I Het nieuwe kantoor van
'Als dat reddingsvlot
had gewerkt,, was m'n
vriend niet verdronken'
de NMB staat scheef
Interview
Alphenaar Bert Rosema na drama op zee:
Achtergrond
d l Pili m
Ook inzegening van andere relatievormen
DINSDAG 4 NOVEMBER 1986
PAGINA 1
ALPHEN AAN DEN RIJN - Tranen en woede wisse
len elkaar af. Tranen om een verloren vriend; woede
omdat het rubberen reddingsvlot niet naar behoren
werkte. Een groot zakvormig drijfanker dat met een 15
meter lange lijn aan de bodem is bevestigd om het vlot
in ruwe zee overeind te houden, functioneerde niet. Het
rubberen bootje werd een speelbal van de golven die
soms een hoogte van 15 meter bereikten. De drenkelin
gen konden zich er alleen maar aan vast klemmen. Met
geen mogelijkheid konden zij erin klimmen.
De vier vrienden hadden zich er zoveel van voorge
steld. Gezellig een weekeindje op zee. Hoe dramatisch
pakte alles uit. Maarten Kerkhof uit Hollandscheveld -
vader van drie kinderen - verdronk. De Alphenaar Bert
Rosema (37) spoelde na ruim zes uur dobberen op de
Noordzee aan op het strand van Texel. Een wonder. De
temperatuur van het zeewater was slechts 11 graden.
De twee andere opvarenden van het zeiljacht voeren op
eigen kracht naar Den Helder. De man met dé minste
ervaring aan het roer. De kapitein had een arm zodanig
verwond, dat hjj het schip onmogelijk kon besturen.
Het verhaal begint in Andijk.
Daar vertrekken de vier zeilers
met goed weer. Rustig kabbe
lend over het IJsselmeer met
hun oceaanwaardig jacht 'Qua
dra'. Richting Vlieland, waar het
twaalf meter lange schip tussen
zeven en acht uur 's avonds bin
nenloopt. Er staat dan al een be
hoorlijk briesje. Met z'n vieren
wandelen ze nog wat over het ei
land, doen inkopen en duiken in
de kooi.
kracht. Toen ben ik er maar als
eerste in gekropen. Op dat mo
ment stond er al een centimeter
of veertig water in".
Bert zag kans om Maarten in
het vlot te trekken. Nog geen
twee minuten later wierp een ho
ge golf hen opnieuw in het woes
te water van de Noordzee: het
vlot lag op zijn kop. Tot Berts
grote verbazing was de bodem
Bert Rosema: "Je ziet je vriend zo wegdrijven.
(foto Wil Dijkman!
door
Jan Westerlaken
Terschelling meldt de volgen
de dag windkracht acht. De zee
zeilers maken zich daar geen zor
gen over. Het jacht is zeewaar
dig. Voor de wind wordt koers
gezet naar Texel. Snelheid rond
de dertig kilometer per uur. Om
dat ze op het Marsdiep een stuk
tegenwind zouden hebben, be
sluiten ze het eiland links te laten
liggen en op Den Helder aan te
koersen.
Op hun weg ontmoeten ze ech
ter twee vissersschepen. Treilers
waar ze niet voor langs kunnen
zeilen. De afstand is te klein. Om
de vissersboten aan de achtekant
te passeren, moeten ze tegen de
golven op. Alle voorzorgsmaatre
gelen zijn daartoe genomen.
„Het water werd ineens
bruin", herinnert Bert zich nog.
„Ik zag op de dieptemeter dat het
op die plek maar zeven meter
was en niet, zoals een stukje ver
derop, vijftien meter. Hoe het
kwam, ik weet het niet. Maar
plotseling draaide de wind ne
gentig graden, gevolgd door
twee windzeeën. Het water werd
als een berg opgestuwd. Op het
moment dat ik wat bescherming
in de kuip wilde zoeken, werden
Maarten en ik als het ware gelan
ceerd. Ik zag kans om de reling te
pakken. Toen een van de man
nen aan boord mij probeerde te
helpen heb ik gezegd, pak Maar
ten. Want ik wist dat mijn condi
tie beter was dan de zijne. Ik ben
onder het schip doorgegaan. Een
stuk van de schroef voelde ik
langs mijn hand gaan. Ineens
schoot het jacht als een raket bij
ons weg. Het vlot was toen al
overboord gezet".
