Wanneer raakt brasem
z'n slechte naam kwijt?
Dammen
VISSPORT
ZATERDAG 2 AUGUSTUS 1986
EXTRA
PAGINA 25
DOOR BRAM VAN LEEUWEN
Een brasem van ruim een halve
meter. Donkerbruin van kleur en
weinig slijm op de schubben. Een
prachtige sportvis die de bena
ming luie dweil zeker niet ver
dient.
Brasem wordt door hengelaars
nogal eens afgeschilderd als een
minderwaardige vissoort. Bena
mingen als 'luie dweil' en 'slijm
jurk' kunnen nu niet bepaald
worden gezien als koos
naampjes. Verder hoor je - als de
brasem ter sprake komt - heel
vaak de klacht dat de vis zo wei
nig strijdlust vertoont, en een
maal gehaakt, zich gewillig naar
het landingsnet laat dirigeren.
Ik denk dat die negatieve
beoordeling verschillende oorza
ken heeft. Een van de voornaam
ste is wel dat er niet zo gek veel
hengelaars zijn die zich helemaal
hebben toegelegd op de vangst
van brasem. Verreweg de meeste
hengelaars die het hebben ge
munt op witvis maakt het niet zo
bar veel uit of ze nu voorn, bra
sem of blei aan de haak slaan. Als
je de drie op een rijtje zet blijkt
doorgaans zelfs een lichte voor
keur voor de voorn te bestaan.
Een tweede zeker niet minder
belangrijk feit is dat de brasem
een nogal schuwe vis is. Zeker
als het gaat om de wat grotere ex
emplaren. Die schuwheid leidt
ertoe dat de meeste brasems die
in ons land worden gevangen
niet groter zijn dan 35 tot 40 cen
timeter. Dit in combinatie met
het feit dat er nogal eens met veel
te zware materialen wordt gevist
heeft ertoe geleid dat de brasem
meestal is omgeven met een ne-1
gatieve klank.
In de laatste plaats is er het
verschijnsel van verbraseming in
sommige wateren. De brasem
stand is in die wateren zo groot
geworden dat deze vissoort niet
langer de normale groei ver
toont, maar vrij klein blijft. Dan
kan het gebeuren dat er 10 jaar
oude brasems rondzwemmen die
op de maatlat de 25 centimeter
nog niet halen. Er zijn zelfs wate
ren bekend waar ze nauwelijks
boven de 10 centimeter uitko
men.
Over de brasem is echter ook
een heel ander verhaal te vertel
len. Een verhaal waarin ver door
buigende hengeltoppen, minu
ten durende drils en opgetogen
heid over het formaat de boven
toon voeren. Voor dat soort ver
halen woont u op de juiste plaats.
Er zijn namelijk in de directe om
geving polders, kanalen en plas
sen te over waar brasems rond
zwemmen van zeer respectabele
afmetingen.
Het is alleen de taak van de
sportvisser om die plekken te
ontdekken en op het juiste tijd
stip de hengel uit te gooien. Dat
we in Zuid-Holland bevoordeeld
zijn ten opzichte van andere de
len van ons land mag het volgen
de illustreren.
Ik heb een paar jaar in het oos
ten van het land gewoond. In een
omgeving waar vrij weinig vis
water was. Eens kwam ik in ge
sprek met een verwoed henge
laar die mij met rode oortjes ver
telde dat hy op zijn laatste visdag
niet minder dan drie brasems
had gevangen waarvan de groot
ste 28 centimeter lang was. De
man glom daarbij alsof hij zojuist
de eerste plaats had verworven
in de NOS-Visparade.
Ik had de man waarschijnlijk
diep ongelukkig gemaakt wan
neer ik hem had verteld dat een
dergelijke vangst bij ons een
werkelijk slechte visdag bete
kent. Wanneer de brasem hier
een dagje goed wil blijten is het
niet onmogelijk op één dag enke
le tientallen exemplaren te van
gen. En van afmetingen waarbij
de kleinsten al gauw de 30 centi
meter halen.
Brasem zwemt in onze omge
ving rond in onvoorstelbaar gro
te scholen. Zeker op wat groter
water als de Kaag, Wijde Aa,
Braassemermeer, Nieuwkoopse
Plassen en Westeinder is het
geen bijzonderheid als scholen
rondzwemmen van enkele hon
derden exemplaren.
