I Het nieuwe kantoor van 'Als dat reddingsvlot had gewerkt,, was m'n vriend niet verdronken' de NMB staat scheef Interview Alphenaar Bert Rosema na drama op zee: Achtergrond d l Pili m Ook inzegening van andere relatievormen DINSDAG 4 NOVEMBER 1986 PAGINA 1 ALPHEN AAN DEN RIJN - Tranen en woede wisse len elkaar af. Tranen om een verloren vriend; woede omdat het rubberen reddingsvlot niet naar behoren werkte. Een groot zakvormig drijfanker dat met een 15 meter lange lijn aan de bodem is bevestigd om het vlot in ruwe zee overeind te houden, functioneerde niet. Het rubberen bootje werd een speelbal van de golven die soms een hoogte van 15 meter bereikten. De drenkelin gen konden zich er alleen maar aan vast klemmen. Met geen mogelijkheid konden zij erin klimmen. De vier vrienden hadden zich er zoveel van voorge steld. Gezellig een weekeindje op zee. Hoe dramatisch pakte alles uit. Maarten Kerkhof uit Hollandscheveld - vader van drie kinderen - verdronk. De Alphenaar Bert Rosema (37) spoelde na ruim zes uur dobberen op de Noordzee aan op het strand van Texel. Een wonder. De temperatuur van het zeewater was slechts 11 graden. De twee andere opvarenden van het zeiljacht voeren op eigen kracht naar Den Helder. De man met dé minste ervaring aan het roer. De kapitein had een arm zodanig verwond, dat hjj het schip onmogelijk kon besturen. Het verhaal begint in Andijk. Daar vertrekken de vier zeilers met goed weer. Rustig kabbe lend over het IJsselmeer met hun oceaanwaardig jacht 'Qua dra'. Richting Vlieland, waar het twaalf meter lange schip tussen zeven en acht uur 's avonds bin nenloopt. Er staat dan al een be hoorlijk briesje. Met z'n vieren wandelen ze nog wat over het ei land, doen inkopen en duiken in de kooi. kracht. Toen ben ik er maar als eerste in gekropen. Op dat mo ment stond er al een centimeter of veertig water in". Bert zag kans om Maarten in het vlot te trekken. Nog geen twee minuten later wierp een ho ge golf hen opnieuw in het woes te water van de Noordzee: het vlot lag op zijn kop. Tot Berts grote verbazing was de bodem Bert Rosema: "Je ziet je vriend zo wegdrijven. (foto Wil Dijkman! door Jan Westerlaken Terschelling meldt de volgen de dag windkracht acht. De zee zeilers maken zich daar geen zor gen over. Het jacht is zeewaar dig. Voor de wind wordt koers gezet naar Texel. Snelheid rond de dertig kilometer per uur. Om dat ze op het Marsdiep een stuk tegenwind zouden hebben, be sluiten ze het eiland links te laten liggen en op Den Helder aan te koersen. Op hun weg ontmoeten ze ech ter twee vissersschepen. Treilers waar ze niet voor langs kunnen zeilen. De afstand is te klein. Om de vissersboten aan de achtekant te passeren, moeten ze tegen de golven op. Alle voorzorgsmaatre gelen zijn daartoe genomen. „Het water werd ineens bruin", herinnert Bert zich nog. „Ik zag op de dieptemeter dat het op die plek maar zeven meter was en niet, zoals een stukje ver derop, vijftien meter. Hoe het kwam, ik weet het niet. Maar plotseling draaide de wind ne gentig graden, gevolgd door twee windzeeën. Het water werd als een berg opgestuwd. Op het moment dat ik wat bescherming in de kuip wilde zoeken, werden Maarten en ik als het ware gelan ceerd. Ik zag kans om de reling te pakken. Toen een van de man nen aan boord mij probeerde te helpen heb ik gezegd, pak Maar ten. Want ik wist dat mijn condi tie beter was dan de zijne. Ik ben onder het schip doorgegaan. Een stuk van de schroef voelde ik langs mijn hand gaan. Ineens schoot het jacht als een raket bij ons weg. Het vlot was toen al overboord