'Pravda': braaf en zonder risico's Geslaagd lesje Aids voor beginners Strijdbare pelgrims bij Kei Takei 'Vengeance' roept lauwe reacties op bij publiek Knap spel in stuk over taalfilosofie 'Rien ne va plus': een vermoeiende vertoning MAANDAG 6 OKTOBER 1986 PAGINA 11 'Pravda' van Howard Brenton en David Hare, door het RO-theater. Regie Jos Thie, co-regie Antoine Uit- dehaag, vertaling Peter Nijmeijer, decor Hayden Griflin, licht Rory Dempster. Met onder andere Carol van Herwijnen, Hubert Fermin, Ma rieke van Leeuwen, Pieter Lutz, Jaap van Donselaar en Huib Roo.v- mans. Gezien in Hal 4 in Rotterdam. ROTTERDAM - Na twee jaar lang de kassa in Londen te heb ben laten rinkelen, na de 'Plays and Players-A ward' voor het bes te nieuwe stuk van 1985 te heb ben ontvangen, en na steracteur Anthony Hopkins in staat ge steld te hebben een acteerprijs in de wacht te slepen, is 'Pravda' - van David Hare en Howard Brenton - in Nederland versche nen. Bij het RO-theater, waar de laatste tijd meer spannende din gen gebeurd zijn sinds Jos Thie en Antoine Uitdehaag daar het bewind voeren. 'Pravda' gaat, in de woorden van regisseur Jos Thie, - heel simpel - over de 'vervlakking en toenemende commercialisering' van de Engelse pers. De afgelo pen jaren heeft zich daar het vol gende proces afgespeeld: door de enorme salariskosten en ver ouderde technieken lijdt een krant verliezen; een slimme za kenman, gewoonlijk met ook nog belangen in andere indus trieën, koopt haar op; maakt haar door massale ontslagen en de in troductie van moderne technie ken rendabel en schuwt vervol gens geen enkel middel om haar als produkt verkoopbaar te ma ken. Dit laatste betekent er vóór alles voor zorgen dat het ding. ongeacht zijn vroegere 'kleur' of inhoud verkocht wordt. Begrip pen als 'kwaliteit', beroepsethiek van journalisten of de 'waarheid' nastreven, zijn in dit spel overbo dig en onhandig en dus krijgen de journalisten één seconde be denktijd om te kiezen tussen werk of de w.w. Als je beseft dat dit soort krantenmoguls, waar van Rupert Murdoch hier de meeste bekendheid 'geniet', het overgrote deel van de Engelse kranten bezit, dat ze zich voort durend uitbreiden (ze kopen ook her en der televisiestations) is er genoeg reden tot bezorgdheid. Na maandenlange voorberei dingen schreven Hare en Bren ton gezamenlijk 'Pravda' - het Russische woord voor 'waarheid' en tevens de naam van het Russi sche staatsblad. 'Pravda' heeft al le kenmerken van een hit in zich: het is simpel en tegelijkertijd diepzinnig; het is scherp ko misch; het bevat een liefdesge- schiedenisje, spectakel en een aantal prachtige rollen; d§ schur ken winnen (wie zou het nog in zijn hoofd halen een stuk te schrijven waarin de 'good guys' winnen); en het is vooral herken ning wat de klok slaat. Iedereen kent ze: de corrupte politicus, de naïeve moraliteitsdrager, de su perieure zakenman, de seniele vicaris, de snob die om kwaliteit gilt. 'Pravda' heeft het allemaal. Koppel dit aan het vakmanschap waarmee de plot bedacht en de dialoog geschreven is en je hebt een hit. En in dit geval zelfs één die po litiek en moreel volledig goed zit. Maar waarom ga ik er dan niet plat voor? Waarom stap ik naar buiten en denk: 'Ja, zo gaat het' en: 'Goed gedaan, zeg'? Maar meer niet. Let wel: het ligt niet aan de op voering. Die is (bijna) net zo goed als het stuk en getuigt van net zo veel stijlvol vakmanschap. De vormgeving van Hayden Griffin (die het stuk ook in Londen vormgaf en die voor deze voor stelling speciaal op de mogelijk heden van Hal 4 