'Minstens zo indrukwekkend als een orkest' 'Pravda': satirische kijk op journalistiek Jan Schmitz viert gouden jubileum als organist Celstraf voor vernieler schilderij Stedelijk Nieuwe lading door dierlijk spel Doorleefd pianospel Szirmai DONDERDAG 2 OKTOBER 1986 KUNST PAGINA 27 LEIDEN - Op een datum die men dit jaar niet op de kalender aan kon treffen (29 februari) vierde Jan Schmitz, organist van de Hartebrugkerk zijn zeven tigste verjaardag. Maar er is nóg een datum die voor hem zeer veel, zo niet méér betekent: namelijk de elfde oktober 1986, de dag dat hij een halve eeuw geleden in Den Haag zijn eerste orgel recital gaf in combinatie met het Koninklijk Man nenkoor 'Die Haghe Sang- hers'. Om dit heuglijke feit te vieren zullen 'Die Haghe Sanghers' samen met een viertal bevriende koren, ge steund door het Toonkunst Orkest Leiden en het Noord-Hollands Blazersen semble o.l.v René Verhoeff, de jubilaris het 'gouden' middelpunt laten zijn van een grote muzikale manifes tatie in de Pieterskerk. door Anneke van Vliet Op die dag verschijnt tevens zijn langspeelplaat op het orgel van de Kathedraal van Chartres met werken van zijn lievelingscompo nisten: Jean Langlais, Jehan Alain, Louis Vierne en Leon Boellman. terwijl op de andere zijde zijn Ne derlandse muzikale vrienden Hen drik Andriessen, Marius Monni kendam en de Vlaming Flor Pee- ters te beluisteren zijn. Jan Schmitz ontving zijn eerste orgelles van Jos Franken, waarbij hij na het behalen van het A-diplo ma zijn studie afrondde bij de Me- chelse componist Flor Peeters en bij Marcel Dupré. Deze beroemd heden legden niet alleen de kiem voor zijn grote liefde voor de Fran se orgelliteratuur, maar werden te vens de eerste in een lange rij van muzikale vriendschappen in het le ven van Schmitz. Opvallend in de wereld van organisten is dan ook zijn totaal gemis aan 'jalouzie de métier'. Baby "Ik ken geen mooiere vriend schappen dan in de muziek" zegt Jan Schmitz. Zijn huis in de Von delstraat in Den Haag is in de loop van die halve eeuw dan ook altijd het middelpunt geweest van het komen en gaan van ontelbare pro minenten uit het muziekleven. Je kunt bijna geen naam noemen of hij weet er een anekdote over te vertellen, geen orgel of hij heeft het gehoord of bespeeld. Over zijn vriend Feike Asma, die hij voor het eerst in de Katholieke kerk liet spelen, over hoe hij als kind op de orgelbank naast Dupré heeft geze ten, en over het grandioze af scheidsconcert van Jo Vincent in Zaltbommel, waar het publiek zo enthousiast werd dat er niet viel te ontkomen aan een toegift. "Maar Jo had nergens op gerekend", ver telt Schmitz. "Wat moeten we doen", siste Vincent tussen haar tanden. Gelukkig schoot mij "Heer Jezus had een hofke van Bach te binnen dat ik in het verleden zo ontroerend mooi van haar vond. Maar Jo Vincent was de tekst kwijt en moest denken En ik maar spelen en improviseren op dat voorspel. Ze heeft toen ongemerkt twee van de drie coupletten feil loos gezongen en maakte van dit afscheid een onvergetelijke beleve nis voor iedereen". Groot is ook zijn bewondering voor de inmiddels blind geworden componist/organist Jean Langlais die tijdens zijn logeerpartijen in huize Schmitz altijd opstond als ie- dereeh nog in bed lag. "Om zes uur in de morgen kon het gebeuren dat hij op het huis-pijp-orgel begon te spelen tot het moment dat er eens een buurman opbelde om te vra gen of het deze keer iets zachter kon omdat z'n vrouw elk moment een baby kon krijgen. Op dat mo ment hield de meester stil". On danks dit kleine incident heeft Schmitz zo weinig problemen met de buren gehad over z'n muzikale activiteiten dat hij in de veertien jarige periode als organist en diri gent van het kerkkoor 'St Ceacilia' van de Hartebrugkerk nog steeds niet naar Leiden is verhuisd. Gevangenen