Het linke een-tweetje tussen
commercie en amateursport
ZATERDAG 27 SEPTEMBER 1986
EXTRA
PAGINA 23
De sportvelden en sportzalen wor
den door het bedrijfsleven meer en
meer gezien als marktterreinen
waar grotere merkbekendheid kan
worden verworven. Het blijft al lang
niet meer bij het eenvoudige recla
mebord. In navolging van de wieler-
coureurs die van oudsher hun mé
tier als fietsende aanplakzuilen ple
gen te beoefenen, bedrijven sinds
enkele jaren ook tal van andere
sportbeoefenaars openlijk public
relations-werkzaamheden voor de
sponsorende onderneming.
Waar, cynisch gesteld, de voetballers
omwille van het resultaat er steeds
minder in slagen hun sport te promoten,
daar lopen ze thans des te meer reclame
te maken voor de firma die de clubkas
spekt.
Het ligt voor de hand dat ze dat niet
voor niets doen. Door sponsorgelden
krijgen de sportverenigingen meer fi
nanciële armslag; sporters trekken daar
van hetzij direct, hetzij indirect profijt.
Maar de geldstukken die de geldschieter
naar de sportvereniging afschuift, kun
nen een minder blinkende keerzijde
hebben. Er zijn legio voorbeelden te ge
ven van clubs, waar de huishouding on
dergeschikt is gemaakt aan het bedrijfs
belang. Met name in de professionele
sportsector soms met alle nare gevolgen
van dien.
Herinnering
In 1968 hield de Delftse eredivisieclub
Xerxes-DHC op te bestaan, nadat de
Rotterdamse automagnaat Hoogen-
boom tot het inzicht was gekomen dat
zijn investeringen toch niet het rende
ment hadden opgeleverd dat hij zich er
van had voorgesteld. Hoogenboom stel
de zichzelf financieel veilig met de ver
koop van een aantal spelers, onder wie
Van Hanegem.
Leiden, eens basketbalstad bij uitstek,
leeft nog slechts voort in de herinnering
aan een topclub die met steun van gul
uitdelende sponsors de ene na de andere
landstitel verzamelde. Eerder was daar
trouwens al de plaatselijke ijshockey-
club noodgedwongen afgeslankt van
topper naar vereniging zonder al te grote
pretenties, nadat sponsor Menken zijn
financiële bemoeienis had gestaakt.
Maar ook als het sponsorcontract nog
loopt, laten zakenlieden geregeld mer
ken dat de relatie veel meer op een zake
lijke overeenkomst dan op clubliefde
stoelt. Han Tjan, landelijk importeur van
Japanse personenauto's, begon onlangs
in de bestuurskamer van FC Utrecht
driftig met zijn portefeuille te zwaaien.
Hij verlangde prestaties van de spelers,
anders zou het met zijn 'clubliefde' wel
eens spoedig over kunnen zijn. Het drei
gement liet niet na indruk te maken, uit
eindelijk staat er voor de Utrechtse FC
een gegarandeerd jaarlijkse bijdrage van
vier ton op het spel. In de Kuip moeten
de bestuursleden van Feyenoord bin
nenkort hun bevoegdheden goeddeels
overdragen aan leden van een beheers
raad, die overeenkomstig de wens van
het steunverlenende automerk is samen
gesteld. En dan is er ook nog de Zwolse
projectontwikkelaar Marten Eibrink die
weliswaar PEC/Zwolle van de onder
gang heeft gered, maar die als tegenpres
tatie wel heeft bedongen dat hij en nie
mand anders het binnen de voetbal
stichting voor het zeggen heeft. Of zoals
de voorzitter/geldschieter het onlangs
zelf zonder enige terughoudendheid ver
woordde: „De trainer moet de spelers
opstellen die ik op zijn advies heb ge
kocht. De overige bestuursleden hoeven
daarover niet mee te praten. Dat zijn
poppetjes die blij mogen zijn met een
vrijkaart. Beleidszaken daar kan ik zelf
wel over beslissen".
