Van Meizen: kan het nog Leidser? Duo De Wit weet niet van ophouden MEEDEINEN "Dat mag je rustig van me we ten". Willem de Wit zegt het door de telefoon als er een af spraak voor de volgende dag wordt gemaakt. Tijdens de af gesproken twee uur te zijner huize keert het stopzinnetje geregeld terug en ook die zon dagmiddag zegt Willem de Wit tussen de muziekbedrijven door: "Dat mag je rustig van me weten". door Bart Jungmann In een hoekje van het Voorscho- tense restaurant Allemansgeest zet het duo De Wit die zondag een veijaardagsfeestje luister bij. Wil lem de Wit op accordeon, Ton van der Born (De Wit spreekt conse quent van Toon Bom) op drums. Zeemansliedjes zijn om half vier 's middags al goed voor een polonai se. Een glunderende Willem de Wit: "Hoe vind je dat voor een' vent van 77 jaar?" Even daarvoor had De Wit de verslaggever bij zich gewenkt. "Zeg, ik ben iets heel belangrijks vergeten te vertellen. Ik heb ook nog gespeeld met baron Paul Storm van 's Gravensande. Een groot muzikant. En Sam Stern, eveneens een groot muzikant. Hij is de enige van een grote familie die de oorlog heeft overleefd. Dat komt: hij zat bij de Duitsers als krijsgevangene en niet als joden jongen. Dat heeft hem gered. Ik heb hem toen gezegd dat-ie het zo moest spelen". Dat mogen we rus tig van hem weten. Geheugen In zijn huis aan de Timorstraat heeft Willem de Wit eerder die week blijk gegeven van een formi dabel geheugen. "Ik kijk nooit in muziek", zegt hij. "Als ik de titel zie, weet ik genoeg. En ik ken zo'n duizend titels. Ik speel zo'n beetje van alles. Het hangt er maar hele maal van af wat voor avond het is. Soms speel je meezingers, maar ik heb ook jaren gewerkt voor Evert Castelein, de dansschool. Dan speel je foxtrotten en tango's. Ik speelde nummers die Castelein niet eens kende". Zo goed als zijn geheugen is, zo chaotisch is Willem de Wit als ver teller. Hij heeft verzuimd de herin neringen enisgzins te ordenen. Na men en belevenissen vliegen dwars door elkaar over de tafel. En heeft hij maar het vermoeden van een ongelovige blik, dan beent Willem de Wit onmiddellijk naar een grote kast en haalt daar ko pieën van brieven en andere schriftelijke stukken tevoorschijn. "Neem maar mee", zegt hij. Tus sen de meegegeven paperassen een getuigschrift van de Neder land sche Handels en Exploitatie Mij. De maatschappij beoordeelde W. de Wit in 1922 als een eerlijk arbeider. 'Ik kan hem dan ook met gerustheid als een vertrouwd en geschikt persoon aanbevelen', schreef procureur Koning in het getuigschrift. Het grootste deel van zijn ar beidzame leven sleet De Wit sinds dien bij de luchtmacht. Aanvanke lijk vervulde hij er de dienstplicht en gesteld voor de keuze besloot hij in 1954 als burgerlijk vrijwilli ger onder de wapenen te blijven. Tot en met zijn pensioen in 1975 werkte Willem de Wit bij de tech nische dienst van het leger. Marenpoort Sindsdien kan de muziek al zijn aandacht opeisen en doet dat ook zonder gêne. Door het hele huis verspreid staan orgels en accor deons. "Ik kan niet buiten de mu ziek, dat is het rotte", zegt Willem de Wit. Hij maakt één uitzonde ring. "Alleen de eerste zaterdag van juli houd ik vrij. Dan is er een reünie van vliegveld Soesterberg. Daar ben ik altijd bij". De avond ervoor heeft Willem de Wit nog een traditie in ere ge houden: hij boekte een optreden in café De Marenpoort op 3 okto ber. "Ik heb er al zo'n vier bazen meegemaakt", zegt hij met een glimmend gezicht. "Ja, ze hadden me dit jaar ook gevraagd voor de Leidse Schouw, maar dat heb ik toch maar afgehouden". Ter vie ring van de Spaanse nederlaag zit de 76-jarige De Wit ook deze keer weer dertien uur achter de accor deon. Op de avond van 2 oktober speelt hij van negen tot één uur. Op de eigenlijke feestdag is duo De Wit 's middags van drie tot ze ven uur en 's avonds van negen tot twee uur present. "Ja, dat gaat zo'n beetje achter elkaar door", zegt hij alsof dat op zijn leeftijd de gewoonste zaak van de wereld is. De muzikale noot, zoals De Wit zelf zegt, bepaalde al in een vroeg stadium zijn leven. "Of je