Voorn vangen vereist
kennis van viswater
Dammen
Bridge
VISSPORT
POP
CBC moetje
horen èn zien
Iets minder,
mag dat?
Grap loopt
uit de hand
Lang gewacht,
toch gekomen
ZATERDAG 12 JULI 1986
EXTRA
PAGINA 21
DOOR BRAM VAN LEEUWEN
De voorn is een zeer fraaie
vis. Toch zijn er grote verschil
len in uiterlijk. Dat hangt dik
wijls af vdn de omstandighe
den waaronder deze vissoort
moet leven.
Nederland ligt, als we de offi
ciële indeling naar visver-
spreidingsgebieden aanhou
den, in de zogenaamde bra
semzone. De brasem wordt
dan ook vaak betiteld als on
ze nationale sportvis. Toch is
er een vissoort die in veel
grotere aantallen in ons vis
water voorkomt en aanzien
lijk intensiever wordt bevist
dan de brasem. Dat is de
blankvoorn.
Wie voor de eerste maal in zijn
jeugd de hengel ter hand neemt
zal waarschijnlijk bij de eerste
kennismaking met een eerste vis
worden geconfronteerd met de
Het is een vis die in vrijwel alle
viswateren in ons land voor
komt. Toch wordt deze vissoort
sinds kort ook gekweekt voor
uitzetting in viswateren. Maar
dat laatste gebeurt vooral ten be
hoeve van kleinere afgesloten
wateren in het midden en zuiden
van ons land. In deze omgeving
is er eerder sprake van en een
overmaat aan voorn dan een te
kort.
Het feit dat vooral de begin
nende jeugd zich concentreert
op het vangen van voorn leidt
wel eens tot de conclusie dat de
ze vissoort gemakkelijk tevan-
gen zou zijn. Dat gaat niet in alle
gevallen op.
Het is waar dat in wateren
waarin grote hoeveelheden klei
nere voorn voorkomt en waar het
voedselaanbod aan de beschei
den kant is er meestal wel een
voorntje te vangen zal zijn. Maar
vooral als het gaat om de grotere
exemplaren is er zeker enige er
varing voor nodig om deze vis
aan de schubben te komen.
Vooral in de zomerperiode
wanneer de voorn zich over het
gehele viswater verspreidt en af
hankelijk van de weersomstan
digheden vaak ook wisselt van
diepte is het voor de hengelaar
die succes wil boeken zaak dat
hij de voorn opspoort. Een be
langrijk voordeel daarbij is wan
neer de hengelaar kennis bezit
van het viswater.
Zeker op wat groter water is
een algemene richtlijn dat we de
voorn in deze tijd moeten zoeken
op vrij ondiep water. Na de pe
riode van het afpaaien blijft de
voorn nog geruime tijd op die
vaak voedselrijke plekken rond
hangen om het bij het paaispel
verloren gegane lichaamsge
wicht weer bij te spijkeren.
Pas wanneer het weer wat kou
der begint te worden en de wa
tertemperatuur daalt begint de
voorn weer op grote schaal sa
men te scholen en verhuist dan
naar de diepere plekken van
meer of plas en de vaargeulen
van kanalen en vaarten. Die be
weging is ook vaak merkbaar in
de loop van de dag. In de vroege
ochtend is de voorn vaak vlak
onder de oever te vinden en naar
mate de dag vordert verkiest hij
steeds vaker de verder
kant gelegen delen.
In de loop van de middag of te
gen de avond keert de voorn
weer naar die specifieke foura-
geerplaatsen terug. Nu is een
dergelijk gedrag zeker geen wet
van meden en perzen. Het is heel
goed mogelijk dat we de voorn in
de zomerdag juist op een meter
of vier, vijf diepte in de vaargeul
terugvinden. Zoals het ook wel
voorgekomen is dat we hartje
winter de ene na de andere voorn
op nauwelijks een meter water
vingen.