afstemde) is af wisselend sober en spectaculair, bijna realistisch en bijna ab stract, maar bovenal voortdu rend effectief. Hetzelfde geldt voor de meermalen overdonde rende licht- en geluidseffecten. En ook aan het spel ligt het niet. Sterker nog: dat klopt aan (wederom bijna) alle kanten, waarbij vooral Carol van Herwij nen als de Rupert Murdoch per sonificatie Lambert Le Roux schittert en fonkelt zoals het de ze rol betaamt. Met eindeloos ge mak domineert hij alles en ieder een, gaat hij van hoog naar laag en van groot naar klein en ge bruikt en passant de karakter- verdieping die de rol - als enige in het stuk - biedt. Als Van Her- wijnen even weg is zie je bij an deren het harde werken dat acte ren kan zijn. Van Herwijnen ba lanceert op allerlei randjes van 'te', maar pas op die randjes wordt acteren spannend. Le Rouxs 'side-kick' Eaton (Hajo Bruins) trekt verrassende regis ters open en deelt in de volledige overtuigingskracht van Van Her wijnen. En ook de derde schurk in het stuk, Michiel Quint (Jaap van Donselaar) speelt met dat zelfde scherpe gemak. Het lijkt wel alsof schurken meer inspire ren tot goed spel dan helden, want zoals Hubert Fermin en Marieke van Leeuwen het inte gere journalisten-echtpaar And- ré en Rebecca speelden, deed mij niets. Ze moesten verliefd zijn, boos, gefrustreerd; maar ik zag slechts leeg staren en blinken met de ogen, houdinkjes en voor al veel zweet. Overigens geloof ik dat dat hun relatie de slechtst uitgewerkte plotlijn van het stuk vormt; misschien verklaart dat één en ander. De andere rollen deden het ook wel: Huib Rooy- mans was wel erg bizar (en die stem behoeft geen verder afkra- 'Een nieuwe dood' ken), maar daar stonden weer een aantal verrassende kleinere rollen tegenover van bijvoor beeld Door van Boeckel (twee maal) en Dries Smits. En als alle bovengenoemde as pecten goed zijn, dan is de regie ook goed, nietwaar? Dus rest mijn 'waarom'. Niet omdat het stuk niet op Nederland van toe passing zou zijn - laten we ons niets wijsmaken. Voor mij is het stuk te duide lijk, te 'af, te netjes en daardoor te braaf. Het schokt niet, ver baast je niet; het overtuigt je van zijn gelijk - zoals een documen taire. 'Pravda' neemt geen risi co's - met misschien als enige uitzondering de fascinerende portrettering van Le Roux. Kunst neemt altijd risico's. Hoe goed stuk en uitvoering ook zijn; groots is het niet. PAUL DEVILEE Voorstelling: Een nieuwe dood van Jos Brink. Regie: Horst Mentzel. Spelers: Manon Alving, Eddy Brug man, Hetty Verhoogt en Jasper de Moor. Gezien: 3 oktober, Schouw burg Haarlem. HAARLEM - Aids is natuurlijk vreselijk. Maar laten we eerlijk zijn: Dragen die homoseksuelen zelf ook niet een beetje schuld aan deze meedogenloze virus ziekte? Waarschuwde de bijbel al niet tegen deze onnatuurlijke be hoefte? En hoe toevallig is het, dat uitgerekend nu deze myste rieuze plaag de kop op steekt? Is Aids misschien een waarschu wing tegen een tijd waarin 'liefde bedrijven' hetzelfde betekent als een kroket trekken uit de muur? Als u bevestigend knikt, uzelf min of meer herkent in deze vra gen, dan behoort u stellig tot de doelgroep die Jos Brink bij het schrijven van 'Een nieuwe dood' voor ogen heeft gestaan. Hij neemt in dit stuk de christelijke moraal ten aanzien van Aids on der de loep, en doet dat op een genuanceerde en warm-mense- lijke manier. In de kundig gere gisseerde en gespeelde voorstel ling worden zowel de gevoelens en opvattingen van de orthodox gelovende moeder als die van haar homoseksuele en later aan Aids leidende zoon Thom recht gedaan. 