Wij gaan langer mee dan Madonna' Waar burenhulp tekort schiet In Ierse folkpubs krijgt bier geen kans om dood te slaan Stichting Terminale Thuishulp Oegstgeest biedt haar diensten aan ZATERDAG 20 SEPTEMBER 1986 PAGINA 23 Barney McKenna (links) en John Sheahan van The Dubliners in het Ierse havenplaatsje Howth: "Je wordt allemaal een dagje ouder". «kogpdj Zeven toonaangevende Ierse folk-acts zijn zaterdag 27 september te beluisteren in de IJsselhal te Zwolle. Na Leiden (1977), Eindhoven (1979) en Zwolle (1981) is de manifestatie in Overijssel alweer het vierde Irish Music Festival in Nederland. Tot de optredende artiesten behoren dit jaar Dé Danann, Christy Moore, The Dubliners, Oisin, Martyn Travis Siard de Jong, Howard Sheahan en Moonshine. Aan de vooravond van het festival bekeek Dolf Ruesink in Ierland waaraan de traditionele folkmuziek haar populariteit ontleent. Een zwerftocht door Dublin, notities uit pubs en het relaas van bebaarde muzikanten. door Dolf Ruesink De stemming in de onopvallend aan een klimmend havenstraatje gele gen pub The Lighthouse is opper best. De pints met ale, stout en lager krijgen geen kans om dood te slaan. In een hoek van het tjokvolle eta blissement doet James Bond drifti ge pogingen de Ieren aan de beeld buis te kleven. „For your eyes only" is echter alleen letterlijk kijkvoer, want de kroegbaas heeft het geluid weggedraaid, ten faveure van de vier muzikanten rond de stamtafel. Banjo, viool en gitaar geven de toon aan, handgeklap van omstanders, wed- strijdcommentaar van de verderop de batterende biljarters en de roep om alco hol van een eerste dronkaard vervolma ken de kakofonie. Een combinatie van rook, geluid, bier en transpiratie, in Ne derland beter bekend als „een oergezel lige Ierse folkavond", zoals de organisa toren van dergelijke geimporteerde eve nementen ons willen doen geloven. Ierland in het weekeinde is een gele genheid bij uitstek om na te gaan hoe de Paddyman en zijn familie na gedane ar beid recreëren. Een speurtocht door de vuile straten van een verpauperd Duljjin en langs de ommuurde weggetjes in de dorpen langs de kust leert dat het synch- roon-gebruik van bier en folkmuziek I sinds mensenheugenis diep geworteld zit in het sociale patroon van de eiland bewoners. De pubs zitten zeker zo vol als de kerken en dat wil heel wat zeggen- in een traditioneel denkend land. Rekbaar In de cafés blijken de church-laws ech ter net zo rekbaar als de panties van de hardrennende serveerster. „De deur gaat hier altijd volgens regel om elf uur dicht", vertrouwt een joviaal trakteren de vissersbaas me toe, „maar iedereen die dan al binnen is, kan blijven zitten en ook de achterdeur staat nog open". „Ierse folkmuziek", zo verzekert me Colm Mooney bij het welkom op Dublin Airport, „heeft een brede bestaansbasis, omdat het nauw verweven is met het so ciale leven. Uitgaan, muziek maken en het luisteren naar liedjes over onze eigen cultuur hebben een enorm belangrijke plaats in Ierland". Om zijn verhaal kracht bij te zetten wijst de rossige zan ger van de groep Moonshine naar de ver- I trekbalie van Aer Lingus. „Daar heb je The Furey's, die staan op het punt om drie weken naar Australië I te gaan. Ik hoorde rïet dat ze duizend pond moesten bijbetalen voor de vlucht, omdat er zoveel instrumenten mee gaan Dat halen die jongens er echter wel weer uit, want ze verdienen goed". Dat laatste doet ook Colms oude schoolvriend Peter Doyle, die als taxi- chauffeur hand- en spandiensten ver Het idee ontstond na een televisie-uitzending over een Engels tehuis waar mensen hun laatste dagen zo plezierig mogelijk konden doorbrengen. De Oegsteester predikant W. Baart zag er wat in en stond aan de wieg van de Stichting Terminale Thuishulp, die praktische hulp wil bieden aan mensen die hun laatste weken