Goedgeefs
Ook in de rijen waar, althans op pa
pier, een sportprestatie niet met geld
pleegt te worden vergoed wemelt het
thans van goedgeefse grote en kleine
zelfstandigen. Tot op de meest onaan
zienlijke achterafveldjes zijn ze te be
zichtigen, de liefhebbers die gehuld in
shirts met merknamen achter een bal
draven in het kader van de competitie
van de zoveelste klasSe van de onder
bond. Een voor de hand liggende vraag
is wat een ondernemer bezielt geld te
steken in een vereniging die nooit en te
nimmer door een tv-camera zal worden
'gevangen'. Een wellicht nog prangen-
der vraag is: verlangt zo'n ondernemer
in ruil voor zijn centen op z'n minst me
dezeggenschap in het beleid van zijn fa
voriete club?
Sinds jaar en dag wordt hoofdklasser
UVS financieel bijgestaan door het
bouwbedrijf Noorlander uit Katwijk aan
Zee. De laatste jaren zijn de blauwwitte
shirts gemerkt met de naam van de be
sloten vennootschap. „Voor ons vormt
de opbrengst van de shirtreclame een
fantastische aanvulling van het budget",
erkent voorzitter Bart van Leeuwen,
zonder zich uit te drukken in bedragen.
„Je kunt er iets extra's van doen, je hoeft
niet op een trainer meer of minder te kij
ken, je komt er ruimer door in je mate
riaal te zitten en je kunt wat meer voor
de jeugd doen. Maar als club moet je
budgettair rekening houden met het
wegvallen van de sponsor. Clubs die
zich bij het opstellen van de begroting
afhankelijk stellen van de financiële in
breng van het steunverlenende bedrijf,
spelen gevaarlijk spel".
Zekerheid
Naar de mening van Niek Bouman, pr-
functionaris van de Alphense zaterdag
eersteklasser ARC, hoeft dat geenszins
het geval te zijn als een sportvereniging
een meeijarig contract afsluit met een
bedrijf. „Wij voeren het sponsorbedrag
wel degelijk op de begroting op, maar
wij hebben met Cultuurweg B.V. dan
ook een driejarige verbintenis afgeslo
ten. Een contract met een dergelijke
looptijd geeft een vereniging zekerheid.
Met de sponsor hebben wij afgesproken
dat er geen mededelingen over bedragen
worden gedaan, maar iedereen kan van
mij aannemen dat we een goede sponsor
hebben. In principe vloeit het bedrag toe
naar het.eerste en tweede elftal. De
sponsor vindt dat de spelers er netjes
aangekleed bij moeten lopen. Maar om
dat we ook nog een kledingcontract met
Puma hebben, volgens welk wij vijftig
procent korting krijgen, komt die reduc
tie als vanzelf ten goede aan de hele ver
eniging".
Bij Roodenburg bestond er aanvanke
lijk enige aversie tegen de invoering van
shirtreclame bij jeugdelftallen. Maar na
een 'gewenningsperiode' stoort volgens
secretaris Henk Tegelaar en penning
meester Hans de Graaf binnen de ver-
De commercie is vandaag de dag al
doorgedrongen tot de laagste regionen van de
amateursport. Of het nu gaat om de voetballers
van UVS of de Wassenaarse hockeydames van De
Kieviten, er is altijd wel een plaatselijke
ondernemer bereid de clubkas met een stapeltje
snippen te spekken. Wat niet altijd zonder
gevolgen blijft. "We hebben geleerd dat een club
gevaar loopt als die zich te afhankelijk opstelt
ten opzichte van de sponsor". Een verkenning
van de goedgeefsheid in het Leidse regionale
sportgebeuren.
door Gerard van Putten
Lugdunum Leiden versus Tonegido Voorburg, oftewel Zwarte Wolf contra Thorn's Autobanden: elk uitgegeven dubbeltje is gedekt.
