'Leiden van groep zit mij in het bloed' Marat/Sade: ware theaterbelevenis P.B. 5 bij Hot House: foutloos en toch futloos Geïnspireerd concert van Rotterdams Ph. Orkest onder Hartmut Haenchen MAANDAG 17 NOVEMBER 1986 PAGINA 23 Hans Croiset (51) komt uit een acteursgezin. Vader Max Croiset bereidde hem voor op zijn debuut bij het Rotterdamse Toneel. In 1953 behoorde hij tot de mede-oprichters van het kritische toneelblad Tea- traal. Vanaf 1961 t.m. 1964 acteerde Hans Croiset b.ij de Nederlandse Comedie. het toenmalige toneelbe- stel bracht hem in conflict met directeur Guus Oster. Bij toneelgroep Theater in Arnhem kon hij zich tot regisseur en artistiek lei der ontwikkelen. Zeven jaar lang gaf hij dit gezel schap een progressief ge zicht, daarna verhuisde hij voor één seizoen in de zelfde functie naar de Haagse Comedie. De Actie Tomaat maakte een einde aan de Nederlandse Co medie en Croiset kwam als enige kandidaat naar voren om een nieuwe Am sterdamse repertoirege zelschap te leiden. Het Pu- bliektheater - later uitge breid met de artistieke leiding van Ton Lutz - maakte furore met het 'ac tualiseren van klassie ken'. De laatste seizoenen verliepen minder. Croiset vertrok vorig jaar op on plezierige wijze. Zijn op volging pakte onbevredi gend uit. Met ingang van volgend seizoen ver dwijnt het Publieksthea- ter om plaats te maken voor een nieuwe groep on der leiding van Gerardjan Rijnders. Bij De Appel regisseer de Croiset na zijn vertrek met overweldigend suc ces Goethe's Faust 1 en 2. Vandaag ontvangt hij hiervoor de Prijs van de Kritiek '85/'86. Voor '88/'89 is Hans Croiset gevraagd om leiding te geven aan nieuw Haagse repertoire gezelschap, de opvolger van de Haagse Comedie. „Het leiden van een groep zit mij in het bloed. Op de tweede plaats komt het regisseren, en daarna pas ben ik ook nog acteur". AMSTERDAM - „Het gaat wat te ver om te zeggen dat de Faust voor een keerpunt in mijn leven zorgde, maar op een zeer welkom moment kwam het succes van deze regie wel. Aan mijn vertrek als artistiek leider bij het Publiekstheater had ik een uiterst onplezierig gevoel overgehouden, vooral omdat mijn opvolging zo onbevredigend uitge pakte. Dat er vier jaar langtot aan het moment dat Gerardjan Rijnders aantreedt, een vacuüm in Amsterdam kan ontstaan, vind ik nog steeds uitermate gênant. door Eric v.d. Velden „Bij toneelgroep De Appel kon ik door een artistieke daad te stel len deze nare smaak weg spoelen. Voor die kans blijf ik Erik Vos van De Appel eeuwig dankbaar. De Faust heeft me kennelijk nogal wat nieuw crediet opgeleverd. Daar maak ik dankbaar gebruik van. Het aanbod om een nieuw Haagse gezelschap te formeren kwam ei genlijk te vroeg; ik wilde nog wel een paar jaar van de vrijheid profi teren. Aan de andere kant: als je zo'n grote mond over de toneelsi tuatie hebt als ik, dan mag je ook niet aan de zijkant blijven staan wanneer er blijkbaar niemand an ders voor handen is op dit hand werk te verrichten. Op geen één van mijn voorwaarden - om het woord eisen maar niet te gebrui ken - heb ik een 'nee' te horen ge kregen. Een beter uitganspunt om een nieuw ensemble te beginnen kun je je natuurlijk niet wensen". Het is negen uur in de ochtend. De hotelgasten van een bekende Amsterdamse horecagelegenheid druppelen binnen voor het ontbijt. Hans Croiset gaat een drukke dag tegemoet: voor het overige deel van de ochtend en middag repete ren in de nabije Stadsschouwburg