'Pravda': braaf en
zonder risico's
Geslaagd lesje Aids
voor beginners
Strijdbare pelgrims bij Kei Takei
'Vengeance'
roept lauwe
reacties op
bij publiek
Knap spel in stuk
over taalfilosofie
'Rien ne va plus': een
vermoeiende vertoning
MAANDAG 6 OKTOBER 1986
PAGINA 11
'Pravda' van Howard Brenton en
David Hare, door het RO-theater.
Regie Jos Thie, co-regie Antoine Uit-
dehaag, vertaling Peter Nijmeijer,
decor Hayden Griflin, licht Rory
Dempster. Met onder andere Carol
van Herwijnen, Hubert Fermin, Ma
rieke van Leeuwen, Pieter Lutz,
Jaap van Donselaar en Huib Roo.v-
mans. Gezien in Hal 4 in Rotterdam.
ROTTERDAM - Na twee jaar
lang de kassa in Londen te heb
ben laten rinkelen, na de 'Plays
and Players-A ward' voor het bes
te nieuwe stuk van 1985 te heb
ben ontvangen, en na steracteur
Anthony Hopkins in staat ge
steld te hebben een acteerprijs in
de wacht te slepen, is 'Pravda' -
van David Hare en Howard
Brenton - in Nederland versche
nen. Bij het RO-theater, waar de
laatste tijd meer spannende din
gen gebeurd zijn sinds Jos Thie
en Antoine Uitdehaag daar het
bewind voeren.
'Pravda' gaat, in de woorden
van regisseur Jos Thie, - heel
simpel - over de 'vervlakking en
toenemende commercialisering'
van de Engelse pers. De afgelo
pen jaren heeft zich daar het vol
gende proces afgespeeld: door
de enorme salariskosten en ver
ouderde technieken lijdt een
krant verliezen; een slimme za
kenman, gewoonlijk met ook
nog belangen in andere indus
trieën, koopt haar op; maakt haar
door massale ontslagen en de in
troductie van moderne technie
ken rendabel en schuwt vervol
gens geen enkel middel om haar
als produkt verkoopbaar te ma
ken. Dit laatste betekent er vóór
alles voor zorgen dat het ding.
ongeacht zijn vroegere 'kleur' of
inhoud verkocht wordt. Begrip
pen als 'kwaliteit', beroepsethiek
van journalisten of de 'waarheid'
nastreven, zijn in dit spel overbo
dig en onhandig en dus krijgen
de journalisten één seconde be
denktijd om te kiezen tussen
werk of de w.w. Als je beseft dat
dit soort krantenmoguls, waar
van Rupert Murdoch hier de
meeste bekendheid 'geniet', het
overgrote deel van de Engelse
kranten bezit, dat ze zich voort
durend uitbreiden (ze kopen ook
her en der televisiestations) is er
genoeg reden tot bezorgdheid.
Na maandenlange voorberei
dingen schreven Hare en Bren
ton gezamenlijk 'Pravda' - het
Russische woord voor 'waarheid'
en tevens de naam van het Russi
sche staatsblad. 'Pravda' heeft al
le kenmerken van een hit in zich:
het is simpel en tegelijkertijd
diepzinnig; het is scherp ko
misch; het bevat een liefdesge-
schiedenisje, spectakel en een
aantal prachtige rollen; d§ schur
ken winnen (wie zou het nog in
zijn hoofd halen een stuk te
schrijven waarin de 'good guys'
winnen); en het is vooral herken
ning wat de klok slaat. Iedereen
kent ze: de corrupte politicus, de
naïeve moraliteitsdrager, de su
perieure zakenman, de seniele
vicaris, de snob die om kwaliteit
gilt. 'Pravda' heeft het allemaal.
Koppel dit aan het vakmanschap
waarmee de plot bedacht en de
dialoog geschreven is en je hebt
een hit.
En in dit geval zelfs één die po
litiek en moreel volledig goed zit.
Maar waarom ga ik er dan niet
plat voor? Waarom stap ik naar
buiten en denk: 'Ja, zo gaat het'
en: 'Goed gedaan, zeg'? Maar
meer niet.