(foto Loek Zuyderduln)
eniging niemand zich er meer aan dat ju
nioren zich hullen in tenues met een
commercieel tintje. „Wij hebben deze
club van 1 januari 1983 tot 30 juni 1986
gesponsored", zegt woordvoerder Smitte-
naar van de LOI. „Want al genieten we
landelijke bekendheid, we zijn toch een
Leids bedrijf. Vandaar dat we elk jaar
een bepaald bedrag uittrekken voor so
ciale evenementen in Leiden en omge
ving. Bij de behandeling van de verzoe
ken om financiële steun die hier met
stromen binnenkomen, proberen we een
zo groot mogelijke diversiteit aan te hou
den. Toen de bestuursleden van Roo
denburg ons benaderden om een zeker
bedrag beschikbaar te stellen, hebben
wij als volgt geredeneerd. Vanuit ons
raam kijken we uit op het veld, waarom
zouden wij die mensen niet helpen bij
het rondmaken van hun clubbudget?
Het is daarom dat we in die periode van
42 maanden elk jaar rond de twaalf mille
in de kas hebben gestopt".
stijgt, uit oogpunt van de public rela
tions, zegt het wel wat. Want in een
dorpsgemeenschap kweek je zodoende
wel goodwill".
Plaatje
Het autobedrijf Liam steekt „overeen
komstig een stilzwijgende afspraak"
jaarlijks 15.000 gulden in zaterdag-eer
steklasser Rijnsburgse Boys. „Destijds
zijn we daarmee begonnen", verklaart
directeur Kempeneers, „omdat we een
vestiging in die plaats openden. Shirtre
clame bij Rijnsburgse Boys past net zo
in ons sociale plaatje als de financiële
ondersteuning van de kerkveiling. We
zijn een strikt regionaal gebonden be
drijf. In het dorp zelf levert die shirtre
clame dan nog wel enig rendement op,
temeer omdat er in het bestuur van die
club nogal wat zakenmensen zitten. Als
die aanvulling van hun wagenpark be
hoeven, komen ze dus wel eerst naar
mij. Maar als Rijnsburgse Boys in Spa
kenburg speelt, is de reclamewaarde ni-
Beperkt effect
De meeste ondernemers zeggen dat
het een-tweetje tussen de amateursport
en de shirtreclame hooguit een beperkt
effect sorteert. Zegsman Reitzema van
de Bondsspaarbank Katwijk wijst erop
dat op de thuiswedstrijden van de voet
balvereniging Katwijk doorgaans wei
nig publiek afkomt. „Maar omdat de be
stuursleden al jaren bij ons geld komen
vragen voor ballen, shirts en broekjes
hebben we gezegd, doe maar eens iets
terug in de vorm van shirtreclame".
In navolging van LOI-employé Smit-
tenaar („We zijn ermee gestopt, omdat
het verzadigingspunt was bereikt")
wordt veelal betrokkenheid met het so
ciale en culturele leven in de plaats van
vestiging opgegeven als reden om aan
shirtreclame te doen. Al beweert woord
voerder Turnhout namens het bouwbe
drijf dat UVS sponsort: „Ik kan zeker
twee niet nader te noemen projecten
aanwijzen waarop we hebben mogen in
schrijven en die we uiteindelijk ook heb
ben mogen uitvoeren, juist vanwege on
ze relatie met UVS. Van het sponsoren
van de belangrijkste voetbalclub van
Leiden gaat ook weer een stimulerende
werking uit in de richting van de ge
meente".
