'Minstens zo indrukwekkend als een orkest'
'Pravda': satirische kijk op journalistiek
Jan Schmitz viert gouden jubileum als organist
Celstraf
voor
vernieler
schilderij
Stedelijk
Nieuwe lading door dierlijk spel
Doorleefd
pianospel
Szirmai
DONDERDAG 2 OKTOBER 1986
KUNST
PAGINA 27
LEIDEN - Op een datum
die men dit jaar niet op de
kalender aan kon treffen (29
februari) vierde Jan
Schmitz, organist van de
Hartebrugkerk zijn zeven
tigste verjaardag. Maar er is
nóg een datum die voor
hem zeer veel, zo niet méér
betekent: namelijk de elfde
oktober 1986, de dag dat hij
een halve eeuw geleden in
Den Haag zijn eerste orgel
recital gaf in combinatie
met het Koninklijk Man
nenkoor 'Die Haghe Sang-
hers'. Om dit heuglijke feit
te vieren zullen 'Die Haghe
Sanghers' samen met een
viertal bevriende koren, ge
steund door het Toonkunst
Orkest Leiden en het
Noord-Hollands Blazersen
semble o.l.v René Verhoeff,
de jubilaris het 'gouden'
middelpunt laten zijn van
een grote muzikale manifes
tatie in de Pieterskerk.
door
Anneke van Vliet
Op die dag verschijnt tevens zijn
langspeelplaat op het orgel van de
Kathedraal van Chartres met
werken van zijn lievelingscompo
nisten: Jean Langlais, Jehan Alain,
Louis Vierne en Leon Boellman.
terwijl op de andere zijde zijn Ne
derlandse muzikale vrienden Hen
drik Andriessen, Marius Monni
kendam en de Vlaming Flor Pee-
ters te beluisteren zijn.
Jan Schmitz ontving zijn eerste
orgelles van Jos Franken, waarbij
hij na het behalen van het A-diplo
ma zijn studie afrondde bij de Me-
chelse componist Flor Peeters en
bij Marcel Dupré. Deze beroemd
heden legden niet alleen de kiem
voor zijn grote liefde voor de Fran
se orgelliteratuur, maar werden te
vens de eerste in een lange rij van
muzikale vriendschappen in het le
ven van Schmitz. Opvallend in de
wereld van organisten is dan ook
zijn totaal gemis aan 'jalouzie de
métier'.
Baby
"Ik ken geen mooiere vriend
schappen dan in de muziek" zegt
Jan Schmitz. Zijn huis in de Von
delstraat in Den Haag is in de loop
van die halve eeuw dan ook altijd
het middelpunt geweest van het
komen en gaan van ontelbare pro
minenten uit het muziekleven. Je
kunt bijna geen naam noemen of
hij weet er een anekdote over te
vertellen, geen orgel of hij heeft het
gehoord of bespeeld. Over zijn
vriend Feike Asma, die hij voor het
eerst in de Katholieke kerk liet
spelen, over hoe hij als kind op de
orgelbank naast Dupré heeft geze
ten, en over het grandioze af
scheidsconcert van Jo Vincent in
Zaltbommel, waar het publiek zo
enthousiast werd dat er niet viel te
ontkomen aan een toegift. "Maar
Jo had nergens op gerekend", ver
telt Schmitz. "Wat moeten we
doen", siste Vincent tussen haar
tanden. Gelukkig schoot mij "Heer
Jezus had een hofke van Bach
te binnen dat ik in het verleden zo
ontroerend mooi van haar vond.
Maar Jo Vincent was de tekst kwijt
en moest denken En ik maar
spelen en improviseren op dat
voorspel. Ze heeft toen ongemerkt
twee van de drie coupletten feil
loos gezongen en maakte van dit
afscheid een onvergetelijke beleve
nis voor iedereen".