thuis willen doorbrengen. "Hoeveel mensen zijn er niet die zich in een ziekenhuis doodongelukkig voelen?" "We wensen iedereen vooral een lang leven", zegt W.J.H. Baart aan het slot van het gesprek. "Want we hebben toch het liefst dat niemand van onze diensten gebruik hoeft te maken". Op dit moment lijkt het er ook inder daad op dat iedereen in Oegstgeest een buitengewoon lang leven is beschoren. Nog niemand heeft een beroep gedaan op de diensten van de Stichting Termi nale Thuiszorg Oegstgeest, waarvan Baart secretaris is. Het bestuur van deze stichting heeft ruim twintig vrijwilligers in de startblokken staan om mensen die in het laatste stadium van hun leven ver keren met raad en vooral daad bij te staan. Kan de stichting zich dan maar niet beter voor overbodig verklaren en op heffen? Nee, antwoordt Baart. "Ik ben er werkelijk van overtuigd dat er behoefte is aan dergelijk vrijwilligerswerk". Hij wijt de geringe belangstelling aan de aanloopperiode, waarin de Stichting Terminale Thuiszorg na ongeveer vier maanden nog zou zitten. Zowel de be trokkenen in de gezondheidszorg (huisartsen, wijkverpleging en gezins verzorging) als de mensen zelf moeten nog aan het idee wennen dat een derge lijke stichting haar diensten aanbiedt. Met die opvatting in het achterhoofd heeft het bestuur zelfs besloten de vleu gels uit te slaan. Op een aanbod aan richt. „Same milkman, but another mot her" is de verklaring van het rappe baas je voor de treffende gelijkenis met zijn kameraad. Hoe groepen als Moonshine aan de kost komen, wordt 's avonds al snel dui delijk. Op iedere straathoek in het een half miljoen zielen tellende Dublin zijn flarden muziek van whistles, gitaar, ban jo, viool of accordeon te horen. Bij de onder folkliefhebbers beroemde Wex ford In komt het uit meezingers en balla des bestaande repertoire je al bij de naast gelegen shoarmabar tegemoet. Van de smakeloze schrootjeswand en de zeker tien meter lange tap straalt nauwe lijks gezelligheid af en ook het bloe metjestapijt en de nepleren bankjes ma ken niet duidelijk waarom de Wexford In zo'n reputatie geniet. De affiches bij de ingang, die,een toegangsprijs van één pond en voor de zaterdag twee pond ver melden, tonen echter hoe druk bespeeld het podium in deze L-vormige pub is. Wekelijks treden er op vaste avonden artiesten op. Op maandag Vagabond, ie dere dinsdag de Wolfe Tones en weer an dere avonden bands als Paddy's Dream en Ragamuffin. Publiek is er altijd in overvloed. Ook deze zaterdagavond, wanneer bij binnenkomst 'The Town I loved so well' over de tap komt aanwaai en. Een sentimentele kraker, die er bij de Ieren als bier in gaat. Moonshine schakelt vervolgens over op een heel rie deltje dijenkletsers. 'Great crack' heet dat, een synoniem voor onbekommerd musiceren. Iedere rechtgeaarde Jackeen (inwoner Dublin) en Culchie (de rest van wijkverpleging en huisartsen in Leiden en Warmond zijn de eerste - positieve - reacties binnengekomen. Dat betekent dat de vrijwilligers van de Stichting Ter minale Thuiszorg Oegstgeest voortaan ook in die twee gemeenten inzetbaar zijn. Onbegrijpelijk De naam van de stichting komt ter sprake. Niet alleen een mond vol, maar bovendien voor de leek nauwelijks te vatten. Voorzitter H. Godding is zich dat terdege bewust, maar weet niet hoe de werkzaamheden van de stichting in be grijpelijker woorden zijn te formuleren. Als de term 'stervensbegeleiding' wordt geopperd, haasten Baart en God ding zich daarvan afstand te nemen. "Een veel te pretentieus woord", meent Godding. "Bovendien bied je je niet aan als een pseudo-priester of pseudo-ver- pleegkundige. Het gaat echt om aanvul lende hulp", zegt Baart als hij nog eens wijst op de doelstellingen van de stich ting die vooral van praktische aard zijn. "Waar burenhulp tekort schiet", luidt