Terrorisme:
wapen van
de zwakken
West-Duitsland:
altijd weer RAF
Engeland: grote
waakzaamheid
Italië: geen
noodwetten
België overdag
boodschappen
Frankrijk: 'n
beetje naïef
Spanje: gewend
aan terreur
SATERDAG 20 SEPTEMBER 1986
West-Duitsland volgt bijna ademloos
de serie bomaanslagen in Frankrijk en
de drastische maatregelen die de rege
ring van pemier Jacques Chirac neemt.
Kranten en televisie besteden ruime
aandacht aan elke ontploffing en bren
gen uitgebreide reportages over de reac
ties van de Franse bevolking.
De aanslagen in eigen land komen op
dit moment op de tweede plaats, hoewel
er in de Bondsrepubliek de laatste tijd
op het gebied van terreur ook het een en
ander is gebeurd. Maar behalve wat
meer politie en pantserwagens in de
hoofdstad Bonn en scherpere controle
op de vliegvelden, is er weinig te merken
van verhoogde paraatheid. Van paniek
onder de bevolking is al helemaal geen
sprake, hoewel de RAF toch vrijwel elke
week wel ergens toeslaat.
Na de moord op 9 juli op de Siemens-
topdirecteur Karl-Heinz Beckurts en
zijn chauffeur, is een serie aanslagen ge
volgd. De moord op Beckurts was het
werk van de harde kern van de RAF, het
RAF-Commando. Deze groep bestaat
volgens de Westduitse opsporingsdienst
uit maximaal 20 leden, die volledig on
dergronds leven. Zij doden zonder waar
schuwing.
Behalve deze keiharde moordenaars
onderscheidt de Westduitse veiligheids
dienst nog drie groepen binnen de RAF.
In de eerste plaats de ongeveer 30 leden
die in de gevangenis zitten en van daar
uit door middel van bijvoorbeeld hon
gerstakingen het signaal voor nieuwe ac
ties geven. Dan is er de 'RAF-omgeving'
met ongeveer 200 mannen en vrouwen,
die onder meer de propaganda voor de
RAF verzorgen en de verspreiding van
de RAF-krant 'Samen strijden' coördi
neren. Uit deze groep zijn sinds half
april 1984 'Militante Illegalen' voortge
komen. Deze groep, met naar schatting
15 tot 20 leden, dankt haar naam aan het
feit dat men soms maanden in de illega
liteit leeft, maar daarna weer boven
gronds aan de slag gaat. Het zijn de 'Mili
tante Illegalen' die voor de bomaansla
gen van de laatste weken verantwoorde
lijk zijn. Zij plegen aanslagen, niet om te
doden maar om het vertrouwen in de de
mocratie te ondermijnen en de bevol
king onzeker te maken, aldus de opspo
ringsautoriteiten. Meestal waarschuwen
'Militante Illegalen' kort van tevoren,
ontploffen hun bommen op een tijdstip
dat het risico van slachtoffers uiterst
klein is en laten ze brieven achter waarin
een relatie wordt gelegd naar andere in
Europa strijdende terroristische bendes.
De politie gaat ervan uit dat het
moordcommando van de RAF vooral uit
deze kring de gelederen af en toe aan
vult. Ook is men ervan overtuigd dat er
vrij nauwe contacten tussen de 'Illegale
Militanten' en het 'RAF-Commando' be
staan. Dit wordt onder meer afgeleid uit
het feit dat beide groepen af en toe de
zelfde explosieven gebruiken.
Ook de strategie van de Rote Armee
Fraktion heeft nauwelijks nog geheimen
voor de Westduitse veiligheidsdienst.
Nog altijd geldt de leer van de terroris
ten van het eerste uur, Ulrike Meinhof,
Andreas Baader en Gudrun Ennslin dat
aan dit 'Schweinesysteem' de oorlog
wordt verklaard.
De nieuwe generatie heeft daartoe drie
doelen voor ogen. In de eerste plaats de
'militaire machine' van het Westduitse
leger, de Amerikaanse troepen en het
NAVO-hoofdkwartier. Het tweede doel
is het 'repressieapparaat' van rechters,
politie en openbaar ministerie. Het der
de doelwit is het 'militair-industrieel
complex', waartoe managers van wapen
fabrieken horen.
De veiligheidsdienst weet het allemaal
precies. Ook de namen van de meeste
gezochte terroristen zijn bekend, hun fo
to's hangen bijna overal. Maar ondanks
enorme inspanningen en hypermoderne
apparatuur wordt er byna geen terrorist
opgepakt. De RAF schiet en moordt ver
der, de Duitsers zyn er al bijna aan ge
wend.