het ge looft of niet, op mijn dertiende was ik al kampioen van Zuid-Hol land. En ik weet nog precies wat ik toen gespeeld heb: een gedeelte uit La Stradella en Madame De la Court. Dat was met muziekgezel schap Crescendo". Willem de Wit moest nog drie jaar wachten eer hij financieel ge win uit zijn accordeon kon halen. "Ik begon met spelen in een caba ret in café De Sierkan. Elke zater dag en zondag. De Sierkan bestaat nu niet meer, maar dat zat aan de Haarlemmerstraat. Naast de Rex, de bioscoop. In dat pand zit nu een meubelzaak". Of hij al die tijd alleen in Leiden speelde? "Ben je besodemieterd. Welnee, man, ik heb overal geze ten". Er komt een beker op tafel die als bewijs kan dienen. Er staat 'Beste aller tijden 1985' op en blijkt afkomstig van het familie blad Story. Hoe ze nu opeens bij» hem terecht zijn gekomen, weet Willem de Wit niet zo precies meer. "Ze hadden hier en daar geïnformeerd en zijn toen kenne lijk bij mij uitgekomen". Wim Kan Toch heeft Leiden - meer be paald het studentencorps - talloze malen een beroep op hem gedaan. "In de sociëteit zat ik doorlopend en ik kom al sinds 1928 in de geslo ten huizen van de studenten. Al leen de Varsity heb ik dit jaar laten lopen. Dat werd toch iets te zwaar. Maar dat sociëteitswerk heb ik al tijd hartstikke leuk gevonden. Jongen, er zitten musici onder die studenten, daar word je verlegen De Wit draait het gesprek als bij toverslag weer in de richting van het leger. "Ik kwam in 1930 bij de luchtmacht en ging naar Soester- ritatief werk gedaan. Veel voor be jaarden. Vaak in het Elisabeth Gasthuis opgetreden. En denk er om: altijd tegen onkostenvergoe ding, nooit voor een gesalarieerd bedrag". Deze periode in zijn leven roept bij Willem de Wit de mensen in. herinnering met wie hy speelde. "Ik heb heel lang samengespeeld met een neef. Nou ja, een neef, dat 'wil zeggen: een heel verre neef. Aad Hanselaar, een gerenom meerd musicus. En de meeste tijd speelde ik met Cor Barning. Dat was niet eens zo'n goede drum mer, maar die goser had een stem. Ongelofelijk. En nu dus met Toon Bom". Trompetje Zijn stem daalt een octaaf bij het uitspreken van de 'laatste naam. Willem de Wit is eigenlijk niet zo, enthousiast over zijn compagnon. "Ik zeg het je maar eerlijk en hij weet het zelf ook wel. Die man komt nou nooit eens met iets. Hij gaat zo achter mijn mg met ande ren op stap. Eerlijk hoor, wanneer ik ermee uitschei, krijgt-ie niks van mij. Ik speel hem niks door". Het hoogtepunt in zijn carrière? "Dat was voor mij het werken in het gezelschap van Ebert Heems kerk. Zonder.meer. Met die man zijn we in heel Nederland geweest. Daar zat ook een andere Leidenaar bij, Henk Daalmeijer. Die noem den we altijd trompetje, een groot muzikant". "Ik heb ook nog samengespeeld met Hennie Langeveld, dat is een grote vriend van mij. Ik kan me nog herinneren dat we speelden op een bruiloft en die mensen za ten daar toch lekker te eten. En wij kregen niks. Hennie zegt tegen mij: kom op, we gaan naar buiten. Hier aan de overkant is een snack bar. Wij een patatje gehaald en dat hebben we zo voor de ruit staan opeten. Iedereen ontsteld, de cere moniemeester boos en die bruide gom zegt: heren, u kunt eten wat u wilt. Maar ik zegje één ding: als ze babbels krijgen, kunnen ze het vergeten". "Gek trouwens. De leukste brui loften heb ik altijd in Katwijk ge had. Het is een néér volk, zo in het algemeen, maar met hun bruilof ten is het altijd harstikke gezellig. En dan heb ik het niet over één bruiloft, hoor, maar wel een paar honderd". Nog een anekdote: "We hebben nog eens een keer in een huis op de Oude Vest gespeeld. Dat was een feestje van de Baghwan. We stonden ergens op een tusseneta- ge, van 's avonds tienen tot 's och tends vijf uur. Al dat roze volk. En dan stond er zo'n oude vent in het midden met allemaal van die jon ge meiden erom heen. Dat was kroelen geblazen natuurlijk. Ver der trouwens geen centje last met die lui. Maar ja: er was ook hele maal niets te drinken. Dat doen ze niet. Alleen voor ons was er wat, ieder een halve liter jenever". By