Zoeken
Bert ging vervolgens op zoek
naar Maarten, die hij inderdaad
ook vond. Dat was het moment
waarop hij het vlot opentrok en
zijn vriend een reddinglijn toe
wierp. De ongelijke strijd tegen
de kolkende zee was begonnen.
Beide mannen droegen overle
vingspakket zodat er een rede
lijke kans was een verblijf van
enkele uren in het koude water
te overleven.
Bert: „Ik gilde naar Maarten
dat hij in het vlot moest klim
men. Dat kon hij niet op eigen
zwart en niet orapje, de
alarmkleur.
Bert balt zijn vuisten. Met
stemverheffing zegt hij: „Een
reddingvlot dat op z'n kop komt
te liggen. Zoiets mag natuurlijk
nooit gebeuren. Aan zo'n vlot
hoort een drijfanker te zitten.
Dan blijft 'ie overeind. Ik heb dat
aan dit reddingvlot (kosten 7000
gulden) niet gezien. Zat 'ie er wel
aan, nou, dan werkte hy niet. Zo
simpel is dat. Met een goed drij
fanker gaat een vlot niet op z'n
kop".
Vastgebonden
Vier keer zag Bert nog kans om
Maarten op de onderkant van het
rubberen bootje te trekken. Zelf
had hij zich aan het vlot 'veran
kerd'. Een touw om zijn linke
rarm, een touw om de bovenkant
van zijn linkerbeen. Bewust koos
hij voor de linkerkant.
Bert: „Ik ben rechts het
sterkst. Constant speelde door
m'n hoofd dat ik vooral aan die
kant niets moest krijgen. Als ik
aan die zijde geblesseerd zou ra
ken, dan was de kans om ons op
het vlot te trekken minimaal. Het
klinkt idioot, maar op dat ogen
blik dacht ik zo analytisch als de
pest. Toen ik vastzat, heb ik
Maarten weer naar het vlot ge
trokken en gegild: „Klim erop,
anders verzuip je". Maarten hing
alleen maar, het leek wel of hij
niet meer wilde. Hij moet uitge
put zijn geweest. En daarbij ook
nog eens het ijskoude water. Het
laatste wat hij tegen me zei was:
„Ik ben zo moe". Waarna de lijn
van zijn arm liep. Die bleek niet
vast te zitten. Wat er dan door je
heen gaat. Je ziet je vriend zo
wegdrijven...".
Bert stokt. Tranen wellen op. 's
Nachts had hij het ook al zo te
kwaad, vertelt zijn vrouw Tine
ke. Een slaaptabletje was niet
voldoende om hem in diepe rust
te houden. „Steeds weer riep 'ie:
hou vast die lijn".
Conditie
Het rubberen reddingvlot
heeft op alle fronten gefaald.
Bert raakt er niet over uitgepraat
en zal de fabrikant er op aanspre
ken. Hij zegt: „Er klopte geen
donder van dat ding. Ais dat zo
blijft, verdrinken er nog meer
mensen. Net als Maarten. Neem
de onderkant van dat vlot. Daar
horen, net als aan de binnenkant,
kokers met lichtkogels te zitten.
Ze waren nergens te vinden. Als
het vlot opengaat, moet er een
noodsignaal uitgaan. Werkte
niet. Anders hadden ze wel ge
reageerd. Weetje, ik heb twee he
likopters gezien en de zoeklich
ten van een reddingboot. Als ik
toen een lichtkogel had gehad,
had ik een van die helikopters
kunnen raken. Zo dicht hing die
boven me. Omdat het donker
was en de onderkant van het vlot
zwart, zag de piloot me niet. Ik
heb ze terug zien gaan in de rich
ting van Den Helder. Echt bang
ben ik niet geweest. Wel angstig
dat ik door de stroming langs Te
xel zou gaan en het Marsdiep op
geblazen zou worden. Daar
spookt het verschrikkelijk en
heb je weinig kans om te overle
ven".
Lichtkogel
Een keer nog kwam het vlot
recht te liggen. Net lang genoeg
voor Bert om de lichtkogels te
pakken. Twee schoot hij er af en
hij ontstak bovendien een rode
handfakkel. De rest van de licht
kogels stopte hij tussen zijn jas.
Hulp kwam er niet.