Groot is ook zijn bewondering
voor de inmiddels blind geworden
componist/organist Jean Langlais
die tijdens zijn logeerpartijen in
huize Schmitz altijd opstond als ie-
dereeh nog in bed lag. "Om zes uur
in de morgen kon het gebeuren dat
hij op het huis-pijp-orgel begon te
spelen tot het moment dat er eens
een buurman opbelde om te vra
gen of het deze keer iets zachter
kon omdat z'n vrouw elk moment
een baby kon krijgen. Op dat mo
ment hield de meester stil". On
danks dit kleine incident heeft
Schmitz zo weinig problemen met
de buren gehad over z'n muzikale
activiteiten dat hij in de veertien
jarige periode als organist en diri
gent van het kerkkoor 'St Ceacilia'
van de Hartebrugkerk nog steeds
niet naar Leiden is verhuisd.
Gevangenen
Als de dag van gisteren herinnert
Jan Schmitz zich zijn eerste con
cert op het grote orgel van de St
Jacobskerk in de Haagse Park
straat. Een doorbraak in die tijd
(1943) omdat in de kerk nog geen
concerten gegeven werden. "Ik
vond dat orgel zo mooi, dat ik de
kat de bel aanbond om te proberen
een 'Concert spirituel' van de
grond te krijgen. Eerst had men al
lerlei bezwaren, want dan moest
toch het Allerheilige minstens wor
den weggehaald. Tenslotte zei de
deken: 'Ga je gang maar'. Het was
stampvol in de kerk. Later kreeg je
natuurlijk wel allerlei brieven, zo
van 'Weet de Paus dat wel en hoe
denkt de bisschop hierover'?"
Schmitz betreurt het dat in het
verleden zoveel grote organisten
gevangen zaten in hun religieuze
achtergrond. "Ik vereerde bijvoor
beeld in m'n jonge jaren Jan Gwart
zo, dat ik als iedereen ging voetbal
len bij mijn grootmoeder naar de
NCRV luisterde waarvoor hij op
trad. Als grote fan schreef ik hem
eens een briefje waarin ik vroeg
om hem op te mogen zoeken. Dat
mocht, maar op het moment dat hij
Jan Schmitz achter het orgel van de Hartebrugkerk, dat hij sinds veertien jaar bespeelt.
hoorde dat ik rooms was scham
perde hij: 'Oh, dan speel jij de
priesters achterna'. Om daarna
plechtig te vervolgen: 'Zonder Lu
ther geen Bach en zonder Calvijn
geen Sweelinck'. Op mijn beurt he
kelde ik ^wart weer dat hij de do
minee achterna speelde en op die
manier een eeuw Franse orgellite
ratuur in de mottenballen liet lig
gen. Daarna werden we grote
vrienden".
Ondanks Schmitz' grote bewon
dering voor Bach, Liszt en Mozart
is hij eigenlijk helemaal Frans geo
riënteerd: "Cesar Franck kun je
pas goed spelen als je veertig bent
geweest", vindt hij. "Dat is zo'n
groot mysticus, dat het religieuzer
is dan de zogeheten religieuze mu
ziek".
Wonder
"Een orgel moet zingen, en met
warmte en van binnen uit worden
bespeeld", is een van zijn gevleu
gelde gezegdes. Wat het eerste be
treft voelde veertien jaar geleden
cantor van de Harte
brugkerk zich als een kat in een
vreemd pakhuis. Het orgel was vol
komen verwaarloosd: het bezat
golvende klavieren en lekte als een
mand, maar de klank leek de moei
te waard. Er bleek minstens een
ton nodig om het instrument van
de wisse ondergang te redden.