Let wel: het ligt niet aan de op
voering. Die is (bijna) net zo goed
als het stuk en getuigt van net zo
veel stijlvol vakmanschap. De
vormgeving van Hayden Griffin
(die het stuk ook in Londen
vormgaf en die voor deze voor
stelling speciaal op de mogelijk
heden van Hal 4 afstemde) is af
wisselend sober en spectaculair,
bijna realistisch en bijna ab
stract, maar bovenal voortdu
rend effectief. Hetzelfde geldt
voor de meermalen overdonde
rende licht- en geluidseffecten.
En ook aan het spel ligt het
niet. Sterker nog: dat klopt aan
(wederom bijna) alle kanten,
waarbij vooral Carol van Herwij
nen als de Rupert Murdoch per
sonificatie Lambert Le Roux
schittert en fonkelt zoals het de
ze rol betaamt. Met eindeloos ge
mak domineert hij alles en ieder
een, gaat hij van hoog naar laag
en van groot naar klein en ge
bruikt en passant de karakter-
verdieping die de rol - als enige
in het stuk - biedt. Als Van Her-
wijnen even weg is zie je bij an
deren het harde werken dat acte
ren kan zijn. Van Herwijnen ba
lanceert op allerlei randjes van
'te', maar pas op die randjes
wordt acteren spannend. Le
Rouxs 'side-kick' Eaton (Hajo
Bruins) trekt verrassende regis
ters open en deelt in de volledige
overtuigingskracht van Van Her
wijnen. En ook de derde schurk
in het stuk, Michiel Quint (Jaap
van Donselaar) speelt met dat
zelfde scherpe gemak. Het lijkt
wel alsof schurken meer inspire
ren tot goed spel dan helden,
want zoals Hubert Fermin en
Marieke van Leeuwen het inte
gere journalisten-echtpaar And-
ré en Rebecca speelden, deed mij
niets. Ze moesten verliefd zijn,
boos, gefrustreerd; maar ik zag
slechts leeg staren en blinken
met de ogen, houdinkjes en voor
al veel zweet. Overigens geloof ik
dat dat hun relatie de slechtst
uitgewerkte plotlijn van het stuk
vormt; misschien verklaart dat
één en ander. De andere rollen
deden het ook wel: Huib Rooy-
mans was wel erg bizar (en die
stem behoeft geen verder afkra-
'Een nieuwe dood'
ken), maar daar stonden weer
een aantal verrassende kleinere
rollen tegenover van bijvoor
beeld Door van Boeckel (twee
maal) en Dries Smits.
En als alle bovengenoemde as
pecten goed zijn, dan is de regie
ook goed, nietwaar? Dus rest
mijn 'waarom'. Niet omdat het
stuk niet op Nederland van toe
passing zou zijn - laten we ons
niets wijsmaken.
Voor mij is het stuk te duide
lijk, te 'af, te netjes en daardoor
te braaf. Het schokt niet, ver
baast je niet; het overtuigt je van
zijn gelijk - zoals een documen
taire. 'Pravda' neemt geen risi
co's - met misschien als enige
uitzondering de fascinerende
portrettering van Le Roux.
Kunst neemt altijd risico's. Hoe
goed stuk en uitvoering ook zijn;
groots is het niet.
PAUL DEVILEE
Voorstelling: Een nieuwe dood
van Jos Brink. Regie: Horst Mentzel.
Spelers: Manon Alving, Eddy Brug
man, Hetty Verhoogt en Jasper de
Moor. Gezien: 3 oktober, Schouw
burg Haarlem.
HAARLEM - Aids is natuurlijk
vreselijk. Maar laten we eerlijk
zijn: Dragen die homoseksuelen
zelf ook niet een beetje schuld
aan deze meedogenloze virus
ziekte? Waarschuwde de bijbel al
niet tegen deze onnatuurlijke be
hoefte? En hoe toevallig is het,
dat uitgerekend nu deze myste
rieuze plaag de kop op steekt? Is
Aids misschien een waarschu
wing tegen een tijd waarin 'liefde
bedrijven' hetzelfde betekent als
een kroket trekken uit de muur?
Als u bevestigend knikt, uzelf
min of meer herkent in deze vra
gen, dan behoort u stellig tot de
doelgroep die Jos Brink bij het
schrijven van 'Een nieuwe dood'
voor ogen heeft gestaan. Hij
neemt in dit stuk de christelijke
moraal ten aanzien van Aids on
der de loep, en doet dat op een
genuanceerde en warm-mense-
lijke manier. In de kundig gere
gisseerde en gespeelde voorstel
ling worden zowel de gevoelens
en opvattingen van de orthodox
gelovende moeder als die van
haar homoseksuele en later aan
Aids leidende zoon Thom recht
gedaan.
