
Brecht, wilde problemen van van
daag in verband met morgen bren
gen. Zo denk ik er nog steeds over.
Met het woord concept kun je te
genwoordig niet meer aankomen,
dus je noemt het gewoon anders,
maar aan de benadering op zich
mankeert natuurlijk niets: Je moet
weten wat je met een stuk wilt zeg
gen, anders gaat een voorstelling
Spanning
„Op het moment dat deze
aanpak van klassiekers bij het Pu
bliekstheater vruchten ging afwer
pen, voerden we een beleidswij-
zing door, en gingen we met mo
derne stukken van mensen als
Krbetz, Strauss en Brasch op het
repertoire nemen. Dat is mij bin
nen het gezelschap zeer kwalijk ge
nomen; Ik zou zelfs met deze stap
het Publiekstheater hebben ver
moord. Zodra iets loopt, gaat mijn
interesse verloren: een grotere be
dreiging voor elke structuur die ik
zelf opzet bestaat er niet. Niet voor
niets nodigde ik voor de artistieke
raad van de nieuwe Haagse groép
totaal uiteenlopende mensen uit.
Als je een man als Franz Marijnen
vraagt, weet dat je geen ja-knikker
binnenhaalt. Die spanning bouw je
bewust in. Ik zoek het artistieke
debat, anders kan ik niet functio
neren".
Josee Ruiters
Jeanne d'Arc
geannuleerd
AMSTERDAM (GPD) De thea
terproductie 'Jeanne d'Aj is door
de Stichting Zeno van het repertoi
re genomen. De door Apostolos
Panagopoulos geregisseerde voor
stelling met Josée Ruiter in de ti
telrol ging vorige week in de Gro
ninger Stadsschouwburg in pre
mière. De reacties van publiek en
pers waren overwegend negatief.
'Jeanne d'Arc' zou de komende
maanden in ongeveer zestig thea
ters in het hele land worden ge
speeld. Die voorstellingen gaan
niet door.
Volgens een woordvoerste r van
'Tot en met', de produktiemaat-
schappij die 'Jeanne d'Arc' heeft
uitgebracht, zijn de makers ook
zelf ontevreden over de voorstel
ling. Die onvrede heeft geleid tot
een breuk tussen Panagopoulos en
Josée Ruiter, die de afgelopen ja
ren samen vier produkties hebben
gemaakt. De breuk zou definitief
zijn, wat betekent dat een voor vol
gend seizoen geprogrammeerde
voorstelling van 'Oresteia' van Ae-
schylos ook van de baan is.
Het van het repertoire nemen
van 'Jeanne d'Arc' betekent vol
gens de woordvoerster van 'Tot en
.Met' „een grote financiële strop,
waarvan de gevolgen gemeen
schappelijk gedragen zullen wor
den". Over de hoogte van het ver
lies wilde zij zich niet uitlaten,
maar het bedrag zal ergons tussen
de 100.000 en 200.000 gulden lig
gen. Josée Ruiter en Apostolos Pa
nagopoulos waren niet voor com
mentaar bereikbaar.
Opnieuw bezetting
DEN HAAG (ANP)"- Uit protest te
gen het afschaffen van de Beelden
de Kunstenaars Regeling heeft een
twintigtal kunstenaars gisteren het
Johan de Withuis aan de Kneuter
dijk in Den Haag bezet. Het Johan
de Withuis is een dépendance van
het Mauritshuis.
De bezetters zijn van plan tot
woensdag te blijven zitten en wor
den voorlopig gedoogd. Woensdag
praat de Tweede Kamer over het
beeldende kunstbeleid van minis
ter Brinkman van WVC. Al eerder
hielden protesterende kunstenaars
in Den Haag het zogenoemde He
renlogement aan het Plein bezet.
Op dit moment bezet een aantal
kunstenaars in Rotterdam om de
zelfde reden de artotheek Rijn
mond.
Evenwichtige voorstelling van
Peter Weiss stuit door De Appel
Robert Prager en Sacha Bulthuis in 'Marat/Sade' van De Appel
helder en duidelijk tot zijn recht
te laten komen. Dat maakt deze
'Marat/Sade' tot een ware thea
terbelevenis. Op voor De Appel
specifieke wijze pakt men fantas
tisch uit in de spectaculaire scè
nes zonder de inhoud van het po-
litiek-filosofisch debat daardoor
te laten overvleugelen. Daarin
schuilt de kracht van deze voor
stelling.