gezet". Zoeken Bert ging vervolgens op zoek naar Maarten, die hij inderdaad ook vond. Dat was het moment waarop hij het vlot opentrok en zijn vriend een reddinglijn toe wierp. De ongelijke strijd tegen de kolkende zee was begonnen. Beide mannen droegen overle vingspakket zodat er een rede lijke kans was een verblijf van enkele uren in het koude water te overleven. Bert: „Ik gilde naar Maarten dat hij in het vlot moest klim men. Dat kon hij niet op eigen zwart en niet orapje, de alarmkleur. Bert balt zijn vuisten. Met stemverheffing zegt hij: „Een reddingvlot dat op z'n kop komt te liggen. Zoiets mag natuurlijk nooit gebeuren. Aan zo'n vlot hoort een drijfanker te zitten. Dan blijft 'ie overeind. Ik heb dat aan dit reddingvlot (kosten 7000 gulden) niet gezien. Zat 'ie er wel aan, nou, dan werkte hy niet. Zo simpel is dat. Met een goed drij fanker gaat een vlot niet op z'n kop". Vastgebonden Vier keer zag Bert nog kans om Maarten op de onderkant van het rubberen bootje te trekken. Zelf had hij zich aan het vlot 'veran kerd'. Een touw om zijn linke rarm, een touw om de bovenkant van zijn linkerbeen. Bewust koos hij voor de linkerkant. Bert: „Ik ben rechts het sterkst. Constant speelde door m'n hoofd dat ik vooral aan die kant niets moest krijgen. Als ik aan die zijde geblesseerd zou ra ken, dan was de kans om ons op het vlot te trekken minimaal. Het klinkt idioot, maar op dat ogen blik dacht ik zo analytisch als de pest. Toen ik vastzat, heb ik Maarten weer naar het vlot ge trokken en gegild: „Klim erop, anders verzuip je". Maarten hing alleen maar, het leek wel of hij niet meer wilde. Hij moet uitge put zijn geweest. En daarbij ook nog eens het ijskoude water. Het laatste wat hij tegen me zei was: „Ik ben zo moe". Waarna de lijn van zijn arm liep. Die bleek niet vast te zitten. Wat er dan door je heen gaat. Je ziet je vriend zo wegdrijven...". Bert stokt. Tranen wellen op. 's Nachts had hij het ook al zo te kwaad, vertelt zijn vrouw Tine ke. Een slaaptabletje was niet voldoende om hem in diepe rust te houden. „Steeds weer riep 'ie: hou vast die lijn". Conditie Het rubberen reddingvlot heeft op alle fronten gefaald. Bert raakt er niet over uitgepraat en zal de fabrikant er op aanspre ken. Hij zegt: „Er klopte geen donder van dat ding. Ais dat zo blijft, verdrinken er nog meer mensen. Net als Maarten. Neem de onderkant van dat vlot. Daar horen, net als aan de binnenkant, kokers met lichtkogels te zitten. Ze waren nergens te vinden. Als het vlot opengaat, moet er een noodsignaal uitgaan. Werkte niet. Anders hadden ze wel ge reageerd. Weetje, ik heb twee he likopters gezien en de zoeklich ten van een reddingboot. Als ik toen een lichtkogel had gehad, had ik een van die helikopters kunnen raken. Zo dicht hing die boven me. Omdat het donker was en de onderkant van het vlot zwart, zag de piloot me niet. Ik heb ze terug zien gaan in de rich ting van Den Helder. Echt bang ben ik niet geweest. Wel angstig dat ik door de stroming langs Te xel zou gaan en het Marsdiep op geblazen zou worden. Daar spookt het verschrikkelijk en heb je weinig kans om te overle ven". Lichtkogel Een keer nog kwam het vlot recht te liggen. Net lang genoeg voor Bert om de lichtkogels te pakken. Twee schoot hij er af en hij ontstak bovendien een rode handfakkel. De rest van de licht kogels stopte hij tussen zijn jas. Hulp kwam er niet. Meer dan zes uur dobberde hij op de hoge, ijskoude golven van de Noordzee. „Opeens", zegt hij, „zag ik de vuurtoren van Texel niet meer. Maar wel het licht. Ik wist meteen, dat ik vlak onder de kust