Een andere vuistregel voor de
vangst van voorn is dat deze vis
soort doorgaans een voorkeur
heeft voor een wat hardere bo
dem. Dus die plekken waar zich
op de bodem wat stenen, een
harde kleilaag of een verzame
ling zoetwatermossels bevindt.
Omdat die laatste ook in trek zijn
bij de meerkoet vormen deze vo
gels een goede vingerwijzing
voor de plekken waar we meestal
de blankvoorn kunnen aantref
fen.
In tegensteling tot de meer
modderige gedeelten van een
plas waar je eerder zult worden
geconfronteerd met brasem of
blei. Overigens lopen de scheids
lijnen tusen deze witvissoorten
in de zomer veel minder sterk
uiteen dan in de herfst en in de
winter.
Wie met het maken van een
visstek begint zal vrijwel steeds
als eerste exemplaren een paar
voorns vangen. Voorns zijn ken
nelijk wat minder schuw dan de
brasem. Heeft de laatste echter
eenmaal bezit genomen van de
voerstek dan is de kans groot dat
het met de vangst van de voorn
voorlopig is afgelopen. Brasem
tolereert bij zijn maaltijd meestal
wel blei in de buurt, maar de
voorn krijgt dan nauwelijkse de
kans 'een vorkje mee te prikken'.
Pas wanneer zo'n grote school
stofzuigerbekken weer een an
der plek heeft opgezocht keert
de voorn terug. Een volgend er
varingsfeit is dat de grootste
voorns over het algemeen in de
herfst en de winter worden ge
vangen. In sommige hengel-
sportboeken worden die winter-
voorns zelfs als een aparte soort
aangeduid, maar dat is een on
juiste conclusie.
Zoals er ook nog wel eens fou
ten worden gemaakt bij de deter
minatie van de voorn. Wanneer
er vangsten worden gemeld van
voorns die meer dan 40 centime
ter lang* zijn en het gewicht van
een kilo te boven gaan zijn dat
meestal geen voorns, maar is de
gevangen vis een winde of een
meun.
De gemiddelde maat van de
meeste gevangen voorntjes ligt
zo tussen de 13 en 20 centimeter.
Er zijn echter wateren waarin
door overbevolking en een be
perkte voedselvoorraad de groei
is gestagneerd en de voorntjes
niet groter worden dan een centi
meter of 15. Het gaat dan niet- zo
als vaak wordt verondersteld -
om jonge exemplaren, maar om
volwassen vissen die geen nor
male groei hebben doorgemaakt.
Van een werkelijk grote voorn
is sprake wanneer hij op de
maatlat de drie decimeter pas
seert. Het zijn bijzonder krachti
ge vissen die een hengeltop diep
kunnen laten krommen en die de
lijm geruime tijd door het weater
laten snijden alvorens te capitu
leren...
Afhankelijk van de kwaliteit
en de begroeiing van het viswa
ter ziet de voorn er nogal eens
verschillend uit. In water met
weinig plantengroei heeft de
voorn over het algemeen zil
verkleurige schubben en lichtro
de vinnen. In plantenrijk pol
derwater daarentegen zijn de
schubben donkerder, meer ge
bronsd van kleur en zijn de vin
nen vaak ook feller rood van
kleur. Ze benaderen daar soms
het uiterlijk van een rietvoorn.
Het onderscheiden van beide
soorten is echter vrij simpel; de
rietvoorn heeft een bek waarbij
de onderlip iets verder uitsteekt
dan de bovenlip; bij de blank-
voorn zijn beide lippen even
lang.
Om het allemaal nog ingewik
kelder te maken is het belangrijk
te weten dat soms ook kruisin
gen van voorn en blei en voorn
en brasem voorkomen.
In verband met het formaat
van de vis het niet nodig voorns
te bevissen met dikke lijnen. Met
een lijntje van 16 tot 18 hpnderd-
ste zit u echt wel aan dé boven
grens. De echte wedstrijdvisser,
die het vooral heeft gemunt op
exemplaren die net de maat heb
ben, gaat men de vis met aan
merkelijk dunnere lijn te lijf.