In Groot-Brittannië heeft men lang ge
meend het patent te hebben op terroris
mebestrijding. Lang voordat de Arabi
sche terreur oversloeg naar Europa, had
den de Britten al ruime ervaring opge
daan met terroristen van eigen bodem in
de vorm van de IRA. De terreurcampag-
ne van die organisatie brandde in 1974
pas goed los met bomaanslagen op het
Britse vasteland die aan tientallen men
sen het leven kostte en die het sociale en
economische leven in een aantal steden
totaal ontwrichtten. Het leidde tot dicht
geplakte postbussen, posters in de me
tro- en winkelcentra, grote waakzaam
heid en overal politie. Het leidde even
eens tot een bijna hysterische anti-Ierse
stemming.
De druk op de politie om de daders in
de kraag te vatten was ongekend groot.
Britse regeringen van toen en nu geven
er regelmatig blijk van de roep van het
volk om actie niet te kunnen weerstaan.
Een (tijdelijke) wet op de preventie van
terrorisme werd haastig ingevoerd en is
nog steeds van kracht. Onder de wet kan
de minister van binnenlandse zaken ie
dere groep ontbinden waarvan hij ver
moedt dat ze met terroristische activitei
ten te maken heeft. Iedereen van wie
men 'redelijkerwijs vermoedt' dat hij of
zij met terrorisme te maken heeft, kan
zonder beschuldiging zeven dagen wor
den vastgehouden.
De wet, die terrorisme definieert als
'het gebruik van geweld voor politieke
doeleinden', is tot nu toe slechts ge
bruikt voor gewelddadigheden die in
verband staan met Noord-Ierland. Vol
gens critici heeft die het terrorisme
geen halt toegeroepen. De organisatie
voor burgerrechten meent dat het meer
kwaad dan goed gedaan heeft en geleid
heeft tot levenslange gevangenisstraffen
van twintig personen voor IRA-aansla-
gen. Die twintig zouden allen bijna zeker
onschuldig zijn.
Een van de meest complexe problemen waarmee
Europa te maken heeft is het terrorisme.
Terroristen gedijen onder vele
leefomstandigheden, opereren op verschillende
manieren en houden er een grote variëteit aan
ideologieën op na. Die grote verscheidenheid
maakt het de Europese regeringen niet
gemakkelijker.
Ondanks de aanslagen van de laatste weken - de
explosies in Frankrijk liggen nog vers in het
geheugen - menen experts dat terreur het wapen is
van de zwakken. Volgens deze deskundigen vormt
terrorisme geen grote bedreiging voor de
democratieën. Intussen echter bezorgen
terreurdaden de regeringen flinke hoofdbrekens.
Onze correspondenten beschouwen de stand van
zaken in zes Europese landen.
se strijdkrachten. Slechts zelden kwa
men burgers bij gewelddaden om het le-
Het Arabische terrorisme maakte pas
recentelijk zijn entree in Spanje. Vorig
jaar april vloog het restaurant El Des-
canso in de lucht, dat vanwege zijn Ame
rikaanse menukaart en lage prijzen tal
rijke Amerikanen van de militaire basis
van Torrejon onder zijn clientèle kende.
De aanslag werd opgeëist door de Yïhad
Islamica als een vergeldingsaktie tegen
de VS. Onder de 18 dodelijke slachtof
fers bevond zich echter geen enkele
Amerikaan, allen hadden de Spaanse na
tionaliteit.
Maar in die strategie van de ETA - bur
gers te ontzien en slechts militairen en
leden van de politie en Guardia Civil tot
doelwit kiezen - lijkt de laatste tijd enige
verandering te zijn gekomen. In de cam
pagne tegen het toerisme in de afgelo
pen twee jaar had de ETA nog scrupu
leus getracht om geen slachtoffers te
veroorzaken onder toeristen. Vlak voor
dat ergens in een van de toeristencentra
aan de Costa del Sol of in de buurt van
Alicante een bom tot ontploffing werd
gebracht, pleegde de ETA een waar
schuwingstelefoontje, waardoor de toe
risten tijdig geëvacueerd konden wor
den. Maar de aanslag van 14 juli jongstle
den in Madrid, toen een autobom explo
deerde bij het passeren van een bus vol
jonge Guardia Civiles, lijkt met die voor
zichtigheid te breken. Onder de 13
slachtoffers van die aanslag bevonden
zich ook enkele nietsvermoedende voor
bijgangers. Uit die actie van de ETA
maakten sommigen op dat de Baskische
terreurorganisatie het criterium van de
selectiviteit voorgoed had laten varen.