'God is liefde' betoogt Brink,
'iedereen heeft recht op zijn
plaatsje onder de zon', maar zal
vend of weemakend doet hij dat
goddank niet. De dingen worden
zonder omhaal bij hun naam ge
noemd. Zo werkt de directheid
van de vrouwelijke arts vaak
geestig. „Ogen open, gulp dicht",
is haar raad aan de door Aids-
hystery aangestoken Stephan, de
latere vriend van Thom. En pas
sant kom je van haar heel wat za
kelijke informatie over Aids
(aantal geregistreerde patiënten
e.d) aan de weet.
Uit de korte scènes komt Jos
Brink als een knap dialoogschrij-
ver naar voren. Vooral het dilem
ma waarin de moeder (uitste
kend gespeeld door Manon Al-
ving) verkeert komt uitstekend
uit de verf. Jarenlang mat zij
zichzelf een soort dubbel-moraal
aan: het wel van je zoon weten,
maar net doen alsof je het niet
weet. Tot het moment aanbreekt,
dat de kop in het zand steken
niet meer mogelijk is. Thom
blijkt Aids te hebben.
Het deel na de pauze is in feite
één lange sterfscène. Enigszins
traantrekkerig sleept Thom zich
naar het einde voort, net wat te
voorbeeldig bijgestaan door
vriend Stephan. Ik vraag me af of
een mens werkelijk zo engelach
tig en geduldig op een partner
reageert, die ook jou met zijn be
smettelijke virus oog aan oog
met de dood heeft doen laten
staan, een ziekte die hij notabene
door intiem contact bij een ander
heeft opgelopen.
Misschien geelt op die vraag
het Aids-project van Hans Man
in 't Veld en Shireen Strooker
een antwoord, een voorstelling
die aan het eind van deze maand
in première gaat. Bij Jos Brink
hebben we in elk geval een ge
slaagd lesje 'Aids voor begin
ners' gevolgd.
ERIC v.d. VELDEN
Junioren NDT in de Schouwburg
Nederlands Dans Theater met een
try out van 'Light part 23, Pelgrima
ge' (Kei Takei/Jing Jing Luo). Voorts:
'Dumbarton Oaks' (Hans van Manen/
Igor Stravinsky), 'Nomaden' (Jiri
Kylian/Stravinsky) en 'Lieder ohne
Worte' (Van Manen/Felix Mendels
sohn Bartholdy). Gezien op 4 okto-
iber in de Leidse Schouwburg.
LEIDEN - 'Light' is de titel van
het levenswerk van de van oor
sprong Japanse choreografe Kei
Takei. Het is een lange reeks van
dansen, waarin ze heel algemeen
gezegd het leven van de mens in
samenhang met de natuur wil
vastleggen. Ze laat zich daarbij
vooral inspireren door het primi
tieve platteland van Japan, zoals
dat bijvoorbeeld werd getoond
in de film 'Narayama' van Shohei
Imamura.
In 1969 begon ze met 'Part 1'
van haar epos en inmiddels is ze
aan 'Part 23' toe. De eerste vijf
tien delen van de cyclus werden
vijf jaar geleden door haar eigen
groep 'Kei Takei's Moving Earth'
tijdens het Holland Festival uit
gevoerd en vormden toen al een
voorstelling van tien "uur. Haar
werkwijze is vergelijkbaar met
die van Bob Wilson voor zijn Ci
vil WarS-project. Takei heeft
door de jaren heen de delen van
'Light' bij groepen over de gehe
le wereld ingestudeerd. In 1976
ging 'Part 11' van 'Light' bij het
Nederlands Dans Theater in pre
mière. De afgelopen maand was
ze in Den Haag om bij de junio-
rengroep van het NDT het twee
de deel van de 23ste aflevering
van haar epos in te studeren. Het
eerste deel daarvan is bestemd
om in de open lucht te worden
opgevoerd en werd eerder dit
jaar voor het eerst door haar ei
gen groep gebracht. De uitvoe
ring in de Leidse Schouwburg
was een try out. De première is
op 26 november in Vlaardingen.