Maai1 directeur Heemskerk van Men-
ken-Landbouw zegt uit ervaring te we
ten dat een kampioenschap van Noord--
wijk beslist geen hogere melkconsump-
tie tot gevolg heeft. Niettemin onttrekt
hij eens per jaar vijf procent aan het re
clamebudget („Ik noem geen exacte be
dragen, anders vindt men weer dat de
melk wel goedkoper kan") om niet al
leen Noordwijk, maar èok de Wasse
naarse hockeyclub De Kieviten en een
zaalvoetbalteam van een financiële in
jectie te voorzien. „Als bedrijf mag je je
niet onttrekken aan de plaatselijke sport
en het sociale gebeuren, is mijn opvat
ting. Als er voor bejaarden bepaalde ac
tiviteiten worden ontplooid, dragen wij
daar ook aan bij. Het is dan wel niet zo
dat de omzet van de melk daardoor
Simpel'
Flip Massaar (LFC): "We hebben ervan geleerd
Heel wat sportbestuurders hebben 'ia'
gezegd tegen J. Zwart, eigenaar van
twee sportzaken in Leiden. Welgeteld 28
verenigingen hebben hun clubtenues
voorzien van het opschrift 'Zwarte Wolf.
Daar horen onder meer Roodenburg en
Lugdunum bij, terwijl nu ook de Leidse
KNVB-elftallen door hem in de kleren
worden gestoken. "De mensen moeten
vooral niet denken dat ik een filantroop
ben", verklaart Zwart. "Ik sponsor
sportverenigingen omdat ik aan de sport
verdien, zo simpel is het".
In beginsel volstaat hij met de levering
van trainingspakken, schoenen en kle
ding aan voetbal-, judo-, handbal- en vol
leybalverenigingen. Contracten pleegt
hij niet af te sluiten met de desbetreffen
de clubs, die hem zonder uitzondering
hebben benaderd. Zwart gaat er simpel
van uit dat de naam van zijn zaak gedu
rende de wedstrijden te bezichtigen valt.
Hij becijfert dat er jaarlijks voor meer
dan anderhalve ton aan materiaal en
geld de deur uit gaat. Fiscaal is dat overi
gens niet onaantrekkelijk. Dergelijke
bedragen kunnen in principe als be
drijfskosten worden opgevoerd, aldus
de Leidse belastinginspecteur Van Bo
ven. Bovendien gaat Zwart er prat op
dat tot nu toe elk uitgegeven dubbeltje
gedekt is. „Als je niks weggeeft, krijg je
ook niks terug. Aan de andere kant be
kijken we elk jaar opnieuw of we sport
verenigingen gaan sponsoren. Of we op
deze voet kunnen doorgaan met het on
dersteunen van zoveel sportclubs, daar
moet ik eerlijkheidshalve toch een
vraagteken bij zetten".
Wat voor Zwart nog maar een vraag is
(„Ik hoop dat de toeloop van klanten
mede wordt veroorzaakt door de shirtre
clame"), is voor z(jn Alphense collega
Frans Bahlmann vrijwel een weet. Een
handelaar in sportartikelen die geld uit
hil. Geen Spakenburger die hier een au
to komt kopen".
Shirtreclame is overeenkomstig de
KNVB-normen toelaatbaar tot een ma
ximale afmeting van 35 centimeter
breed en 6 centimeter hoog. Er rust bo
vendien een verbod op het uitdragen
van biermerken, zoals ook propaganda
voor tabaksartikelen en sexclubs taboe
is. Voor het overige geeft de bond vraag
en aanbod vrij spel. Aanbod waarin ook
het overgrote deel van de afdelingsclubs
zich maar al te gaarne mengt. In het lage
re voetbal wordt dan niet gesproken in
termen van tienduizenden guldens zoals
bij de topamateurclubs; als een sportief
ingestelde bedrijfsleider bereid is de
shirtjes, broekjes en kousen voor zijn re
kening te nemen, zal menig bestuurder
zijn voetballers als reclame-objecten
aanbieden. Bij een club als VNA bijvoor
beeld lopen vier elftallen reclame te ma
ken voor vier verschillende firma's. ZLC
wordt aangekleed door Johan van Mil,
uitbater van 't Vattegat. Hij staat garant
voor de kleding van de selectie, hetgeen
de penningmeester van ZLC een bespa
ring van 1300 gulden oplevert.
trekt voor sportsponsoring krijgt daar
onherroepelijk inkomsten voor terug, is
zijn stelling. „Je zit nu eenmaal bovenop
de sport met je handel".
