Trefpunt van heden en verleden
Het water staat nog steeds centraal
Ook leuk bij minder mooi weer
Dagje uit
Historie in zilver
WIJK BIJ DUURSTEDE
SCHOONHOVEN:
MONNICKENDAM:
ARNHEM:
VRIJDAG 1 AUGUSTUS 1986
PAGINA 19
Voor rustzoekers, wandelaars en liefhebbers van historie heeft
Nederland veel meer te bieden dan je zo zou denken. Op deze pagina wat
suggesties voor een dagje uit.
Hebt u plannen om een huisje
te bouwen in Wijk bij Duurste
de? Weet dan wel waar u aan
begint, want voordat de bouw
put uitgegraven is, is er heel
wat water door de naastgele
gen Lek gegaan. Wijk bij Duur
stede is immers het enige stuk
je Nederland waar sinds een
jaar of vijftien eerst de archeo
logen aan het werk gaan en pas
daarna de aannemers.
Even een geheugensteuntje. Weet
u nog van de lagere school, de ver
halen over die gruwelijke plunde
ringen van de Noormannen? Dore-
stad heette de havenplaats waar de
bebaarde barbaren alles van tijd
tot tijd kort en klein sloegen en
meenamen wat van hun gading
was, waarbij ze een voorkeur aan
de dag legden voor edelmetaal en
vrouwen. Veel van wat er in die tijd
en nog eerder is gebeurd, hebben
we kunnen reconstrueren aan de
hand van opgravingen. Over de po
lemiek tussen geleerden die vol
blijven houden dat Dorestad de
echte voorloper was van het huidi
ge Wijk bij Duurstede zullen we
het hier niet verder hebben, maar
wie vandaag de dag rondloopt in
het plaatsje waar de Rijn Lek
wordt, komt zoveel stukjes ge
schiedenis tegen dat er wel een
verband moet zijn.
Eigenlijk komt die grijze oud
heid heel verrassend op je af. Ko
mend vanuit de richting Utrecht
passeer je eerst het 'nieuwe' Wijk
bij Duurstede en dat is nou niet di
rect de plek waar de toeristische
hoogstandjes voor het oprapen lig
gen. Even doorrijden dus tot het
punt waar de Grote Kerk zichtbaar
onvoltooid staat te pronken.
De kerk vertoont een opvallend
overeenkomst met de Utrechtse
Domtoren. David van Bourgondië,
de bisschop van Utrecht liet hem
ooit bouwen na een fikse ruzie met
zijn Utrechtse onderdanen, die
hem volgens de overlevering op
een mestkar de stad uitzetten. Da
vid was daar zo boos over dat hij
vlak bij zijn kasteel Wijk een kerk
liet bouwen waarvan de toren de
Utrechtse Dom qua hoogte moest
verslaan. Door geldgebrek en wei
nig goedgeefse onderdanen kwam
van die plannen weinig terecht,
maar Wijk heeft er toch nog een
leuk bouwwerk aan overgehou
den. Het oudste gedeelte van het
stadje ligt rond die kerk en is een
nadere kennismaking ten volle
waard.
Wie de stads wandelroute volgt
komt via schitterende midde
leeuwse steegjes en soms nog ou
dere laantjes, langs alle historische
plaatsen. Speciale aandacht ver
dient daarbij de kasteelruïne met
als oudste deel de donjon, de vier
kante toren uit het midden van de
13e eeuw. Hoe het kasteel tot ruïne
verviel is niet helemaal duidelijk -
het zal ook toen wel geldgebrek
zijn geweest; de kosten van groot
onderhoud konden destijds nog
niet als aftrekpost worden opge
voerd - maar de Duursteders heb
ben er wel van geprofiteerd. Me
nige oude stulp in de omgeving is
voor een niet onbelangrijk deel op
getrokken uit stenen waarvan de
herkomst zelfs voor de leek duide
lijk is.
Als we de ruïne de rug toekeren,
en het pad teruglopen na eerst nog
even een blik te hebben geworpen
op de 19e eeuwse tuinaanleg en op
de nabijgelegen kruidentuin, ko
men we vanzelf op een punt waar
de straat de helft smaller wordt.