moest zitten. Een poosje la ter voelde ik mijn been over de grond slepen. Met m'n hand heb ik eerst gevoeld of dat juist was. Ik had inderdaad zand in mijn hand. Pas toen ben ik eraf ge sprongen en heb het vlot het strand op gesleept. Lopen kon ik •niet. Strompelen, dat ging. Ik was totaal verkleumd. Toch ben ik over dat duin geklauterd en heb me tegen een container laten vallen. Midden in glasscherven. Na een poosje ben ik de straat af gelopen en heb een auto aange- houden. Patrick Brokken heette de man achter het stuur. Hij heeft me mee naar huis geno men, te eten en te drinken gege ven en me onder een warme dou che gezet. Het water leek zo warm als kokend lood. Zo kwam ik wel weer aardig op verhaal". Volgend jaar Voor Bert liep het hachelijke avontuur uiteindelijk goed af. De knokkels van zijn tenen zijn be schadigd en z'n lichaam doet hem overal pijn. Het laatste woord is nog niet gesproken. Bert gaat op zoek naar de produ cent van het vlot. „Laten we eer lijk zijn", zegt hij, „ik heb geluk gehad. Ik blijf erbij dat Maarten niet had hoeven verdrinken. Als dat vlot niet van die hoge kanten had gehad en het goed had ge functioneerd, waren we beiden levend aan wal gekomen". Een ding heeft Bert zich voor genomen. Zeezeilen is er dit jaar niet meer bij. Volgend jaar denkt hij weer een tocht te zullen ma ken. Motief? „Er zijn geen fouten gemaakt. Dus waarom moet ik bang zijn? Deze ervaring is vre selijk en zal me altijd bijblijven,. Ik vind het absurd om te zeggen: „Nu stap ik nooit meer op een zeilboot". AMSTERDAM (GPD) - Wie op het treinstation Amsterdam-Bijlmer uitstapt, en het daaraan grenzend rechthoekige blauw met rode kan torencomplex Nieuw Amsterdam passeert, stuit op een verrassend, bijna voltooid gebouw. Het lijkt niet te passen in deze tijd, en zeker niet in deze omgeving van strakke, moderne architectuur. Het is een op het eerste gezicht onregelmatig geheel van tien aan elkaar verbdn- den 'torens', met gebogen, naar binnen hellende müren, nissen, glazen dakpanelen, en betrekkelijk kleine ramen in afwijkende vor- door Nel van Bemmel Maar zo sprookjesachtig als de eerste aanblik is, zo technisch doordacht blijkt de opzet. En ook de bestemming is uiterst zakelijk: hier komt het nieuwe hoofdkan toor van de Nederlandsche Mid- denstandsbank. Wat brengt een bank ertoe zo'n hoofdkantoor te laten bouwen. Lid van de raad van bestuur drs. A. A. Soetekouw: "Er bestaat nu veel be langstelling voor de uiterlijke vormgeving. Maar het gebouw is van binnen naar buiten ontwik keld. Bij ons ging de eerste aan dacht uit naar de werkplek van de individuele werknemer. Daarna ontstond de vraag hoe groepen werknemers het beste kunnen functioneren, en zo gingen we ver der tot de buitenjas". Kantoortuin Een van de bijzonderheden van het gebouw is dat elk onderdeel van de bank kan zeggen in hoever re zij aparte kamers wil hebben, en in hoeverre zij een kantoortuin ver kiest. Het gebouw is zo flexibel dat zonder veel kosten en zonder Ge vormgeving geweld aan te doen extra kamers van de diverse open afdelingsruimten afgesnoept kun nen worden. Hoe belangrijk dat fi nancieel is, illustreert Soetekouw met een verwijzing naar het huidi ge NMB-hoofdkantoor in Amster dam-Zuid: „Dit gebouw is in 1974 voor 65 miljoen gulden gebouwd, en sindsdien is er voor nog eens 65 miljoen gulden aan vertimmerd". Een andere bijzonderheid is de goedkope en prettige voorziening warmte, licht en verse lucht. Archi tect A. Alberts vertelt eerst te heb ben uitgerekend hoeveel procent van de gevel uit glas mocht be staan voor een