Bonnensysteem
Bahlmann heeft zijn naam gegeven
aan een zaalvoetbalteam, aan Alphense
Boys, de korfbalclub Tempo, het tennis-
team van TE AN en de handbalclub Rijn
streek. Alles bij elkaar zegt hij jaarlijks
20.000 gulden kwijt te zijn aan de sport.
Hij heeft een ingenieus bonnensysteem
ontwikkeld, dat menig bestuurder aan
leiding zal geven de leden naar zijn win
kel te verwijzen. „Want van het bedrag
dat een verenigingslid bij mij besteedt,
vangt de club tien procent. Spaart de
penningmeester dus al die koopbonnen
op, dan kan de club een leuke deal ma
ken".
Als vrijwel enige voetbalclub in de re
gio heeft Quick Boys zich niet laten
strikken door het bedrijfsleven. Princi
piële redenen blijken daaraan overigens
niet ten grondslag te liggen, al hebben
de verenigingsleden op de jaarvergade
ring in meerderheid hun voorkeur uitge
sproken voor het shirtopschrift 'Quick
Boys' boven de naam van welke onder
neming dan ook.
„De deur staat voor shirtreclame op
een kier, maar niet wijd open", drukt
voorzitter Arie Guyt zich plastisch uit.
„Wij vinden dat je je als vereniging pas
dan met shirtreclame moet inlaten wan
neer er sprake is van een verbintenis
met continuïteit. Bovendien moet er te
genover shirtreclame een geldbedrag
staan waarin netto-rendement zit. En
dan heb ik het niet over 5000 gulden, dat
ben je tegenwoordig al kwijt aan schoe
nen voor je selectie. Nee, wij denken dan
aan een bedrag dat kan worden gebruikt
ter verbetering van de accommodatie.
Wat de toekomst gaat brengen weet ik
niet, wat ik wel weet is dat we nu onszelf
nog kunnen bedruipen, en eigenlijk vin
den we dat best. Want shirtreclame kan
positief werken binnen een vereniging,
uiteindelijk kun je door de opbrengst er
van je contributies lager houden en
meer activiteiten organiseren. Maar
shirtreclame kan ook z'n gevaarlijke
kanten hebben. Inmenging in het be
stuursbeleid bijvoorbeeld. Of verregaan
de bemoeienis van de sponsor met de a-
selectie".
Toch gebleven
UVS-voorzitter Bart van Leeuwen
zegt van dat alles geen last te hebben. De
directeur van het donerende bouwbe
drijf („van nature een UVS-man") mag
dan wel eens om advies over bepaalde
zaken worden gevraagd, uiteindelijk
heeft het bestuur volgens Van Leeuwen
de beslissende stem. „Ooit hebben wij
een andere trainer genomen dan degene
die hij aanbeval, Noorlander is toch ge
bleven".
Ook woningdecorateur Henny Blik-
man verlangt van LFC weinig terug voor
zijn donatie van 20.000 gulden, waarvan
de helft is bestemd voor de betaling van
shirtreclame. „Zolang de voetballers
zich niet te buiten gaan aan wangedrag
zal ik mijn stem niet laten horen", zegt
Blikman. „De naam van mijn bedrijf
mag in geen geval in diskrediet worden
gebracht", stelt ook supersponsor Zwart
als voorwaarde. „Ik ga zelden of nooit
naar wedstrijden kijken. Maar toen ik
vorig jaar hoorde dat er problemen wa
ren geweest met het zaalvoetbalteam,
ben ik wel naar het bestuur gestapt. Ik
wil niet dat er scheidsrechters worden
gemolesteerd, anders stop ik ermee".
