Schaken
Filatelie
VISSPORT
JAZZ
Sunnyside legt
eer in met
Tony Scott
Lizzy wint aan
zeggingskracht
ZATERDAG 30 AUGUSTUS 1986
EXTRA
PAGINA 29
DOOR BRAM VAN LEEUWEN
Baars is zonder enige twijfel de
fraaiste vis die in ons viswater
rondzwemt. Alleen de ruisvoorn
zou hem misschien nog naar de
kroon kunnen steken, maar daar
mee is het ook afgelopen. Vooral
de fraaie getekende donkere
strepen die verticaal over zijn zil
verwitte schubbenpantser lopen
vormen een fraai contrast met de
helderrode vinnen.
In de in verhouding tot zijn li
chaam grote kop wordt de aan
dacht voornamelijk opgeëist
door een paar grote ogen en een
bek waarvan de omvang een dui
delijk bewijs vormt voor zijn
vraatzucht. Een baars op roof
tocht deinst er niet voor terug
een aasvis of kunstaas achter na
te jagen die bijna de helft van
zijn totale lichaamslengte uit
maakt.
Ondanks het fraaie uiterlijk en
de vaak gemakkelijke vangbaar-
heid van deze vissoort is het niet
erg best gesteld met z'n populari
teit. Als roofvis wordt hij verre
overvleugeld door de snoek en
de snoekbaars. Een verschijnsel
dat zijn oorzaak voornamelijk
vindt in het feit dat zijn afmetin
gen verre de mindere zijn van de
andere roofvissoorten.
Maar een van de belangrijkste
oorzaken is waarschijnlijk dat
een eenmaal gehaakte baars zich
moeilijk laat terugzetten. Door
de schrokkerigheid waarmee de
baars zijn buit naar binnen werkt
zit de haak dikwijls ver achterin
de bek. Onthaken is daardoor
meestal een weinig aantrekkelij
ke zaak. Niet zelden overleeft de
baars een vangst dan ook niet.
Omdat het bij sportvissen te
genwoordig vrijwel niet meer
gaat om de buit en vrijwel alle
vangsten worden teruggezet zien
vele hengelaars het als een ern
stige handicap dat de vis na de
vangst nogal eens het leven laat.
In vroeger jaren toen de henge
laar zijn vangst meestal mee naar
huis nam om een bijdrage te le
veren aan de voedselvoorziening
lag het met de populariteit van
de baars heel anders. Vooral in
het Noordhollandse had je vele
jaren ettelijke baars^olleges. Dat
waren clubs waarbij hengelaars
waren aangesloten die zich uit
sluitend op het vangen van baars
toelegden. Dat gebeurde dan
meestal in competitieverband.
Er werden in die dagen herhaal
delijk grote wedstrijden uitge
schreven waarbij de winnaar be
halve met de vangst ook nog met
een prijs naar huis ging.
Ze zijn er nog wel die baarscol-
leges, maar leiden langzamer
hand een meer sluimerend be
staan. Wie wil weten hoe popu
lair het baarsvissen enkele tien
tallen jaren geleden was moet
daarover maar eens een paar vis
boeken uit die tijd opslaan. Als
voorbeeld neem ik 'Het boek der
Sporten' onder redactie van Jan
Feith dat in 1900 verscheen bij de
uitgeverij Holkema en Waren-
dorf.
In het hoofdstuk dat is gewijd
aan het 'visschen' schrijft de au
teur onder de schuilnaam San-
der onder meer het volgende:
'De hoofdsport is en blijft baar
zen. Men kan gerust zeggen dat
van de tien hengelaars negen op
'n baarsie gaan.
In de kroostsloten zoekt de
baars voedsel en beschutting on
der het kroost; de hengelaar gaat
met den langen stok en het korte
snoer, zonder dobber, de be
groeide sloten opzoeken. De
haak is met een flink stuk lood
verzwaard om door het kroost te
schuiven of te plompen. Een
wurm dient als aas. Hiermee
worden een paar strepen, die wat
licht doorlaten, over het kroost
gestreken, den wurm laat men er
dan even doorzakken. Hap zegt
de baars en gaat den kanus in.