optimale combina tie van licht en energie. Dat bleek tussen de 27 en 28 procent te zijn. Dus kreeg het gebouw betrekke lijk kleine, maar wel zeer hoge ra men om toch veel licht naar binnen te laten vallen. De gelede structuur met de tien torens maakt het moge lijk dat geen enkele werknemer verder dan 5,5 meter van een raam zal zitten, en daardoor zo'n 80 pro cent van de tijd aan het daglicht ge noeg heeft. Er is geen airconditio ning, en de ramen kunnen openge zet. Om 's zomers de hitte en 's win ters de kou buiten te houden, zijn de muren enorm dik: van binnen prefab betonnen delen, vervolgens isolatiemateriaal en van buiten op gemetselde bakstenen. Bij te felle zon kan de individuele werknemer een zonneschermpje voor zijn raam laten zakken. Energiezuinig Anderzijds vangen de ramen veel licht en warmte doordat de muren van beneden naar boven enigszins naar binnen hellen. Bo vendien maken de glazen dakpane len deel uit van een systeem van zonne-collectoren. De gelede vorm van het gebouw zorgt ervoor dat harde wind wordt gebroken. Al met al is dit gebouw 75 tot 80 pro cent energiezuiniger dan een kan toor van vergelijkbare omvang waar niets bijzonders aan energie besparing is gedaan. Een belangrijker reden voor het naar binnen laten hellen van de muren is de akoestiek: Het ver keerslawaai van de omringende rijkswegen wordt nu niet tussen gebouwen heen en weer gekaatst, maar naar boven gestuurd. Binnen weerkaatst het lawaai naar het ta pijt- De onderlinge bereikbaarheid wordt vergroot door een „interne straat", een soort kronkelige gang waaraan allerlei voorzieningen lig gen zoals restaurants, postkamer, broodjeswinkel, receptie, verga derzalen, bibliotheken. Vanuit de interne straat is er uitzicht in de vi des (lichthoven) van elk van de tien torens. Elke vide heeft een glazen kap en wordt geschilderd in een andere pasteltint, zodat het gemak kelijk is te weten waar in het ge bouw je bent. Sommige details in de vormge ving, zoals de vijf- en zeshoekige vensters en de schuin afgeschoten hoeken, doen denken aan antropo- sofiche architectuur. Die associatie ligt des te meer voor de hand daar twee leden van de raad van bestuur antroposofen zijn. Maar Alberts ontkent deze invloeden in zijn ont werp. „Je kunt ook een aansluiting bij de Amsterdamse School vast stellen", zegt hij, „maar ik heb het echt zelf ontwikkeld. En ik ben geen antroposoof Beplanting Zijn manier van werken noemt Alberts „organische architectuur". Daarmee bedoelt hij dat hij vanaf het begin samenwerkt met advi seurs op het gebied van energie voorziening, constructies, techni sche installaties en beplanting. Daarnaast komt de „organische ar chitectuur" tot uitdrukking in een beweeglijke vormgeving, en de vloeiende vormen. Daarbij maakt hij veel gebruik van natuurlijke materialen zoals steen en hout, en spelen waterpartijen en groenvoor zieningen een belangrijke rol. Het bouwen van het bijzondere kantoor lijkt peperduur: zoveel hellende wanden, zoveel verschil lende soorten ramen, de ongelijke torens. Alleen al de stapels bakste nen op de bouwplaats, niet 'ge woon' rechthoekig maar in een groot aantal verschillende vormen, lijken een forse kostenpost. Maar dat blijkt een vergissing. Soete kouw: „Wij hebben een onafhanke lijk bureau, Twijnstra en Gudde, de bouwkosten van ons kantoor la ten vergelijken met vijf andere, en onze bouwsom blijkt normaal voor een dergelijk gebouw". Herhaling Bij nadere beschouwing blijkt ook meer herhaling in het gebouw voor te komen dan op het eerste gezicht lijkt: zo zijn alle bovenste etages van