"Gelukkig kreeg ik carte blanche
om de zaak weer op te knappen
mits we zelf ook het een en ander
deden. En dat gebeurde: er kwam
een orgelfonds van de grond, dat
met medewerking van Tjitte We
ber van K&O en ook de Leidse
pers het publiek warm wist te ma
ken voor grote concerten met 'Die
Haghe Sanghers' en het 'Rotte's
Mannenkoor', met bekende solis
ten als Marco Bakker en Carolien
van Hemert. Die deden dat alle
maal voor niets. Samen met mijn
grote muzikale vriend René Ver
hoeff en het Toonkunst Orkest Lei
den werd een langspeelplaat ge
maakt die weer goed werd ver
kocht op de Leidato. En het won
der gebeurde: in één jaar kregen
we dertigduizend gulden bij el
kaar".
Nadat het ook nog gelukt was
om het instrument voor subsidie
op de monumentenlijst te krijgen
wist men het 19e eeuwse Maar-
schalkerweerdorgel te redden. Het
orgelfonds kon worden opgedoekt
om plaats te maken voor de Leidse
orgelkring die het daarna weer mo
gelijk maakte dat veel van de histo
rische orgels in de stad inmiddels
ook zijn opgeknapt waardoor Lei
den zich op dit moment trots de
tweede orgelstad van Nederland
kan noemen. De zogeheten wan
delconcerten en het twee-jaarlijks
Jeugdconcours betekenen inmid
dels de muzikale start voor menig
jonge organist.
"Jammer dat het muziekmin-
nende publiek in Nederland dik
wijls nog te veel (kerk)drempel-
vrees heeft", betreurt Schmitz. "In
het buitenland is de belangstelling
altijd veel groter. In de Notre Da
me van Parijs komen soms wel
8000 mensen en ook de Domker
ken in Duitsland trekken ontzet
tend veel publiek. Ik denk dat dat
zeker ook in Nederland zal groeien.
Ik weet dat het wat gemakkelijker
ligt om een concertzaal gezellig te
maken dan een kerk, maar wij
doen ook ons best met koffie in de
pauze en een goede uitleg op het
programma. En Nederland heeft
zo'n rijk bezit aan historische in
strumenten. Een orgel dat is toch
minstens zo indrukwekkend als
een héél orkest".
AMSTERDAM (ANP) - De Amster
damse rechtbank heeft gisteren de
33-jarige Amsterdammer G.J. van
B. (Bladeren) veroordeeld tot acht
maanden celstraf, waarvan drie
voorwaardelijk met een proeftijd
van driejaar, wegens het vernielen
van een schilderij in het Stedelijk
Museum in Amsterdam. Hij mag
bovendien gedurende die proeftijd
het Stedelijk niet bezoeken.
Het vonnis is overeenkomstig de
eis van de officier van justitie. De
rechtbank overwoog bij het vast
stellen van de strafmaat dat er on
herstelbare artistieke schade is toe
gebracht en dat velen zich ge
kwetst voelen.
Op 21 maart dit jaar maakte Van
B. met een stanleymes drie insnij
dingen in het schilderij 'Who is af
raid of red, yellow en blue' van de
Amerikaanse schilder Barnett
Newman. Van B. deed dit volgens
zijn zeggen als een uiting van mu
seumkritiek en als een ode aan
schilder Carel Willink.
De avond voor zijn daad had hij
het boek „De schilderkunst in een
kritiek stadium" (1950) gelezen,
waarin de door hem bewonderde
Willink zich heftig keert tegen de
abstracte kunst, waarvan Newman
een vertegenwoordiger is.
Directeur Wim Beeren van het
Stedelijk Museum liet de recht
bank weten dat het doek onherstel
baar is vernield. Er worden nog
wel pogingen ondernomen om dit
werk, met een waarde van vier mil
joen guldèn, te herstellen maar het
zal nooit meer in zijn oorspronke
lijke staat terugkeren. Daar zijn in
ternationale deskundigen die de
vernielingen hebben bekeken het
over eens, aldus Beeren.
De dader liet de rechtbank twee
weken terug weten datg hij het on
juist zou vinden als het doek geres
taureerd zou worden. Dat kost niet
alleen veel geld en tijd maar het
doek heeft in zijn huidige staat een
belangrijke „educatieve waarde",
vond Van B.