Vooral in de zomer en de herfst
leggen ze op bepaalde uren van
de dag een grote eetlust aan de
dag. Ze trekken dan van plek
naar plek waar voedsel beschik
baar is. Toch eet de brasem niet
altijd. Er zijn ook dagen waarop
de scholen geheel apathisch
even boven de bodem hangen.
Het bijzondere van de scholen
is dat het meestal om vissen gaat
van dezelfde afmeting. Werkelijk
grote brasem, en dan denk ik aan
exemplaren die de 50 centimeter
zijn gepasseerd, zijn veel minder
talrijk. Daarvan zwemmen er
meestal niet meer dan enkele
tientallen gezamenlijk op. De al
lergrootste leven soms een soli
tair bestaan. Dat ze zijn overge
bleven is te danken aan hun
voorzichtigheid. Ze zijn dus
schuw van aard en vluchten bij
het geringste teken van gevaar
weg.
Wie dus voortdurend met veel
gestommel in een boot zit of
steeds langs de oever heen en
weer stampt kan de vangst van
zulke exemplaren wel op z'n
buik schrijven. In sommige vis
boeken van nieuwlichters wordt
wel gesuggereerd dat de enige
mogelijkheid om zulke grote ex
emplaren te vangen is weggelegd
voor hengelaars die de winckle
pieker of de matchhengel hante
ren. Dat is natuurlijk onzin. Met
de vaste hengel is het evengoed
grote brasem vangen.
Als het maar een hengelaar is
die een zekere feeling heeft waar
hij moet zijn en die weet dat je
langs of op het water muisstil
dient te zijn. De vraag wanneer
de brasem aast is moeilijk te
beantwoorden. Ik kan slechts
een aantal vuistregels geven,
maar zoals u weet bevestigen de
uitzonderingen de regel.
Zoals voor vrijwel alle vissoor
ten geldt ook voor de brasem dat
hij voornamelijk aast in de vroe
ge ochtendurenm of wanneer de
avondschemering valt. Brasem
tref je over het algemeen vlak bo
ven de bodem aan. Als hij aast
snuffelt hij met z'n stofzuigerbek
meestal de bodem af. Hij staat
dan met zijn staart schuin om
hoog en richt zich weer op als hij
het aas naar binnen heeft gezo
gen. Dat leidt er toe dat het
meest karakteristieke signaal de
pen is die zich langzaam maar ze
ker uit het water verheft. Pre
cies: de opsteker. Toch is die op
steker zeker niet het privilege
van de brasem. Ook de voorn en
de blei kan bij een afstelling
'over de grond' voor fraaie opste
kers zorgen.
Dat brasem een typische zo-
mervis is en in de winter niet te
vangen is, is complete larie. Zelfs
vanuit een bijt in het ijs kan er
brasem worden gevangen. Vis
sen we op water waarvan de bo
dem vrij zacht is dan is de aanwe
zigheid van een school brasem
vaak merkbaar als er kleine
luchtbelletjes aan de oppervlak
te verschijnen en stukjes bodem
materiaal, die by het omwroeten
naar de oppervlakte stijgen.
Vis zo licht mogelijk. Een lijn
dikte van 16 honderdste is ook
voor grote brasems voldoende en
vis met een pen die zo weinig
mogelijk lood houdt. Een en an
der is afhankelijk van het water
en de weersomstandigheden.
Dat brasem een bodemvis is
betekent niet datje brasem altijd
over of langs de grond moet be
vissen. Soms zwemt de brasem
hoog en moet de pen enkele deci
meters ondieper worden gezet.
De grootte van het aas laat u
afhangen van de eetlust van de
vis. Er zijn dagen waarop een
vlok ter grootte van een rijks
daalder op een flinke limerick
vlot wordt genomen. Op andere
dagen lijkt een enkele made of
een minuscuul zacht deegje nog
te veel.
Goed bevist is een flinke gezon
de brasem een uitstekende sport
vis. Vooral in de herfst lijkt de
vis in optimale conditie te zijn en
laat hij zich niet zo gemakkelijk
op de zijkant naar het landings
net slepen.
Onthaak de vis altijd voorzich
tig. En gebruik daarbij zonodig
een hakenstekertje. Dat is beter
dan de vissebek te beschadigen.