de tien toren gelijk, evenals de tien op een na bovenste etages, enzovoort. Zodoende kon een groot deel met prefab-beton in elkaar geZet worden. Bovendien zijn de liften enigszins aan de bui tenkant van het gebouw gehouden, wat het bouwen ook weer goedko per maakte. Uiteindelijke bedraagt de bouw som 179,5 miljoen gulden, inclusief de grond en inrichting 250 miljoen. Eén procent daarvan besteedt de bank aan kunst "hoewel je eigen lijk kunt zeggen dat we 100 procent aan kunst besteden", vindt Soete kouw. De ene procent gaat naar beeldhouwwerken, glaskunst, schilderijen, beschilderde panelen, vloerkunst in de vorm van mar merfiguraties en waterkunst. e NMB-vestiging in aanbouw. Voorstel bij remonstranten: Het voorstel om in de toekomst ook andere 'levensverbintenis sen' dan het huwelijk kerkelijk in te zegenen is niet in alle re monstrantse gemeenten enthou siast onthaald. Een groot aantal remonstranten heeft er emotio neel moeite mee een homosexue- le relatie te doen inzegenen. In enkele gemeenten bestaan er ook principiële bezwaren tegen. Dat blijkt uit een overzicht van reacties uit de plaatselijke ge meenten. Hiervan wordt mel ding gemaakt in het informatie bulletin van de oecumenische studentengemeente in Utrecht. De algemene vergadering van de Remonstrantse Broederschap zal op 29 november stemmen over een wijziging in de kerkor de die het begrip 'huwelijk' ver vangt door 'levensverbintenis'. Als dit voorstel wordt aangeno men, kunnen alle relatievormen tussen twee meerderjarige perso nen worden ingezegend. Een ge heel nieuwe situatie in de kerke lijke wereld. De remonstrantse kerkorde stamt uit 1950. Al sinds 1979 wordt gewerkt aan herziening. Daarbij rees de vraag of met het oog op de maatschappelijke ont wikkelingen ook het hoofdstuk over 'huwelijkssluitingen' niet aan verandering toe was. Beslo ten werd een tekst te ontwerpen die ruimte zou bieden aan inze gening van verschillende soorten levensverbintenissen. Mede aan de hand van materiaal van de werkgroep 'Relaties' is er van 1984 af in de remonstrantse ge meenten uitvoerig over gedis cussieerd. In april van dit jaar stuurde de Commissie tot de Zaken (dage lijks bestuur) van de Broeder schap een definitief voorstel met begeleidende brief naar de ge meenten. "De godsdienstige be- tekenis van een levensverbinte- de nis ligt in de ïntei betrokkenen hun leven in liefde delen", zegt het kerkbestuur in deze brief. In een aantal gemeenten acht men het beter, de kerkorde nog niet te wijzigen. Het zou daar voor nog te vroeg zijn en zou als een 'splijtzwam' binnen de ge meenten kunnen werken. Bo vendien zou de Broederschap dan het gevaar lopen, een 'ver gaarbak van allerlei alternatieve lingen' te worden. Anderen daar entegen menen, dat de remon strantse traditie van verdraag zaamheid de Broederschap ver plicht de kerkorde op dit punt aan te passen. Subsidie vervallen Het 'Mgr. Bekkers-centrum' (voor na- en bijscholing van pas tores) zal de subsidie van de rooms-katholieke bisschoppen voortaan moeten missen. Die be droeg f 100.000. De Katholieke Universiteit van Nijmegen moest om financiële redenen al in 1983 haar bijdrage beperken. De bisschoppen hebben grote waardering voor het waardevolle werk van het centrum, maar de functie ervan is veel minder ge worden doordat hogescholen en theologische faculteiten nu soortgelijke cursussen geven. De belangstelling voor het centrum is duidelijk afgenomen. Personele gevolgen zal het wegvallen van de subsidie niet hebben; de stafleden hadden* hun werk al beëindigd. Het cen trum zal het werk op zeer