Goddings samenvatting van de doelstel lingen. "En dat kan van alles betekenen. Van de hond uitlaten en boodschappen doen tot het aan bed zitten om de familie te ontlasten". Natuurlijk kan het best zo zijn dat er een intieme band groeit tussen vrijwilli ger en de persoon die in zijn laatste da gen wordt bijgestaan. Mevrouw W. ter Laak, één van de vrijwilligsters: "Dat zijn situaties die je niet van tevoren kunt uittekenen. Je moet daarmee natuurlijk wel oppassen. Hoever kun je gaan? Op Ierland) doet op zijn tijd mee aan zo'n avondje stappen, dat zich nog het best laat vergelijken met een boerenbruiloft zonder een getrouwd paartje. Wie een beetje de ogen te kost geeft en zich in de historie verdiept, begrijpt waarom de paddy's zo collectief hun ge zelligheid buitenshuis zoeken. In de ar beiderswijken van arme steden is weinig warmte te vinden, de woningen zijn klein en verstoken van ieder comfort. Verenigingsactiviteiten zijn er buiten de sport nauwelijks en wie een praatje met een gegeven moment moet je toch weer verder en er dus ook afstand van kunnen nemen. Het is daarom zaak alert te blij ven. Eén van de dingen waarover we praten op de teambijeenkomsten". De vrijwilligers zijn op dit moment misschien werkeloos, maar zitten dus bepaald niet stil. Geregeld worden bij eenkomsten georganiseerd, waarop vooral praktische instructies op het pro zijn kennissen wil maken doet dat liever beschut onder het genot van een pint dan onder de walm van industriebraak sel, in een land waar het bijna altijd koel en dikwijls regenachtig is. Ook in het even buiten Dublin gelegen vissersplaatsje Howth zoekt de lokale bevolking het vertier in de pubs. Terwijl in het Saint Lawrence Hotel 's middags het wekelijkse familieconcert begint, waar kleuters een eerste voorzichtige squaredans maken en de rest van de fa gramma staan. Maar er wordt ook inge gaan op thema's die met het sterven te maken hebben. Godding: "Zo hebben we iemand van het Integraal Kankercen trum gehad, en de ethica Heieen Ter- borgh Dupuis heeft gesproken over on der meer euthanasie. Maar dat laatste staat zeker niet bij ons op de voor grond". Dat zijn persoonlijke kwesties waar de vrijwilliger volgens Godding be- milie (inclusief de meegesleurde groot ouders) zich het schuim van de lippen poetst, lopen elders aan de baai en in de heuvels de cafés vol. John Sheahan, de gentleman van The Dubliners, voelt er niet veel voor om een op dat moment lege discotheek te verkiezen als lokatie voor een praatje. „Laten we Barney McKenna thuis op zoeken", is zijn voorstel, waarna het richting Curch Road gaat. Daar huist tussen een pub-bezoek en een scheeps- reparatie inderdaad'de veelbesproken banjo-speler van The Dubliners. Zijn be scheiden hoekwoning heeft iets weg van het type huisvesting zoals dat ooit Drentse turfstekers werd toegemeten. „Huh... come in", mompelt de tokkelaar, die net als veel van zijn landgenoten blikt door een zwaar zwart brilmontuur. In de rijkelijk met wasgoed bezaaide woonkamer van McKenna ontwaren we twee banken, één gouden elpee en wat olieverfschilderijtjes met zeilboten. Aan gezien het stulpje met de aanwezigheid van een serie tv-kijkende zeemannen al kraakt in zijn voegen, wordt de sessie verplaatst naar de dichtsbijzijnde kroeg. „Lekkerrrr, die grote Hollandse beef- sticks", is het eerste wat de mannen van The Dubliners over de lippen komt, bij de gedachte aan hun tournees door de Lage Landen. „Jullie jenever kun je hier in de pub niet krijgen" laat McKenna op voorhand al weten, „in Ierland noemen ze die drank trouwens Square Gin, in verband met de vierkante flessen. Af en toe neemt een visser er nog wel eens een ter buiten kan blijven, tenzij hij er uit drukkelijk bij betrokken wordt De ani mo voor die teambijeenkomsten is nog groot ondanks het feit dat ze