Meer dan zes uur dobberde hij
op de hoge, ijskoude golven van
de Noordzee. „Opeens", zegt hij,
„zag ik de vuurtoren van Texel
niet meer. Maar wel het licht. Ik
wist meteen, dat ik vlak onder de
kust moest zitten. Een poosje la
ter voelde ik mijn been over de
grond slepen. Met m'n hand heb
ik eerst gevoeld of dat juist was.
Ik had inderdaad zand in mijn
hand. Pas toen ben ik eraf ge
sprongen en heb het vlot het
strand op gesleept. Lopen kon ik
•niet. Strompelen, dat ging. Ik
was totaal verkleumd. Toch ben
ik over dat duin geklauterd en
heb me tegen een container laten
vallen. Midden in glasscherven.
Na een poosje ben ik de straat af
gelopen en heb een auto aange-
houden. Patrick Brokken heette
de man achter het stuur. Hij
heeft me mee naar huis geno
men, te eten en te drinken gege
ven en me onder een warme dou
che gezet. Het water leek zo
warm als kokend lood. Zo kwam
ik wel weer aardig op verhaal".
Volgend jaar
Voor Bert liep het hachelijke
avontuur uiteindelijk goed af. De
knokkels van zijn tenen zijn be
schadigd en z'n lichaam doet
hem overal pijn. Het laatste
woord is nog niet gesproken.
Bert gaat op zoek naar de produ
cent van het vlot. „Laten we eer
lijk zijn", zegt hij, „ik heb geluk
gehad. Ik blijf erbij dat Maarten
niet had hoeven verdrinken. Als
dat vlot niet van die hoge kanten
had gehad en het goed had ge
functioneerd, waren we beiden
levend aan wal gekomen".
Een ding heeft Bert zich voor
genomen. Zeezeilen is er dit jaar
niet meer bij. Volgend jaar denkt
hij weer een tocht te zullen ma
ken. Motief? „Er zijn geen fouten
gemaakt. Dus waarom moet ik
bang zijn? Deze ervaring is vre
selijk en zal me altijd bijblijven,.
Ik vind het absurd om te zeggen:
„Nu stap ik nooit meer op een
zeilboot".
AMSTERDAM (GPD) - Wie op het
treinstation Amsterdam-Bijlmer
uitstapt, en het daaraan grenzend
rechthoekige blauw met rode kan
torencomplex Nieuw Amsterdam
passeert, stuit op een verrassend,
bijna voltooid gebouw. Het lijkt
niet te passen in deze tijd, en zeker
niet in deze omgeving van strakke,
moderne architectuur. Het is een
op het eerste gezicht onregelmatig
geheel van tien aan elkaar verbdn-
den 'torens', met gebogen, naar
binnen hellende müren, nissen,
glazen dakpanelen, en betrekkelijk
kleine ramen in afwijkende vor-
door
Nel van Bemmel
Maar zo sprookjesachtig als de
eerste aanblik is, zo technisch
doordacht blijkt de opzet. En ook
de bestemming is uiterst zakelijk:
hier komt het nieuwe hoofdkan
toor van de Nederlandsche Mid-
denstandsbank.
Wat brengt een bank ertoe zo'n
hoofdkantoor te laten bouwen. Lid
van de raad van bestuur drs. A. A.
Soetekouw: "Er bestaat nu veel be
langstelling voor de uiterlijke
vormgeving. Maar het gebouw is
van binnen naar buiten ontwik
keld. Bij ons ging de eerste aan
dacht uit naar de werkplek van de
individuele werknemer. Daarna
ontstond de vraag hoe groepen
werknemers het beste kunnen
functioneren, en zo gingen we ver
der tot de buitenjas".
Kantoortuin
Een van de bijzonderheden van
het gebouw is dat elk onderdeel
van de bank kan zeggen in hoever
re zij aparte kamers wil hebben, en
in hoeverre zij een kantoortuin ver
kiest. Het gebouw is zo flexibel dat
zonder veel kosten en zonder Ge
vormgeving geweld aan te doen
extra kamers van de diverse open
afdelingsruimten afgesnoept kun
nen worden. Hoe belangrijk dat fi
nancieel is, illustreert Soetekouw
met een verwijzing naar het huidi
ge NMB-hoofdkantoor in Amster
dam-Zuid: „Dit gebouw is in 1974
voor 65 miljoen gulden gebouwd,
en sindsdien is er voor nog eens 65
miljoen gulden aan vertimmerd".