'God is liefde' betoogt Brink, 'iedereen heeft recht op zijn plaatsje onder de zon', maar zal vend of weemakend doet hij dat goddank niet. De dingen worden zonder omhaal bij hun naam ge noemd. Zo werkt de directheid van de vrouwelijke arts vaak geestig. „Ogen open, gulp dicht", is haar raad aan de door Aids- hystery aangestoken Stephan, de latere vriend van Thom. En pas sant kom je van haar heel wat za kelijke informatie over Aids (aantal geregistreerde patiënten e.d) aan de weet. Uit de korte scènes komt Jos Brink als een knap dialoogschrij- ver naar voren. Vooral het dilem ma waarin de moeder (uitste kend gespeeld door Manon Al- ving) verkeert komt uitstekend uit de verf. Jarenlang mat zij zichzelf een soort dubbel-moraal aan: het wel van je zoon weten, maar net doen alsof je het niet weet. Tot het moment aanbreekt, dat de kop in het zand steken niet meer mogelijk is. Thom blijkt Aids te hebben. Het deel na de pauze is in feite één lange sterfscène. Enigszins traantrekkerig sleept Thom zich naar het einde voort, net wat te voorbeeldig bijgestaan door vriend Stephan. Ik vraag me af of een mens werkelijk zo engelach tig en geduldig op een partner reageert, die ook jou met zijn be smettelijke virus oog aan oog met de dood heeft doen laten staan, een ziekte die hij notabene door intiem contact bij een ander heeft opgelopen. Misschien geelt op die vraag het Aids-project van Hans Man in 't Veld en Shireen Strooker een antwoord, een voorstelling die aan het eind van deze maand in première gaat. Bij Jos Brink hebben we in elk geval een ge slaagd lesje 'Aids voor begin ners' gevolgd. ERIC v.d. VELDEN Junioren NDT in de Schouwburg Nederlands Dans Theater met een try out van 'Light part 23, Pelgrima ge' (Kei Takei/Jing Jing Luo). Voorts: 'Dumbarton Oaks' (Hans van Manen/ Igor Stravinsky), 'Nomaden' (Jiri Kylian/Stravinsky) en 'Lieder ohne Worte' (Van Manen/Felix Mendels sohn Bartholdy). Gezien op 4 okto- iber in de Leidse Schouwburg. LEIDEN - 'Light' is de titel van het levenswerk van de van oor sprong Japanse choreografe Kei Takei. Het is een lange reeks van dansen, waarin ze heel algemeen gezegd het leven van de mens in samenhang met de natuur wil vastleggen. Ze laat zich daarbij vooral inspireren door het primi tieve platteland van Japan, zoals dat bijvoorbeeld werd getoond in de film 'Narayama' van Shohei Imamura. In 1969 begon ze met 'Part 1' van haar epos en inmiddels is ze aan 'Part 23' toe. De eerste vijf tien delen van de cyclus werden vijf jaar geleden door haar eigen groep 'Kei Takei's Moving Earth' tijdens het Holland Festival uit gevoerd en vormden toen al een voorstelling van tien "uur. Haar werkwijze is vergelijkbaar met die van Bob Wilson voor zijn Ci vil WarS-project. Takei heeft door de jaren heen de delen van 'Light' bij groepen over de gehe le wereld ingestudeerd. In 1976 ging 'Part 11' van 'Light' bij het Nederlands Dans Theater in pre mière. De afgelopen maand was ze in Den Haag om bij de junio- rengroep van het NDT het twee de deel van de 23ste aflevering van haar epos in te studeren. Het eerste deel daarvan is bestemd om in de open lucht te worden opgevoerd en werd eerder dit jaar voor het eerst door haar ei gen groep gebracht. De uitvoe ring in de Leidse Schouwburg was een try out. De première is op 26 november in Vlaardingen. Zoals de gehele reeks is ook dit 'Part 23' een onbespoten dans, waarin Takei zo dicht mogelijk by de natuur wil blijven. £ij toont de archetypische kinderen van Moeder Aarde. De dansers dragen kleding