aan zijn hoofrol in de Globe-pro- duktie 'Lange dagreis naar de nacht' (première 8 januari 1987), en 's avonds naar het theater om tot aan het middernachtelijke uur Hans Croiset over zijn Haagse uitdaging Claudius in Gerardjan Rijnders 'Hamlet' te spelen. „Voor beide rollen ben ik ge vraagd in de week voor de premiè re van Faust. Of ik toen helemaal toerekeningsvatbaar was.... Het is eigenlijk te veel. Maar je hebt nu eenmaal 'ja' gezegd, dus je geeft al les wat te bieden hebt". Erosie De Haagse Comedie verdwijnt en Hans Croiset gaat met ingang van seizoen '88/'89 de opvolger van dit veertig jaar oude gezelschap lei den. Nieuws dat toch als een ver rassing kwam, ook al stond het reeds jaren vast dat dit gezelschap aan artistieke erosie leed. Geruis loos ging de ondernemingsraad ak koord met een maatregel die toch niet zonder verregaande gevolgen voor alle werknemers kan blijven. „Daar heb ik diep respect voor", zegt Croiset, „Men heeft de nood zaak van verandering beseft en daar constructief aan meegewerkt. Niets lekte vroegtijdig uit. Op.zich- zelf is dat al een uniek verschijnsel binnen het Nederlandse toneel; wat komt nou niet vroegtijdig in het roddelcircuit terecht? In de zelfde periode repeteerde ik aan de Hamlet. Natuurlijk ben je be nieuwd naar de reacties van colle ga's wiens mening je op prijs stel, maar ook ik heb mijn mond kun nen houden. Alleen Gerardjan Rijnders wist er van; ik wilde voor komen dat hij het gevoel zou krij gen dat hij het Paard van Troje in huis had gehaald". Gerardjan Rijnders, die naam valt vele malen. Croiset popelt om met hem in Den Haag het artistie ke debat aan te gaan. „Wie zich zo uitgeproken profileert als Gerard jan, vraag om een reactie", zegt hij, „Daar zal ik voor zorgen. Rijnders als regisseur en Rijnders als toneel leider, dat zijn twee verschillende dingen. Van zijn omgaan met ac teurs heb ik tijdens het repetitie proces van Hamlet veel opgesto ken, maar met de manier waarop hij als programmeur het publiek te lijf wil, verschil ik van mening. Zijn uitdagende behandeling van een klassiek stuk als Hamlet is voor een stad als Amsterdam ide aal. Daarnaast moeten er andere Hamiets mogelijk blijven, voor an dere publieksgroepen. Volgend seizoen kom met mijn antwoord op deze produktie; niet met weer een Hamlet, maar wel met de regie van een andere 'grote' Shakespeare. Meer mag ik er nog niet over zeg gen. Nee echt, ik ben dolblij met Rijnders. Hij prikkelt me tot in alle hoeken en gaten van mijn lichaam. En andersom werkt die polemiek natuurlijk ook. Zoals hij mij uit daagt, daag ik hem uit. Ik zorg voor het theater dat hij verwerpelijk vind, zodat hij zich nog nadrukke lijker kan profileren. Alleen zijn to neel vind ik niet verwerpelijk. Het stoort me niet, het kwetst me niet, het brengt me niet op andere ge dachten. Ik denk dat hij meer af stand tot mijn werk voelt, dan ik tot het zijne". Barricaden „Ik heb zelf ook op de barricaden gestaan; De meest vreselijke din gen geschreven over de grote ge zelschappen. Nu glimlach je als je gelijksoortige boude uitspraken van nu jonge collega's leest, en dan denk je: ja, ja, zei ik twintig jaar geleden ook. Van mijn afzetten te gen de Nederlandse Comedie zal Guus Oster ook wel de relativiteit hebben ingezien. Misschien amu seerde het conflict dat ik als begin nend artistiek leider van Toneel groep Theater met mijn bestuur aanging over de opvoering van Pe ter Handke's Publikumsbeschimp- fung