Een andere bijzonderheid is de
goedkope en prettige voorziening
warmte, licht en verse lucht. Archi
tect A. Alberts vertelt eerst te heb
ben uitgerekend hoeveel procent
van de gevel uit glas mocht be
staan voor een optimale combina
tie van licht en energie. Dat bleek
tussen de 27 en 28 procent te zijn.
Dus kreeg het gebouw betrekke
lijk kleine, maar wel zeer hoge ra
men om toch veel licht naar binnen
te laten vallen. De gelede structuur
met de tien torens maakt het moge
lijk dat geen enkele werknemer
verder dan 5,5 meter van een raam
zal zitten, en daardoor zo'n 80 pro
cent van de tijd aan het daglicht ge
noeg heeft. Er is geen airconditio
ning, en de ramen kunnen openge
zet. Om 's zomers de hitte en 's win
ters de kou buiten te houden, zijn
de muren enorm dik: van binnen
prefab betonnen delen, vervolgens
isolatiemateriaal en van buiten op
gemetselde bakstenen. Bij te felle
zon kan de individuele werknemer
een zonneschermpje voor zijn
raam laten zakken.
Energiezuinig
Anderzijds vangen de ramen
veel licht en warmte doordat de
muren van beneden naar boven
enigszins naar binnen hellen. Bo
vendien maken de glazen dakpane
len deel uit van een systeem van
zonne-collectoren. De gelede vorm
van het gebouw zorgt ervoor dat
harde wind wordt gebroken. Al
met al is dit gebouw 75 tot 80 pro
cent energiezuiniger dan een kan
toor van vergelijkbare omvang
waar niets bijzonders aan energie
besparing is gedaan.
Een belangrijker reden voor het
naar binnen laten hellen van de
muren is de akoestiek: Het ver
keerslawaai van de omringende
rijkswegen wordt nu niet tussen
gebouwen heen en weer gekaatst,
maar naar boven gestuurd. Binnen
weerkaatst het lawaai naar het ta
pijt-
De onderlinge bereikbaarheid
wordt vergroot door een „interne
straat", een soort kronkelige gang
waaraan allerlei voorzieningen lig
gen zoals restaurants, postkamer,
broodjeswinkel, receptie, verga
derzalen, bibliotheken. Vanuit de
interne straat is er uitzicht in de vi
des (lichthoven) van elk van de tien
torens. Elke vide heeft een glazen
kap en wordt geschilderd in een
andere pasteltint, zodat het gemak
kelijk is te weten waar in het ge
bouw je bent.
Sommige details in de vormge
ving, zoals de vijf- en zeshoekige
vensters en de schuin afgeschoten
hoeken, doen denken aan antropo-
sofiche architectuur. Die associatie
ligt des te meer voor de hand daar
twee leden van de raad van bestuur
antroposofen zijn. Maar Alberts
ontkent deze invloeden in zijn ont
werp. „Je kunt ook een aansluiting
bij de Amsterdamse School vast
stellen", zegt hij, „maar ik heb het
echt zelf ontwikkeld. En ik ben
geen antroposoof
Beplanting
Zijn manier van werken noemt
Alberts „organische architectuur".
Daarmee bedoelt hij dat hij vanaf
het begin samenwerkt met advi
seurs op het gebied van energie
voorziening, constructies, techni
sche installaties en beplanting.
Daarnaast komt de „organische ar
chitectuur" tot uitdrukking in een
beweeglijke vormgeving, en de
vloeiende vormen. Daarbij maakt
hij veel gebruik van natuurlijke
materialen zoals steen en hout, en
spelen waterpartijen en groenvoor
zieningen een belangrijke rol.
Het bouwen van het bijzondere
kantoor lijkt peperduur: zoveel
hellende wanden, zoveel verschil
lende soorten ramen, de ongelijke
torens. Alleen al de stapels bakste
nen op de bouwplaats, niet 'ge
woon' rechthoekig maar in een
groot aantal verschillende vormen,
lijken een forse kostenpost. Maar
dat blijkt een vergissing. Soete
kouw: „Wij hebben een onafhanke
lijk bureau, Twijnstra en Gudde,
de bouwkosten van ons kantoor la
ten vergelijken met vijf andere, en
onze bouwsom blijkt normaal voor
een dergelijk gebouw".
