'Maar ik zal nooit ophouden met beeldhouwen' Hedendaagse kunst in Gentse huiskamers Marina v.d. Kooi teleurgesteld over afbouw BKR 'Chambres d'Amis': uniek project DINSDAG 22 JULI 1986 KUNST PAGINA 13 DEN HAAG (GPD) - Het eerste ka- binet-Lubbers had op de valreep nog een verrassing in petto voor ar tistiek Nederland. Geen aangena me: per 1 januari aanstaande valt defintief het doek voor de BKR, de ondersteunende regeling voor beeldende kunstenaars. Onverwacht kwam de jobstij ding niet, maar menig kunstenaar werd niettemin door de medede ling overrompeld. Hij of zij ziet zich nu, naast problemen van artis tieke aard, geconfronteerd met een vraagstuk van een meer grof stoffe lijk karakter: hoe nu de eindjes aan elkaar te knopen. door Peter van Nuijsenburg Dat vraagstuk kan met name het creatieve bestaan vergallen van die kunstenaars die de doorbraak naar het 'grote' kunstminnende publiek en de bijpassende publiciteit nog niet hebben weten te maken, maar op grond van hun talent toch enige verwachtingen mochten koeste- Want zy moeten vrezen dat de hoofdmoot van de extra 60 miljoen die het departement van WVC nu mag verdelen, vooral ten goede zal komen van de gevestigde namen in artistiek Nederland. Voor de Am sterdamse beeldhouwster Marina van der Kooi, een exponent van het aanstormende talent, zijn ban ge dagen aangebroken. Maar: „Ik laat me er niet door uit het veld slaan". Marina van der Kooi: „Ik ben echt overvallen door dit besluit. Het kwam veel sneller en radicaler dan ik had verwacht. Het hing wel in de lucht, maar dat ze (het kabi net, red.) zo snel zouden toeslaan, had ik niet voor mogelijk gehou den. Nee, het werk gaat door". Iro nisch, maar met een ernstige on dertoon: „Tot je echt honger gaat lijden, natuurlijk". Marina van der Kooi is nu vijf jaar beeldhouwster, een vak dat ze jaren lang gecombineerd heeft met les geven op scholen. Ook nu nog geeft ze een avond les aan het Insti Experimenteren tuut voor Kunstzinnige Vorming in Hoofddorp. Ze is geboren in Amsterdam, op gegroeid in Haarlem en leek door haar milieu (haar vader was cardio- Waardering loog) niet voorbestemd tot een le ven in de woelige wereld van de kunst. Na haar eindexamen gym- nasium-b studeerde ze voor teken lerares in Groningen, gevolgd door de opleiding beeldhouwen aan de Rijksacademie in Amsterdam. Ze heeft meer dan eens geëxposeerd. Marina van der Kooi: streven naar eenvoud. Over waardering voor haar werk heeft ze niet te klagen. Een recen sent van het Leidsch Dagblad, werd bijkans lyrisch na het zien van een van haar scheppingen: „Schitterend, zeker voor een tuin, is een eenvoudig, maar knap uitge werkt bronzen beeld van Marina van der Kooij". Zelf zegt ze dat haar werk be paald wordt door een streven naar eenvoud. „Een beeld mag niet pre tentieus zijn. Niet de uitdrukking van een bepaalde theorie of stro ming. Een beeld moet voor zich zelf spreken. En daarbij is de schei ding tussen abstract en figuratief van ondergeschikt belang". Hoogtepunt in haar nog korte carrière was de opdracht voor een oorlogsmonument in Eist voor bij de Slag om Arnhem gesneuvelde Britse militairen. Een beeld dat door de toenmalige Engelse am bassadeur, Sir Philip Mansfield, is onthuld. Een beeld ook, dat ten prooi is gevallen aan het vandalis me van de Elster jeugd, maar nu, gerestaureerd en vandaalbesten- dig, weer op zijn sokkel prijkt. „Ik zit nu een jaar in de BKR. Ik heb toen ik van de Academie kwam eerst les gegeven. Daar heb ik destijds bewust voor gekozen, want ik wilde eerst een voet aan de grond krijgen, voor ik de stap naar volledig professionalisme, als je dat zo kan noemen, want ik heb me altijd met boetseren bezig gehou den, heb gemaakt. In de BKR gaan was voor mij dus absoluut geen au tomatisme". „Het grote voordeel van de BKR is, datje de kans krijgt om te expe rimenteren. Voor die tijd was ik ge dwongen tot een zekere eenzijdig heid. Er moet per slot van rekening brood op de