Een mooie visscherij in zomer
en nazomer is het baarzen tus-
schen de losstaande rieten langs
de rietkragen onzer kanalen en
rivieren. Op gevoel of, zoo als de
hengelaar het noemt 'op de hand'
wordt daar gevischt, want tus-
schen het riet kan geen dobber of
drijver gebruikt worden. Daar
azen, in dit seizoen, de grote kok
kers op insecten en kleine visch-
jes. op één voet water vangt men
er soms ponds baarzen.
Een steurkrab of een stukje
dauwpier als aas wordt zachtjes
door het riet in het water gescho
ven. De baars valt er op als een
leeuw. Zijn ruk, die bij het hen
gelen 'stoot' wordt genoemd, is
wel te voelen en meestal hangt
hij 'im Nu' aan het snoer te bun
gelen.
In diep water worden, het ge
heelejaar, met de steurkrab of de
levende garnaal, prachtige baar
zen bemachtigd; meestal kort bij
de bodem wordt op de hand of
met den drijver gehengeld. Het
snoer wordt met genoegzaam
lood verzwaard, om bizonder in
den stroom, den bodem te berei
ken. Het is een aangrijpend werk
een grooten baars, die zich met
kracht en geweld tegen het inpal
men verdedigt, in de schuit te
brengen, bizonder uit een diepte
van een meter of vijf.
De hengelstok staat krom als
een hoepel, terwijl de baars naar
links en rechts door het water
giert om weg te komen. Wéé dan
hengelaartje als je snoer niet van
de beste kwaliteit of 'je kremlijn'
verweerd is. Zoo'n baars weet ze
door sterke rukken stuk te krij
gen. En dan komt aan de spotter
nijen der kameraden geen einde.
Op stille oever der stroomen
wordt de baars ook wel aan het
zogenaamde loden tjoeknk-
vischje gevangen, dat door den
visscher in een zekere beweging
gehouden wordt. Anderen doen
eenvoudig een watje op den haak
of hanegen er enige gekleurde
lapjes om.
Eindelijk hebben wij nog een
woord te spreken over het hen
gelen met den blinkert. Een
glimmend stukje metaal wordt
met een of twee dreggetjes be
hangen en zóó door het water ge
sleept, dat het den snoek of den
baars den indruk geeft van een
ziek of vluchtend vischje. Door
zijn vorm, meestal die van een le
pel, en het sleepen door het wa
ter, wordt dit effekt bereikt.
Enkele tijden, bizonder in den
herfst, laten snoek en baars zich
door die voorstelling verschal
ken, en grijpen zij den kwasi
vluchteling. De hengelaar die
meestal in een schuit zit, of langs
den oever loopt, voelt het rukje,
slaat den argeloozen roover aan
den haak en haalt hem door mid
del der rol, die op zijn stok beves
tigd is, aan boord of aan wal. De
baars heeft zelden het voorrecht
dezen drechthaak te kunnen loo-
zen'.
Tot zover Sander. De beschrij
ving maakt wel duidelijk dat de
benadering van de vis een ande
re is dan die welke tegenwoordig
geldt. Van weidelijkheid was in
die dagen geen sprake. Vandaar
ook dat onder het hoofdstuk
sportvissen met even veel gemak
wordt gesproken over het vissen
met schakels, vloeinetten en
snoeren waaraan 15 tot 20 haak
jes zijn bevestigd.
Daarop wijzen ook passages
waarin met voldoening wordt
vastgesteld dat 'de dubbele haak
oh zoo gemakkelijk mee naar
binnen gaat maar oh zoo moeilijk
weder eruit. De maagkrampen
die erdoor veroorzaakt worden
zorgen ervoor dat de roover zich
bijna niet verdedigt'.
Afgezien van de vraag of die
laatste constatering juist is, geeft
het wel aan dat, hier de buit num
mer één was en het genoegen
van het vangen duidelijk op de
tweede plaats kwam.
Van welk belang een vangst in
die dagen kon zijn las ik tot mijn
grote verbazing in een ander vis
boek uit die dagen. Het stond in
'De zoetwatervisschen in Neder
land en de kunst om ze te van
gen'. Het werd geschreven door
H. Aalderink en verscheen in
1899 in de eerste druk.