van natuurlijk materiaal en maken zelf met hun voeten, met kreten en stokken het stampende, trage ritme. Tien pelgrims, met gemengde gevoe lens op pad. Aan hun stok klin gelen bellen, de ruggen zijn ge bogen onder een knapzak. Hun houding is een mengeling van hoop en vrees. Ze benen vastbe raden voorwaarts, om dan met een woeste kreet weer terug te deinzen. Ze vormen duidelijk een groep, maar binnen die groep zijn er weer vijf paren. In het eerste deel is de stok be palend voor de bewegingen. De pelgrimsstaf geeft als een wichel roede richting aan hun tocht en beschermt hen tegen gevaren. De bewegingen zijn zeer nadruk kelijk en de dans ontleent haar spanning vooral aan de verdeling van de dansers over het speel vlak. Het tweede deel is veel dyna mischer. De stokken zijn terzijde gelegd en de pelgrims voeren op swingende slagwerkmuziek een wervelende dans uit. De vuisten zijn vaak gebald en worden beur telings krijgshafitg voor het ge zicht gehouden of afwachtend op de rug gelegd. De dansen voor de vrouwen en die vooi Gehoord op 4 Oktober in het LVC: Vengeance. Leon Goewie, zang; Ar jen Lucassen, gitaar; Oscar Holle- man, gitaar; Jan Bijlsma, bas; John Snels, drums. Scène uit 'Light part 23, Pelgrimage' van Kei Takei. zijn ongeveer gelijk en worden na elkaar opgevoerd. De junioren van het NDT zijn al te zeer vergroeid met de be schaafde klassieke techniek om de oerdans van Kei Takei hele maal geloofwaardig te brengen. Toch brachten ze 'Light, Part 23' met een bewonderenswaardige inzet en doorleefdheid. Het is goed voor dansers en publiek, dat een dans die zo sterk afwijkt van het gebruikelijke op het re pertoire wordt genomen. De overige, oudere, dansen op het programma werden zeer «foto Ben Vollebregt) stekende dansvoorziening voor de kleinere podia. Slordig was wel dat een wijziging van het programma niet werd bekendge maakt: 'Cathedrale Engloutie' van Kylian werd vanwege een blessure van één van de dansers vervangen door 'Lieder ohne Worte' van Hans van Manen. ARIEJAN KORTEWEG Centrum met 'Hersenschimmen' 'Hersenschimmen' door Toneel groep Centrum. Tekst: Chaim Leva- no, vrij naar de gelijknamige roman van J. Bernlef. Regie: Chaim Leva- no, decor: Keso Dekker, lichtont werp: Jan van Velden, spelers: Luk van Mello, Jacques Commandeur, Walter Crommelin, Craig Eubanks, Ingeborg Elzevier. Gezien in Thea ter Bellevue, Amsterdam. Op 20 no vember te zien in de Leidse Schouw burg. AMSTERDAM - Men is gewaar schuwd. Wie Chaim Levano's 'Hersenschimmen' gaat zien in de hoop een nauwgezette drama tisering te krijgen van de gelijk namige bestseller van Bernlef komt bedrogen uit. Levano's be werking is zo vrij dat je rustig over eigen, origineel werk mag spreken en je je kan afvragen waarom hij er dan ook geen an dere titel boven heeft gezet. Daartegenover staat dat de titel 'Hersenschimmen' uitstekend de bedoelingen van Levano dekt en het fascinerend is om te zien wat de theatermaker Levano met de romantekst heeft gedaan. In elk geval de Hersenschimmen van Levano zijn niet minder dan die van Bernlef. Levano heeft een heel bijzondere toneelvoorstel ling gemaakt. Bernlefs boek spookt, daar ontsnap je niet aan, voortdurend door je hoofd en verstoort op hinderlijke wijze je onbevangen heid bij het kijken. En onbevan genheid heb je nodig want Leva no stelt je zeer op de proef. Het gaat niet zozeer over Maarten, over Vera, het proces van de mentie, het gaat over niks min der dan taalfilosofie en dat is toch iets waar schouwburgen niet voor volstromen. Een leer stuk in de taalfilosofie