De officier was van oordeel datje
van kunst mag vinden wat je wilt
en er over mag praten zolang je
wenst, maar ,je moet er met je po
ten van afblijven". Hij vond het het
griezeligst dat Van B. zijn daad niet
ziet als een vergissing maar als een
gerechtvaardigde daad.
De verdediger van Van B., mr.
C.F. Korvinus, vond het niet van
belang of een kunstwerk in zijn
oorspronkelijke vorm blijft be
staan. Als Newmans werk toonaan
gevend is voor de schilderkunst,
zal dat zo blijven, betoogde hij.
Als voorbeeld haalde Korvinus
Picasso aan. Deze beroemde schil
der noemde eens een Newyorkse
kunsthandelaar die een schilderij
van hem had beschadigd, een
groot kunstenaar. Een afbeelding
van Newmans „Who is afraid
in een krant levert een buitenge
woon teleurstellend resultaat op:
een donkergrijze rechthoekige
vlek. Een afbeelding van hetzelfde
schilderij met de insnijdingen van
Van B. krijgt diepte, wordt interes
sant, geeft spanning, vond de ver
dediger.
Brits theatersucces bij RO-Theater
Jos Thie: proces van vervlakking en commercialisering.
DEN HAAG (GPD) - In Hal Vier,
de voormalige machinewerkplaats
van het oude Rotterdamse water
leidingbedrijf, treft het RO-Theater
de laatste voorbereidingen voor de
première van 'Pravda' morgen
avond. Pravda is een „onthutsende
komedie" over de wereld van de
journalistiek van de succesvolle
Engelse toneelschrijvers David
Hare en Howard Brenton. In Lon
den is het enthousiasme voor
'Pravda' en het gezelschap dat het
j stuk uitvoert - het National Thea
tre - sinds de (wereld)doop in mei
vorig jaar nog nauwelijks geluwd.
Jos Thie (31), die de Nederlandse
versie van Pravda regisseert, zegt:
„Het stuk is spannend, afwisse
lend, humoristisch en cabaretesk
maar tegelijk ontroerend en thea
traal, tegen het Shakespeareaanse
aan. Er zitten een paar prachtige
rollen in. Ik hoop dat deze produk-
tie ook hier het onthaal krijgt waar
het recht op heeft".
Pravda - Russisch voor 'waar
heid', tevens de naam van de veel
geciteerde partijkrant in de Sow-
jet-Unie - is een satire op het reilen
en zeilen van de journalistiek in
Engeland en de actuele rol daarin
van mediamagnaten als Rupert
Murdoch. In de RO-Theaterpro-
duktie neemt Carol van Herwijnen
de rol van Murdoch voor zijn reke
ning, al heet hij in 'Pravda' dan niet
Murdoch maar Lambert Le Roux.
Jos Thie: „Het proces van ver
vlakking en toenemende commer
cialisering van de pers neemt na
tuurlijk ook in dit land toe, hoewel
(foto gpd) we hier het voordeel hebben dat
dagbladep de echte popjournalis
tiek voornamelijk overlaten aan
bladen als Privé en Story. Maar dat
betekent niet dat het in de Neder
landse journalistiek allemaal zo
goed gaat. Het niveau van een veel
geroemde kwaliteitskrant als NRC
Handelsblad: is dat niveau wel zo
hoog? En zijn journalisten wel zo
onafhankelijk in het bepalen van
wat zij schrijven?
door
Peter Huysman
Ook in ons land moeten de kran
ten zich volgens T^hie wel degelijk
aan codes houden. „De televisie
trouwens ook: dacht je dat in dit
land een programma zou kunnen
als 'Spitting Image', waarin de spot
gedreven wordt hoogwaardig
heidsbekleders en het konings
huis? Absoluut niet!"