Herhaling
Bij nadere beschouwing blijkt
ook meer herhaling in het gebouw
voor te komen dan op het eerste
gezicht lijkt: zo zijn alle bovenste
etages van de tien toren gelijk,
evenals de tien op een na bovenste
etages, enzovoort. Zodoende kon
een groot deel met prefab-beton in
elkaar geZet worden. Bovendien
zijn de liften enigszins aan de bui
tenkant van het gebouw gehouden,
wat het bouwen ook weer goedko
per maakte.
Uiteindelijke bedraagt de bouw
som 179,5 miljoen gulden, inclusief
de grond en inrichting 250 miljoen.
Eén procent daarvan besteedt de
bank aan kunst "hoewel je eigen
lijk kunt zeggen dat we 100 procent
aan kunst besteden", vindt Soete
kouw. De ene procent gaat naar
beeldhouwwerken, glaskunst,
schilderijen, beschilderde panelen,
vloerkunst in de vorm van mar
merfiguraties en waterkunst.
e NMB-vestiging in aanbouw.
Voorstel bij remonstranten:
Het voorstel om in de toekomst
ook andere 'levensverbintenis
sen' dan het huwelijk kerkelijk
in te zegenen is niet in alle re
monstrantse gemeenten enthou
siast onthaald. Een groot aantal
remonstranten heeft er emotio
neel moeite mee een homosexue-
le relatie te doen inzegenen. In
enkele gemeenten bestaan er
ook principiële bezwaren tegen.
Dat blijkt uit een overzicht van
reacties uit de plaatselijke ge
meenten. Hiervan wordt mel
ding gemaakt in het informatie
bulletin van de oecumenische
studentengemeente in Utrecht.
De algemene vergadering van
de Remonstrantse Broederschap
zal op 29 november stemmen
over een wijziging in de kerkor
de die het begrip 'huwelijk' ver
vangt door 'levensverbintenis'.
Als dit voorstel wordt aangeno
men, kunnen alle relatievormen
tussen twee meerderjarige perso
nen worden ingezegend. Een ge
heel nieuwe situatie in de kerke
lijke wereld.
De remonstrantse kerkorde
stamt uit 1950. Al sinds 1979
wordt gewerkt aan herziening.
Daarbij rees de vraag of met het
oog op de maatschappelijke ont
wikkelingen ook het hoofdstuk
over 'huwelijkssluitingen' niet
aan verandering toe was. Beslo
ten werd een tekst te ontwerpen
die ruimte zou bieden aan inze
gening van verschillende soorten
levensverbintenissen. Mede aan
de hand van materiaal van de
werkgroep 'Relaties' is er van
1984 af in de remonstrantse ge
meenten uitvoerig over gedis
cussieerd.
In april van dit jaar stuurde de
Commissie tot de Zaken (dage
lijks bestuur) van de Broeder
schap een definitief voorstel met
begeleidende brief naar de ge
meenten. "De godsdienstige be-
tekenis van een levensverbinte-
de
nis ligt in de ïntei
betrokkenen hun leven in liefde
delen", zegt het kerkbestuur in
deze brief.
In een aantal gemeenten acht
men het beter, de kerkorde nog
niet te wijzigen. Het zou daar
voor nog te vroeg zijn en zou als
een 'splijtzwam' binnen de ge
meenten kunnen werken. Bo
vendien zou de Broederschap
dan het gevaar lopen, een 'ver
gaarbak van allerlei alternatieve
lingen' te worden. Anderen daar
entegen menen, dat de remon
strantse traditie van verdraag
zaamheid de Broederschap ver
plicht de kerkorde op dit punt
aan te passen.
Subsidie vervallen
Het 'Mgr. Bekkers-centrum'
(voor na- en bijscholing van pas
tores) zal de subsidie van de
rooms-katholieke bisschoppen
voortaan moeten missen. Die be
droeg f 100.000. De Katholieke
Universiteit van Nijmegen moest
om financiële redenen al in 1983
haar bijdrage beperken.
De bisschoppen hebben grote
waardering voor het waardevolle
werk van het centrum, maar de
functie ervan is veel minder ge
worden doordat hogescholen en
theologische faculteiten nu
soortgelijke cursussen geven. De
belangstelling voor het centrum
is duidelijk afgenomen.
Personele gevolgen zal het
wegvallen van de subsidie niet
hebben; de stafleden hadden*
hun werk al beëindigd. Het cen
trum zal het werk op zeer be
perkte schaal nog even voortzet
ten, totdat een commissie heeft
onderzocht hoe groot de behoef
te aan zulke cursussen is.