Terwijl diverse enquêtes hebben uit
gewezen dat het terrorisme onder de
Spaanse bevolking veel minder leeft dan
bijvoorbeeld de werkloosheid of de ge
wone dagelijkse delinquentie, heeft het
voor de opeenvolgende regeringen de
hoogste prioriteit. Een van de argumen
ten van de putschisten, die in februari
1981 probeerden de democratie beentje
te lichten, was dat de democratie niet in
staat was een eind te maken aan het ge
weld. 'Vrucht' van die militaire chantage
was de Anti-terreurwet, die kort na de
mislukte coup van kracht werd. Op ba
sis van die wet heeft de Spaanse politie
de bevoegdheid om in bepaalde gevallen
de constitutionele garanties op te schor
ten. Indien een arrestant verdacht wordt
Een gewonde vrouw krijgt'hulp van omstanders, nadat afgelopen woensdag
zware tol had geëist: 5 doden en 400 gewonden.
van terroristische aktiviteiten of mede
plichtigheid daaraan, kan hij geruime
tijd geïsoleerd worden, zonder dat de
desbetreffende advocaat in de gelegen
heid wordt gesteld met diens cliënt te
praten. Maar de ervaring van de afgelo
pen vijf jaar heeft uitgewezen dat de An
ti-terreurwet weinig effectief is geweest.
Vanwege het misbruik dat er in een aan
tal gevallen van die wet gemaakt is en
het gebrek aan juridische zekerheid,
gaan er in Spanje steeds meer stemmen
op die wensen de omstreden wet maar af
te schaffen.
Italië heeft een lange ervaring met bin
nenlands terrorisme, zowel van links
(Rode Brigades) als van rechts, en het
heeft geprobeerd dit gevaar het hoofd te
bieden zonder speciale noodwetten in te
voeren. Wel werd het begrip 'terrorisme'
als verzwarende omstandigheid in het
strafrecht geïntroduceerd, met bepaalde
consequenties als verlenging van voor
arrest.
Door verhoogde waakzaamheid, een
absolute weigering om met terroristen te
onderhandelen (zelfs wanneer, zoals in
Brandweerlieden dragen een gewonde man weg, afgelopen woensdag in
Parijs. (foto APi
het geval van Aldo Moro, een mensenle
ven op het spel stond) en, een tijd lang,
de inzet van speciale antiterreurbriga
des (zoals bij de bevrijding van generaal
Dozier in Verona) kon het gevaar ten
slotte worden gekeerd. De belangrijkste
oorzaak van dit succes was echter van
politieke aard: op den duur konden al
leen de meest verstokte terroristen nog
menen dat zij de voorhoede vormden
van een op handen zijnde revolutie.
Strafvermindering als beloning voor
medewerking met justitie werd toen
voor velen het voornaamste argument
om de strijd op te geven.
Bij honderden zitten de terroristen nu
in de gevangenis en van hun onverwin-
nelijk schijnende organisaties zijn alleen
nog wat geïsoleerde brokken overgeble
ven. Anders liggen de zaken met het in
ternationale terrorisme, met name het
Palestijns-Arabische, dat Italië evenmin
heeft gespaard: van de eerste bloedige
aanslag op het vliegveld Fiumicino (de
cember 1973) tot de laatste van vorig jaar
kerstmis heeft het tientallen slachtoffers
geëist. Hier worden dezelfde wetten en
principes toegepast, maar de politieke
oorzaken liggen elders.
Premier Craxi heeft onlangs toegege
ven dat de inlichtingendiensten wel
voortdurend waarschuwingen krijgen,
maar dat concrete aanwijzingen vaag
blijven. Het is zeker dat Italië tot de
doelwitten blijft behoren, maar effectie
ve bestrijding is alleen mogelijk als alle
Europese staten samenwerken en hun
maatregelen coördineren.
Tot nu toe genomen maatregelen om
vatten: een tijdelijke visumplicht voor
Noordafrikanen (die overigens onlangs
ten einde liep), het besluit om ook diplo
matieke begage te controleren, en ten
slotte verscherpte controle aan de gren
zen, op luchthavens en stations. Er is
geen sprake van een angstpsychose,
maar wel, zegt Craxi, van 'een serieuze
alarmtoestand'.
Voor de Belgische bevolking zit in de
berichten over de Parijse bommenter-
reur iets van 'déja vu'. Ruim een jaar ge
leden werden onze zuiderburen immers
ook bijna dagelijks geconfronteerd met
een vergelijkbare terreurcampagne.