En over de dagbladpers: „Een
krant is en blijft een commercieel
produkt dat verkocht moet wor
den. In dit stuk gaat het om de
vraag in hoeverre journalisten
vasthouden aan hun beroeps
ethiek als hun persoonlijke belan
gen op het spel komen te staan. Je
merkt in 'Pravda' dat ze toch door
de bocht gaan als de directie be
slist wat er in de krant moet of als
er ontslag dreigt".
Juist in het land van de 'Pravda'
viert de censuur hoogtij en bestaat
er helemaal geen journalistieke
vrijheid. Zo erg is het met Enge
land en Nederland niet gesteld, dat
'Een bruid in de morgen' door de Haagse Comedie
'Een bruid in de morgen' van Hugo
Claus door de Haagse Comedie. Met:
Wim van Rooij, Anne-Wil Blankers,
Victor Löw, Carline Brouwer en Ma
ria Stiegelis. Regie: Agaath Witte-
man. Decor/kostuums: Barbara de
Vries. Belichting: Donald Kleijn.
Muziek: Jurriaan Andriessen. Ge
zien op 1 oktober in de Koninklijke
Schouwburg, Den Haag. Op 29 okto
ber in de Leidse schouwburg te zien.
DEN HAAG - Twee citaten van
Claus zijn voor deze interpretatie
van groot belang. De eerste regel
uit de boekuitgave luidt: "Daar
dit geen realistisch stuk is, zeker
geen realistisch decor. Het ge
heel zeer schematisch". De de
corontwerpster heeft deze aan
wijzing zeer rigoreus toegepast
(en een prachtig decor ontwor
pen). Het verhaal speelt zich hier
af in een grote, lege, grijsblauw
gekleurde ruimte met slechts
een raam in een niet-realistische
ruimtelijke verhouding.
Het tweede Claus-citaat, over
genomen uit een recent kranten
interview, brengt waarschijnlijk
heel goed de uitdaging onder
woorden, waarvoor regisseur en
spelers zich zagen geplaatst. "De
Haagse Comedie wil nu 'Een
bruid in de morgen' spelen. Dat
ze nou zo nodig van mijn veertig
toneelstukken mijn allereerste
nemen dat al kapotgeslagen is
door alle amateurverenigingen".
Die uitdaging is geheel en al
waargemaakt. De kracht van de
ze voorstelling ligt namelijk
daarin, dat de speelbaarheid en
de poëtische zeggingskracht van
dit stuk uit het begin van dé ja
ren vijftig is teruggevonden.
Het gezin van een mislukt mu
sicus bevindt zich in grote finan
ciële moeilijkheden. Om uit deze
situatie te komen wordt gepro
beerd om de simpele Thomas
aan een rijke nicht uit te huwelij
ken. Dat huwelijk betekent ech
ter het einde van de hechte band
tussen Thomas zijn zuster And
rea, die zich dan ook heftig ver
zet. Elk huiskamer-realisme dat
op de loer ligt, wordt door vorm
geving, aankleding en spel angst
vallig gemeden. De ruimte, waar
in de personages zich bevinden,
heeft nauwelijks iets van een wo
ning, maar roept veeleer associa
ties met een dierenkooi op.
Zoals de vader en de moeder
met hun overeind staande haren
in hun versleten kleding vol van
vergane glorie zich gedragen,
doen zij nog het meest aan ge
wonde dieren denken. Vooral
ook hun dochter Andrea (sterk
gespeeld door Carline Brouwer)
klautert en loopt als een katach
tig wezen, dat vecht voor zijn be
zit, de ongetwijfeld incestueuze
band met haar broer. Deze wat
kinderlijke, simpele jongen is de
speelbal van het gevecht, dat om
hem wordt geleverd. Voor de
pauze wordt zijn aard door een
clowneske grime aangegeven,
die daarna verdwenen is. Vanuit
de intieme, beschermde kinder
wereld, die zijn zuster met hün
opbouwde, wordt hij gedwongen
een stap te zetten in een volwas
senenwereld met bepaalde spel
regels, waarvan Andrea hem nu
juist probeert af te houden. Als
dit gevecht verloren blijkt,
pleegt zij zelfmoord.