hem wel. De regie was trou wens van John van de Rest, die wilde toen nog wat met toneel. Nou, die produktie gaf me toch een tumult, daar is Rijnders Hamlet nu een brave bedoening bij. En wat zie je? Twee jaar geleden ontdekte Maatschappij Discordia 'Publi- kumsbeschimpfung'Steeds weer opnieuw wordt het wiel uitgevon den. Gelukkig maar. Zodra jonge generaties klakkeloos de gevestig de toneelmakers accepteren, sterft het toneel. „Met het nieuwe Haagse gezel schap wil ik een dermate aantrek kelijk plek binnen het bestel vero veren dat anderen mijn positie gaan ambiëren. Word ik aangeval len door iemand die het anders en beter kan, prima, dan zal ik graag Hans Croiset: 'Zonde het plaats maken. Ik heb werkelijk ge dacht dat Karst Woudstra een goe de opvolger voor mij bij het Pu bliekstheater zou zijn. Een falikan- te misrekenig. Enfin: laten we die toestanden verder maar laten rus ten". Besmet „Vijftien jaar geleden lag het moeilijker om een gezelschap van de grond te tillen dan nu. We moes ten het Pubiekstheater opbouwen op verschroeide aarde. Zowel het publiek als de acteurs waren totaal het vertrouwen kwijt. Er was zo veel in de Stadsschouwburg aan de Leidseplein afgebroken, kapot ge maakt, daar heeft men nog steeds geen idee van. Voor de acteurs be tekenden het openduwen van de groene deur van de artiestenin gang een beslissing, die elke dag opnieuw genomen moest worden. Je betrad besmet gebied. Over het ongemak van die paar gegooide to maten kwam je wel heen, maar het besef dat je als acteur letterlijk kwetsbaar bent, werkte veel langer door. Die angst verlamde jarenlang onbewust het acteren voor min stens twintig procent. Nu is de cri sis veel meer beheersbaar". „Toen ik bij het Publiekstheater met het actualiseren van het klas sieke repertoire begon, werd actua liseren als een vies woord be schouwd. Dat deed je niet. Je moet gewoon het stuk spelen, heette het dan. Ik stond sterk onder invloed van de theorieën van Bertolt Brecht, wilde problemen van van daag in verband met morgen bren gen. Zo denk ik er nog steeds over. Met het woord concept kun je te genwoordig niet meer aankomen, dus je noemt het gewoon anders, maar aan de benadering op zich mankeert natuurlijk niets: Je moet weten wat je met een stuk wilt zeg gen, anders gaat een voorstelling Spanning „Op het moment dat deze aanpak van klassiekers bij het Pu bliekstheater vruchten ging afwer pen, voerden we een beleidswij- zing door, en gingen we met mo derne stukken van mensen als Krbetz, Strauss en Brasch op het repertoire nemen. Dat is mij bin nen het gezelschap zeer kwalijk ge nomen; Ik zou zelfs met deze stap het Publiekstheater hebben ver moord. Zodra iets loopt, gaat mijn interesse verloren: een grotere be dreiging voor elke structuur die ik zelf opzet bestaat er niet. Niet voor niets nodigde ik voor de artistieke raad van de nieuwe Haagse groép totaal uiteenlopende mensen uit. Als je een man als Franz Marijnen vraagt, weet dat je geen ja-knikker binnenhaalt. Die spanning bouw je bewust in. Ik zoek het artistieke debat, anders kan ik niet functio neren". Josee Ruiters Jeanne d'Arc geannuleerd AMSTERDAM (GPD) De thea terproductie 'Jeanne d'Aj is door de Stichting Zeno van het repertoi re genomen. De door Apostolos Panagopoulos geregisseerde voor stelling met Josée Ruiter in de ti telrol ging vorige week in de Gro ninger Stadsschouwburg in pre mière. De reacties van publiek en pers waren overwegend negatief. 