Verhalend over de baars
schrijft de auteur dat 'de schub
ben van de baars wegens hun
vorm, glans en stijfheid zeer ge
schikt zijn als materiaal voor
vrouwelijke handwerken.
Na zuivering, eerst in lauw wa
ter, daarna in een slappe oplos
sing van potasch, worden zij in
pekel gelegd, met een doekje af
geveegd en met drie gaatjes
voorzien. Met gouddraad op flu
weel gehecht, moeten zij een
prachtige vertooning maken', 't
Is maar dat u het weet.
Bijdragen: Ken Vos
Kirk Lightsey: 'Lightsey 1' (Sunnysi
de SSC 1002.22 september en 5 okto
ber 1982). Jay Leonhart with Joe
Beck: 'There's Gonna Be Trouble...'
(Sunnyside SSC 1006. Juni, juli en
augustus 1{)84). Tony Scott: 'Sung
Heroes' (Sunnyside SSC 1015. 28 en
29 oktober 1959).
Sinds kort wordt het kleine
Amerikaanse label Sunnyside of
ficieel in Nederland vertegen
woordigd in de vorm van Franse
persingen. Het repertoire omvat
op het ogenblik 18 titels, onder
meer van Harold Danko, Lee Ko-
nitz, James Williams, Rufus Reid
en Billy Pierce. De platen zijn
door producer Frangois Zalacain
goed verzorgd en worden in re
delijk appetijtelijke hoezen ge
stoken. De artiestenkeuze is
enigszins conservatief, maar met
beleid gemaakt. De persingen
zijn vrij goed, de opnamen goed
tot zeer goed te noemen.
Kirk Lightsey's album is in de
VS al meer dan drie jaar uit en
was tevens zijn eerste als leider.
Lightsey was voor die tijd al dik
wijls in de weer als sideman, on
der andere op platen van Chet
Baker in 1965. Pas bekend werd
hij als pianist enige jaren terug in
het Dexter Gordon kwartet, waar
hij opviel door zijn kwaliteiten
als begeleider en soloïst. Solopla
ten maken is echter geheel ande
re koek en menige muzikant stelt
dan plots teleur. Vooral als im
proviserend musicus moet je
heel wat in huis hebben, wil je de
aandacht van de luisteraar twee
plaatkanten lang vasthouden.
Helaas is Lightsey dat slechts ten
dele gelukt. Op de keuze van de
nummers is weinig af te dingen,
maar op de uitwerking des te
meer. Er is te weinig afwisseling,
het is te vlak en bovenal is de uit
werking van de thema's te rich
tingloos. Op grond van zijn eer
dere verrichtingen had ik meer
verwacht. Dat Lightsey daad
werkelijk tot meer in staat is,
heeft hij al bewezen met latere
opnamen. Mijn exemplaar had
wat last van irritante bijgeluidjes
tijdens het afspelen.
Positiever kan ik zijn over Jay
Leonhart. Deze bassist is voorna
melijk bekend van platen van
Marian McPartland, Gerry Mulli
gan en Lee Konitz. Op deze plaat
laat hij zich van een heel andere
zijde van zijn talent kennen, als
songwriter en tekstdichter. Afge
zien van twee Parker-composi-
ties ('Au Privave' en 'Confirma
tion') zijn alle nummers van zijn
hand, geen wereldstukken, maar
een goed geheel vormend met de
teksten, die gelukkig in hun ge
heel op de hoes zijn afgedrukt.
Hij heeft geen geweldige stem,
maar zingt niet vals, en bovenal
zijn de teksten intelligent en
vaak geestig. Joe Beck, die de
laatste jaren niet altijd in goed
gezelschap was te horen, speelt
mooie, compacte soli en de opna
me doet recht aan zijn fraaie
toonvorming. Eén niemandal-
letje daargelaten, wordt er op alle
nummers (dertien in totaal) ge
zongen, waarbij Leonhart zich
meestal beperkt tot functioneel
baswerk. Een aangename verras
sing.