Als de dag van gisteren herinnert Jan Schmitz zich zijn eerste con cert op het grote orgel van de St Jacobskerk in de Haagse Park straat. Een doorbraak in die tijd (1943) omdat in de kerk nog geen concerten gegeven werden. "Ik vond dat orgel zo mooi, dat ik de kat de bel aanbond om te proberen een 'Concert spirituel' van de grond te krijgen. Eerst had men al lerlei bezwaren, want dan moest toch het Allerheilige minstens wor den weggehaald. Tenslotte zei de deken: 'Ga je gang maar'. Het was stampvol in de kerk. Later kreeg je natuurlijk wel allerlei brieven, zo van 'Weet de Paus dat wel en hoe denkt de bisschop hierover'?" Schmitz betreurt het dat in het verleden zoveel grote organisten gevangen zaten in hun religieuze achtergrond. "Ik vereerde bijvoor beeld in m'n jonge jaren Jan Gwart zo, dat ik als iedereen ging voetbal len bij mijn grootmoeder naar de NCRV luisterde waarvoor hij op trad. Als grote fan schreef ik hem eens een briefje waarin ik vroeg om hem op te mogen zoeken. Dat mocht, maar op het moment dat hij Jan Schmitz achter het orgel van de Hartebrugkerk, dat hij sinds veertien jaar bespeelt. hoorde dat ik rooms was scham perde hij: 'Oh, dan speel jij de priesters achterna'. Om daarna plechtig te vervolgen: 'Zonder Lu ther geen Bach en zonder Calvijn geen Sweelinck'. Op mijn beurt he kelde ik ^wart weer dat hij de do minee achterna speelde en op die manier een eeuw Franse orgellite ratuur in de mottenballen liet lig gen. Daarna werden we grote vrienden". Ondanks Schmitz' grote bewon dering voor Bach, Liszt en Mozart is hij eigenlijk helemaal Frans geo riënteerd: "Cesar Franck kun je pas goed spelen als je veertig bent geweest", vindt hij. "Dat is zo'n groot mysticus, dat het religieuzer is dan de zogeheten religieuze mu ziek". Wonder "Een orgel moet zingen, en met warmte en van binnen uit worden bespeeld", is een van zijn gevleu gelde gezegdes. Wat het eerste be treft voelde veertien jaar geleden cantor van de Harte brugkerk zich als een kat in een vreemd pakhuis. Het orgel was vol komen verwaarloosd: het bezat golvende klavieren en lekte als een mand, maar de klank leek de moei te waard. Er bleek minstens een ton nodig om het instrument van de wisse ondergang te redden. "Gelukkig kreeg ik carte blanche om de zaak weer op te knappen mits we zelf ook het een en ander deden. En dat gebeurde: er kwam een orgelfonds van de grond, dat met medewerking van Tjitte We ber van K&O en ook de Leidse pers het publiek warm wist te ma ken voor grote concerten met 'Die Haghe Sanghers' en het 'Rotte's Mannenkoor', met bekende solis ten als Marco Bakker en Carolien van Hemert. Die deden dat alle maal voor niets. Samen met mijn grote muzikale vriend René Ver hoeff en het Toonkunst Orkest Lei den werd een langspeelplaat ge maakt die weer goed werd ver kocht op de Leidato. En het won der gebeurde: in één jaar kregen we dertigduizend gulden bij el kaar". Nadat het ook nog gelukt was om het instrument voor subsidie op de monumentenlijst te krijgen wist men het 19e eeuwse Maar- schalkerweerdorgel te redden. Het orgelfonds kon worden opgedoekt om plaats te maken voor de Leidse orgelkring die het daarna weer mo gelijk maakte dat veel van de histo rische orgels in de stad inmiddels ook zijn opgeknapt waardoor Lei den zich op dit moment trots de tweede orgelstad van Nederland kan noemen. De zogeheten wan delconcerten en het twee-jaarlijks Jeugdconcours betekenen inmid dels de muzikale start voor menig jonge organist. "Jammer dat het muziekmin- nende publiek in Nederland dik wijls nog te veel (kerk)drempel- vrees heeft", betreurt Schmitz. "In het buitenland is de belangstelling altijd veel groter. In de Notre Da me van Parijs komen soms wel 8000 mensen en ook de Domker ken in Duitsland trekken ontzet tend veel