Zoals de gehele reeks is ook dit
'Part 23' een onbespoten dans,
waarin Takei zo dicht mogelijk
by de natuur wil blijven. £ij
toont de archetypische kinderen
van Moeder Aarde. De dansers
dragen kleding van natuurlijk
materiaal en maken zelf met hun
voeten, met kreten en stokken
het stampende, trage ritme. Tien
pelgrims, met gemengde gevoe
lens op pad. Aan hun stok klin
gelen bellen, de ruggen zijn ge
bogen onder een knapzak. Hun
houding is een mengeling van
hoop en vrees. Ze benen vastbe
raden voorwaarts, om dan met
een woeste kreet weer terug te
deinzen. Ze vormen duidelijk
een groep, maar binnen die
groep zijn er weer vijf paren.
In het eerste deel is de stok be
palend voor de bewegingen. De
pelgrimsstaf geeft als een wichel
roede richting aan hun tocht en
beschermt hen tegen gevaren.
De bewegingen zijn zeer nadruk
kelijk en de dans ontleent haar
spanning vooral aan de verdeling
van de dansers over het speel
vlak.
Het tweede deel is veel dyna
mischer. De stokken zijn terzijde
gelegd en de pelgrims voeren op
swingende slagwerkmuziek een
wervelende dans uit. De vuisten
zijn vaak gebald en worden beur
telings krijgshafitg voor het ge
zicht gehouden of afwachtend op
de rug gelegd. De dansen voor de
vrouwen en die vooi
Gehoord op 4 Oktober in het LVC:
Vengeance. Leon Goewie, zang; Ar
jen Lucassen, gitaar; Oscar Holle-
man, gitaar; Jan Bijlsma, bas; John
Snels, drums.
Scène uit 'Light part 23, Pelgrimage' van Kei Takei.
zijn ongeveer gelijk en worden
na elkaar opgevoerd.
De junioren van het NDT zijn
al te zeer vergroeid met de be
schaafde klassieke techniek om
de oerdans van Kei Takei hele
maal geloofwaardig te brengen.
Toch brachten ze 'Light, Part 23'
met een bewonderenswaardige
inzet en doorleefdheid. Het is
goed voor dansers en publiek,
dat een dans die zo sterk afwijkt
van het gebruikelijke op het re
pertoire wordt genomen.
De overige, oudere, dansen op
het programma werden zeer
«foto Ben Vollebregt)
stekende dansvoorziening voor
de kleinere podia. Slordig was
wel dat een wijziging van het
programma niet werd bekendge
maakt: 'Cathedrale Engloutie'
van Kylian werd vanwege een
blessure van één van de dansers
vervangen door 'Lieder ohne
Worte' van Hans van Manen.
ARIEJAN KORTEWEG
Centrum met 'Hersenschimmen'
'Hersenschimmen' door Toneel
groep Centrum. Tekst: Chaim Leva-
no, vrij naar de gelijknamige roman
van J. Bernlef. Regie: Chaim Leva-
no, decor: Keso Dekker, lichtont
werp: Jan van Velden, spelers: Luk
van Mello, Jacques Commandeur,
Walter Crommelin, Craig Eubanks,
Ingeborg Elzevier. Gezien in Thea
ter Bellevue, Amsterdam. Op 20 no
vember te zien in de Leidse Schouw
burg.
AMSTERDAM - Men is gewaar
schuwd. Wie Chaim Levano's
'Hersenschimmen' gaat zien in
de hoop een nauwgezette drama
tisering te krijgen van de gelijk
namige bestseller van Bernlef
komt bedrogen uit. Levano's be
werking is zo vrij dat je rustig
over eigen, origineel werk mag
spreken en je je kan afvragen
waarom hij er dan ook geen an
dere titel boven heeft gezet.
Daartegenover staat dat de titel
'Hersenschimmen' uitstekend de
bedoelingen van Levano dekt en
het fascinerend is om te zien wat
de theatermaker Levano met de
romantekst heeft gedaan. In elk
geval de Hersenschimmen van
Levano zijn niet minder dan die
van Bernlef. Levano heeft een
heel bijzondere toneelvoorstel
ling gemaakt.