Herdenkingsnummer. Het
vandaag verschenen Informatie
bulletin van de afdeling pers en
publiciteit van het rooms-katho
lieke secretariaat is geheel ge
wijd aan de op 28 oktober overle
den dr. Margaretha Albertina
Maria Klompé. "Een zeer grote
persoonlijkheid is uit ons mid
den heengegaan, een vrouw met
talloze verdiensten voor staat en
kerk", schrijft samensteller Leo
Fyen.
Het nummer begint met een
biografische schets van de histo
ricus dr. J. Bosmans. Kardinaal
Alfrink schrijft 'persoonlijke her
inneringen'. Zijn collega Wille-
brands schetst Marga Klompé
als een 'strijdvaardige vrouw in
dienst van Christus' en kardinaal
Simonis als een 'waarachtig
rooms-katholiek gelovige'.
"Haar grootheid was, dat zij
nóg meer was dan haar activitei
ten", zegt dr. H. van Munster, se
cretaris-generaal van de bis
schoppenconferentie. Drs. G.
Kaandorp, secretaris van het
Landelijk Pastoraal Overleg, be
schrijft mevrouw Klompé als een
vrouw "die leefde wat zij geloof
de". Een 'bondgenote van armen
en onderdrukten', zo typeert drs.
V. Scheffers haar. Hij is secreta
ris van 'Justitia et Pax Neder
land' ('Gerechtigheid en Vrede').
'Een onverschrokken pleitbe
zorgster', zet professor mr. Th.
van Boven, hoogleraar interna
tionaal recht, boven zijn artikel.
Verder nog veel persoonlijke
herinneringen van dr. A. van den
Heuvel, vroeger secretaris-gene
raal van de Hervormde Kerk,
voorzitter mr. B. Schmitz van de
KRO en dr. G. H. Veringa, oud
minister van onderwijs. Veringa:
"Haar ideaal was een zorgzame
samenleving".
(Men kan dit speciale nummer
aanvragen by genoemde afde
ling, Biltstraat 121 Utrecht, tele
foon 030-334244, postbus 13049,
3507 LA Utrecht.
Bijbel gestolen
Uit de hervormde kerk in
Wamel (classis Nijmegen) is des
nachts de uit 1663 daterende
kanselbijbel gestolen. De daders
hadden een zijraampje van de
kerk ingeslagen.
Hervormde Kerk: beroepen
te Mijnsheerenland kandidaat J.
K. Verbree Den Haag, te Goënga
en omgeving (Fr.) kandidaat H.
Bakker Maasdijk, te Zuilichem
en Nieuwaal kandidaat J. G.
Blom Kockengen, door de syno
de tot legerpredikant B. Henge-
veld Bennekom. Beroepbaar: R.
de Reuver Nieuwerkerk aan de
IJssel, mevrouw J. C. van der
Putte Amsterdam en K. J. Visser
Gouda.
Gereformeerde Kerken: be
roepen te Wassenaar-Zuid (her
vormd-gereformeerd) mevrouw
M. W. M. Janse de Jonge Goes.
Gereformeerde Kerken Vrij
gemaakt: beroepen te Arnhem
H. E. Nieuwenhuis Ermelo, te
Rouveen F. J. Bijzet Drachten.
Christelijke Gereformeerde
Kerken: beroepen te Zaamslag
A. Baars Canada, te Huizen J.
Jonkman Enschede; bedankt
voor Tholen A. van de Weerd
Urk.
Dienstweigeren. In een do
cument voor de aangesloten re
gionale kerken voert de synode
van de Bond van Evangelische
Kerken in de DDR (Oost-Duits-
land) een pleidooi voor meer
ruimte voor dienstweigeren op
grond van gewetensbezwaren.
Tot nu toe komen weigeraars in
'bouwbataljons' van het nationa
le volksleger terecht, waar zij on
gewapende dienst verrichten. De
synode zou dat willen uitbreiden
met werk op sociaal of humani
tair gebied.
Gevangenis. In Hongarije is
opnieuw een jonge rooms-katho
lieke gelovige veroordeeld tot
twee jaar gevangenisstraf we
gens dienstweigering. De 24-jari-
ge Imre Szalai had al een deel
van zyn dienstplicht vervuld
toen hij zich aansloot bij een
groep 'geëngageerde christenen'.
Op godsdienstige gronden wei
gerde hij de resterende zeven
maanden uit te dienen.