zo zou je Levano's 'Hersenschimmen' kunnen karakteriseren. We zien 4 Maartens op het to neel. De Maartens 1 en 2 tasten dolehd rond, de vertrouwde woorden, de vertrouwde taal is hun ontglipt en daarmee de ver- trouwde werkelijkheid. Geome trische figuren liggen verspreid, een grote spiegelwand vervier- vuldigt en kantelt alles, de ruim te wordt begrensd door donkere, vlekkerige wanden die alle scherpe lijnen vervloeiend spie gelen. De Maartens bevinden zich, dat lijkt duidelijk, in het rijk van de hersenschimmen. Ze hebben gezelschap van nog twee Maartens. Maarten 3 die het doen en laten van 1 en 2 becommenta rieert, hij vertegenwoordigt in zijn denken de filosoof Wittgen stein, en Maarten 4, gespeeld door een dwerg, die steeds in ge barentaal de woorden van 3 ver taalt. De eerste Maartens proberen de nieuwe wereld te benoemen, in woord en beweging te vangen, maar de betekenis wordt steeds raadselachtiger. Opmerkelijk is dat Levano Vera ook een veran deringsproces laat doormaken. Haar gedrag en taal worden ook steeds vreemder. En Maarten 'Wittgenstein' 3 staat erbij en kijkt er naar en schept nauwe lijks duidelijkheid in het geheel. Iedereen zijn eigen graad van dementie lijkt Levano te zeggen. Taal valt principieel nooit samen met de werkelijkheid. Iedereen staat er even ver van af. Taal is een bril die je opzet, en de sterkte van die bril verschilt per per soon; bij 'gewone' mensen is dat verschil een nuance, bij een de ment iemand een fundamenteel 'verschil in sterkte. Maar de werkelijkheid echt bij zijn staart pakken kan niemand. Het enige dat we hebben zijn hersenschim men er over. Ondanks alle abstractie was het een levendige voorstelling. Het decor had grote allure en er werd vaak razend knap geac teerd. Jacques Commandeur bleek weer een klasse apart en Ingeborg Elzevier bracht een ele ment van emotie in dat heel wel kom was. Het pakkendste mo ment was trouwens het slot dat een lange stilte behelsde. Eén ding had van mij anders mogen zijn: de enorme griebus- muziek die te vaak met te veel decibels in je lijf werd gepompt. Het had een functie maar was er ook de oorzaak van dat er te wei nig werd gelachen: na zo'n 'stroomstoot' krijg je je kaken echt niet van elkaar. RADBOUD ENGBERSEN Voorstelling: Rien ne va plus. Gezel schap: Toneelgroep Theater. Spelers: Margreet Blanken, Barbara Gozens, Alexander van Heteren, Wik Jongsma, Metta Gramberg, Huub Broos, Ed mund Classen (gast). Regie: Helmert NIJMEGEN - Aan een roulette tafel van een casi no kan veel misgaan, zo bleek in de Nijmeeg se Stadsschouwburg, waar to neelgroep Theater de première verzorgde van 'Rien ne va plus' van de Britse auteur Stephen Po- liakoff. De toeschouwers gingen na afloop heen als verliezers, want wat een bittere komedie over macht, geld en liefde had kunnen worden, verzandde in de regie van Helmert Woudenberg en Mathieu Gütschmidt in een vermoeiende vertoning. Margreet Blanken speelt in 'Rien ne va plus' Catharina, een succesvolle zakenvrouw die ta lencursussen aan managers geeft en via deze heren in het casino verzeild is geraakt. Ze raakt ver slaafd aan de speeltafel, die je met enige verbeelding als meta foor voor de samenleving kunt zien. Liefde is in deze gokkast van het menselijk bestaan een lastig obstakel dat te veel zwak heden blootlegt. Vandaar dat het in het casino barst van de regels, die er voor zorgen dat gevoelens geen kans krijgen. Toch groeit er een verhouding tussen Catharina en de croupier Allan, maar Ca tharina zet deze liefde onbesuisd op het spel. Tot zover de