Hier ligt de voet van de wereldbe
roemde Molen van Ruysdael, al
thans daar is hij jaren voor doorge
gaan. Want pas onlangs is gebleken
dat deze molen nooit die van Ruys
dael kan zijn geweest. Van de mo
len die Ruysdael wèl schilderde is
nog slechts een stukje fundering
en wat onderbouw terug te vinden,
maar Wijk bij Duurstede heeft ge
lukkig wel zoveel (kunst)historisch
besef, dat die overblijfselen keurig
zijn ingepast in de renovatie in ou
de stijl van een paar woningen.
Genoeg historie, al mag een be
zoek aan het museum, waar de re
sultaten van de vele opgravingen
liggen uitgestald, uiteraard niet
ontbreken. Meer van deze tijd zijn
de prinses Irenesluizen, de groot
ste binnenvaartsluizen van West-
Europa. De rondvaart van vijf
kwartier over de Rijn, de Lek en
een stukje Amsterdam-Rijnkanaal
is een prachtige gelegenheid de
drie grote waterstaatkundige
bouwwerken rond Wijk bij Duur
stede te bekijken. In het hoogsei
zoen, dat loopt tot en met 17 augus
tus, vaart de boot vijf keer per dag
uit, zodat er altijd wel een moment
is dat u even kunt inschepen.
Varen maakt hongerig en dorstig
en wat dat betreft zit u goed in Wijk
bij Duurstede. Wijk herbergt een
lokaliteit die toebehoort aan Paul
Fagel. Paul Fagel staat met zijn Ou
de Lantaarn in de toptien van spe
cialiteitenrestaurants, maar wie
niet zo'n uitbundige'trek heeft kan
prima terecht in café Dorestad, een
eerlijke recht-toe recht-aan tent.
Wie aan Schoonhoven denkt,
denkt aan zilver. Eeuwen geleden
was het zilverwerk uit dit Zuidhol-
lande stadje tot ver over onze gren
zen beroemd. De zilverindustrie is
niet meer het enige bestaansmid
del voor de Schoonhovenaren,
maar toch neemt het zilver nog een
belangrijke plaats in. De vakoplei
ding voor goud- en zilversmeden
en uurwerkmakers duidt daar al
op. Ook de verschillende galeries,
waar de meest uiteenlopende siera
den liggen uitgestald, zijn een vin
gerwijzing. Een aantal zilverfabrie-
ken is trouwens nog steeds volop
in bedrijf. Helaas, te bezichtigen
zijn deze doorgaans niet.
Wie toch een indruk wil krijgen
van het zilver in het algemeen en
antiek zilver in het bijzonder, kan
een bezoek brengen aan het
Schoonhovense Edelambachthuis.
Behalve de particuliere collectie is
hier een oude werkplaats te bekij
ken en kunnen de bezoekers een
zilversmid aan het werk zien.
Wie een passende herinnering
aan Schoonhoven wil meenemen,
kan in het 'Schoonhovense Silver-
huys' aan de Haven 1 en 5 zilveren
sieraden of gebruiksvoorwerpen
kopen.
Sinds een aantal jaren huisvest
de voormalige kazerne aan het Ka
zerneplein het Neerlands Goud
zilver- en klokkenmuseum. Het
museum is ontstaan door samen
voeging van twee collecties: die
van het Museum en Archief voor
Tijdmeetkunde en de verzameling
van het Nederlandse Waarborg
Museum.
Twee in heldhaftige uniformen
gestoken poppen en oorkondes in
een zaaltje naast de entree herinne
ren aan de vorige bewoners. Leger
groen zie je er verder niet meer.
Het soldatenhonk van weleer is nu
een fris wit met grijs en rood ge
schilderd gebouw.
'Het bestuderen van keurtekens
en het daarmee verkrijgen van in
zicht in de geschiedenis van het
smeden van goud en zilver, was ui
teraard het uitgangspunt van het
Nederlands Waarborg Museum. In
de loop van.de jaren groeide de col
lectie uit tot een stylistisch panora
ma van Nederlandse edelsmeed
kunst. De laatste aanwinst is een
complete werkplaats, die familie
van een overleden edelsmid aan
het museum in bruikleen heeft ge
geven. Voor de leek verbazingwek
kend simpele werkbanken en
werktuigen.
Een 15e eeuws tafelklokje is het
pronkstuk van het museum. Al
thans, wat zeldzaamheid, en dus
waarde, betreft. Verder zijn er een
torenuurwerk, stoel- en staartklok
ken, zakhorloges, pendules, een
elektrisch uurwerk en nog veel
meer te bewonderen. Een tip van
de enthousiaste conservatrice:
geen horloge weggooien, zelfs ka
potte exemplaren bewaren. Pols
horloges worden de grote verza-
melmode.