Pak de brasem bij het terugzet
ten ook beet als op de boven
staande foto. Dus vlak achter de
kop, dan wordt de beschermen
de slijmlaag niet of nauwelijks
beschadigd.
JAZZ
Bijdragen:
Ken Vos
Gitarist behoeft
wat pit en power
John Abercrombie - 'Current
Events' (ECM 1311. 25 septem
ber 1985).
Een belangrijke artiest van de zo
succesvolle ECM-stal is de Ame
rikaanse gitarist Abercrombie.
Hy heeft echter nooit in die mate
kunnen doorbreken als bijvoor
beeld Pat Mentheny of John Sco-
field. Zijn stijl wordt geken
merkt door bedachtzame en
vloeiende lijnen, die in combina
tie met een goede ritmesectie het
onderscheid tussen thema en im
provisatie doen vergeten.
Op deze plaat wordt Aber
crombie ondersteund door het
meer dan competente ritmische
tandem van bassist Mare John
son en drummer Peter Erskine.
De nadruk ligt vooral op het
'mooie', rustige. Een typische
ECM-geluid met iets te veel
echo.
De overigens goede, maar
soms iets vormeloze composities
worden af en toe gespeeld via de
gitaar-synthesizer, die nauwe
lijks te onderscheiden is van een
toetsen-synthesizer. In vergelij
king tot zijn vorige album.
'Night', valt de plaat een beetje
tegen door zijn wat al te ingehou
den karakter. Er is een gebrek
aan dynamiek, aan momenten of
stukken die eruit springen.
Opname en presentatie zijn zo
als bijna gebruikelijk bij ECM
dik in orde en passen goed bij de
atmosfeer van serene rust die de
plaat ademt. Het is in elk geval
technisch een fraai werkje ge
worden, ideaal voor een late,
zwoele zomeravond. De volgen
de keer zou ik alleen iets meer pit
en power willen horen.
Parker op dreef
'at the Roost'
Charlie Parker - Bird at the
Roost, Vol. 2 (Savoy SJL-2260
januari en februari 1949).
Was Parker in de studio maar al
tijd zo goed geweest als live,
denk je bij het beluisteren van
deze dubbelelpee. Altsaxofonist
Parker (1929-55), bijgenaamd
'Bird', was een genie, maar he
laas niet altijd evenwichtig. Dit
album is het tweede in een serie
van drie, die alle radio-uitzendin
gen vanuit de Royal Roost Club
in New York vanaf september
1948 tot maart 1949 chronolo
gisch vastlegt. Het geluid is zo
veel mogelijk bijgeschaafd, maar
natuurlijk niet te vergelijken met
studio-opnamen uit die tijd.
Over de muziek hoeft geen
twijfel te bestaan: Parker in top
vorm wordt begeleid en onder
steund door andere bop-cory-
feeën als Kenny Dorham (trom
pet), Al Haig (piano), Tommy
Potter (bas) en Max Roach
(drums) op de meeste nummers.
Tussen de nummers door zijn
ook aankondigingen en opmer
kingen van presentator 'Sym
phony Sid' Torrin intact gelaten,
zodat de luisteraar een goede in
druk krijgt van de atmosfeer en
opwinding rond de avant-garde
van die periode.
Parker laat tijdens de verschil
lende concerten horen hoe je met
vaak dezelfde thema's in een zeer
korte tijdspanne logisch afgeron
de, technisch onnavolgbare soli
kan spelen, waarin natuurlijk
zijn ware genie schuilt. Vooral
Dorham en Roach kwijten zich
voorbeeldig van hun muzikale
taak. 'Bird at the Roost' belooft
een voorbeeldig gepresenteerde
serie te worden, zodat de liefheb
ber allerlei andere dubieuze en
obscure platen met gedeeltelijk
hetzelfde repertoire met een ge
rust geweten in de winkelbak-
ken kan laten staan
Raffinement bij
Charles Mingus
Charles Mingus Sextet - Con
certgebouw Amsterdan, April
10th 1964, Vol. 2. (Ulysse Musi-
que AROC 50608).
Dit is één van de vele concertre
gistraties die er in omloop zijn
van de Europese toernee in 1964
van Mingus (1922-79). Geluids
technisch (wel mono) of muzi
kaal zeker niet de minste. De el
pee is een terecht vervolg op het
vorig jaar als eerste deel uitge
bracht dubbelalbum van hetzelf
de optreden.