Tussen oktober 1984 en juni 1985 pleeg
den de Strijdende Communistische Cel
len (CCC) maar liefst 29 bomaanslagen,
hoofdzakelijk in Brussel.
De balans: twee doden, drie gewonden
en voor miljoenen guldens aan schade.
Bovendien hadden de Belgen hun Ben
de van Nijvel, die bloedige aanslagen op
supermarkten pleegde waarbij 16 doden
vielen. De angstpsychose, die na de re
cente aanslagen over de de Parijse be
volking is gekomen, bleef hier echter
uit. De Belgen verwerkten de terreur
veel gelatener dan de Fransen, die nu in
elke tas een bom en achter elke boom
een terrorist menen te ontwaren.
Dat komt vooral omdat de CCC zich
niet tegen de bevolking richtte. De aan
slagen vonden meestal 's nachts plaats
op onbevolkte kantoorgebouwen en
werden vrijwel steeds tevoren aange
kondigd, zodat slachtoffers konden wor
den vermeden. De twee doden vielen
in Parijs een nieuwe homaanslag een
(foto ANP)
per ongeluk. Het waren brandweerman
nen die een in brand gevlogen bomauto
probeerden te blussen, door een coördi-
natiefout bij de politie onwetend van de
lading van het voertuig.
Het was de CCC er geruime tijd steeds
veel aan gelegen om slachtoffers tè voor
komen. Hun acties richtten zich tegen
militaire installaties, NAVO-gebouwen,
vestigingen van Amerikaanse bedrijven
en kantoren van politieke partijen en
werkgeversorganisaties. Concrete eisen
had de CCC niet, de pamfletten waren in
algemene termen gesteld en gericht te
gen de Navo, de Amerikanen en de hen
steunende instellingen en bedrijven.
Pas tegen het einde van hun bommen-
campagne begaf de CCC zich onder het
publiek. Toen werd de terreur verlegd
naar 'het kapitaal', oftewel de banken.
Tegelijk werden de cellen brutaler. Aan
slagen werden gepleegd op klaarlichte
dag op bankkantoren in Namen en Char
leroi. Steeds echter werden deze tijdig
gewaarschuwd zodat de klanten zich in
veiligheid konden stellen.
Eind 1985 werden in Namen een
vrouw en drie mannen opgepakt op ver
denking de harde kern van de CCC te
vormen. Die vier zitten nog steeds vast,
hoewel de Belgische justitie er grote
moeite mee schijnt te hebben voldoende
bewijsmateriaal tegen hen te verzame
len. Uit het feit dat sinds juni vorig jaar
geen aanslagen meer zijn gepleegd zijn,
wordt echter afgeleid dat dit wel dege
lijk de bewuste CCC'ers zijn.
De bommencampagne heeft in België
geen sporen achtergelaten, of het moet
zijn op justitieel niveau waar de terreur
bestrijding sinds vorig jaar drastisch is
gereorganiseerd. De altijd wat laconieke
Belg heeft zich door de CCC niet gek la
ten maken. Daarin slaagden wel de niet
door politieke motieven gedreven mis
dadigers van de Bende van Nijvel, die in
het najaar van 1985 via zinloze en zeer
bloedige (16 doden) moordpartijen in
Belgische supermarkten angst en pa
niek zaaiden onder het winkelende pu
bliek.
Deze Bende, die nog altijd niet is opge
rold, maaide in volstrekte willekeur tien
tallen mensen neer bij hun overvallen,
die zelden meer dan enkele tienduizen
den guldens opleverden. Hen was het
dan ook niet om het geld, maar om de
blinde terreur te doen. Maandenlang
durfden mensen niet meer 's avonds in
het donker boodschappen te gaan doen.
Supermarkten van vooral het Delhaize-
concern werden tot in het vooijaar elke
avond door gewapende politiemannen
bewaakt.
Maar naarmate de bloedbaden van
Aalst, Overuse en Eigenbrakel uit het
geheugen verdwenen, verdwenen ook
de politiemannen en is het 's avonds
weer net zo druk als vroeger in de super
markten. De politie heeft een handvol
verdachten opgepakt, maar zekerheid
dat het hier om bendeleden gaat is er
nog steeds niet.
Misschien moet dit najaar daarover
uitsluitsel brengen. De Bende van Nijvel
pleegde zijn aanslagen - vijftien sinds
1983, met een totale balans van 30 doden
- immers steeds in het najaar, wanneer
het al donker was en wanneer de win
kels nog open waren. Er zijn daarom
heel wat Belgen die de komende donke
re maanden met vrees tegemoet zien en
hun boodschappen weer overdag gaan
doen. Plannen om supermarkten weer te
gaan bewaken zijn er echter nog niet.