Het mooiste album is dit keer
van Tony Scott (1921), de indivi
dualistische klarinettist en we
reldreiziger. In dit geval werden
meer dan 25 jaar oude studioban
den opgeduikeld, die nog verras
send fris klinken, als je het beetje
ruis erbij wegdenkt. Hij speelt
hier ook nog baritonsax, piano
en Spaanse gitaar. Vooral op pia
no weet Scott goed de weg, ter
wijl dat eigenlijk helemaal niet
nodig was, omdat in de studio
ook het toptrio van Bill Evans
aanwezig was met drummer
Paul Motian en legendarische
bassist Scott LaFaro. Het is een
wat ingetogen, melancholieke
plaat geworden, volkomen in te
genstelling tot de uitbundige
persoonlijkheid van Scott. Al
leen in 'Blues for an African
Friend' komt de klarinettist op
ouderwetse wijze, inclusief licht
gegrom, los. De wat droevige at
mosfeer van het album is geen
toeval, want vrijwel alle stukken
zijn opgedragen aan overleden
personen, waarvoor Scott specia
le gevoelens koesterde.
De musici voelen elkaar uitste
kend aan en weten de aandacht
van de luisteraar volledig voor
zich op te eisen. Luister vooral
naar het prachtige vibrato van
Scott in 'Misery', oorspronkelijk
door hem geschreven voor Billie
Holiday, die te vroeg stierf om
het uit te voeren. Het beluisteren
zeker waard is het pianospel van
de leider in het solostuk 'Re
membrance of Art Tatum', waar
in hij gelukkig niet probeert Ta
tum te imiteren. Andere uitschie
ters zijn 'Portrait of Anne Frank'
en het bovengenoemde 'Blues
for an African Friend'.
Lizzy Mercier Descloux: 'One lor the
Soul' (Polydor 827910-1; CD: 827910-
2. Juli en augustus 1985.)
Op het eerste gezicht misschien
geen plaat die je zou verwachten
in een rubriek voor jazzplaten.
Lizzy Mercier is echter een van
die artiesten die je het bewuste
onderscheid tussen de diverse
hokjes doen vergeten. Boven
dien blijkt bij nauwkeurige be
studering van de overigens fraaie
hoes jazz-trompettist Chet Baker
mee te doen. Lizzy legt op deze
plaat, inmiddels haar vierde, op
nieuw; een gezonde belangstel
ling voor niet-westerse culturen
aan de dag. Op haar vorige platen
speelden vooral Caraïbische en
Afrikaanse invloeden een be
langrijke rol. Ditmaal is de plaat
in Rio de Janeiro opgenomen,
met grotendeels Braziliaanse
backing, maar nog steeds lijken
haar songs een Caraïbische voor
keur te vertonen.
Een vergelijking met haar eer
dere LP's (achtereenvolgens op
ZE/Island, Philips en CBS) leert
dat Lizzy's stem langzamerhand
aan dynamiek en uitdrukkings
kracht heeft gewonnen en dat ze
in de snellere nummers toch een
zeker gevoel Jvan agressiviteit
heeft weten te bewaren. Het al
bum bevat ook enkele fraaie bal
lads, waarin haar ietwat ongepo
lijste stemgeluid goed uit weet te
pakken.
Vooral de melancholische be
geleiding van Chet Baker (in vijf
nummers te horen) komt dan
goed tot zijn recht. Jammer al
leen dat er voor hem geen echte
lange solo in zat. Jammer ook dat
zijn trompet op twee nummers
wel heel raar ingemixed is. Op
CD drie extra nummers, die wat
speelduur betreft net zo goed op
de analoge plaat hadden gekund!
Twee van die nummers zijn de
moeite waard; naar mijn mening
heeft de platenmaatschappij hier
een steekje laten vallen.
Lizzy Mercier Descloux.
In het Noorse Gausdal is vorige
week de Cubaan Aremsibia
jeugdwereldkampioen gewor-
den.Lange tijd zag het er naar uit
dat de uit Peru afkomstige Gran-
da Zuniga zou worden, maar na
een start van 7V2 uit 9 stokte de
machine en verloor hij enkele
partijen op rij. We hebben in Eu
ropa ook enkele talenten rondlo
pen zoals Agdestein,Hellers en
Klinger. Deze laatste verloor in
de laatste ronde van de Cubaan
en verspeelde zodoende de we
reldtitel.