een volgende anekdote loopt Willem de Wit halverwege vast. Hij pijnigt zijn geheugen, maar de afloop wil hem niet te binnen schieten. "Verdorie, dat begint toch terug te lopen", zegt hij. door Jaap Visser Voor Wim Visscher is 3 oktober "nog altijd 3 oktober en zal waar schijnlijk altijd 3 oktober blijven ook". De 45-jarige eigenaar van café Van Meizen op de Nieuwe Beesten markt meent dat het feest in wezen niet is veranderd, op een paar de tails na. Zoals het 'drinkgedrag'. Wim Visscher: "Op taptoe-avond is mijn omzet tot éénderde terugge lopen. Vroeger was de avond van de taptoe een halve 3 oktober, maar nu ligt dat even anders. Op 2 oktober is de Leidse bevolking informatief op de been. Dan wordt geïnventari seerd wat er de volgende dag alle maal is te doen". Een bezoekje afleggen aan café Van Meizen bijvoorbeeld. Een café dat net zo Leids is als pakweg de Blauwpoortsbrug. Wim Visscher: "Vooral op 3 oktober, dan zijn echt alle lagen van de Leidse bevolking hier vertegenwoordigd. Overdag hebben we hele families over de vloer. Opa en oma met kinderen en kleinkinderen. Prachtig vind ik dat. Dan wordt er wel eens een luiertje verwisseld of een flessie verwarmd. Het gebeurt ook wel dat een vrouw tje komt vragen of ze in het voorka mertje effe haar kind de tiet mag ge ven". Ontroerend "Ontroerend", vindt Wim Visscher de jaarlijkse trek van oud-Leidenaars naar de Sleutelstad. "Mensen die zijn ver huisd, maar elk jaar trouw de optocht komen bekijken en dan een paar uurtjes hier binnenwippen". Soms een hele buslading tegelijk. Vis scher: "Uit Rotterdam komt elk jaar een groep van 25 huisvrouwen. Die vallen in de loop van de middag binnen, compleet met toeters en bellen, en stappen om een uurtje of zes weer op. Tussendoor zijn ze even naar de optocht wezen kijken en voor de rest hebben ze lekker zitten pim pelen. Daar hebben ze dan wel een heel jaar voor gespaard". Sparen deed Wim Visscher vroeger zelf ook voor de viering van Leidens Ontzet. "Want je moest en zou een 3 ok- tober-meisje hebben. Daar ging je dan mee op de foto en die kwam in een siga renzaak te hangen voor de nabestellin gen. Voor de etalage van zo'n zaak stond het altijd zwart van de mensen en dan was je maar wat trots dat jouw foto daar ook tussen hing". Echt moeilijk om een 'ontzet-meisje' aan de haak te slaan was het in die tijd niet. De Steenstraat heette in de jaren vijftig de Stijfselbaan en daar werden de koppeltjes voor 3 oktober gevormd. "De meiden toonden zich best gewillig", kan Wim Visscher zich herinneren. "Niet zo vreemd, want met een vriendje waren ze vrij van onkosten en dat was ook wat waard. Met je vrienden en hun meiden ging je de stad in, naar de optocht kij ken, ergens wat eten en naar de kermis". Hosvlonder Nadat er steevast een gulden of veer tig, vijftig doorheen was gejaagd ("Om dat bij elkaar te krijgen stal je de lege flessen van je moeder en deed je allerlei rotkarweitjes"), werden de feestrelaties ontbonden. Wim Visscher: "Aan het eind van de avond leverde je het meisje keurig netjes thuis af en dan ging je als de donder met je vrienden naar de oude hosvlonder op het Schuttersveld. Dub- Wim Visscher achter de tap van het door en door Leidse café Van Meizen: geloven ze het toch niet". beitjes en kwartjes zoeken die uit de zak ken van de dansende mannen waren ge sprongen". Het was uit met de 3 oktober-pret van Wim Visscher toen hij Greet van Meizen tegen het lijf liep. "Daardoor belandde ik in de horeca. Mijn eerste 3 oktober als kelner werkte ik in de Hartesteeg, bij Jan Lucie, je weet wel van De Waag. Doordat ik kennis aan Greet had gekre gen, kwam ik later in de zaak van haar ouders". t Waar hij inmiddels bijna dertig keer 3 oktober heeft 'gevierd'. Met de hulp van bij het Leidse publiek zeer getapte kel ners als Teun Platteel en Beo (om zijn papegaaieneus) van Tongeren en onder het wakend oog van zijn schoonmoeder die boven voor de hutspot zorgt. Werken op 3 oktober vindt Wim Vis scher een feest op zich. "Want je maakt de leukste dingen mee. Elk jaar hebben we levende muziek en dat is steeds