Om de gevoelige aard van Tho
mas uit te drukken zoekt Victor
Löw het terecht in een vorm van
sterk lijfelijk acteren. Maria Stie
gelis maakt van nicht Hilda een
bangerig en eenzaam kind zon
der te vervallen in het cliché
beeld van de lelijke oude vrijster
met geld. De aanvankelijke
rusteloosheid van de mislukte
kunstenaar maakt bij Wim van
Rooij steeds meer plaats voor be
rusting en verstild spel.
Deze voorstelling maakt het
vrij concrete verhaalgegeven op
een interessante manier weer
raadselachtig. Door het haast ab
stracte decor en een geraffineer
de belichting speelt het drama
zich af in een niemandsland tus
sen werkelijkheid en droom. An
ne-Wil Blankers vertolkt daarin
Carline Brouwer en Anne-Wil
Blankers in Een bruid in de mor
gen' (foto AN'p)
met kracht de rol van de doortas
tende vrouw, die van geen wij
ken wil weten. Even is zij door de
zelfdoding van haar dochter uit
het veld geslagen, herstelt zich
snel en veinst tegenover haar
zoon en nicht, dat Andrea op stel
en sprong naar Engeland is ver
trokken, in een wanhopige po
ging om alsnog te redden, wat er
te redden valt.
WIJNAND ZEILSTRA
vindt ook Jos Thie. Maar toch geldt
ook hier dat krantenmensen net als
andere burgers, hoewel ze aan
idealen zouden willen vasthouden,
tenslotte meestal bezwijken voor
de verleidingen van macht, geld en
Het Britse stuk mag dan overge
zet zijn naar Nederlandse verhou
dingen, dat houdt geenszins recht
streekse verwijzingen in naar be
staande Nederlandse kranten en
bekende journalisten. De kleine re
gionale krant die van de ene op de
andere dag verkocht wordt voor
een aandelenpakket op een ren
paard, draagt bijvoorbeeld de (ge
fingeerde) naam van De Stem van
het Zuiden. De deftige kwaliteits
krant die in 'Pravda' een belangrij
ke rol speelt heet De Wereld, zijn
links-liberale concurrent De Vrij
heid en het pulpblad De Echo. Ook
hoofdredacteur André Heus en
vriendin Rebecca (die Heus con
fronteert met een staatsgeheim...en
dan gaat het er pas goed van langs)
komen voor zover bekend niet op
enige vaderlandse redactie voor.
De namaak-bladen, bij wijze van
vriendendienst aan het RO-Thea
ter door een dagbladuitgeverij in
Den Haag gedrukt (ook andere be
drijven hebben belangeloos mate
riaal ter beschikking gesteld) spe
len een belangrijke rol in de satire.
Zoals ook de dagelijkse beslomme
ringen op de redacties van die
kranten in de schijnwerper staan.
Het in het stuk voorkomende
redactielokaal is een rechtstreekse
kopie van een krant, maar Thie wil
niet kwijt welke.
De 25 acteurs en actrices hebben
de afgelopen tijd allemaal een
redactie „van binnen" bekeken en
ontdekt dat het in vergelijking tot
de turbulente ontwikkelingen in
Engeland wat minder driest bij on
ze kranten toegaat. „De medewer
kers van Engelse bladen gaan
soms als zoete broodjes over de
toonbank. Zo erg is hier niet".
Jos Thie en co-regisseur Antione
Uitdehaag bepalen sinds 1983 het
beleid van het RO-Theater. Het is
de bedoeling dat zij tot 1988 - het
jaar dat de nieuwe schouwburg be
trokken wordt - Rotterdam van in
teressante theaterprodukties voor-
Er is sprake van bijna steeds uit
verkochte zalen, al bevatten ze
vaak niet meer dan 200 stoelen.