plank komen. Nu kun je je vernieuwen, experimenten doen die tot nieuwe inzichten lei den, je eigen stijl ontwikkelen. De BKR-commissie in Amsterdam heeft daar altijd voor open gestaan. Het werd gestimuleerd en gewaar deerd". „Daar moet geen misverstand over bestaan: de BKR is geen vet pot, geen onuitputtelijke bron. Ik werk met duur materiaal, brons, marmer, moet de bronsgieter beta len. Afgezien van de uitgaven voor het elementaire levensonderhoud, gaat alles naar het materiaal. Ik verkoop redelijk, (tijdens het ge sprek wordt een in de omgeving van Apeldoorn tentoongesteld beeld telefonisch verkocht, red.), maar dat is nooit genoeg om van te leven. Daar heb ik de BKR voor nodig. Maar luxe en uitspattingen zijn er echt niet bij". „Een ander voordeel van de BKR is dat ze bemiddelen bij op drachten van de gemeenten. Toen ik niet in de BKR zat, gingen die aan mij voorbij. Werken in op dracht, ook van particulieren, is heel leerzaam. Je leert werken met vaste gegevens. Het feit dat je een opdracht krijgt, is ook goed voor je zelfvertrouwen. Er is iemand die er op rekent dat je er iets moois van maakt". Verschraling „Ik heb geen flauw idee, hoe het verder moet, als de BKR ophoudt. Je kunt hooguit hopen datje in de nieuwe regeling mee mag doen. Maar ik ben bang dat bepaalde stromingen, de gevestigde namen, bevoordeeld zullen worden. Extra gestimuleerd zullen worden ten koste van de minder bekenden. Met het gevaar dat er een bepaalde eenzijdigheid, verschraling op treedt". „Als ik niet in de nieuwe regeling mag meedraaien, zou ik op zoek moeten gaan naar een baan in het onderwijs. Dat zou een heksentoer worden, want die banen liggen niet voor het opscheppen. Het stalt ook ver van je werk. Waar je natuurlijk minder tijd voor krijgt en dat je dus niet verder kunt ontwikkelen. Werken met klassen van 30 kinde ren is trouwens in de eerste plaats organiseren. Ze zijn ook vaak moeilijk te motiveren. In tegenstel ling tot de mensen van de club in Hoofddorp. Die zijn heel gemoti veerd. Terug zinken in het school werk is heel ontmoedigend". „Een ander alternatief is het thuis geven van cursussen. Maar daarvoor heb ik nu geen ruimte. Ik moet ook in mijn atelier leven en wonen. Dus zal ik eerst woonruim te moeten vinden en daar moet je geld voor hebben en dat heb ik dus niet. Het is een vicieuze cirkel". „Maar ik zal nooit ophouden met beeldhouwen. Als kind wist ik al dat ik dit wilde worden, was altijd in de weer met klei". Prentenkabinet toont collectie DEN BOSCH - De reizende ten toonstelling van oude tekeningen uit het Leidse Prentenkabinet is van 12 september tot en met 2 no vember in het Noordbrabants Mu seum in Den Bosch te zien. Deze gerenommeerde en omvangerijke collectie van oude prenten, teke ningen en foto's is bij het grote pu bliek nauwelijks bekend. Vakmen sen kennen het Prentenkabinet vooral als studiecollectie. Om nu internationaal te laten zien wat de Leidse Universiteit bezit is in sa menwerking met de Dienst Ver spreide Rijkscollecties een over zicht van tekeningen van oude meesters samengesteld. Circa 100 tekeningen van Hollandse en Vlaamse meesters uit de periode vanaf het begin van de zestiende tot aan het midden van de negen tiende eeuw. De tentoonsteling heeft al een succesvolle tournee in Frankrijk achter de rug (Rennes, Dijon, Straatsburg en Saarbruc- ken). Het ligt in de bedoeling dat de expositie nog langs verschillen de musea in Duitsland reist. GENT (GPD) - De Gentenaar And- ré Vereecken kan deze zomer niet om zijn beroep heen. In zijn wo ning, waarin ook de werkruimte is ondergebracht, zijn alle wanden van vloer tot plafond voorzien van een nèt leesbare tekst van Sig- mund Freud. De Amerikaanse kunstenaar Joseph Kosuth, de ma ker van dit kunstwerk, heeft het de Gentse psychiater niet makkelijk gemaakt. door Rob Schoonen internationaal bekende kunste naars een object vervaardigd in zit kamers, slaapkamers, zolders of op balkons van