publiek. Ik denk dat dat zeker ook in Nederland zal groeien. Ik weet dat het wat gemakkelijker ligt om een concertzaal gezellig te maken dan een kerk, maar wij doen ook ons best met koffie in de pauze en een goede uitleg op het programma. En Nederland heeft zo'n rijk bezit aan historische in strumenten. Een orgel dat is toch minstens zo indrukwekkend als een héél orkest". AMSTERDAM (ANP) - De Amster damse rechtbank heeft gisteren de 33-jarige Amsterdammer G.J. van B. (Bladeren) veroordeeld tot acht maanden celstraf, waarvan drie voorwaardelijk met een proeftijd van driejaar, wegens het vernielen van een schilderij in het Stedelijk Museum in Amsterdam. Hij mag bovendien gedurende die proeftijd het Stedelijk niet bezoeken. Het vonnis is overeenkomstig de eis van de officier van justitie. De rechtbank overwoog bij het vast stellen van de strafmaat dat er on herstelbare artistieke schade is toe gebracht en dat velen zich ge kwetst voelen. Op 21 maart dit jaar maakte Van B. met een stanleymes drie insnij dingen in het schilderij 'Who is af raid of red, yellow en blue' van de Amerikaanse schilder Barnett Newman. Van B. deed dit volgens zijn zeggen als een uiting van mu seumkritiek en als een ode aan schilder Carel Willink. De avond voor zijn daad had hij het boek „De schilderkunst in een kritiek stadium" (1950) gelezen, waarin de door hem bewonderde Willink zich heftig keert tegen de abstracte kunst, waarvan Newman een vertegenwoordiger is. Directeur Wim Beeren van het Stedelijk Museum liet de recht bank weten dat het doek onherstel baar is vernield. Er worden nog wel pogingen ondernomen om dit werk, met een waarde van vier mil joen guldèn, te herstellen maar het zal nooit meer in zijn oorspronke lijke staat terugkeren. Daar zijn in ternationale deskundigen die de vernielingen hebben bekeken het over eens, aldus Beeren. De dader liet de rechtbank twee weken terug weten datg hij het on juist zou vinden als het doek geres taureerd zou worden. Dat kost niet alleen veel geld en tijd maar het doek heeft in zijn huidige staat een belangrijke „educatieve waarde", vond Van B. De officier was van oordeel datje van kunst mag vinden wat je wilt en er over mag praten zolang je wenst, maar ,je moet er met je po ten van afblijven". Hij vond het het griezeligst dat Van B. zijn daad niet ziet als een vergissing maar als een gerechtvaardigde daad. De verdediger van Van B., mr. C.F. Korvinus, vond het niet van belang of een kunstwerk in zijn oorspronkelijke vorm blijft be staan. Als Newmans werk toonaan gevend is voor de schilderkunst, zal dat zo blijven, betoogde hij. Als voorbeeld haalde Korvinus Picasso aan. Deze beroemde schil der noemde eens een Newyorkse kunsthandelaar die een schilderij van hem had beschadigd, een groot kunstenaar. Een afbeelding van Newmans „Who is afraid in een krant levert een buitenge woon teleurstellend resultaat op: een donkergrijze rechthoekige vlek. Een afbeelding van hetzelfde schilderij met de insnijdingen van Van B. krijgt diepte, wordt interes sant, geeft spanning, vond de ver dediger. Brits theatersucces bij RO-Theater Jos Thie: proces van vervlakking en commercialisering. DEN HAAG (GPD) - In Hal Vier, de voormalige machinewerkplaats van het oude Rotterdamse water leidingbedrijf, treft het RO-Theater de laatste voorbereidingen voor de première van 'Pravda' morgen avond. Pravda is een „onthutsende komedie" over de wereld van de journalistiek van de succesvolle Engelse toneelschrijvers David Hare en Howard Brenton. In Lon den is het enthousiasme voor 'Pravda' en het gezelschap dat het j stuk uitvoert - het National Thea tre - sinds de (wereld)doop in mei vorig jaar nog nauwelijks geluwd. Jos Thie (31), die de Nederlandse versie van Pravda regisseert, zegt: „Het stuk is spannend, afwisse