Die komen meestal als het te laat is.
door Rudolph Bakker (Parijs), Gerrit-Jan Hoek (Madrid), Hein ten
Kortenaar (Rome), Hans Hoogendijk (Bonn), Hans de Bruijn
(Brussel) en Lia van Bekhoven (Londen).
«w
Terrorisme in Frankrijk is al jarenlang
import, sinds het rumoer rond de eigen
'Action Directe' is verstomd. De laatste
terreurdaad van 'Action Directe' was de
moord op de generaal René Audran in
januari 1985. Ze viel in dezelfde "periode
als de moord op de Duitse industrieel
Ernst Zimmermann en bewees dat 'Ac
tion Directe' toen al werd gedirigeerd
door de Westduitse Rote Armee Frak
tion.
'Opeenvolgende Franse regeringen
hebben altijd met een mengeling van
naïveteit en bedeesdheid gereageerd op
terreurdaden', aldus het weekblad 'Le
Point' deze week. Men herinnert zich
nog de vrijlating onder het bewind van
president Giscard in januari 1§77 van
Abou Douad, een Palestijnse terrorist
die het bloedbad onder de Israëlische
deelnemers aan de Olympische Spelen
in München had georganiseerd. En men
herinnert eraan dat in een land als
Frankrijk de justitie niet altijd kans ziet
het recht zijn loop te laten en wel eens
opdracht krijgt deze loop van het recht
te verleggen in de richting van een hoger
politiek doel.
Dat terroristen uit het Nabije Oosten
uitgerekend in Frankrijk over hun eigen
voeten vallen om er rampen en onheil te
stichten, hebben achtereenvolgende
Franse regeringen min of meer aan zich
zelf te danken. Hun historische banden
met landen als het Franstalige Libanon
en de behoefte om ook in het postkolo
niale tijdperk nog de rol van wereld
macht te spelen qp tonelen waar ze geen
feitelijke macht meer bezitten, hebben
gemaakt dat ze gordiaanse knopen dien
den te ontwarren en wespennesten te
neutraliseren zonder dat ze daartoè de
middelen tot hun beschikking hadden.
Aanhangers van premier Chirac pro
beren wel de 'schuld' van de huidige toe
stand op de socialisten af te schuiven,
omdat die immers Georges Ibrahim Ab-
dallah hadden gearresteerd en met de
terrorist kennelijk geen korte metten
hadden weten te maken. Steeds luider
wordt dan ook een stem als die van oud
minister van binnenlandse zaken Ponia-
towski, die ervoor pleit terroristen met
uizichtloze strafregisters en moorddadi
ge vrienden eenvoudig in hun cel 'zelf
moord te laten plegen'. De oud-minister
van president Giscard denkt daarbij na
tuurlijk aan leden van de Westduitse
Baader-Meinhof-groep, die een soortge
lijk lot beschoren waren.
Visaplicht en bewapende jeëps langs
de Belgische en Spaanse grenzen zullen
in Frankrijk het terreur-probleem niet
oplossen. De Franse geheime diensten
hebben echter ook minder opzichtige
middelen ter beschikking om daders en
handlangers op het spoor te komen, zo
dra ze eenmaal hun 'naiveteit en be
deesdheid' hebben afgeschud.
Spanjaarden worden zo langzamer
hand niet meer koud of warm van aan
slagen in hun land. En dat terwijl Spanje
met Ierland een toppositie in Europa in
neemt als het gaat om dodelijke kogels.
Wanneer de Baskische ETA of een ande
re sinistere organisatie weer eens toe
slaat, haalt het merendeel van de Spaan
se bevolking berustend de schouders op
of uit even zijn verontwaardiging, maar
meteen daarna gaat men over tot de orde
van de dag. Van een nationale psychose,
zoals nu in Frankrijk te bespeuren valt,
is in Spanje absoluut geen sprake.
De verklaring voor die algemene apa
thie is wellicht dat het terrorisme in
Spapje tot dusverre betrekkelijk selec
tief te werk is gegaan. Van de meer dan
600 dodelijke slachtoffers die het terro
risme sinds de eerste aanslag van de
ETA in 1968 op de beruchte politiechef
Meliton Manzanas op zijn kerfstok heeft,
is het overgrote deel leden van de Guar
dia Civil, van de politie of van de Spaan