Speciaal voor deze produktie
is een grote groep jonge acteurs
aangetrokken, die met veel over
gave de rol van toneelspelende
patiënten op zich hebben geno
men. Van wezenlijk belang voor
de Brechtiaans-epische opbouw
van het stuk is de bijdrage van
het orkest en de. rol van de om
roeper, waardoor het geheel de
uitstraling van een grootse poli
tiek theater-revue krijgt.
De metafoor van het gekken
huis wordt in de uitvoering door
De Appel aan het slot van het
stuk niet doorbroken. Dat va
rieert nogal in de verschillende
versies van het stuk, waarvan be
roemde ensceneringen zoals die
van Konrad Swinarski in Berlijn,
van Peter Brook in Londen en
die van Hanns-Anselm Perten in
Rostock modërne theaterge
schiedenis hebben geschreven.
Bij de vormgeving van sommige
ensceneringen zijn Peter Weiss
en zijn echtgenote Gunilla Palm-
stierna trouwens nauw betrok
ken geweest.
Bill Evans geluisterd lijkt te f
ben, ontpopte zich als een fijr
unpliop hpfïplAiHeir mp>t ppti hi
'Marat Sade' van Peter Weiss door De
Appel. Met: Carol Linssen, Eric
Schneider, Nicole Persy, Sacha Bult
huis, Hugo Maerten, Aus Greidanus
e.v.a. Regie: Erik Vos. Decor/kos
tuums: Niels Hamel. Muziek: Richard
Peaslee. Muzikale leiding: Jan van
Dijk. Gezien op 14 november in het
Appel theater, Scheveningen.
DEN HAAG - 'Marat Sade' is de
internationaal gebruikelijke af
korting voor dit wéreldvermaar-
de stuk van Peter Weiss (1916—
1982). Officieel luidt de titel: De
vervolging van en de moord op
J.P. Marat opgevoerd door de
verpleegden van het krankzinni
gengesticht van Charenton on
der regie van de heer De Sade.
Daarin klinkt al iets van de op
zet van het stuk door. Het speelt
in het jaar 1808 in de krankzinni
geninrichting in Charenton. On
der regie van Markies De Sade,
die om politieke redenen zelf in
de inrichting moest verblijven,
brengen de aldaar verpleegden
(patiënten èn politieke gevange
nen) een toneelstuk over de
moord op de revolutionair Jean
Paul Marat in 1793. Toneel op to
neel dus - dat blijkt ook voortdu
rend, omdat de voorstelling van
1808 door de directeur van de in
richting en diens vrouw en doch
ter wordt bijgewoond. De direc
teur grijpt in, als de politiek gela
den inhoud van het gespeelde
stuk te ver naar zijn zin gaat.
De Sade speelt namelijk ook
zelf een rol in het door hem gere
gisseerde stuk. Hij is Marats gro
te tegenspeler, met wie hij dis
cussieert over de mogelijkheid
van een revolutionaire verande
ring van de maatschappij. Aan
vankelijk was De Sade (mede
vanuit ziin theorieën over de on
Rotterdams Philharmonisch Orkest
o.l.v. Hartmut Haenchen. Brahms:
le Pianoconcert in d kl.t. op. 15, so
list Peter Rösel. Bartok: Concert
voor orkest. Gehoord op 15 novem
ber in de Stadsgehoorzaal.
LEIDEN - De serie die het Resi
dentie Orkest dit jaar (voor het
laatst?) in Leiden verzorgt, werd
wegens verplichtingen elders ge
opend door het Rotterdams Phil
harmonisch Orkest onder leiding
van Hartmut Haenchen. sedert
derworpenheid van de mens aan
zijn driftleven) - voorstander van
de revolutie. Als hij ziet dat in de
plaats van de oude heersers
slechts nieuwe heersers zijn ge
komen, gelooft hij niet meer in
de mogelijkheid van echte veran
deringen, terwyl Marat door dat
zelfde inzicht alleen maar poli
tiek radicaler is geworden.
Beiden nemen twee extreme
posities in, die meestal worden
opgevat als projectie van de poli
tieke onzekerheid van de auteur
Peter Weisse. In diens ontwikke
ling als schrijver betekende de
Marat/Sade (1964-65) een inter
nationale doorbraak en was te
vens een belangrijk moment in
zijn ontwikkeling van een poli
tiek neutraal tot een radikaal so
cialistisch standpunt.
Het theoretische debat tussen
Marat en De Sade - een vondst
van Peter Weiss - vormt de kern
van dit stuk, dat door de histori
sche situering in Charenton en
door het spel in het spel een ge
compliceerde gelaagdheid krijgt.