'Jeanne d'Arc' zou de komende maanden in ongeveer zestig thea ters in het hele land worden ge speeld. Die voorstellingen gaan niet door. Volgens een woordvoerste r van 'Tot en met', de produktiemaat- schappij die 'Jeanne d'Arc' heeft uitgebracht, zijn de makers ook zelf ontevreden over de voorstel ling. Die onvrede heeft geleid tot een breuk tussen Panagopoulos en Josée Ruiter, die de afgelopen ja ren samen vier produkties hebben gemaakt. De breuk zou definitief zijn, wat betekent dat een voor vol gend seizoen geprogrammeerde voorstelling van 'Oresteia' van Ae- schylos ook van de baan is. Het van het repertoire nemen van 'Jeanne d'Arc' betekent vol gens de woordvoerster van 'Tot en .Met' „een grote financiële strop, waarvan de gevolgen gemeen schappelijk gedragen zullen wor den". Over de hoogte van het ver lies wilde zij zich niet uitlaten, maar het bedrag zal ergons tussen de 100.000 en 200.000 gulden lig gen. Josée Ruiter en Apostolos Pa nagopoulos waren niet voor com mentaar bereikbaar. Opnieuw bezetting DEN HAAG (ANP)"- Uit protest te gen het afschaffen van de Beelden de Kunstenaars Regeling heeft een twintigtal kunstenaars gisteren het Johan de Withuis aan de Kneuter dijk in Den Haag bezet. Het Johan de Withuis is een dépendance van het Mauritshuis. De bezetters zijn van plan tot woensdag te blijven zitten en wor den voorlopig gedoogd. Woensdag praat de Tweede Kamer over het beeldende kunstbeleid van minis ter Brinkman van WVC. Al eerder hielden protesterende kunstenaars in Den Haag het zogenoemde He renlogement aan het Plein bezet. Op dit moment bezet een aantal kunstenaars in Rotterdam om de zelfde reden de artotheek Rijn mond. Evenwichtige voorstelling van Peter Weiss stuit door De Appel Robert Prager en Sacha Bulthuis in 'Marat/Sade' van De Appel helder en duidelijk tot zijn recht te laten komen. Dat maakt deze 'Marat/Sade' tot een ware thea terbelevenis. Op voor De Appel specifieke wijze pakt men fantas tisch uit in de spectaculaire scè nes zonder de inhoud van het po- litiek-filosofisch debat daardoor te laten overvleugelen. Daarin schuilt de kracht van deze voor stelling. Speciaal voor deze produktie is een grote groep jonge acteurs aangetrokken, die met veel over gave de rol van toneelspelende patiënten op zich hebben geno men. Van wezenlijk belang voor de Brechtiaans-epische opbouw van het stuk is de bijdrage van het orkest en de. rol van de om roeper, waardoor het geheel de uitstraling van een grootse poli tiek theater-revue krijgt. De metafoor van het gekken huis wordt in de uitvoering door De Appel aan het slot van het stuk niet doorbroken. Dat va rieert nogal in de verschillende versies van het stuk, waarvan be roemde ensceneringen zoals die van Konrad Swinarski in Berlijn, van Peter Brook in Londen en die van Hanns-Anselm Perten in Rostock modërne theaterge schiedenis hebben geschreven. Bij de vormgeving van sommige ensceneringen zijn Peter Weiss en zijn echtgenote Gunilla Palm- stierna trouwens nauw betrok ken geweest. Bill Evans geluisterd lijkt te f ben, ontpopte zich als een fijr unpliop hpfïplAiHeir mp>t ppti hi 'Marat Sade' van Peter Weiss door De Appel. Met: Carol Linssen, Eric Schneider, Nicole Persy, Sacha Bult huis, Hugo Maerten, Aus Greidanus e.v.a. Regie: Erik Vos. Decor/kos tuums: Niels Hamel. Muziek: Richard Peaslee. Muzikale leiding: Jan van Dijk. Gezien op 14 november in het Appel theater, Scheveningen. DEN