Bassist, pianist, arrangeur en
componist Mingus had toen één
van zijn beste groepen bijeen:
Eric Dolphy (hier op basklarinet
en fluit), Johnny Coles (trompet),
die later wegens ziekte moest af
haken, de veelzijdige pianist Jaki
Byard, tenorsaxofonist Clifford
Jordan en drummer Dannie
Richmond.
De reeds in andere uitvoerin
gen bekende composities wor
den geraffineerd uitgewerkt,
maar met de losse swingende
presentatie die jazz van kwaliteit
kenmerkt. De grenzen tussen het
arrangement en intuïtief samen
spel vervagen vooral in het an
derhalve plaatkant durende 'Fa-
bles of Faubus'. In dit nummer,
compleet met citaten en onver
wachte wendingen, blinken
vooral Coles, Byard en Dolphy
uit.
Deze opnamen (eigenlijk zou
men deel 1 en 2 beide moeten
aanschaffen) hebben op de ande
re platen van dezelfde toernee
(op Amerikca/Prestige, Enja,
Unique Jazz en Ingo) voor, dat
men bij beluistering niet geïrri
teerd raakt door mankementen
in de geluidskwaliteit. Eén aan
rader voor een ieder die belang
stelling heeft voor muziek tussen
moderne bop en avant-garde van
die periode.
Kondo is speels
in gebondenheid
Toshinori Kondo IMA - 'Me
tal Position'. (Jaro 4127. Maart
en april 1985).
Alweer de vierde plaat in het
techno-funk genre van de Japan
se trompettist Kondo, als we
voor het gemak de Japanse ma-
xi-single 'China Boogie' meere
kenen. Kondo, tot voor enige ja
ren vooral actief in de avant-gar
de sector, wist op eerdere platen
van dit type minder te overtui
gen dan deze wat verlaat in Euro
pa uitgebrachte produktie.
Hier komen zijn vindingrijk
heid en technisch kunnen beter
tot hun recht. Jazz-puristen zul
len het waarschijnlijk niet met
me eens zijn, maar Kondo kan
vanaf nu bijgeschreven worden
in de annalen als een musicus
van het niveau van een Freddie
Hubbard of Lester Bowie.
Voor Kondo speelden vrijheid
en speelsheid altijd een belang
rijke rol, deze keer in een zekere
gebondenheid. Het repertoire
valt op door evenwicht en
een gezonde dosis humoristische
relativering. De bijna volkomen
beheersing van zijn instrument
gebruikt Kondo om functionele
en soms vertederende kantteke
ningen te plaatsen bij alle goed
geconstrueerde bouwsels die de
stukken op de plaat zijn. Luister
bijvoorbeeld naar het bekende
'Cerezo Rosa' en het eerste num
mer van de schijf.
Het is een bijna perfecte plaat,
goed gemixed en geperst. Het
enige minpuntje vormt de soms
al te machinaal optredende rit
mesectie, misschien dit muzikale
concept eigen. Het overduidelij
ke speelplezier dat de leider ten
toon spreidt, maakt echter veel
goed. Het is verheugend dat een
klein Europees label het heeft
aangedurfd om deze tamelijk on
bekende musicus nogmaals aan
een breder publiek te presente-
ADVERTENTIE
OP ZOEK NAAR
COMPACTDISCS
KOM EENS LANGS BIJ
CD-CENTRUM
DE GROOTSTE COLLECTIE CD'S
ALLE GENRES VOORRADIG
LAGE PRIJZEN
VOLOP PARKEERGELEGENHEID
BIJ MOLEN DE VALK
Op maandag 21 juli j.l. begon in
het Krasnapolsky hotel in Am
sterdam het vyfde Ohra-schaak-
toernooi. Dit toernooi kende in
het verleden nogal wat onregel
matigheden omtrent de opzet en
de speellokatie. Nu lijkt het toer
nooi zijn definitieve vorm gevon
den te hebben. Er is een kroon
groep met dit jaar onder andere
Timman en van der Wielen er is
een grootmeestergroep waar
vooral de jonge Nederlandse spe
lers de kans krijgen om meester-
resultaten te maken.