Het centrum van Schoonhoven
biedt de liefhebber van monumen
ten en karakteristieke gebouw veel
moois. Vooral langs de Haven, de
winkelstraat langs de centrale
gracht, zijn veel fraaie gevels en ge
restaureerde panden te zien. De
Grote of Bartholomeuskerk is van
dit stukje oud-Holland het indruk
wekkend middelpunt. Opmerke
lijk aan dit vijf eeuwen oude ge
bouw is de toren, die meer dan an
derhalve meter uit het lood staat.
Tenslotte noemen we nog de
Waag aan de Dam. In dit op 1617
stammende gebouw werd vroeger
handelswaar, met name hennep,
gewogen. Tegenwoordig doet het
in de zomermaanden dienst als (re
delijk goedkoop en gezellig) pan-
nekoekenhuis.
Zelfs op een regenachtige wat gure
junidag blijft de hoofdstad van
Gelderland iets vriendelijks uit
stralen. Arnhem, de 'groene stad',
ingeklemd tussen de Veluwe met
zijn golvende stuwwallen en het
boomgaardenlandschap van de
Betuwe, is het culurele en recrea
tieve centrum van Oost-Nederland.
Een stad van parken en beelden,
hellende straten én de trolleybus,
dat geruisloze en milieuvriendelij
ke vervoermiddel waar Arnhem
patent op heeft. Wie er gewoon
eens een dagje uit wil, maar nog
niet precies weet wat het moet
worden doet met Arnhem nooit
een verkeerde keus, zelfs als het
druilerig weer is.
Een wandeling in de prachtige
natuur rond de Rijnstad, een be
zoek aan een van de tien musea,
een paar uur doorbrengen tussen
de wilde dieren in Burgers Dieren
park of het Safaripark, een bezoek
je aan het Openluchtmuseum, of
een bootreisje, het is er allemaal
mogelijk. In Arnhem hebben ze al
les bij elkaar en ter plekke kunt u
bekijken hoe u de tijd zo aange
naam mogelijk wilt doorbrengen.
Aan te raden is vooraf even een
bezoekje te brengen aan het VW-
kantoor op het Stationsplein, aan
de rand van de binnenstad. Vraag
daar dan ook een eenvoudig platte-
grondje. Dat bespaart een hoop no
deloos gerij en gezoek. Arnhem is
weliswaar geen wereldstad (een
kleine 130.000 inwoners), maar
toch groot genoeg om aan het dwa
len te geraken.
Voor het historisch besef van de
bezoeker even Wat geschiedkundi
ge gegevens. De stad vierde nog
Een eindje verder staat de
Waegh; een gebouw uit de 17e
eeuw en de plaats waar vroeger on
der stadstoezicht werd gewogen.
Tegenwoordig is het een panne-
koekenhuisje, terwijl op de eerste
etage een poppencollectie is te be
wonderen. Andere bezienswaardi
geheden van Monnickendam zijn
de verschillende palingrokerijen
bij en rond de haven, de potten
bakkerij d'Oude Visafslag en de
oude binnenhaven, waar nog een
aantal authentieke botters liggen
afgemeerd.
Mocht u het niet treffen en de
weersomstandigheden van dien
aard zijn dat een verblijf binnens
kamers noodzakelijk wordt, dan
kunt u nog altijd terecht in het
oudheidkundig museum De Speel-
toren. Daar is op zolder de hele zo
mer een expositie van trams in Wa
terland. Tevens is er een archeolo
gische tentoonstelling. In 1979 is
namelijk bij Monnickendam een
14e eeuwse terp ontdekt. IJzero-
vens en leervondsten behoren tot
de gevonden voorwerpen.
Van het water moet de huidige
generatie in Monnickendam het
nog steeds hebben. Waar vroeger
de vissersschepen hun netten uit
gooiden in de Zuiderzee is nu een
druk verkeer van zeilschepen.
Monnickendam heeft op het ogen
blik zelfs drie grote moderne jacht
havens. Liefhebbers van motorbo
ten, zeilen, surfen, zwemmen en
waterskiën kunnen hun vrije tijd
aangenaam actief doorbrengen.