HAAG - 'Marat Sade' is de internationaal gebruikelijke af korting voor dit wéreldvermaar- de stuk van Peter Weiss (1916— 1982). Officieel luidt de titel: De vervolging van en de moord op J.P. Marat opgevoerd door de verpleegden van het krankzinni gengesticht van Charenton on der regie van de heer De Sade. Daarin klinkt al iets van de op zet van het stuk door. Het speelt in het jaar 1808 in de krankzinni geninrichting in Charenton. On der regie van Markies De Sade, die om politieke redenen zelf in de inrichting moest verblijven, brengen de aldaar verpleegden (patiënten èn politieke gevange nen) een toneelstuk over de moord op de revolutionair Jean Paul Marat in 1793. Toneel op to neel dus - dat blijkt ook voortdu rend, omdat de voorstelling van 1808 door de directeur van de in richting en diens vrouw en doch ter wordt bijgewoond. De direc teur grijpt in, als de politiek gela den inhoud van het gespeelde stuk te ver naar zijn zin gaat. De Sade speelt namelijk ook zelf een rol in het door hem gere gisseerde stuk. Hij is Marats gro te tegenspeler, met wie hij dis cussieert over de mogelijkheid van een revolutionaire verande ring van de maatschappij. Aan vankelijk was De Sade (mede vanuit ziin theorieën over de on Rotterdams Philharmonisch Orkest o.l.v. Hartmut Haenchen. Brahms: le Pianoconcert in d kl.t. op. 15, so list Peter Rösel. Bartok: Concert voor orkest. Gehoord op 15 novem ber in de Stadsgehoorzaal. LEIDEN - De serie die het Resi dentie Orkest dit jaar (voor het laatst?) in Leiden verzorgt, werd wegens verplichtingen elders ge opend door het Rotterdams Phil harmonisch Orkest onder leiding van Hartmut Haenchen. sedert derworpenheid van de mens aan zijn driftleven) - voorstander van de revolutie. Als hij ziet dat in de plaats van de oude heersers slechts nieuwe heersers zijn ge komen, gelooft hij niet meer in de mogelijkheid van echte veran deringen, terwyl Marat door dat zelfde inzicht alleen maar poli tiek radicaler is geworden. Beiden nemen twee extreme posities in, die meestal worden opgevat als projectie van de poli tieke onzekerheid van de auteur Peter Weisse. In diens ontwikke ling als schrijver betekende de Marat/Sade (1964-65) een inter nationale doorbraak en was te vens een belangrijk moment in zijn ontwikkeling van een poli tiek neutraal tot een radikaal so cialistisch standpunt. Het theoretische debat tussen Marat en De Sade - een vondst van Peter Weiss - vormt de kern van dit stuk, dat door de histori sche situering in Charenton en door het spel in het spel een ge compliceerde gelaagdheid krijgt. Dramatechnisch bijvoorbeeld is de structurele ongelijkheid van Marats en De Sades plaats in het stuk bijzonder interessant. Uit eindelijk is het De Sade, die een patiënt Marat laat spelen en hem een tegenovergestelde poitieke visie laat uitspreken. Evenals de historische Marat heeft deze pa tiënt-acteur een huidziekte en zit daarom voortdurend in een bad kuip, waar hij (ook dat een au thentiek gegeven) door Charlotte Corday, hier door een aan slaap zucht lijdende patiënte gespeeld, wordt vermoord. Het is De Appel gelukt om de ze gelaagdheid van het stuk in een evenwichtige voorstelling september '86 chef-dirigent van het Nederlands Philharmonisch Orkest en vanaf december a.s. muzikaal directeur/chefdirigent van de Nederlandse Opera. Zijn leiding was een zeer inspireren de, zodat het R. Ph. O. met grote inzet, zij het niet altijd even zorg vuldig musiceerde. Het