Dramatechnisch bijvoorbeeld is
de structurele ongelijkheid van
Marats en De Sades plaats in het
stuk bijzonder interessant. Uit
eindelijk is het De Sade, die een
patiënt Marat laat spelen en hem
een tegenovergestelde poitieke
visie laat uitspreken. Evenals de
historische Marat heeft deze pa
tiënt-acteur een huidziekte en zit
daarom voortdurend in een bad
kuip, waar hij (ook dat een au
thentiek gegeven) door Charlotte
Corday, hier door een aan slaap
zucht lijdende patiënte gespeeld,
wordt vermoord.
Het is De Appel gelukt om de
ze gelaagdheid van het stuk in
een evenwichtige voorstelling
september '86 chef-dirigent van
het Nederlands Philharmonisch
Orkest en vanaf december a.s.
muzikaal directeur/chefdirigent
van de Nederlandse Opera. Zijn
leiding was een zeer inspireren
de, zodat het R. Ph. O. met grote
inzet, zij het niet altijd even zorg
vuldig musiceerde. Het leek als
of meer aandacht was besteed,
aan de muzikale inhoud dan aan'
de afwerking van alle details,
hoewel in dat opzicht soms toch
ook weer verrassend zorgvuldig
werd gespeeld. Zo werd de inzet
van Brahms' pianoconcert
krachtig en ritmisch gepronon
ceerd neergezet, maar waren de
inzetten op zich niet steeds ge
lijk. Daarentegen had de instru,
mentale inleiding van het Adagio
van dit concert een adembene
mende intensiteit. Dit overwe
gend zwaarmoedige concert is
zozeer symfonisch gedacht dat
van een solopartij met onderlig
gende begeleiding geen sprake
is. Piano en orkest, in een grote
symfonische bezetting, zijn zo
verweven dat het werk alleen tot
zijn recht komt wanneer solist en
dirigent een eensluidende opvat
ting hebben.
Peter Rósels pianospel voegde
zich naadloos in het symfonische
geheel. Ook hij legde nadruk op
het romantische aspect van dit
concert in de wisselingen van
heftige uitbarstingen met meer
berustende passages. De enige
aanmerking die op deze zeer ze
ker indrukwekkende uitvoering
gemaakt kan worden is dat de
fortissimo-passages zo krachtig
aangepakt werden dat de klank
van de vleugel dichtklapte. Waar
de pianist niets aan kon doen en
wat hem waarschijnlijk zelf in
eerste instantie het meest" heeft
gestoord was het kraken van de
piano-stoel, dat in het ingehou
den gespeelde middendeel op
eens zeer storend hoorbaar werd.
Het Concert voor orkest werd
door Bartok geschreven in een
Tot en met het eerste slotap
plaus van de toeschouwers blij
ven de Appel-spelers Charenton-
patiënten. Eric Schneider treedt
dus niet uit zijn rol van Marat en
patiënt om als neutraal acteur
zijn politiek-pamflettistische epi
loog te hóuden. Een definitieve
keuze voor de standpunten van
Marat of De Sade blijft daardoor
nadrukkelijk open. Slechts een -
letterlijk - sadistisch lachje van
de regisserende Markies, dat
volgt op het loflied op de nieuwe
orde, onderstreept die openheid.
Na de eerste reeks voorstellingen
in Scheveningen begint op 25 no
vember een serie optredens in
theater Carré in Amsterdam.
WIJNAND ZEILSTRA.
zeer moeilijke periode van zijn
leven. Uit Hongarije, waar hij
een gevierd concertpianist en pe
dagoog was, vluchtte hij voor het
fascisme naar Amerika, met ach
terlating van zijn levenswerk, het
archief met door hem bijeenge
brachte volksmuziek uit Honga
rije en nabuurlanden. In het Con
cert voor orkest duiken elemen
ten van en toespelingen op die
volksmuziek steeds weer op in
alle delen. Evenals in het concer
to grosso uit de baroktijd treden
grotere of kleine groepen van in
strumenten solistisch naar vo
ren. Het werk vraagt een orkest
dat als geheel en individueel een
grote mate van virtuositeit en
LEIDEN - Dat de publiciteit
rond een jazzprijs een zeer be
trekkelijke zaak is, bleek wel uit
de opkomst afgelopen zateidag
in de Waag voor de jonge groep
P.B. 5. De vijfmansgroep, ge
noemd naar leider/drummer Pie-
ter Bast had in augustus nog de
podiumprijs gewonnen tijdens
het concours van het Meervaait-
festival van de NOS. Inderdaad,
technisch bleek het kwintet
ruimschoots aan de verwachtin
gen te voldoen voor het selecte
gezelschap. De grootste handi
cap van P.B. 5 lijkt toch het re
pertoire te zijn; dank zij de jazz-
richtingen op 's lands conserva
toria lijkt er een hele generatie
neo-boppers de vaderlandse po
dia te overstromen. Dat was ook
te merken aan de speelwijze van
de bandleden, die allen een di
ploma of bijna een papiertje op
zak hebben van de muziekinsti
tuten. Opvallend was hoe fout
loos en toch futloos er gemusi
ceerd werd. Het programma, sa
mengesteld uit standards en goe
de eigen stukken, kon het pu
bliek slechts bij gelegenheid en
thousiasmeren.