nimmer aan de werkelijkheid zijn getoetst. Tot verbazing van het bestuur. "Ik heb diepe bewondering voor de motivatie van de vrijwilligers", zegt Baart. Besluithuis De Stichting Terminale Thuiszorg Oegstgeest is sinds april van dit jaar ope rationeel, althans bereid daartoe. De ge schiedenis van de stichting gaat echter een stuk verder terug en begint bij secre taris Baart. "Ik werd in 1978 erg getrof fen door een tv-uitzending over de Hos- pice-beweging in Engeland", vertelt hij. "Die beweging had een kliniek opgezet waar mensen hun laatste maanden zo plezierig mogelijk konden doorbrengen in een besluithuis, zoals dat wordt ge noemd. In een zo huiselijke mogelijke omgeving". Godding: "Je kunt eigenlijk zeggen: net niet thuis". Baart: "In die uitzending kwam ook een arts aan het woord, die iets derge lijks had opgezet in een Rotterdams ver pleeghuis en revalidatiecentrum. Ik vond de gedachte daarachter zó gewel dig. Als dienstdoend predikant heb ik vaak met deze materie te maken gehad. In feite is het zo dat, hoe je ook je best doet, je altijd te weinig doet. Dit leek een oplossing". Baart verdiepte zich in de mogelijkhe den voor hulp, was regelmatig in Rotter dam te vinden, maar andere verplichtin gen drongen zijn interesse ervoor weer naar de achtergrond. Staan de vier mannen met baarden in Nederland nog altijd bekend als een voorname folk-act, in eigen land spre ken de uit de groep vertrokken Jim McCann, Paddy Reilly, Christie Moore en groepen als The Fureys, Chieftains en Wolfe Tones momenteel zeker zo tot de verbeelding. „We zien The Dubliners veel te weinig optreden", luidt de alge mene kritiek aan het adres van het kwar tet, dat volgend jaar het 25-jarig bestaan hoopt te vieren. „Dat is maar ten dele waar", probeert violist John Sheahan te weerleggen, „buiten Dublin spelen we best nog wel veel, we zijn bijvoorbeeld net nog in Oost-Berlijn geweest. We hebben echter niet de behoefte om continu met elkaar op te trekken. Je wordt allemaal een dagje ouder, Barney heeft zijn vissersbo ten, Sean Cannon woont niet eens meer in Ierland en zelf begin ik een echte fa mily-man te worden. Moetje nagaan, te genwoordig speelt mijn dochter van ze ventien al harp in de theaters, terwijl ik dan 's avonds thuis zit". Dat werkelijk honderden muzikanten een goed belegde boterham hebben in de muziekbusiness verbaast Brian Mol- loy allerminst. De coördinator van vele festivals in Ierland, die tevens nauw be trokken is bij het uitbrengen van platen en ook nog eens een vinger in de pap heeft bij de Westland Studio's in Dublin, wijst in dat verband op de grote afzet markt. De Ieren zelf zijn verzot op tradi tionele folkmuziek, de Engelse taal biedt een goede ingang in andere landen, ter wijl grootmachten als Amerika en Au stralië ook zonder een gerichte benade ring wel van hun belangstelling blijk ge- „Ierlands grootste exportprodukt", legt Molloy in zijn luxe kantoor uit, „be staat uit mensen. Omdat Ierland zelf nauwelijks emplooi biedt gaan duizen den van ons jaarlijks emigreren. Alleen al bij de Amerikaanse ambassade zie je dagelijks rijen wachtenden. Die emi granten vormen in het buitenland voor ons een dankbaar afzetgebied". Degelijk huwelijk De zakenman is van mening dat de tra ditionele volksmuziek een degelijk hu welijk heeft weten te sluiten met meer hedendaagse uitingen. „Natuurlijk ver koopt een plaatje van Madonna ook bij ons veel sneller dan welke Ierse folkar- tiest", weet hij, „feit is wél dat zo'n Ma donna na een aantal weken uit de hitpa rade verdwenen is, terwijl onze muziek tijdloos is en nog jaren later gestaag over de toonbank gaat". Niet weinig trots op zijn thuishaven, komt Molloy met nog een ontboeze ming: „Dublin is hard op weg het Liver pool van de jaren tachtig te worden. Steeds meer artiesten komen hierheen, omdat