Soms tot 10 of 8 honderdste toe.
Wat het aas betreft heeft de
blankvoorn een brede belang
stelling. Een pluim of broodvlok
is ongetwijfeld het meest ge
bruikte aas, maar ook aan een
dotje maden is vaak goed voorn
te vangen. In de wintermaanden
komt vaak het zachtere aas zoals
de verschillenden deegsoorten of
het puntje smeerkaas beter uit
de verf.
Zoek de voorn over het alge
meen vlak boven de bodem op
en vis - als de omstandigheden
het toelaten - met een klein licht
pennetje. Zorg ér steeds voor dat
de uitloding nauwkeurig gebeurt
zodat de vis bij het pakken van
het aas zo min mogelijk weer
stand voelt. En houdt altijd het
hakenstekertje bij de hand want
er zijn dagen dat de voorn het aas
zo gulzig inslikt dat de haak
achterin de bek terecht komt.
Bijdragen:
BartJungmann
Wim Koevoet
Ariejan Korteweg
Claw Boys Claw: 'Love from the
boys' (Polydor)
Na Fatal Flowers en Blue Mur
der is Claw Boys Claw alweer de
derde groep van de Amsterdam
se gitaarlichting, die onderdak
vindt bij één van de grote platen
maatschappijen. En sinds het
succesvolle optreden op Pink
pop gaat het de groep helemaal
voor de wind.
Op de planken is Claw Boys
Claw een van de meest opwin
dende binnenlandse bands. In de
studio bleef daar tot nu toe wei
nig van over. Daar brengt deze
'Love from the boys' geen enkele
verandering in. Ze hebben hoor
baar hun best gedaan de opwin
ding van hun concerten op de
plaat zo veel mogelijk vast te
houden, maar dat pakt halfslach
tig uit: de muziek is ergens tus
sen podium en studio blijven ste
ken. Twaalf nummers staan er
op, en wat mij betreft zijn ze in
wisselbaar: up-tempo, voorzien
van loodzwaar gitaarspel en met
een schrikbarend grote onderlin
ge gelijkenis. Want dat is het gro
te makke van Claw Boys Claw:
men kan geen fatsoenlijke songs
schrijven. Het begint, het eindigt
en daartussen wordt wat ge
bruld, maar van enige ontwikke
ling is geen sprake. Geen wonder
dat de Boys ooit doorbraken met
'Venus' van Shocking Blue en
dat nu een andere cover - 'Loco
motive Breath' van Jethro Tuil -
het meest op de radio gedraaide
deze plaat is.
Als je de groep live ziet, heb je
niet de kans erbij stil te staan dat
Peter te Bos eigenlijk een vlak
ke, gevoelloze stem heeft. Op de
plaat is dat een schrijnend ge
brek.
Bij Claw Boys Claw is horen al
leen niet genoeg.
AK
Aardige woorden en het hart op
de juiste plaats betekenen nog
niet dat je gerespecteerd wordt.
Maar met een klinkend oeuvre
van tien LP's verdien je niet an
ders. De eerste zin omvat het the
ma van 'Kind Words', een num
mer van Joan Armatrading die
met haar nieuwste produktie,
'Sleight of hand', een jubileum
viert. In veertien jaar tien LP's
maken, dat is op zich al een pres
tatie. De constante kwaliteit en
het verschil in stijlen van al die
albums dwingen alleen maar res
pect af.
'Sleight of hand' (goochelarij)
is overigens wel de eerste sinds
vele elpees waarvan de liefheb
ber genoegen moet nemen met
een ruim voldoende. Na het dis-
co-achtige 'Secret Secrets' keert
ze met deze elpee weer terug
naar het uitgangspunt van 'The
Key', waarop Armatrading zich
van een stevige kant liet zien.