evenzoveel particulie re woningen in Gent. Samen vor men ze het unieke project 'Cham bres d'Amis', opgezet door het plaatselijke Museum voor Heden daagse Kunst. Omgeving Dat unieke schuilt hem vooral in het gegeven dat nooit eerder zoveel woningen in een stad tegelijkertijd het etiket 'kunstruimte' kregen op geplakt. De vijftig Gentenaren in het centrum van de stad die hun woning beschikbaar stelden om er één of meer kunstwerken in te la ten maken, krijgen de komende maanden veel mensen over de vloer. Want gedurende drie maan den zijn de bewuste huizen voor het publiek geopend. Het Museum voor Hedendaagse Kunst, en dan vooral conservator Jan Hoet, wil met dit project aanto nen dat actuele kunst perfect func tioneert in de dagelijkse omgeving. De geselecteerde huizen zijn niet alleen woningen van kunstliefheb bers, maar juist ook woonruimten van niet-deskundigen. Belangrijk was dat de bewoners ontvankelijk waren voor het project. De kunstenaars die hebben mee gewerkt zijn geselecteerd op basis van eerder vervaardigde werken. In die objecten hebbben zij aange geven zich zeer te interesseren voor het fenomeen ruimte. En zo zijn er nu dus tot 21 september in herenhuizen, kraakpanden, 19e eeuwse woningen of doorzonwo ningen zeer opvallende kunstwer ken te beschouwen van kunste naars als Buren, De Maria, Fabro, Kounellis, Lewitt, Merz, Nauman, Paolini, Scholte, Spaletti, Weiner en Zorio. Middelpunt is. Daar vermag zelfs 'Sonsbeek 86' niets aan veranderen. Want naast •Chambres d'Amis' is in de St. Pie tersabdij de expositie 'Initiatief 1986' te zien. Daar geven de drie buitenlandse 'tentoonstellingsma kers' Kasper Konig, Jean-Hubert Martin en Gosse Oosterhof hun vi sie op de moderne Belgische kunst. Ook Jan Hoet heeft een se lectie gemaakt van die Belgische kunst welke volgens hem meer be langstelling moet krijgen. Het museum zelf heeft een zeer geraffineerd overzicht gemaakt van de vaste collectie: hedendaag se kunst wordt gepresenteerd naast al wat oudere meesters als Corot, Ruysdael of Daumier. In De Vooruit tonen kunstenaars die niet zijn geselecteerd voor 'Chambres d'Amis' talloze kunst werken: een zeer avontuurlijke tentoonstelling. En in een verval len textielfabriek wordt onder de toepasselijke titel 'Antichambres' door kunstenaars nader ingegaan op het modernisme van de heden daagse beeldende kunst. Dan gaan we maar even voorbij aan een tien tal galeries die op de een of ander manier inspelen op 'Chambres d'Amis'. De initiatieven zijn bijna niet meer bij te houden. Kortom, drie maanden lang is Gent een bruisende kunststad. Kom daar eens om in Amsterdam, dat wel zegt dat het 't heeft, maar steevast door een onuitwisbare cal vinistische instelling verzandt in oeverloos gepraat en (daardoor) onnavolgbare presentaties. Wat men nodig heeft, is inderdaad lef, gekoppeld aan een flinke dosis ver wondering. Jan Hoet, de roem ruchte conservator van het mu seum, weet die twee zaken altijd wonderwel te combineren. Met 'Chambres d'Amis' krijgt hij einde lijk de erkening in binnen- en bui tenland waar hij zo lang op ge wacht heeft. Met recht. Hij stelt met dit project nooit eer der gestelde vragen aan kunstlief hebbers en - wat meer is - confron teert ook niet-deskundigen met he dendaagse kunst. Op een manier die niemand zal vergeten.Van hoe veel kunstprojecten kun je dat zeg gen? Actueel Er wordt heel vaak gezegd dat de actuele kunst elk contact met de' werkelijkheid heeft verloren. En ook, dat die moderne kunst zich de laatste jaren louter en alleen als 'museum-kunst' heeft opgewor pen. Met 'Chambres d'Amis' nu wordt aangegeven dat hedendaag se kunst wel degelijk in de beperk te ruimte van de particuliere sfeer tot haar recht kan komen. Dat ge nieten van kunst niet voorbehou den is aan de (helaas nog steeds) stille zaken van museum of galerie. In 51 huizen in Gent wordt geleefd met een kunstwerk. Wordt er rond om gespeeld, gesproken, geslapen en komt er wellicht