het belastingklimaat erg mild is en de huur van studio's gemiddeld veer tig procent goedkoper is dan elders. We hebben bij de Westland Studio nog het voordeel dat we de muzikanten kunnen onderbrengen in een mooi kasteeltje en dat spreekt wel aan. Er komen hier de laatste tijd zeer uiteenlopende gasten als de Thompson Twins, James Last, Kate Bush, Pete Townsend, Art Garfunkel, maar ook groepen als Def Leppard, Spandau Ballet en Frankie Goes to Hol lywood". Terwijl aan de Dublin Bay een vuurto ren lichtbundels uitwerpt over een bijna rimpelloze Ierse Zee, is ook in het gelijk namige café The Lighthouse het licht nog lang niet gedoofd. John Sheahan heeft zojuist een nieuwe muzikant naar binnen geloodst. Michael Howard, klas siek gitarist, op afroep inzetbaar, en ver rassend goed op de hoogte met het wel en wee in Oost-Nederland. Met Sheahan, McKenna en een andere vanachter de tap tevoorschijn getoverde muzikant, begint Howard een spontane jamsession. De kroegbaas vindt het ge- weldig en laat extra glazen bier aanruk ken voor het kwartet. Wèt er wordt ge speeld is in zijn ogen niet belangrijk, dèt er gespeeld wordt natuurlijk wel. Bar ney McKenna, de ogen gesloten en ste vig tokkelend op de banjo, geeft de ver anderingen in tempo en de stops aan. „Morgenochtend om acht uur zal ik mijn boten eens laten zien, dan gaan we een eind de zee op", roept hij me toe op een moment dat zowel het aantal genut tigde consumpties als de stand van de wijzers op de caféklok niet meer exact in beeld te brengen is. En waarachtig, de man is er de volgende dag gelijktijdig met het uitgebakken spek, de worstjes en spiegeleieren. Toen hij de zaak een paar jaar later weer oppikte, bleek er een nieuwe poot in de hulp aan stervende mensen erbij te zijn gekomen. "Er waren nu ook vrijwil- ligersstichtingen die het mogelijk maak ten om mensen thuis te laten sterven. Door praktische hulp te bieden, net zo als wij dat willen. Ik vond dat ook een heel goed doel. Ik heb zoiets in mijn ei gen familie meegemaakt en weet dus heel goed wat een vrijwilliger zou kun nen doen. En hoeveel mensen zijn er niet die hun laatste weken thuis willen doorbrengen en zich in een ziekenhuis doodongelukkig voelen". Positief Met die gedachten in het achterhoofd stond hij al snel op de stoep bij de huisartsen, wijkverpleging en andere betrokken instanties in zijn woonplaats. Kon zoiets ook niet worden opgezet voor inwoners van Oegstgeest? "Iedereen was positief over het idee zoiets hier op te zetten. Ze hadden er weliswaar niet om gevraagd, maar de indruk bestond dat er behoefte aan was" Als die behoefte er inderdaad is, dan is het wel een sluimerende behoefte. Om met Baart te spreken: "We kunnen onze energie nog niet kwijt". Vandaar dat de stichting haar diensten nu ook elders aanbiedt. Maar, zeggen ze alle drie na drukkelijk, het is een voorlopig aanbod. Baart wijst op soortgelijk vrijwilligers werk elders in het land. Daar heeft zich een dergelijke ontwikkeling voorge daan. Begonnen in Glanerbrug en nu in heel Enschede, om maar een voorbeeld te noemen. "En in de plaatsen Naarden en Bussum is de aanvraag om hulp per jaar verdubbeld", voegt Baart daaraan toe. "Het is heus niet zo dat wij ten koste van alles naar Leiden willen. We moeten gewoon nog even afwachten hoe het zich ontwikkelt en het kan best zo zijn dat we over een jaar onze handen vol hebben aan Oegstgeest". Een ontwikkeling die de secretaris zou betreuren, zoals hij aan het slot van het gesprek voor alle duidelijkheid nog eens laat aantekenen. BART JUNGMANN Folk in een Ierse pub: spontane jamsessions. (foto Dirk Ketting» Vrijwilligster Ter Laak en de bestuursleden Baart en Godding (v.ln.r.): "We wensen iedereen vooral een lang leven". (foto Holvast)

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 23