In de kroongroep speelt Ljubo-
jevic zeer sterk en hij gaat deze
groep op overtuigende wijze
winnen. De strijd om de tweede
plaats gaat tussen van der Wiel
en Timman, die het toernooi met
twee nederlagen begon.Van der
Wiel wisselt goede partijen af
met enkele kansloze nederlagen.
Al met al maakt zijn spel een goe
de indruk en het is duidelijk dat
hij, aansluiting kan krijgen bij de
O
echte wereldtop,vooral zijn dub
bele overwinning op Vaganian
wijst hierop.
Van der Wiel-Vaganian vierde
ronde: 1. e4 e6, 2. d4 d5, 3. pc3
lb4, 4. exd5 exd5 (dit systeem is
minder onschuldig dan het lijkt.
Zwart moet nauwkeurig spelen
om gelijk spel te krijgen) 5. Id3
c5, 6. dxc5 pc6, 7. pf3 d4 8. a3
De7,9. Ie2 lxc3,10. bxc3 dxc3,11.
pd4 lg4? (Een ernstige fout, beter
ll...pf6) 12. pb5 lxe2, 13. Dxe2
td8,14. Ig5 f6,15. Ie3 ph6,16. pd6
Kf8, 17. Ixh6 Dxe2, 18. Kxe2
gxh6,19. thdl. Diagram Wit heeft
afgewikkeld naar een technisch
gewonnen eindspel, de rest
wordt door van der Wiel goed be
handeld. 19...b6,20. cxb6 Ke7,21.
Onlangs kwam ik in het gelukki
ge bezit van het eerste boek van
Anatoly Gantwarg. Het zwaarte
punt van dit boek ligt (uiteraard)
op het technische vlak. De we
reldkampioen behandeld daarin
50 van zijn partijen die hij ooit
gespeeld heeft (in het boek staan
overigens geen partijen die hij
verloren heeft). Helaas is het
boek in het Russisch geschreven
zodat het commentaar en de eer
ste 40 pagina's voor mij onlees
baar zijn. Dat neemt niet weg dat
dit ruim 200 bladzijden tellende
boekwerk een uitstekende in
druk op mij maakt en iedereen
die zelf verder wil komen in het
damspel beveel ik het van harte
aan. Het boek zal waarschijnlijk
einde van dit jaar in Nederland te
koop zijn.
Uit het boek de nu volgende
schitterende partij uit het Rus
sisch kampioenschap 1975.
Gantwarg-Andreiko (commen
taar is van Gantwarg). 1.32-28 19-
23 28x19 14x23 37-32 10-14 41-37
14-19 46-41 18-22 6.35-30 12-18 30-
25 7-12 25x14 9x20 32-28 23x32
37x28 16-2111.41-37 5-10 31-26 10-
Bij het Europees Jeugdkam
pioenschap in Budapest is het
Nederlands team hard op weg
naar een topprestatie. Op het mo
ment van schrijven hebben Enri
Leufkens - Berry Westra, Wubbo
de Boer - Marcel Nooyen en Rob
van Wel - Jan Jansma na 15 van
de 19 wedstrijden de koppositie
stevig in handen met 289 punten,
voor Frankrijk, Polen en Noor
wegen met resp. 269, 266 en 265
punten.
Het team raakte tijdens het
toernooi steeds beter op dreef.
Na een aantal schuchtere over
winningen in het begin volgden
een paar rake 'klappen': Spanje
25-5, IJsland 23-7, Engeland en
Zweden 24-6, Ierland 22-8, waar
bij met name het spel van Leuf
kens - Westra en De Boer -
Nooyen een duidelijke belofte
inhield voor de toekomst.
Het jeugdteam heeft, vooraf
gaand aan Budapest, fanatiek
geoefend, onder meer tegen Hok
en Star. Een leuk spel uit die
laatste wedstrijd lag als volgt:
O
IN DE SPORTWERELD jubile
ren twee bonden. Zowel de Ko
ninklijke Nederlandse Dambond
(KNDB) als de Koninklijke Ne
derlandse Biljartbond (KNBB)
viert dit jaar zijn 75-jarig bestaan.