bedoeling van het stuk. Een bedoeling die helaas niet overkomt, want tijdens het bekijken van 'Rien ne va plus' heb je voortdurend het gevoel dat de acteurs op een groot po dium staan. In het begin lijkt het nog heel wat te gaan worden. Het decor van Paul van den Berg (een verlichte gokkast, scheve kaders) werkt vervreemdend en je vraagt je af wat er gaat gebeu ren. Boven het podium hangt een intrigerend beeldscherm waar close-ups van acteurs en at tributen te zien zijn. Ook de rou lettetafel is op video te zien. Het stuk blijft echter uitslui tend steken in deze vorm. Er is een verhouding tussen een vader en twee dochters, maar tussen hun emoties en de toeschouwers lfikt het stuk los te zitten. Er is een zakenman met een vadsig Duits accent, maar zijn escapa des werken slechts zelden de lachlust op. Er vallen in 'Rien ne va plus' trouwens vaak stiltes op het moment dat er eigenlijk gela chen zou moeten worden. Het publiek klaagt bovendien over onverstaanbaarheid, terwijl het spel toch al in een vacuum hangt. In feite komt de tekst nauwelijks boven het leefniveau uit, en dat is tamelijk bedroevend. 'Rien ne va plus' is 28 januari in Leiden te zien. HARRY v.d. PLOEG LEIDEN - De Waalwijkse hard rock band Vengeance zit boorde vol pretenties getuige de aan plakbiljetten met de schreeu wende tekst: "Do you hate hard rock? You have never seen Ven geance Daarnaast laten de he ren vol trots weten dat ze tijdens hun optredens als beesten tekeer gaan en dat hun laatste LP maar liefst in negen Europese landen is uitgebracht. Ja, naar eigen zeg gen is de formatie een echte hard-rock sensatie. En dat is alle maal een tikkeltje bezijden de waarheid. Toegegeven, de Brabanders gaan als beesten tekeer op het podium. Maar een echte hard rock sensatie speelt een zaal plat. Zelfs al heeft het publek er, niet in het minst door de rijkelijk vloeiende alcohol, twee slopende feestdagen opzitten. Wat Ven geance zaterdagavond echter ook probeerde, de reacties van de toeschouwers waren bijzon der lauw. Alsof ze naar een Te- leac-cursus boekhouden stonden te kijken. Hetgeen overigens niet wil zeg gen dat Vengeance slecht pres teerde. De band bleek bijzonder hecht en ook de individuele pres taties waren van een behoorlijk niveau, zonder dat er sprake was van fabelachtige technische hoogstandjes. En dat zou toch één van de kenmerken moeten zijn van een klasse-band. Daar naast zijn de composities op een enkele uitzondering na bijzonder voorspelbaar. Het klinkt alle maal wel lekker, maar het spet tert niet echt. Nederlandse top klasse derhalve, maar Europese middenmoot.Ook het geluid bleek een top-act onwaardig. Af schuwelijk schel. Wie nog geen hoofdpijn had, kreeg het alsnog. Alleen de show was uitermate professioneel. Zanger Leon Goe wie bewoog met het grootste ge mak over het podium, zonder dat zijn zang er onder leed. Maar zo als gezegd: het publiek bleef tam. Op een handjevol headban gen, na, die zowaar op het po dium mee mochten swingen en zingen. Een slimme zet van Ven geance, maar het mocht niet ba ten. De toegift maakte nog eens duidelijk dat de band er nog niet is. Het "We want more" klonk slechts uit een paar kelen. Toch vonden de muzikanten het nodig om binnen een minuut het po dium opnieuw te bestijgen. Mis plaatste gretigheid ten top. Het is duidelijk. Vengeance is best een goede band. Maar dan wel een band van 'dertien in het dozijn'. Geen hard-rock sensatie. Kortom: te groot voor servet, te klein voor tafellaken. HERMAN JOUSTRA

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 11