Nederland werd vertegen
woordigd door Jeroen Piketdie
geassisteerd werd door John van
der Wiel.Op papier had hij niet
veel kans. Met zijn rating van
2390 kwam hij niet bij de eerste
tien. Hij eindigde tenslotte op 8V2
uit 13 en was daar zelf niet onte
vreden over.
Een aardig partijtje speelde hij
tegen de Chileen Rogas.
J. Piket - Rogas 1. d4 pf6 2. c4
e6 3. pf3 d5 4. pc3 le7 5.1g5 0-0 6.
e3 pbd7 7.Dc2 (Een niet zo ge
bruikelijke zet. Kortsnoi speelde
door
Ruud Dobbelaar
tegen Karpov eens 7.tcl) 7...c5
8.0-0-0!? Da5 9. Kbl cxd4 10. ex-
d4 lb4 11. Id2 dxc4 12. Ixc4 (Er is
nu een stelling ontstaan waarbij
de ongebruikelijke positie van
de witte koning zwart makkelijk
tegenspel lijkt te geven.)12...pb6
13.1b3 pbd5 14. thel ld7 15 pe5
tac8? Diagram (Deze voor de
hand liggende zet blijkt een ern
stige fout te zijn zoals Piket aan
toont.) 16. pxd7 pxd7 17 pxd5!
exd5 Piket geeft aan dat na 17
....txc2 18. Ixb4 Dd8 19 pe7 Kh8
20 Lxc2 te8 21 d5! wit vrijwel ge
wonnen staat.) 18 lxb4 Dxb4 19
Df5 pf6 20. g4! a5 21 lxd5 tcd8 22.
a3 Da4 (Na 22.. Db6 23 la2 txd4 24
g5 wint wit makkelijk.)23 la2
txd4 24 txd4 Dxd4 25 g5 Dd2
(Zwart kan niet goed pd7 spelen
want dan is 26 ld5 heel sterk.Het
zwarte paard kan dan net wijken
vanwege Dxf7 en Te8 mat en na
Da4 komt b3 met winst.) 26. tel
pe8 27 h4 g6 (Anders komt h5 ge
volgd door g6.)28 h5 gxh5 30
Dxh5 pg7 31 Dh4 te8 32 Kal Dd2
33thl te2? dit verliest direkt-
,maar ook na het betere tel 34
txel Dxel 35 lbl verliest zwart
pion h7 en daarmee de partij. 34
Dxh7 en zwart gaf op, want na
Kf8 volgt Dh8 en Dxg7 waarbij
wit b2 dekt.
Het heeft lang geduurd, maar nu
heb ik eindelijk enige partijen
van de Olympiade, die dit jaar in
mei in Valkenburg is verspeeld,
in mijn bezit. Hoewel een beetje
laat wil ik u toch nog even laten
proeven aan dit toernooi d.m.v. 2
partijen.
Kouame-Clerc (uit Ivoorkust-
Nederland 7e ronde)
1. 32-28 16-21 33-29 20-25 39-33
21-26 37-32 26x37 42x31 19-23 6.
28x19 14x23 41-37 10-14 46-41 5-
10 32-28 23x32 37x28 14-20 11.44-
39 18-23 29x18 12x32 38x27 7-12
41-37 1-7 43-38 13-19 16.49-43 8-13
33-28 3-8 38-32 10-14 47-42 13-18
50-44 8-13 21. 43-38 2-8 27-22 18-
x27 31x22 17-21 38-33 21-26 42-38
12-17?? zwart tracht schijf 27 te
omsingelen maar dat zal al gauw
een illusie blijken te zijn. Afha
ken met 12-18 was beter geweest.