Ter gelegenheid van deze jubilea
komt de PTT op 9 september
met twee bijzondere zegels. Bei
de zegels (en dat is ook bijzonder
in één emissie) hebben een waar
de van 75 cent. Ze zijn ontwor
pen door Swip Stolk uit Zaan
dam, die in 1981 met de kinderze
gels debuteerde. De zegels zullen
te koop zijn zolang de voorraad
strekt, maar uiterlijk tot 1 okto
ber volgend jaar.
Swip Stolk heeft voor deze
sportzegels een paar ludieke ont
werpen met aardige vondsten op
tafel gelegd. Op de (staande)
dam-zegel zien we achter een
schuinliggend dambord het ge
zicht van een. meisje. Ze staat er
waarschijnlijk goed voor, want
er speelt een glimlach om haar
mond. De "ct" van cent heeft
Stolk in het rondje van een steen
verwerkt en het woord "Neder
land" staat in de zwart-witte vel
den. Op de voorgrond een kopje
koffie; de damp die daar af slaat
omvat op zijn beurt weer het ge
zicht van het meisje. Op het
schoteltje liggen, als koekjes,
twee stenen, een zwarte en een
witte. Van de witte heeft ze gege
ten.
pb5 axb6,22. td3! txd3, 23. Kxd3
tc8, 24. f4 td8, 25. Kxc3 td5, 26.
tbl Kd7, 27. g3 h5, 28. a4 h4, 29.
gxh4 tc5, 30. Kd3 th5, 31. pc3
txh4, 32. pd5 kd6, 33. c4 f5, 34.
txb6 txh2, 35. pb4 th3, 36. Kd2
th2, 37. Ke3 th3, 38. Kf2 Kc5, 39.
tb5 Kd6,40. td5 Kc7,41. tc5 Kb7,
42. txc6 tb3, 43. tc5 en zwart gaf
het op want na 43..txb4,44. tb5 is
het pionneneindspel totaal verlo
ren.
14 34-29 4-10 40-34 19-23 28x1914-
x23 16.45-40 10-14. Laat hiermee
de partijvariant toe. Een andere
mogelijkheid was hier 20-25 en
dan 40-35 15-20 33-28!! Nu is 22-
x24 34-30 25x34 39x28 gunstig
voor wit omdat 21-27 eenvoudig
verboden is dus: 23x41 29-23! 18-
x40 42-37 41x32 38x9 3x14 39-34
40x29 26-21 17x26 36-31 26x37 35-
30 25x34 48-42 37x39 44x4 met
een voordelig eindspel voor wit.
29-24 20x29 33x24 L7 34-30 13-19
24x13 18x9 21.40-34 8-13 44-40 13-
19 50-45 2-8 30-25 8-13 34-29 23x34
26.40x2912-18 38-32 3-8 39-33 8-12
32-28! 21-27 37-32 27x38 31.43x32
22-27 32x21 11-16 45-40 16x27 29-
24 19x30 25x34 13-19, want op 14-
19 volgt dam door 36-3127x36 47-
41 36x29 34x3. 36.42-38 6-11.
Waarschijnlijk de foutzet. Het
beste was hier 18-22! (natuurlijk
niet 18-23) met de dreiging 27-31
of na 48-43 27-32 dus: 36-31 27x36
26-21 17x26 28x8 6-11! en de ko
mende dam wordt altijd met ge
lijkspel afgenomen door de drei
ging 9-13 8-3 15-20... 40-35! ver
hindert 18-23 door 36-31 terwijl 9-
13 34-29 wel heel erg dodelijk is.
19-24 49-43 14-19 (14-20 43-39 24-
29 34x23 18x29 33x24 20x29 48-
42) 14-19 43-39 9-13. Want op 18-
23 volgt 28-22 27x18 26-21 17x26
36-31 26x37 38-32 37x28 33x4. 28-
22 17x28 41.33x31 en wit won la
ter in het eindspel.
door
Ton Schipperheyn
H10 9
OAHB5
O B 9 6
AV3
*6 N V B 4 2
CV 10 9 WO^SI42
O A H 8 5 3 W7° 074
B 10 8 6 Z *752
A8753
O 63
O V 10 2
H94
West allen. NZ eindigden in
3SA, te spelen door zuid. West
startte met Ru 5, de 4e van bo
ven. Een in onze ogen slechte
'conventie', waarvan het nut niet
bijster groot is. Dat bleek ook
hier. Zuid legde de boer en oost
speelde de 7, als distributiesig
naal (hooglaag is even). Zuid tel
de 8 slagen en kan eventueel een
9e ontwikkelen in schoppen. Hij
moet in dat geval van slag en in
ruiten mogen dan niet meer dan
drie slagen verloren gaan. De
kleur moet daarvoor 4-3 zyn ver
deeld en hoe groot is die kans?