lend, humoristisch en cabaretesk maar tegelijk ontroerend en thea traal, tegen het Shakespeareaanse aan. Er zitten een paar prachtige rollen in. Ik hoop dat deze produk- tie ook hier het onthaal krijgt waar het recht op heeft". Pravda - Russisch voor 'waar heid', tevens de naam van de veel geciteerde partijkrant in de Sow- jet-Unie - is een satire op het reilen en zeilen van de journalistiek in Engeland en de actuele rol daarin van mediamagnaten als Rupert Murdoch. In de RO-Theaterpro- duktie neemt Carol van Herwijnen de rol van Murdoch voor zijn reke ning, al heet hij in 'Pravda' dan niet Murdoch maar Lambert Le Roux. Jos Thie: „Het proces van ver vlakking en toenemende commer cialisering van de pers neemt na tuurlijk ook in dit land toe, hoewel (foto gpd) we hier het voordeel hebben dat dagbladep de echte popjournalis tiek voornamelijk overlaten aan bladen als Privé en Story. Maar dat betekent niet dat het in de Neder landse journalistiek allemaal zo goed gaat. Het niveau van een veel geroemde kwaliteitskrant als NRC Handelsblad: is dat niveau wel zo hoog? En zijn journalisten wel zo onafhankelijk in het bepalen van wat zij schrijven? door Peter Huysman Ook in ons land moeten de kran ten zich volgens T^hie wel degelijk aan codes houden. „De televisie trouwens ook: dacht je dat in dit land een programma zou kunnen als 'Spitting Image', waarin de spot gedreven wordt hoogwaardig heidsbekleders en het konings huis? Absoluut niet!" En over de dagbladpers: „Een krant is en blijft een commercieel produkt dat verkocht moet wor den. In dit stuk gaat het om de vraag in hoeverre journalisten vasthouden aan hun beroeps ethiek als hun persoonlijke belan gen op het spel komen te staan. Je merkt in 'Pravda' dat ze toch door de bocht gaan als de directie be slist wat er in de krant moet of als er ontslag dreigt". Juist in het land van de 'Pravda' viert de censuur hoogtij en bestaat er helemaal geen journalistieke vrijheid. Zo erg is het met Enge land en Nederland niet gesteld, dat 'Een bruid in de morgen' door de Haagse Comedie 'Een bruid in de morgen' van Hugo Claus door de Haagse Comedie. Met: Wim van Rooij, Anne-Wil Blankers, Victor Löw, Carline Brouwer en Ma ria Stiegelis. Regie: Agaath Witte- man. Decor/kostuums: Barbara de Vries. Belichting: Donald Kleijn. Muziek: Jurriaan Andriessen. Ge zien op 1 oktober in de Koninklijke Schouwburg, Den Haag. Op 29 okto ber in de Leidse schouwburg te zien. DEN HAAG - Twee citaten van Claus zijn voor deze interpretatie van groot belang. De eerste regel uit de boekuitgave luidt: "Daar dit geen realistisch stuk is, zeker geen realistisch decor. Het ge heel zeer schematisch". De de corontwerpster heeft deze aan wijzing zeer rigoreus toegepast (en een prachtig decor ontwor pen). Het verhaal speelt zich hier af in een grote, lege, grijsblauw gekleurde ruimte met slechts een raam in een niet-realistische ruimtelijke verhouding. Het tweede Claus-citaat, over genomen uit een recent kranten interview, brengt waarschijnlijk heel goed de uitdaging onder woorden, waarvoor regisseur en spelers zich zagen geplaatst. "De Haagse Comedie wil nu 'Een bruid in de morgen' spelen. Dat ze nou zo nodig van mijn veertig toneelstukken mijn allereerste nemen dat al kapotgeslagen is door alle amateurverenigingen". Die uitdaging is geheel en al waargemaakt. De kracht van de ze voorstelling ligt namelijk daarin, dat de speelbaarheid en de poëtische zeggingskracht van dit stuk uit het begin van dé ja ren vijftig is teruggevonden. Het gezin van een mislukt mu sicus bevindt zich in grote finan ciële moeilijkheden. Om uit deze situatie te komen wordt gepro beerd om de simpele Thomas aan een rijke nicht uit te huwelij ken. Dat huwelijk betekent ech ter het einde van de hechte band tussen Thomas zijn zuster And