leek als of meer aandacht was besteed, aan de muzikale inhoud dan aan' de afwerking van alle details, hoewel in dat opzicht soms toch ook weer verrassend zorgvuldig werd gespeeld. Zo werd de inzet van Brahms' pianoconcert krachtig en ritmisch gepronon ceerd neergezet, maar waren de inzetten op zich niet steeds ge lijk. Daarentegen had de instru, mentale inleiding van het Adagio van dit concert een adembene mende intensiteit. Dit overwe gend zwaarmoedige concert is zozeer symfonisch gedacht dat van een solopartij met onderlig gende begeleiding geen sprake is. Piano en orkest, in een grote symfonische bezetting, zijn zo verweven dat het werk alleen tot zijn recht komt wanneer solist en dirigent een eensluidende opvat ting hebben. Peter Rósels pianospel voegde zich naadloos in het symfonische geheel. Ook hij legde nadruk op het romantische aspect van dit concert in de wisselingen van heftige uitbarstingen met meer berustende passages. De enige aanmerking die op deze zeer ze ker indrukwekkende uitvoering gemaakt kan worden is dat de fortissimo-passages zo krachtig aangepakt werden dat de klank van de vleugel dichtklapte. Waar de pianist niets aan kon doen en wat hem waarschijnlijk zelf in eerste instantie het meest" heeft gestoord was het kraken van de piano-stoel, dat in het ingehou den gespeelde middendeel op eens zeer storend hoorbaar werd. Het Concert voor orkest werd door Bartok geschreven in een Tot en met het eerste slotap plaus van de toeschouwers blij ven de Appel-spelers Charenton- patiënten. Eric Schneider treedt dus niet uit zijn rol van Marat en patiënt om als neutraal acteur zijn politiek-pamflettistische epi loog te hóuden. Een definitieve keuze voor de standpunten van Marat of De Sade blijft daardoor nadrukkelijk open. Slechts een - letterlijk - sadistisch lachje van de regisserende Markies, dat volgt op het loflied op de nieuwe orde, onderstreept die openheid. Na de eerste reeks voorstellingen in Scheveningen begint op 25 no vember een serie optredens in theater Carré in Amsterdam. WIJNAND ZEILSTRA. zeer moeilijke periode van zijn leven. Uit Hongarije, waar hij een gevierd concertpianist en pe dagoog was, vluchtte hij voor het fascisme naar Amerika, met ach terlating van zijn levenswerk, het archief met door hem bijeenge brachte volksmuziek uit Honga rije en nabuurlanden. In het Con cert voor orkest duiken elemen ten van en toespelingen op die volksmuziek steeds weer op in alle delen. Evenals in het concer to grosso uit de baroktijd treden grotere of kleine groepen van in strumenten solistisch naar vo ren. Het werk vraagt een orkest dat als geheel en individueel een grote mate van virtuositeit en LEIDEN - Dat de publiciteit rond een jazzprijs een zeer be trekkelijke zaak is, bleek wel uit de opkomst afgelopen zateidag in de Waag voor de jonge groep P.B. 5. De vijfmansgroep, ge noemd naar leider/drummer Pie- ter Bast had in augustus nog de podiumprijs gewonnen tijdens het concours van het Meervaait- festival van de NOS. Inderdaad, technisch bleek het kwintet ruimschoots aan de verwachtin gen te voldoen voor het selecte gezelschap. De grootste handi cap van P.B. 5 lijkt toch het re pertoire te zijn; dank zij de jazz- richtingen op 's lands conserva toria lijkt er een hele generatie neo-boppers de vaderlandse po dia te overstromen. Dat was ook te merken aan de speelwijze van de bandleden, die allen een di ploma of bijna een papiertje op zak