Bernlefs boek spookt, daar
ontsnap je niet aan, voortdurend
door je hoofd en verstoort op
hinderlijke wijze je onbevangen
heid bij het kijken. En onbevan
genheid heb je nodig want Leva
no stelt je zeer op de proef. Het
gaat niet zozeer over Maarten,
over Vera, het proces van de
mentie, het gaat over niks min
der dan taalfilosofie en dat is
toch iets waar schouwburgen
niet voor volstromen. Een leer
stuk in de taalfilosofie zo zou je
Levano's 'Hersenschimmen'
kunnen karakteriseren.
We zien 4 Maartens op het to
neel. De Maartens 1 en 2 tasten
dolehd rond, de vertrouwde
woorden, de vertrouwde taal is
hun ontglipt en daarmee de ver-
trouwde werkelijkheid. Geome
trische figuren liggen verspreid,
een grote spiegelwand vervier-
vuldigt en kantelt alles, de ruim
te wordt begrensd door donkere,
vlekkerige wanden die alle
scherpe lijnen vervloeiend spie
gelen. De Maartens bevinden
zich, dat lijkt duidelijk, in het
rijk van de hersenschimmen. Ze
hebben gezelschap van nog twee
Maartens. Maarten 3 die het doen
en laten van 1 en 2 becommenta
rieert, hij vertegenwoordigt in
zijn denken de filosoof Wittgen
stein, en Maarten 4, gespeeld
door een dwerg, die steeds in ge
barentaal de woorden van 3 ver
taalt.
De eerste Maartens proberen
de nieuwe wereld te benoemen,
in woord en beweging te vangen,
maar de betekenis wordt steeds
raadselachtiger. Opmerkelijk is
dat Levano Vera ook een veran
deringsproces laat doormaken.
Haar gedrag en taal worden ook
steeds vreemder. En Maarten
'Wittgenstein' 3 staat erbij en
kijkt er naar en schept nauwe
lijks duidelijkheid in het geheel.
Iedereen zijn eigen graad van
dementie lijkt Levano te zeggen.
Taal valt principieel nooit samen
met de werkelijkheid. Iedereen
staat er even ver van af. Taal is
een bril die je opzet, en de sterkte
van die bril verschilt per per
soon; bij 'gewone' mensen is dat
verschil een nuance, bij een de
ment iemand een fundamenteel
'verschil in sterkte. Maar de
werkelijkheid echt bij zijn staart
pakken kan niemand. Het enige
dat we hebben zijn hersenschim
men er over.
Ondanks alle abstractie was
het een levendige voorstelling.
Het decor had grote allure en er
werd vaak razend knap geac
teerd. Jacques Commandeur
bleek weer een klasse apart en
Ingeborg Elzevier bracht een ele
ment van emotie in dat heel wel
kom was. Het pakkendste mo
ment was trouwens het slot dat
een lange stilte behelsde.
Eén ding had van mij anders
mogen zijn: de enorme griebus-
muziek die te vaak met te veel
decibels in je lijf werd gepompt.
Het had een functie maar was er
ook de oorzaak van dat er te wei
nig werd gelachen: na zo'n
'stroomstoot' krijg je je kaken
echt niet van elkaar.
RADBOUD ENGBERSEN
Voorstelling: Rien ne va plus. Gezel
schap: Toneelgroep Theater. Spelers:
Margreet Blanken, Barbara Gozens,
Alexander van Heteren, Wik Jongsma,
Metta Gramberg, Huub Broos, Ed
mund Classen (gast). Regie: Helmert
NIJMEGEN - Aan een roulette
tafel van een casi no kan veel
misgaan, zo bleek in de Nijmeeg
se Stadsschouwburg, waar to
neelgroep Theater de première
verzorgde van 'Rien ne va plus'
van de Britse auteur Stephen Po-
liakoff. De toeschouwers gingen
na afloop heen als verliezers,
want wat een bittere komedie
over macht, geld en liefde had
kunnen worden, verzandde in de
regie van Helmert Woudenberg
en Mathieu Gütschmidt in een
vermoeiende vertoning.
Margreet Blanken speelt in
'Rien ne va plus' Catharina, een
succesvolle zakenvrouw die ta
lencursussen aan managers geeft
en via deze heren in het casino
verzeild is geraakt. Ze raakt ver
slaafd aan de speeltafel, die je
met enige verbeelding als meta
foor voor de samenleving kunt
zien. Liefde is in deze gokkast
van het menselijk bestaan een
lastig obstakel dat te veel zwak
heden blootlegt. Vandaar dat het
in het casino barst van de regels,
die er voor zorgen dat gevoelens
geen kans krijgen. Toch groeit er
een verhouding tussen Catharina
en de croupier Allan, maar Ca
tharina zet deze liefde onbesuisd
op het spel.