weer een verrassing. Soms pakt die goed uit en soms wat minder. We hebben één keer een damesorkest gehad en die wij ven konden me daar zuipen. De ene fles wodka na de andere, maar spelen, spe ,Als je zegt dat het al jaren rustig is, (foto Fr^d Rohdel len. Een sfeertje in de zaak. Eén van de leukste vieringen die ik heb meege maakt". Vechtpartij Minder goede herinneringen bewaart Wim Visscher aan de tijden waarin de Nieuwe Beestenmarkt en omgeving her inneringen aan het wilde westen oprie pen. "Een j^ar of tien geleden ging het er allemaal wat agressiever aan toe. Ook op 3 oktober en daar ben ik een keer zelf de dupe van gewordeh. Het begon op tap toe-avond met een enorme vechtpartij tussen twee Leidse families. Alle ruiten aan diggelen en er was geen glas meer heel. We hebben de hele nacht doorge werkt om de boel weer een beetje op or de te krijgen en op 3 oktober konden we gelukkig weer draaien". „Maar wat ge beurt er 's avonds? We hadden net de ontvangsten geteld en Greet was al naar boven. Ik wilde nog een kijkje in de wc's nemen, maar die waren door al die drui ven- en palingvellen hartstikke verstopt geraakt. Het was er zeiknat waardoor ik een enorme klapper maakte. Dreven al mijn ontvangsten in de urine. Mijn schoonmoeder heeft alle biljetten bij el kaar gevist en op handdoeken te drogen gelegd. De volgende dag heb ik het zaak je naar de bank gebracht. Ze zeggen wel eens dat geld niet stinkt, maar daar zat toch een aardig luchtje aan. Een dag la ter heb ik het hele bedrag weer opgeno- Op de klap in het toilet volgde nog geen 24 uur later in de zaak iets wat vol gens Visscher wel leek op de ontploffing van een bom. "Het was zondag 4 okto ber, tussen 11 en 12 uur 's avonds. Met een enorme knal stond er een auto half in de zaak. Lagen wéér al m'n ruiten er uit. Op dat moment sloegen bij mij de stoppen door en ben ik verschrikkelijk tekeer gegaan. Later hoorde ik dat ik die aanslag te danken had aan een collega uit de Janvossensteeg, waar toen nogal wat kroegen zaten. Die man had met een paar klanten om honderd gulden gewed dat ze niet by mij naar binnen durfden te rijden". Opgeknapt Dat durfden die klanten dus wel, waar mee het slechte imago van de Nieuwe Beestenmerkt weer eens werd beves tigd. Wim Visscher: "Gelukkig is er de laatste jaren van agressie op 3 oktober nauwelijks meer sprake. Er is hier al in tijden niets meer gebeurd en bovendien is de omgeving van de Nieuwe Beesten markt een heel stuk opgeknapt. Je hebt hier onderhand een gevarieerd uitgaans centrum gekregen. Maar als je eenmaal de naam hebt... Ze vragen nog wel eens aan me: 'Joh Wim, gebeurt er nog wel eens wat bij jou?' 'Oh jé ja', zeg ik dan, gisteravond nog. Hebben ze er een z'n strot opengesneden'. Wat moet je an ders? Als je zegt dat het al jaren rustig is, geloven ze het toch niet". Of ze moeten op 3 oktover zelf een kijkje bij Van Mei zen gaan nemen. JAAP VISSER berg. Daar speelde ik voor O O, dat betekende Ontspanning en Ontwikkeling. In 1938 ben ik weer gemobiliseerd. Dat liep toen met een sisser af, maar een jaar later moest ik opnieuw. Dat seizoen heb ik toen gewerkt in het ABC- cabaret van Wim Kan. Officieel was ik scheepsdieselmonteur, maar ik heb eigenlijk altijd aan de frontlijnen gemusiceerd". "Tja, in die oorlogsjaren maakte je muziek zo goed en zo kwaad als het ging. Ik speelde wel op bruilof ten, maar nooit in cafés. Na 1944 ben ik naar Engeland gegaan. Man, daar speelde je in grote za len. Ik ben overal geweest. Glas gow, Portsmouth, Brighton, noem maar op. Een mooie tijd. Daarna ben ik uitgezonden naar Indië. In totaal 22 maanden, erg veel opge treden". Met zijn op latere leeftijd nog be haalde diploma's kreeg Willem de Wit in het begin van de jaren vijf tig een betrekking bij de techni sche dienst. "Dat was dus als vrij williger", vermeldt hij er nog maals bij. Het scheidde de muziek van het beroep, maar de muziek bleef een belangrijk bestanddeel van zijn bestaan. "Altijd veel cha- nou nooit eens met iets" (foto., Frcd Rohdt,

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 35