be perkte schaal nog even voortzet ten, totdat een commissie heeft onderzocht hoe groot de behoef te aan zulke cursussen is. Herdenkingsnummer. Het vandaag verschenen Informatie bulletin van de afdeling pers en publiciteit van het rooms-katho lieke secretariaat is geheel ge wijd aan de op 28 oktober overle den dr. Margaretha Albertina Maria Klompé. "Een zeer grote persoonlijkheid is uit ons mid den heengegaan, een vrouw met talloze verdiensten voor staat en kerk", schrijft samensteller Leo Fyen. Het nummer begint met een biografische schets van de histo ricus dr. J. Bosmans. Kardinaal Alfrink schrijft 'persoonlijke her inneringen'. Zijn collega Wille- brands schetst Marga Klompé als een 'strijdvaardige vrouw in dienst van Christus' en kardinaal Simonis als een 'waarachtig rooms-katholiek gelovige'. "Haar grootheid was, dat zij nóg meer was dan haar activitei ten", zegt dr. H. van Munster, se cretaris-generaal van de bis schoppenconferentie. Drs. G. Kaandorp, secretaris van het Landelijk Pastoraal Overleg, be schrijft mevrouw Klompé als een vrouw "die leefde wat zij geloof de". Een 'bondgenote van armen en onderdrukten', zo typeert drs. V. Scheffers haar. Hij is secreta ris van 'Justitia et Pax Neder land' ('Gerechtigheid en Vrede'). 'Een onverschrokken pleitbe zorgster', zet professor mr. Th. van Boven, hoogleraar interna tionaal recht, boven zijn artikel. Verder nog veel persoonlijke herinneringen van dr. A. van den Heuvel, vroeger secretaris-gene raal van de Hervormde Kerk, voorzitter mr. B. Schmitz van de KRO en dr. G. H. Veringa, oud minister van onderwijs. Veringa: "Haar ideaal was een zorgzame samenleving". (Men kan dit speciale nummer aanvragen by genoemde afde ling, Biltstraat 121 Utrecht, tele foon 030-334244, postbus 13049, 3507 LA Utrecht. Bijbel gestolen Uit de hervormde kerk in Wamel (classis Nijmegen) is des nachts de uit 1663 daterende kanselbijbel gestolen. De daders hadden een zijraampje van de kerk ingeslagen. Hervormde Kerk: beroepen te Mijnsheerenland kandidaat J. K. Verbree Den Haag, te Goënga en omgeving (Fr.) kandidaat H. Bakker Maasdijk, te Zuilichem en Nieuwaal kandidaat J. G. Blom Kockengen, door de syno de tot legerpredikant B. Henge- veld Bennekom. Beroepbaar: R. de Reuver Nieuwerkerk aan de IJssel, mevrouw J. C. van der Putte Amsterdam en K. J. Visser Gouda. Gereformeerde Kerken: be roepen te Wassenaar-Zuid (her vormd-gereformeerd) mevrouw M. W. M. Janse de Jonge Goes. Gereformeerde Kerken Vrij gemaakt: beroepen te Arnhem H. E. Nieuwenhuis Ermelo, te Rouveen F. J. Bijzet Drachten. Christelijke Gereformeerde Kerken: beroepen te Zaamslag A. Baars Canada, te Huizen J. Jonkman Enschede; bedankt voor Tholen A. van de Weerd Urk. Dienstweigeren. In een do cument voor de aangesloten re gionale kerken voert de synode van de Bond van Evangelische Kerken in de DDR (Oost-Duits- land) een pleidooi voor meer ruimte voor dienstweigeren op grond van gewetensbezwaren. Tot nu toe komen weigeraars in 'bouwbataljons' van het nationa le volksleger terecht, waar zij on gewapende dienst verrichten. De synode zou dat willen uitbreiden met werk op sociaal of humani tair gebied. Gevangenis. In Hongarije is opnieuw een jonge rooms-katho lieke gelovige veroordeeld tot twee jaar gevangenisstraf we gens dienstweigering. De 24-jari- ge Imre Szalai had al een deel van zyn dienstplicht vervuld toen hij zich aansloot bij een groep 'geëngageerde christenen'. Op godsdienstige gronden wei gerde hij de resterende zeven maanden uit te dienen.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 15