Ook nu overheersén weer felle
gitaarakkoorden, maar de verras
sing is eraf en de composities lij
ken minder. Wat de ballades be
treft: daarin is Armatrading al
tijd op haar best geweest en ook
daarvoor geldt dat ze weieens be
ter op dreef was. Maar in het ge
val van Joan Armatrading zou je
haast zeggen: mag het een keer
tje?
BJ
Het Goede Doel - 'Mooi en
onverslijtbaar' (Polydor)
Ook met deze derde plaat heb
ben de jongens van Het Goede
Doel hun recht van bestaan niet
bewezen. Tussen de tweede en
de onderhavige plaat zit bijna
drie jaar en waar al dat wachten
nu voor nodig is geweest, blijft
volstrekt onduidelijk. Een perio
de van herbezinning? Wie weet,
maar het is er dan wel eentje vol
denkfouten geweest. Na 'Tempo
Doeloe' was er namelijk maar
een conclusie mogelijk: ga niet
op de serieuze toer met iets wat
is begonnen als een uit de hand
gelopen grap.
Natuurlijk kunnen we in een
vlaag van chauvinisme de vlag
gaan uithangen want gezegd
moet worden dat Het Goede
Doel op 'Mooi en Onverslijtbaar'
wat arrangementen betreft goed
uit de hoek komt. De knulligheid
is op zijn minst gehalveerd maar
dus nog altijd aanwezig. De
klompendansrock waar ook
Toontje Lager maar niet vanaf
wil, is onuitroeibaar.
Grootste en onverkomelijke
bezwaren maak ik tegen de tek
sten en zang van Henk West-"
broek, als VARA-presentator
wat mij betreft veel beter te ge
nieten. Eén voorbeeld: "Jij bent
precies een Franse auto/Mooi en
onverslijtbaar volgens de recla
mespot/Maar als de motor nog
wil lopen/Dan is het plaatwerk al
verrot". Bij Henk Westbroek
thuis moet toch nodig eens de 5
december-pagina van de kalen
der worden verwijderd. Trou
wens, een zanglesje zou ook niet
gek zijn. De zangleraar moet dan
vooral die arrogante intonatie uit
's mans strot wegwerken.
WK
Steve Winwood - 'Back in the
high life' (Ariola).
Was er maar een wet die muzi
kanten verplichtte minstens één
plaat per jaar te maken. Vooral in
het geval Winwood zou dat heel
goed uitwerken. De leider van
het legendarische Traffic laat ge
rust gaten vallen van een jaar of
drie, vier, vijf, maar als hij dan
een plaat uitbrengt is het meteen
raak ook. Ook 'Back in the high
life' maakt het lange wachten
weliswaar weer goed maar roept
vooral een nog grotere en waar
schijnlijk nooit beantwoorde
vraag naar méér op. Zijn vijfde
plaat zal wel rond 1990 het le
venslicht zien. Onbenutte capa
citeit heet zoiets. Is Winwood
nou gewoon lui of een te grote
Pietje Precies?
Meest opvallend aan 'Back in
the high life' is het feit dat Win
wood anderen toestaat hem bij te
staan. De vorige twee platen
speelde hij bijna volledig zelf vol.
Het wemelt van de 'sterren': Joe
Walsh, met prachtiggitaar werk
op het ruige 'Split Decision', Nile
Rodgers die met zijn subtiele
'funky' gitaaraanslagen de zaak
swingend houdt en de blazers
Tom Malone en Randy Brecker.