26.32-27! 8-12, na 7-12 27-21! kan
zwart opgeven! 27-21 19-24 48-43
24-29 33x24 20x29 34x23 25-30 35-
x24 13-18 22x13 9x20 36-31! 4-9
31-27 9-13 39-34 11-16 36.44-39 6-
11 39-33 20-24 43-39 15-20 34-29
24-30 29-23 30-35 41. 23-28! 12x34
21x1 35x44 1-49 14x19 33-29 13-18
29-23 2-0. U ziet het slechts een
Er wachten ons dit jaar nog drie
emissies. Op 9 september ver
schijnen de reeds besproken
twee 75 cent-zegels ter gelegen
heid van het 75-jarig bestaan van
de Dam- en Biljartbond, op 7 ok
tober volgen twee zegels, die de
voltooiing van de Deltawerken
zullen markeren en tot slot zal
het emissiejaar 1986 op 12 no
vember worden afgerond met de
jaarlijkse kinderzegels. Dat
wordt dan sedert de eerste kin
derzegels in 1924 uitkwamen de
zestigste emissie.
Voor de twee. treffende Delta
zegels in waarden van 65 en 75
cent tekenen Irene Klinkenberg
en Nicole Schouwenburg, bei
den uit Leiden. De zegels zijn te
koop zolang de voorraad strekt,
maar uiterlijk tot 1 november
1987.
De liggende zegel van 65 cent
toont een plattegrond van de
op het oog niet slechte zet, kan al
verantwoordelijk zijn voor de ne
derlaag. In dit geval was dat 25
12-17.
Dit was overigens een belang
rijke partij want o.a. door deze
uitslag werd Ivoorkust-Neder-
Bij topwedstrijden is het 'alerte-
ren' tegenwoordig verplicht,
d.w.z. de partner van degeen die
een conventioneel bod doet
maakt dit kenbaar, bijv. door op
de tafel te kloppen. Dit om te
voorkomen dat de tegenpartij
een vijandelijke bod verkeerd in
terpreteert en daardoor wordt
benadeeld.
Een andere 'nieuwigheid' is
het woordje 'stop', voorafgaand
aan een sprongbod. Normaal ge
sproken wordt het bieden door
een dergelijk bod bemoeilijkt en
om nu te voorkomen dat de vol
gende speler door na te denken
indirect aan zijn partner kenbaar
maakt dat hij wel iets heeft,
wordt 'stop' gezegd. En dat bete
kent dat de volgende speler ver
plicht is 10 seconden te wachten,
alvorens te bieden.
In lagere klassen is men hier
aan niet gewend en tijdens de
Epson Simultaan wedstrijd,
waarbij over de hele wereld de
zelfde spellen werden gespeeld,
ontstond daarover een verschil
van mening. Eén van de deelne
mende spelers uit de lagere klas
sen, geconfronteerd met klop
pende en stop roepende tegen-
stormvloedkering. We zien de
vaste oeververbinding tussen
Westerschouwen of Schouwen
en de Banjaard of Noord-Beve
land, een gigantisch werkstuk
waarmee de Oosterschelde
wordt afgesloten en waarmee de
Deltawerken zullen worden' vol
tooid, op 4 oktober zullen 25.000
genodigden er getuige van zijn
dat koningin Beatrix in de
Schaar van Roggeplaat als offi
ciële openingshandeling de
"sluizen" zal laten zakken. Op de
zegel zien we links van de dam
een wilde zee en rechts de tot
rust gekomen Oosterschelde.
Deze zegel, waarvan 10 miljoen
(vellen) worden aangemaakt, is
uitgevoerd in de kleuren zwart,
rood, groen, licht- en donker
blauw.
land 3-3. En aan het einde van dit
toernooi had Nederland een
matchpunt minder dan Rusland.
Clerc revancheerde zich voor
deze nederlaag al in de 8e ronde.
Het slachtoffer was Kaplan
(zwart) in de wedstrijd Neder-
land-U.S.A. 1.32-28 19-23 28x19
14x23 37-32 13-19 41-37 8-13 46-41
10-14 6.35-30 20-25 40-35 23-28 32-
x23 18x40 45x34 14-20 37-32 13-18
11.41-37 5-10 44-40 20-24 49-44 15-
20 50-45 9-14 33-29 24x3316.39x28
3-9 43-39 17-21 48-43 21-26 38-33
20-24 42-38 10-15 21. 47-42 2-8 28-
23! 18x29 34x23 25x34 40x20 19-
x28 32x23 14x25 26.44-40 8-13 35-
30 25x34 40x29 16-21 38-32 11-16
32-28 6-11 31. 42-38 11-17? 23-18!