hebben van de muziekinsti tuten. Opvallend was hoe fout loos en toch futloos er gemusi ceerd werd. Het programma, sa mengesteld uit standards en goe de eigen stukken, kon het pu bliek slechts bij gelegenheid en thousiasmeren. Gezegd moet worden dat de groep geplaagd werd door de slechte conditie van de geluids apparatuur van Hot House, die ernstige mankementen vertoon de en het soms zelfs helemaal liet afweten. Vooral de blazers had den er onder te lijden, aangezien de pianobegeleiding nu eens kei hard, dan weer nauwelijks te ho ren was, terwijl voor deze soort muziek juist een goede interactie vereist is. Pianist Koos Janssens, die vooral naar Hetbie Hancock en klankrijkdom in huis heeft, en dat in staat is tot vlekkeloos sa menspel; de dirigent moet in staat zijn de klankkleuren en -ef fecten te mengen en de vele uit eenlopende elementen tot een organisch geheel te smeden. Dat het Rotterdams Philharmonisch onder leiding van Hartmut Haen chen daar in hoge mate in ge slaagd is is een groot compli ment aan beiden. Met een opval lend langdurig en nadrukkelijk applaus loochenstrafte het Leid- sè publiek gisteravond de vaak gehoorde bewering dat het niet toegankelijk zou zijn voor mo dernere muziek. MIES ALBARDA ige- 0,j tij den interessante notenkeus, maar leed aan een euvel waar ook de anderen last van hadden, namelijk een slordige opbouw van de soli. Maar al te vaak was het eerste deel van een improvi satie het aanhoren meer waard dan het verloop. Dat was nog het best merkbaar die de gelegenheid nam om zijn technisch kunnen te demonstre ren om later te stranden in bijna onsamenhangende loopjes. Vloeimans bezit wel een goede toon, lekker fel in het hoog met een goed ritmegevoel. De gebre ken in de solo-opbouw zijn mijns inziens daarom vooral te wijten aan een zekere onrijpheid. In dat verband kan nog opgemerkt, worden dat Vloeimans ervoor zal moeten waken dat hij niet teveel noten speelt. Zo klonk zijn featu re op bugel na enige tijd hetzelf de als wanneer hij de trompet ter hand had genomen. Altsaxofonist Jos Beeren kon nog het meest overtuigen tijdens zijn soli. Zijn spel deed denken aan de cool-blazer Lee Konitz, met dezelfde vindingrijke lijnen en spanning. Minder enthousiast ben ik over zijn toon vorming, die hier en daar wat erg voorzichtig klonk en daarom tekort schoot aan dynamiek. Na een wat aarze lend begin, kwam, zoals zo vaak tijdens jazz-concerten, de ritme sectie goed op gang. De bassist Frank Uyttenbroek bezit een prachtig instrument en schuwt er niet voor dat te laten horen. Als begeleider is hij al van een niveau, dat zijn medemusici alleen maar vertrouwen kan in boezemen. Hoewel hij solistisch geen potten brak. denk ik dat er maar weinig jonge bassisten zijn die Uyttenbroek wat timing be treft kunnen evenaren. Pieter Bast, zonder meer een goede drummer, overtuigde vooral in de zachte nummers, waarin hij de anderen nauwlet tend volgde en aanvulde. Zodra hij even de vrije hand kreeg als solist, leek hij plotseling alle sub tiliteit te verliezen. De drumsolo, altijd al een pro bleemgeval in de jazz, behoeft een zelfbeheersing en een dose ring die de melodische en ritmi sche vorm van een thema geen geweld aandoet. In feite verper soonlijkte Bast de stand van za ken voor P.B. 5; alle noodzakelij ke ingrediënten zijn er. Nu is het zaak de muziek een grotere emo tionele relevantie te geven. KEN VOS

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23