Zuid had Ru 5 en Ru 7 ook ge
zien en concludeerde dat die
kans nul was. (Zou west met Ru
3 zijn gestart, dan was dat moei
lijker te zien geweest). Hij sneed
derhalve op Ha V en maakte al
dus zijn contract.
Toch niet de
optimale speelwyze. Zuid moet
in slag 2 zelf ruiten spelen! Hij
merkt dan hoe die kleur verdeeld
zit en kan op basis daarvan öf de
9e slag zoeken in schoppen
(kansrijker) öf in harten. Een
eventueel 6-1 zitsel in ruiten (zeer
kleine kans) moet hy dan maar
voor lief nemen.
door
Hero Wit
Wat grappige vondsten betreft
doet de (liggende) biljart-zegel
niet voor de dam-zegel onder.
Daarop zien we drie ballen, uiter
aard twee witte en een rode. In
de grootste afgebeelde bal is een
speler geprojecteerd, die ver
dacht veel op minister-president
Lubbers lijkt. Hij speelt met een
kromme keu de andere (kleine)
witte bal. Rond de grote witte bal
is het woord "Nederland" gedra
peerd. In de rode bal, die onder
de waarde-aanduiding ligt, staat
de "c" van cent als de "c" van
"copyright". Boven dit hele tafe
reel hangt een lampje, zoals we
dat ook altijd boven biljarttafels
zien hangen.
Zowel de dam- als de biljart-ze
gel is uitgevoerd in geel, rood,
blauw, zwart en zilver. Van de
dam-zegel zullen 8 miljoen stuks
(in vellen) van de persen komen
en van de biljart-zegel 8 miljoen
(in vellen) en IVz miljoen (van
rollen). Door de Directie Zegel-
waarden en Filatelie is bewust
gekozen voor deze oplagen: to
taal voor beide 75 ct.-zegels dus
I8V2 miljoen stuks. Het betreft
hier namelijk een proef.
De laatste jaren waren de opla
gen door enkele oorzaken - we
hebben daar al eens over ge
schreven - per zegel'opgelopen
tot 14 a 16 miljoen. Veel te hoog.
Dat vindt en vond men bij de Di
rectie Zegelwaarden en Filatelie
ook, vandaar het huidige streven
van de anderhalf jaar geleden
aangetreden directeur, Gerrit
Glas, de oplagen te verlagen. De
vraag is echter waar de grens
moet liggen.
By de proef die men nu bij de
uitgifte van de twee 75 ct.-sport-
zegels gaat nemen gaat DZF uit
van twee dingen: 1. een bijzonde
re zegel moet aan alle loketten,
waar dan ook in het land, zes we
ken te koop zijn en 2. wekelijks
worden 2 a 2Vz miljoen poststuk
ken met postzegels gefrankeerd.
Dat houdt in dat in een periode
van zes weken 12 tot 15 miljoen
zegels worden gebruikt.
Met deze gegevens in de hand
gaat de DZF met ingang van 9
september dagelijks peilen hoe
veel (sport)zegels er werkelijk
worden gebruikt. Mochten dat er
nu aanzienlijk minder zyn dan 15
miljoen dan worden de oplagen
zeer waarschijnlijk dienovereen
komstig verlaagd. Blijken dat er
inderdaad nog steeds zo'n 15 mil
joen te zijn dan zal de oplage van
toekomstige 75 ct.-zegels ge
handhaafd blijven. We zullen u
op de hoogte houden van de uit
slag van de proef.
IN 'T KORT - Joegoslavië: 5
april, WK-voetbal Mexico, 70 en
150 din., gedrukt in velletjes van
8 zegels (220.000 series); 12 april,
1100 jaar aankomst St. Clement
van Ohrid in Macedonië, 10 din.
(180.000); 16 april, overdruk zegel
uit toeristische serie, 5 din. op 8
din.; 28 april, Europa-CEPT, 100
en 200 din. (400.000 series); 7 mei,
EK-judo, 70 din. (180.000).