12x41 36x47 26x37 38-32 37x28
33x2 13-18 36.2-35 18-22 43-38 21-
27 29-24 9-14 35-40 14-20 40-49 2-0.
De oplossing van vorige week:
Wit: 21, 23,32-35,37, 38,42-45,47.
Zwart: 2, 3, 5, 7, 9, 11, 12, 15, 18,
19, 23-25, 36. Wit wint door 21-17!
(12x21 (A) 34-30, 40x20, 35-30, 33-
29, 28-23 37-31, 43-39 34x43 38x49
27x38 42x4! Een zuivere hielslag!
A 11x22 28x8 en hoe zwart ook
slaat altijd volgt dam middels 47-
41, 32-28 42-37, 38x27, 34x1 of 3.
door
Ton Schipperheyn
standers, schreef daarover een
wat 'verbaasde brief aan Jos Ja
cobs, de auteur van de Arbitrage-
hoek in het bridgeblad, die een
leerzaam antwoord produceerde.
Het betrof het volgende spel:
AB 9 8
8 5
10 8 3
B 9 83
V 10 7 6 3 N ♦H52
<2 B 10 7 3 wn QAHV942
O H 9 7 4 vvu O 6 2
- Z +104
4
C> 6
O A VB 5
AHV7 6 5 2
N, NZ. Het bieden ging: noord
pas, oost 1 Ha, zuid 3 KI, west 3
Ha, noord 4 KI, oost 'stop' 5 Ha,
zuid 6 KI, west en noord pas, oost
6 Ha, zuid (na enig denken) pas,
waarop noord doubleerde. OW
overwogen de arbiter te roepen,
maar lieten dit na. Jos Jacobs
zegt daarover ondermeer:
Alerteren en 'stop' roepen is in
clubbridge in Amerika heel ge
woon; het is een duidelijk gebrek
aan binnen onze verenigingen
bestaande bridgediscipline, dat
dit soort dingen niet onmiddel
lijk aan nieuwe leden wordt uit
gelegd. Ook in bridgelessen,
door al dan niet N.B.B.-docen-
ten, wordt hieraan veel te weinig
aandacht besteed.
De verschillen in speelniveau
en de daarmee gepaard gaande
verschillen in denkwereld vor
men een ander aspect. De 'pas'
op 6 Ha bijv. is volgens de stan
daardtheorie forcing, men zegt
als het ware tegen de partner:
'Maat, ik heb eerste controle in
harten, het kan best groot slem
zijn, bekijk jij het maar'.
En dat verklaart waarom OW
op hun beurt wat vreemd aanke
ken tegen noords doublet na
zuids pas na enig denken gepro
duceerde pas.
door
Hero Wit
De zegel van 75 cent (ook lig
gend) geeft een fotografische
weergave van de stormvloedke
ring. Het is echter niet zo maar
een simpele weergave. De vor
men van uit papier geknipte el
kaar de helpende hand biedende
mannetjes gaan over in de pijlers
van een dam. Een bijzonder aar
dige vondst. Links boven de dam
een beeld van de stormvloe
dramp, die Zuidwest-Nederland
op 1 februari 1953 trof en aan
meer dan 1800 mensen het leven
kostte, en rechtsonder rustig wa
ter. Van deze zegel zullen 10 mil
joen stuks in vellen en 2V2 mil
joen stuks van de rol van de per
sen komen. Kleuren: zwart, rood,
groen, lichtblauw en blauw.
Na de ramp in 1953 kwam een
"Deltacommissie" tot de conclu
sie dat alle zee-armen tussen de
Nieuwe Waterweg en de Wester-
schelde moesten worden afge
damd. Reeds in 1958 werd be
gonnen met de uitvoering van dit
zeer omvangrijke plan. Het hield
de afsluiting in van de monden
van het Haringvliet, het Brou-
wershavense Gat, het Veerse Gat
en de Oosterschelde. Een ander
belangrijk onderdeel van de Del
tawerken was de dijk- en duin
versterking. Met de sluiting van
de Oosterschelde zijn de Delta
werken nu voltooid.
A