rea, die zich dan ook heftig ver zet. Elk huiskamer-realisme dat op de loer ligt, wordt door vorm geving, aankleding en spel angst vallig gemeden. De ruimte, waar in de personages zich bevinden, heeft nauwelijks iets van een wo ning, maar roept veeleer associa ties met een dierenkooi op. Zoals de vader en de moeder met hun overeind staande haren in hun versleten kleding vol van vergane glorie zich gedragen, doen zij nog het meest aan ge wonde dieren denken. Vooral ook hun dochter Andrea (sterk gespeeld door Carline Brouwer) klautert en loopt als een katach tig wezen, dat vecht voor zijn be zit, de ongetwijfeld incestueuze band met haar broer. Deze wat kinderlijke, simpele jongen is de speelbal van het gevecht, dat om hem wordt geleverd. Voor de pauze wordt zijn aard door een clowneske grime aangegeven, die daarna verdwenen is. Vanuit de intieme, beschermde kinder wereld, die zijn zuster met hün opbouwde, wordt hij gedwongen een stap te zetten in een volwas senenwereld met bepaalde spel regels, waarvan Andrea hem nu juist probeert af te houden. Als dit gevecht verloren blijkt, pleegt zij zelfmoord. Om de gevoelige aard van Tho mas uit te drukken zoekt Victor Löw het terecht in een vorm van sterk lijfelijk acteren. Maria Stie gelis maakt van nicht Hilda een bangerig en eenzaam kind zon der te vervallen in het cliché beeld van de lelijke oude vrijster met geld. De aanvankelijke rusteloosheid van de mislukte kunstenaar maakt bij Wim van Rooij steeds meer plaats voor be rusting en verstild spel. Deze voorstelling maakt het vrij concrete verhaalgegeven op een interessante manier weer raadselachtig. Door het haast ab stracte decor en een geraffineer de belichting speelt het drama zich af in een niemandsland tus sen werkelijkheid en droom. An ne-Wil Blankers vertolkt daarin Carline Brouwer en Anne-Wil Blankers in Een bruid in de mor gen' (foto AN'p) met kracht de rol van de doortas tende vrouw, die van geen wij ken wil weten. Even is zij door de zelfdoding van haar dochter uit het veld geslagen, herstelt zich snel en veinst tegenover haar zoon en nicht, dat Andrea op stel en sprong naar Engeland is ver trokken, in een wanhopige po ging om alsnog te redden, wat er te redden valt. WIJNAND ZEILSTRA vindt ook Jos Thie. Maar toch geldt ook hier dat krantenmensen net als andere burgers, hoewel ze aan idealen zouden willen vasthouden, tenslotte meestal bezwijken voor de verleidingen van macht, geld en Het Britse stuk mag dan overge zet zijn naar Nederlandse verhou dingen, dat houdt geenszins recht streekse verwijzingen in naar be staande Nederlandse kranten en bekende journalisten. De kleine re gionale krant die van de ene op de andere dag verkocht wordt voor een aandelenpakket op een ren paard, draagt bijvoorbeeld de (ge fingeerde) naam van De Stem van het Zuiden. De deftige kwaliteits krant die in 'Pravda' een belangrij ke rol speelt heet De Wereld, zijn links-liberale concurrent De Vrij heid en het pulpblad De Echo. Ook hoofdredacteur André Heus en vriendin Rebecca (die Heus con fronteert met een staatsgeheim...en dan gaat het er pas goed van langs) komen voor zover bekend niet op enige vaderlandse redactie voor. De namaak-bladen, bij wijze van vriendendienst aan het RO-Thea ter door een dagbladuitgeverij in Den Haag gedrukt (ook andere be drijven hebben belangeloos mate riaal ter beschikking gesteld) spe len een belangrijke rol in de satire. Zoals ook de dagelijkse beslomme ringen op de redacties van die kranten in de schijnwerper staan. Het in het stuk voorkomende redactielokaal is een rechtstreekse kopie van een krant, maar Thie wil niet kwijt welke. De 25 acteurs en actrices hebben de afgelopen tijd allemaal een redactie „van binnen" bekeken en ontdekt dat het in vergelijking tot de turbulente ontwikkelingen