een nicotine- laagje op. Bovendien weet je niet direct wanneer je geconfronteerd wordt met het bewuste werk. Anders dan in een museum, waar je met de stap over de drempel gelijk weet: Na die deur zie ik kunst, is dat in de 51 kamers nog maar afwachten. Het is dan grappig te weten dat nu juist een museum de aanzet heeft gegeven tot deze unieke kunstpresentatie. Maar deze stap is door Jan Hoet en de zijnen zeer be wust gezet. De hedendaagse kunst is immers al lang uit haar kaders gebroken. Wat dat betreft lopen de meeste musea voor moderne kunst dus inderdaad achter op de ont wikkelingen in de beeldende kunst. Ket is goed dat het 'droom beeld van het museum' eens in haar fundament wordt aangetast. Kano Het was de bedoeling dat de kun stenaars inspeelden op de omge ving waar zij hun kunstwerken zouden vervaardigen. Het moet maar onmiddellijk gezegd dat niet altijd is gelukt. Zorio bijvoorbeeld heeft een zeer fragiele, uit verschil lende materialen opgebouwde 'ka no' opgehangen in 'zijn' huis. Ze ker wel beïnvloed dat de omgeving op een ongewone manier, maar el ke affiniteit met de bestaande ruimte ontbreekt. Dat het ook anders kan, bewijst niet alleen de al genoemde Kosuth die het beroep van zijn gastheer op gevoelige wijze onder de loep neemt, maar ook de Italiaan Lucia no Fabro. Hij liet zich bij het ont werpen van zijn werk leiden door een onverwachte gebeurtenis: na melijk de geboorte van een kind in zijn woning. Zijn objecten zijn me tafoor geworden voor permanente verandering of voor alles wat nooit definitief is. De Belg Jef Geys heeft heel be wust gekozen voor woningen in een minder welgestelde wijk. In die huizen heeft hij een deur ge plaatst waarop de leuzen van de Franse revolutie in verschillende talen zijn vermeld. Deze deuren komen - wellicht zoals de idealen waar ze voor staan - nergens op uit. De bezoeker botst onmiddellijk op een muur, vlak achter de deur. Daniël Buren is (zoals altijd) aan wezig met zijn vertikale strepen in een egale kleur, maar ditmaal heeft hij er iets bijzonders meegedaan. Hij heeft namelijk een exacte copie laten maken van de slaapkamer waarin hij zijn werk heeft vervaar digd en heeft die 'kamer' midden in het museum geplaatst. Daarmee aangevend dat eigenlijk niet een object (zelfs niet zo iets intiems al- Schildering van de 'zijn' woning. seen slaapkamer) veilig is voor ver vreemding. Tegelijkertijd is er de dwarsverbinding museum-kamer die je driftig aan het denken zet. Decoratief Sommige kunstenaars (onder wie Toroni) hebben zich* helaas niet los kunnen weken van de wat steriele museumsfeer. Hun werk komt in de intieme kamers dan ook niet tot zijn recht. Andere objecten blijven een beetje steken in de decoratieve sfeer. Dat gaat bijvoorbeeld op voor de sculpturen van Nagasawa en de schilderingen van Midden- dorf. Maar daar staan weer een he leboel zeer tot de verbeelding spre kende objecten tegenover. Om nog één voorbeeld te noe men. Mario Merz stelde simpelweg dat een huis 'n tafel nodig heeft. En hij ontwierp er een voor 'zijn' wo ning. Maar wat voor een tafel! Op- maar Roger Raveel aangebracht in (foto GPD) gebouwd uit verschillende niervor- mige onderdelen, zijn de bladen af wisselend van hardsteen en glas. En zo overspant deze tafel de hele lengte van de behoorlijk forse ka- Het klinkt clichématig, maar je moet de 51 kamers (en wellicht ook de vele tentoonstellingen) zelf gaan zien om je te laten verrassen. 'Chambres d'Amis' geeft aan dat de jaren van verwondering nog lang niet voorbij zijn. Anno 1986 hebben we daar, dacht ik, wel een beetje behoefte aan. Tentoonstelling: 'Chambres d'Amis. Tot en met 20 spetember. Open van 10.00-18.00 uur. Om de andere dag zijn 25 huizen te be zichtigen. Er zijn rondleidingen. Informatie (ook over de andere tentoonstellingen) en de catalo gus (850 Bfr.) verkrijgbaar bij Mu seum van Hedendaagse Kunst, Ci tadelpark, Gent.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 13