Men kan er ook ongestoord wande
len en vissen langs de oevers van
de Gouwzee. Ook kunt u zich laten
varen: de veerboot naar Marken en
Volendam vertrekt vanaf de Ha
ringburgwal ongeveer een keer per
Een dagje zwerven door Monnic
kendam maakt hongerig. Een op
lossing geeft restaurant Nieuw
Stuttenburgh waar u bijvoorbeeld
de unieke vissersmansmaaltijd
(ook wel zootje genaamd) voor een
redelijke prijs kunt nuttigen. Te
vens is er in het restaurant een gro
te particiliere collectie antieke
speeldozen en speelinstrumenten
te bewonderen. Een aardige plek
om het nuttige met het aangename
te verenigen.
Wanneer je Monnickendam vanuit
de richting Amsterdam (12 kilome
ter) nadert valt de ver boven het
stadje uitstekende toren van de
Grote of Sint Nicolaaskerk het
eerst op. Hij staat aan de buitenzij
de van het dorpje en vormt eigen
lijk de 'toegangspoort' tot de oude
binnenstad. De bouw van de toren
is waarschijnlijk omstreeks 1520
begonnen en in de 17e eeuw vol
tooid. Het fraaie uit hout gesneden
koorhek dateert bijvoorbeeld uit
de 16e eeuw, terwijl de natuurste
nen doopvont uit de 15e eeuw
stamt. Heel bijzonder is het prach
tige laat-gotische orgel en de mo
numentale toren van 55 meter
hoog. In het zomerseizoen is deze
kerk dagelijks te bezichtigen.
Een dagje Monnickendam be
hoort dus eigenlijk in de Grote
Kerk te beginnen. Ook de VW
heeft dat ervaren, want er is een
kantoortje in het portaal van de
kerk ingericht. De informatrice
brengt de geïnteresseerde al snel
op de hoogte van de geschiedenis
van het stadje. Het oudste schrifte
lijke stuk waarin de plaats waar nu
Monnickendam ligt wordt vermeld
is een handvest gegeven door Jo-
han van Persijn, Ridder en Heer
van Waterland, uit 1273. In 1235
hadden Friese monniken, Norber
tijnen, zich op Marken gevestigd.
Van daaruit werden enkele jaren
later enkele woonsteden op het
vasteland gesticht.
Reeds in 1288 kreeg Monnicken
dam enige vrijheden, dat wil zeg
gen zelfstandige rechten tegenover
de landsheer, in het bijzonder vrij
heid van tol en van rechtspraak. In
de 13e eeuw hadden de inwoners al
een bepaalde welvaart bereikt door
de visvangst, terwijl in de 15e eeuw
een belangrijke handel ontstond
met de Oostzeelanden.
Met rampen kreeg Monnicken
dam ook te maken. Branden (1499
en 1513) teisterden het stadje. Een
epidemie in 1509 zorgde er zelfs
voor dat een vijfde deel van de be
volking overleed. In die tijd waren
er tussen de 400 en 500 woningen.
Tot de laatste wereldoorlog is Mon
nickendam nooit groter geweest.
Thans zijn er in de binnenstad
ruim 700 woningen met ruim 2000
bewoners. In de laatste jaren is het
stadje steeds verder uitgebreid. Op
het ogenblik telt het bijna 10.000
Wat opvalt tijdens een wandeling
door Monnickendam zijn de talrij
ke historische gebouwen, oude
sierlijke gevels en oude grachtjes,
monumenten die herinneren aan
het roemrijke verleden. Een voor
beeld daarvan is het gemeente
huis: een in 1746 gebouwd heren
huis. Merkwaardig zijn de leunin
gen langs de stoep in de vorm van
slangen. Het interieur van het ge
bouw, dat als de bode het toelaat
kan worden bezichtigd, is nog in
gave staat; er zijn prachtige zalen
met goudlederen behang en stuc
werk in rococostijl. In het oog
springt ook de Speeltoren, een to
ren met carillon, waarvan de klok
ken gegoten zijn in 1595.
Een restauratie in 1976 was
noodzakelijk, maar het feit dat het
carrillon 'vals' klinkt kon niet wor
den verholpen, omdat deze klok
ken meer bijtonen hebben en daar
door onzuiverder klinken. Ieder
uur gaan de ruitertjes van de
Speeltoren rond en blaast een en
gel op de bazuin, terwijl het uur
werk slaat.
niet zo lang geleden het 750-jarig
bestaan, maar echt oude gebouwen
zult u niet makkelijk vinden. Het
centrum van Arnhem werd in de
laatste wereldoorlog zwaar gebom
bardeerd. Een zeer simpel monu
ment (een afgeknotte pilaar, res
tant van het voormalig Paleis van
Justitie) bij de oude Rijnbrug in de
zogenaamde 'berekuil' herinnert
nog aan deze tragedie. Van de Gro
te Kerk bijvoorbeeld stond nauwe
lijks meer een steen op de andere.