in Engeland wat minder driest bij on ze kranten toegaat. „De medewer kers van Engelse bladen gaan soms als zoete broodjes over de toonbank. Zo erg is hier niet". Jos Thie en co-regisseur Antione Uitdehaag bepalen sinds 1983 het beleid van het RO-Theater. Het is de bedoeling dat zij tot 1988 - het jaar dat de nieuwe schouwburg be trokken wordt - Rotterdam van in teressante theaterprodukties voor- Er is sprake van bijna steeds uit verkochte zalen, al bevatten ze vaak niet meer dan 200 stoelen. Met spraakmakende produkties, waarvan misschien het groots aan gepakte 'Merlijn' het meest in het oog sprong, hebben zij grote aan tallen toeschouwers naar de verla ten gebouwen op het overigens ta melijk naargeestige gebied aan de Maas weten te trekken. Of Thie en Uitdehaag bereid zijn ook na deze „interim"-periode in Rotterdam acte de présence te blij ven geven, hangt af van de moge lijkheden voor het RO-Theater. In ieder geval zal het een vast gezel schap moeten worden (het werkt nu op ad hoc-basis: er worden per produktie medewerkers gecon tracteerd) en de kosten daarvan be groot Thie op zo'n 5,5 miljoen. Op dit moment ontvangt het RO-Thea- ter 3 tot 4 miljoen gulden per jaar van gemeente en rijk samen, en dat is te weinig. „Een schouwburg zonder vast gezelschap is tamelijk zinloos", zegt Thie. Hij wijst erop dat het RO-Theater bezig is zich tot „stads- gezelschap" te ontwikkelen door hun toedoen. „Het heeft te maken met onze manier van theater bren gen, zo actueel mogelijk, zo direct mogelijk naar het publiek toe en in verschillende stijlen. Theater be schouw ik als een evenement, een gebeurtenis, waar het publiek heel nauw bij betrokken is en ik consta teer dat het aanslaat". Tijdens de première komen de auteurs van 'Pravda' kijken wat Jos Thie en de zijnen er van ge maakt hebben. „Voor enkele aan passingen van het stuk hebben zij al hun toestemming gegeven. Onze voorstellingen (tot 16 november a.s. - red.) zijn natuurlijk veel kleinschaliger. In Londen kijken per keer 1200 mensen naar 'Prav da'. Maar dat geeft ons de kans om van het stuk een subtielere, intie mere versie te geven". oktober. LEIDEN - Spelen met. klanken. Dat viel me het meest op aan het pianospel van Elena Szirmai. Ze is niet uit op virtuositeit of effec ten, maar leeft zich, ook hoor baar in de sfeer van de muziek in. Duidelijk was dit te horen in de drie 'Estampes' van Debussy, waarin de illusie van de rijkdom aan orkestkleuren in het zwart wit van de piano moet worden weergegeven. Veel variaties in dynamiek (vooral in het zachte), toucher en pedaalgebruik zijn hierbij nodig. Dit was aan Elena Szirmai wel toevertrouwd. De flarden van de habanera in de zwoele avondlucht in 'la soirée dans Grenade' contrasteerden goed met de verfrissende regen bui in de 'jardin sous la pluie'. Minder pianistisch zijn de 'Piè- ces Espagnoles' van De Falla, die vier Spaanse dansvormen bevat ten. De pianiste, die met deze stuk- .ken begon, had de technische moeilijkheden goed onder de knie en speelde helder en zange rig. De accenten kwamen er niet altijd even fel uit. Na de pauze had de Elena Szir mai een handicap: het rechterpe- daal was met een wasmiddel be werkt waardoor haar schoen een schurend geluid maakte. Geluk kig liet ze zich hierdoor niet van de wijs brengen in Schumann's Abegg-variaties, die gecompo neerd zijn op de notennamen A- Bes-E-G-G. Ze werden doorzich tig vertolkt. De Franstalige Zwitserse com ponist André-Francois Marescot- ti (geboren in 1902) componeerde voor een pianoconcours zijn 'Fantasque'. In dit vrij korte stuk kon de pianiste nog eens haar mogelijkheden laten horen. In vloeden van Satie, Ravel en.... de ragtime werden gecombineerd tot een origineel geheel. FRANK DEN HERDER

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 27