Tot zover de bedoeling van het
stuk. Een bedoeling die helaas
niet overkomt, want tijdens het
bekijken van 'Rien ne va plus'
heb je voortdurend het gevoel
dat de acteurs op een groot po
dium staan. In het begin lijkt het
nog heel wat te gaan worden. Het
decor van Paul van den Berg
(een verlichte gokkast, scheve
kaders) werkt vervreemdend en
je vraagt je af wat er gaat gebeu
ren. Boven het podium hangt
een intrigerend beeldscherm
waar close-ups van acteurs en at
tributen te zien zijn. Ook de rou
lettetafel is op video te zien.
Het stuk blijft echter uitslui
tend steken in deze vorm. Er is
een verhouding tussen een vader
en twee dochters, maar tussen
hun emoties en de toeschouwers
lfikt het stuk los te zitten. Er is
een zakenman met een vadsig
Duits accent, maar zijn escapa
des werken slechts zelden de
lachlust op. Er vallen in 'Rien ne
va plus' trouwens vaak stiltes op
het moment dat er eigenlijk gela
chen zou moeten worden. Het
publiek klaagt bovendien over
onverstaanbaarheid, terwijl het
spel toch al in een vacuum hangt.
In feite komt de tekst nauwelijks
boven het leefniveau uit, en dat
is tamelijk bedroevend.
'Rien ne va plus' is 28 januari
in Leiden te zien.
HARRY v.d. PLOEG
LEIDEN - De Waalwijkse hard
rock band Vengeance zit boorde
vol pretenties getuige de aan
plakbiljetten met de schreeu
wende tekst: "Do you hate hard
rock? You have never seen Ven
geance Daarnaast laten de he
ren vol trots weten dat ze tijdens
hun optredens als beesten tekeer
gaan en dat hun laatste LP maar
liefst in negen Europese landen
is uitgebracht. Ja, naar eigen zeg
gen is de formatie een echte
hard-rock sensatie. En dat is alle
maal een tikkeltje bezijden de
waarheid.
Toegegeven, de Brabanders
gaan als beesten tekeer op het
podium. Maar een echte hard
rock sensatie speelt een zaal plat.
Zelfs al heeft het publek er, niet
in het minst door de rijkelijk
vloeiende alcohol, twee slopende
feestdagen opzitten. Wat Ven
geance zaterdagavond echter
ook probeerde, de reacties van
de toeschouwers waren bijzon
der lauw. Alsof ze naar een Te-
leac-cursus boekhouden stonden
te kijken.
Hetgeen overigens niet wil zeg
gen dat Vengeance slecht pres
teerde. De band bleek bijzonder
hecht en ook de individuele pres
taties waren van een behoorlijk
niveau, zonder dat er sprake was
van fabelachtige technische
hoogstandjes. En dat zou toch
één van de kenmerken moeten
zijn van een klasse-band. Daar
naast zijn de composities op een
enkele uitzondering na bijzonder
voorspelbaar. Het klinkt alle
maal wel lekker, maar het spet
tert niet echt. Nederlandse top
klasse derhalve, maar Europese
middenmoot.Ook het geluid
bleek een top-act onwaardig. Af
schuwelijk schel. Wie nog geen
hoofdpijn had, kreeg het alsnog.
Alleen de show was uitermate
professioneel. Zanger Leon Goe
wie bewoog met het grootste ge
mak over het podium, zonder dat
zijn zang er onder leed. Maar zo
als gezegd: het publiek bleef
tam. Op een handjevol headban
gen, na, die zowaar op het po
dium mee mochten swingen en
zingen. Een slimme zet van Ven
geance, maar het mocht niet ba
ten. De toegift maakte nog eens
duidelijk dat de band er nog niet
is. Het "We want more" klonk
slechts uit een paar kelen. Toch
vonden de muzikanten het nodig
om binnen een minuut het po
dium opnieuw te bestijgen. Mis
plaatste gretigheid ten top.
Het is duidelijk. Vengeance is
best een goede band. Maar dan
wel een band van 'dertien in het
dozijn'. Geen hard-rock sensatie.
Kortom: te groot voor servet, te
klein voor tafellaken.
HERMAN JOUSTRA