Maar na een twintig jaar durende
restauratie domineert de laat-goti
sche kerk (1452) het stadsbeeld
Een ander 'belegen' bouwwerk is
het Maarten van Rossumhuis, ook
wel Duivelshuis genoemd. Het ou
de pand is verbonden met het mo
derne stadhuis en dient als onder
komen voor burgemeester en wet
houders. Nog zo'n integratie van
oud en nieuw is er vlakbij te vin
den: de Sabelspoort (1440) aan de
Markt, de enig overgebleven
stadspoort. Het Provinciehuis (ge
bouwd in 1953) is er vrijwel tegen
aan gebouwd. Je moet er van hou
den, maar curieus is het zeker.
De provinciehoofdstad van Gel
derland wordt ook wel 'dubbel
stad' genoemd. Dat komt omdat de
rivier de stad zo'n beetje in tweeën
snijdt. Het zwaartepunt van de wo
ningbouw in de jaren zestig kwam
in Zuid (Groot-Malburgen) te lig
gen. Daar wonen inmiddels zo'n
50.000 mensen.
Voor uw natje en droogje kunt u
- behalve bij de respectieve toeris
tische attracties, waar' doorgaans
wel friet en een glas cola te krijgen
is - goed terecht in de buurt van de
Korenmarkt, vlak bij het Stations
plein. Daar rijgt zich café aan res
taurant en kroeg aan eethuisje.
Hollands (pannekoeken!), Grieks,
Joegoslavisch, Indisch, Chinees,
het zit er allemaal bp een kluitje.
De Korenmarkt zelf is een gezellig
besloten terrasjesplein, waar overi
gens het oude Korenbeursgebouw,
waarin een bioscoop is gevestigd,
met zijn schreeuwerige affiches
enigszins uit de toon valt. Rondom
de markt oude pakhuizen die in
middels allemaal een horecabe-
stemming hebben gekregen.
Een suggestie voor de dagjes
mens die het centrum van Arnhem
op zijn gemak wil bekijken: par
keer uw auto aan de rand van de
stad en neem de trolleybus. Ook
Arnhem is namelijk niet ontkomen
aan de ramp die iedere binnenstad
heeft getroffen: teveel blik en te
weinig ruimte om het kwijt te ra
ken. Het gevolg is neurotisch ge
zoek naar een plekje waar u toch
maar a raison van één gulden 40
minuten mag staan. Tenzij u het
'geluk' heeft een plaatsje in een
van de schaarse parkeergarages te
treffen.
Bent u toch aan het slenteren, let
dan eens op de 38 beelden die her
er der in en rond de binnenstad
staan. De afdeling voorlichting van
de gemeente (Beekstraat) heeft er
een speciale folder aan gewijd met
een inleiding door de directeur van
het Arnhems Museum, Pierre
Janssen. Het gaat Janssen aan het
hart dat de Arnhemmer zelf zo wei
nig oog heeft voor de sculpturen.
Hij heeft zijn hoop nu gevestigd op
de toeristen, die kijken tenminste
nog onbevangen om zich heen.
Mocht u het slenteren beu zijn,
op pakweg 5 minuten lopen van
het station is de afvaart van de
Rijnboten. U kunt kiezen uit acht
verschillende mogelijkheden voor
een tocht. De kortste duurt 40 mi
nuten (kosten: 6 gulden voor een
volwassene, f4,50 voor een kind
tot en met negen jaar), de langste
bijna 9 uur (kosten f 24,50 voor een
volwassene, f 17,50 voor een kind
tot en met negen jaar). Overigens
worden al die tochten op verschil
lende data gehouden. Inlichtingen:
Rederij Heymen, tel 085-515181.
In het centrum van de stad zijn
veel leuke terrasjes en eethuisjes,
even buiten de stad kun je heerlijk
wandelen. (fotoGPDi
vele jaren lang heeft gedacht dat hij op een schilderij va» Ruysdael prijkte, (foto gpdi
De molen
Een passende herinnering aan Schoonhoven is snel gevonden (foto gpd>