Gezegd moet worden dat de
groep geplaagd werd door de
slechte conditie van de geluids
apparatuur van Hot House, die
ernstige mankementen vertoon
de en het soms zelfs helemaal liet
afweten. Vooral de blazers had
den er onder te lijden, aangezien
de pianobegeleiding nu eens kei
hard, dan weer nauwelijks te ho
ren was, terwijl voor deze soort
muziek juist een goede interactie
vereist is.
Pianist Koos Janssens, die
vooral naar Hetbie Hancock en
klankrijkdom in huis heeft, en
dat in staat is tot vlekkeloos sa
menspel; de dirigent moet in
staat zijn de klankkleuren en -ef
fecten te mengen en de vele uit
eenlopende elementen tot een
organisch geheel te smeden. Dat
het Rotterdams Philharmonisch
onder leiding van Hartmut Haen
chen daar in hoge mate in ge
slaagd is is een groot compli
ment aan beiden. Met een opval
lend langdurig en nadrukkelijk
applaus loochenstrafte het Leid-
sè publiek gisteravond de vaak
gehoorde bewering dat het niet
toegankelijk zou zijn voor mo
dernere muziek.
MIES ALBARDA
ige-
0,j tij
den interessante notenkeus,
maar leed aan een euvel waar
ook de anderen last van hadden,
namelijk een slordige opbouw
van de soli. Maar al te vaak was
het eerste deel van een improvi
satie het aanhoren meer waard
dan het verloop.
Dat was nog het best merkbaar
die de gelegenheid nam om zijn
technisch kunnen te demonstre
ren om later te stranden in bijna
onsamenhangende loopjes.
Vloeimans bezit wel een goede
toon, lekker fel in het hoog met
een goed ritmegevoel. De gebre
ken in de solo-opbouw zijn mijns
inziens daarom vooral te wijten
aan een zekere onrijpheid. In dat
verband kan nog opgemerkt,
worden dat Vloeimans ervoor zal
moeten waken dat hij niet teveel
noten speelt. Zo klonk zijn featu
re op bugel na enige tijd hetzelf
de als wanneer hij de trompet ter
hand had genomen.
Altsaxofonist Jos Beeren kon
nog het meest overtuigen tijdens
zijn soli. Zijn spel deed denken
aan de cool-blazer Lee Konitz,
met dezelfde vindingrijke lijnen
en spanning. Minder enthousiast
ben ik over zijn toon vorming, die
hier en daar wat erg voorzichtig
klonk en daarom tekort schoot
aan dynamiek. Na een wat aarze
lend begin, kwam, zoals zo vaak
tijdens jazz-concerten, de ritme
sectie goed op gang.
De bassist Frank Uyttenbroek
bezit een prachtig instrument en
schuwt er niet voor dat te laten
horen. Als begeleider is hij al van
een niveau, dat zijn medemusici
alleen maar vertrouwen kan in
boezemen. Hoewel hij solistisch
geen potten brak. denk ik dat er
maar weinig jonge bassisten zijn
die Uyttenbroek wat timing be
treft kunnen evenaren.
Pieter Bast, zonder meer een
goede drummer, overtuigde
vooral in de zachte nummers,
waarin hij de anderen nauwlet
tend volgde en aanvulde. Zodra
hij even de vrije hand kreeg als
solist, leek hij plotseling alle sub
tiliteit te verliezen.
De drumsolo, altijd al een pro
bleemgeval in de jazz, behoeft
een zelfbeheersing en een dose
ring die de melodische en ritmi
sche vorm van een thema geen
geweld aandoet. In feite verper
soonlijkte Bast de stand van za
ken voor P.B. 5; alle noodzakelij
ke ingrediënten zijn er. Nu is het
zaak de muziek een grotere emo
tionele relevantie te geven.
KEN VOS