De invloed van Fer van Duuren bij
VTL is wel groot. Maar de langzaamste
tapijtlegger van Leiden verenigt dan ook
het sponsorschap met de positie van
clubvoorzitter. „Dat gaat heel makke
lijk. Voor het begin van het seizoen stel
ik me op als sponsor. Dan spreek ik met
de andere bestuursleden een vast be
drag af ter vergoeding van de shirtrecla
me. Voor dit jaar is dat bepaald op 5000
gulden. De rest van het jaar ben ik ver
enigingsbestuurder. En dan denk ik niet
alleen aan de selectie, ik denk dan vooral
aan het belang van de hele vereniging.
De macht van een sponsor mag naar
mijn opvatting niet zo ver reiken dat-ie
overgaat tot het ronselen van spelers. Ik
weet zeker dat dit bij andere clubs wel
gebeurt. En dan nog met goedkeuring
van de KNVB, want het is toch belache
lijk dat die bond het toestaat om aan spe
lers een kilometervergoeding van 41
cent uit te betalen tot een maximumbe
drag van 4000 gulden per seizoen. Ik heb
hier een jongen lopen, die woont in Gou
da, een kleinzoon van de erevoorzitter.
Hij krijgt van mij 15 gulden in de week
als reiskosten, daar moet-ie maar genoe
gen mee nemen. Vinden anderen dat er
meer moet worden gedaan voor de selec
tiespelers, dan ben ik weg. VTL is geen
profclub".
Roebels
Volbloed LFC-er Flip Massaar kan er
als oud-bestuurslid van getuigen dat de
combinatie geldschieter-bestuurslid
niet altijd aanslaat. Hij doelt dan met na
me op het omstreden fenomeen Cor Sip,
die voor het eerst in 1974 de bestuurska
mer betrad. „De club draaide niet floris
sant, dus waren wij maar wat blij dat-ie
een zooitje roebels op tafel gooide. Ik.
moet zeggen dat Sip goed werk heeft ge
daan. Hij heeft in de kantine een nieuwe
vloer laten leggen en hij heeft de kleed
kamers laten verbouwen. Maar achteraf
zeg ik dat het een grote fout is geweest
hem in het bestuur te halen. Toen kreeg
Sip te veel macht. Hij kwam met allerlei
spelers aanzetten. Hij wilde ook trainer
Raboen ontslaan na een nederlaag bij
DHL. Uiteindelijk hebben wij hem twee
dagen daarna weggestuurd. Daarvan
hebben wij nog lange tijd de naweeën
ondervonden, want al die spelers die hij
had gehaald gingen ook meteen weer
weg bij LFC. Van die periode heb ik
twee dingen geleerd: dat een club gevaar
loopt als die zich al te afhankelijk opstelt
ten opzichte van een sponsor, en ook dat
het niet juist is om spelers te betalen".
In grote lijnen komt de mening van
Massaar overeen met die van Wally Gal-
lert, de secretaris van Unitas Leiden. Bij
die club dook Sip op na diens congé bij
LFC. „Sip", zegt Gallert, „heeft Unitas
van niets tot iets gemaakt. Hij was een
goed organisator, hij inspireerde de spe
lers, hij was als geen ander in staat fees
ten te bouwen. Maar Sip is ook een man
die geneigd is de macht naar zich toe te
trekken. Op het laatst was hij hier spon
sor, bestuurslid en kantinebeheerder,
het enige dat-ie niet deed was doelpun
ten maken. Een beetje teveel van het
goede. Op grond van die ervaring zou ik
nu dan ook nee zeggen tegen een spon
sor die bereid is 25.000 gulden in de ver
eniging te pompen, maar die daarvoor in
ruil dan wel alles voor het zeggen wil
hebben".