Met spraakmakende produkties,
waarvan misschien het groots aan
gepakte 'Merlijn' het meest in het
oog sprong, hebben zij grote aan
tallen toeschouwers naar de verla
ten gebouwen op het overigens ta
melijk naargeestige gebied aan de
Maas weten te trekken.
Of Thie en Uitdehaag bereid zijn
ook na deze „interim"-periode in
Rotterdam acte de présence te blij
ven geven, hangt af van de moge
lijkheden voor het RO-Theater. In
ieder geval zal het een vast gezel
schap moeten worden (het werkt
nu op ad hoc-basis: er worden per
produktie medewerkers gecon
tracteerd) en de kosten daarvan be
groot Thie op zo'n 5,5 miljoen. Op
dit moment ontvangt het RO-Thea-
ter 3 tot 4 miljoen gulden per jaar
van gemeente en rijk samen, en dat
is te weinig.
„Een schouwburg zonder vast
gezelschap is tamelijk zinloos",
zegt Thie. Hij wijst erop dat het
RO-Theater bezig is zich tot „stads-
gezelschap" te ontwikkelen door
hun toedoen. „Het heeft te maken
met onze manier van theater bren
gen, zo actueel mogelijk, zo direct
mogelijk naar het publiek toe en in
verschillende stijlen. Theater be
schouw ik als een evenement, een
gebeurtenis, waar het publiek heel
nauw bij betrokken is en ik consta
teer dat het aanslaat".
Tijdens de première komen de
auteurs van 'Pravda' kijken wat
Jos Thie en de zijnen er van ge
maakt hebben. „Voor enkele aan
passingen van het stuk hebben zij
al hun toestemming gegeven. Onze
voorstellingen (tot 16 november
a.s. - red.) zijn natuurlijk veel
kleinschaliger. In Londen kijken
per keer 1200 mensen naar 'Prav
da'. Maar dat geeft ons de kans om
van het stuk een subtielere, intie
mere versie te geven".
oktober.
LEIDEN - Spelen met. klanken.
Dat viel me het meest op aan het
pianospel van Elena Szirmai. Ze
is niet uit op virtuositeit of effec
ten, maar leeft zich, ook hoor
baar in de sfeer van de muziek
in. Duidelijk was dit te horen in
de drie 'Estampes' van Debussy,
waarin de illusie van de rijkdom
aan orkestkleuren in het zwart
wit van de piano moet worden
weergegeven. Veel variaties in
dynamiek (vooral in het zachte),
toucher en pedaalgebruik zijn
hierbij nodig. Dit was aan Elena
Szirmai wel toevertrouwd. De
flarden van de habanera in de
zwoele avondlucht in 'la soirée
dans Grenade' contrasteerden
goed met de verfrissende regen
bui in de 'jardin sous la pluie'.
Minder pianistisch zijn de 'Piè-
ces Espagnoles' van De Falla, die
vier Spaanse dansvormen bevat
ten.
De pianiste, die met deze stuk-
.ken begon, had de technische
moeilijkheden goed onder de
knie en speelde helder en zange
rig. De accenten kwamen er niet
altijd even fel uit.
Na de pauze had de Elena Szir
mai een handicap: het rechterpe-
daal was met een wasmiddel be
werkt waardoor haar schoen een
schurend geluid maakte. Geluk
kig liet ze zich hierdoor niet van
de wijs brengen in Schumann's
Abegg-variaties, die gecompo
neerd zijn op de notennamen A-
Bes-E-G-G. Ze werden doorzich
tig vertolkt.
De Franstalige Zwitserse com
ponist André-Francois Marescot-
ti (geboren in 1902) componeerde
voor een pianoconcours zijn
'Fantasque'. In dit vrij korte stuk
kon de pianiste nog eens haar
mogelijkheden laten horen. In
vloeden van Satie, Ravel en.... de
ragtime werden gecombineerd
tot een origineel geheel.
FRANK DEN HERDER