Winwood zelf houdt zich de
enorme vernieuwingen op tbet-
senbordgebied ten spijt bij zijn
heerlijk jankende hammondor
geltje. Af en toe een aandoenlijk
solootje op een synth uit het jaar
nul. Voor het overige is het ge
woon genieten geblazen van een
van de mooiste stemmen uit de
rockgeschiedenis. 'Back in the
high life', inderdaad. ^K
ADVERTENTIE
OP ZOEK NAAR
COMPACTDISCS
KOM EENS LANGS BIJ
CD-CENTRUM
OE GROOTSTE COLLECf IE CD'S
ALLE GENRES VOORRADIG
LAGE PRIJZEN
VOLOP PARKEERGELEGENHEID
\l DE VALK
Folkert-Jan Geertsma is inmid
dels al enige tijd in het bezit van
de Leidse schaaktitel. Een titel
strijd die geen topzware bezet
ting kende, maar je moet het
toch altijd maar doen. De nieuwe
kampioen, opvolger van Maarten
Kuyt, leverde bovendien enkele
interessante partijen af. Onder
meer tijdens de derde ronde te
gen Philidor-praeses Michiel
Vergeer. Met zwart speelt
Geertsma een Caro-Kan, waarin
hij na enig laveerwerk op het
juiste moment zijn slag slaat. De
Oegstgeestenaar, vroeger hoofd
zakelijk een taaie verdediger, de
monstreert met deze partij meer
all-round in zijn spel te zijn ge
worden.
Wit: Michiel Vergeer; Zwart:
Folkert Geertsma
1 e2-e4;c7-c6, 2 d2-d4;d7-d5, 3
Pbl-c3;d5xe4,4 Pc3xe4;Lc8-f5, 5
Pe4-g3;Lf5-g6, 6 h2-h4;h7-h6, 7
h4-h5;Lg6-h7, 8 Pgl-f3;Pb8-d7, 9
Lfl-d3;Lh7xLd3,10 DdlxLd3;D-
d8-d7, 11 Lcl-e3 (Ld2 is het
meest gebruikelijk, de loper
heeft op dat veld toch meer mo
gelijkheden tot zijn beschikking.
De witte koning staat in dat ge
val na de lange rokade ook meer
beschermd);Pg8-f6, 12 0-0-0;0-0-
0,13 Kcl-bl;e7-e6,14Thl-el;LfB-
d6, 15 Pg3-e4 (hiermee biedt wit
een pion aan, maar hij moet wel,
wil hij nog een beetje mee blij
ven doen);Pf6xPe4. Zwart reali
seert zich terdege dat het aanne
men van het pionoffer niet zo
lD
best is. Na het slaan op h5 staat
het paard enigszins buitenspel
en krijgt wit de gelegenheid zijn
loper sterk op het veld f4 te pos
teren. 16 Dd3xe4;Pd7-f6,17 De4-
h4 (wit verkiest nu toch maar de
pion te dekken);Dc7-a5, 18 g2-g4
(de kwetsbare h-pion is nu af
doend gedekt, maar inmiddels
staat wel de witte dame voorlo
pig buitenspel. Het taktische 18
c2-c4!?, later gevolgd door g2-g4
en d7-d5 biedt meer perspectief-
);Da5-b5. De dame staat hier
goed en verhindert nu c2-c4. 19
Pf3-d2;Ld6-a3. Dit verplicht wit
tot Pb3 en neemt de dreiging c4
opnieuw weg. 20 Pd2-b3 (b2-b3
creëert teveel zwaktes);La3-e7.
Hier staat de loper beter dan op
d6. 21 Dh4-h3;a7-a5, 22 Le3-cl
(met deze passieve zet werkt wit
zich verder in de problemen. 22
c2-c4;Db5xc4, 23 Pb3xa5 biedt
goede tegenkansen); a5-a4, 23
Tel-e5;Td8-d5. Ook het dameof
fer Db5xTe5 ziet er kansrijk uit.
24 Te5xTd5;Db5xTd5, 25 Pb3-al
(een onooglijke, passieve zet, die
echter gedwongen is);Th8-d8, 26
f2-f3 (om Pf6-e4 te verhinderen,
mogelijk had zwart dit al bij de
voorgaande zet moeten spe-
len);Dd5-b5. De dame zoekt haar
vertrouwde stek weer op. Wit zit
behoorlijk klem, maar de winst
is voor zijn tegenspeler nog niet
eenvoudig te realiseren. 27 c2-
c3;Pf6-d5, 28 f2-f4;Db5-e2, 29
Tdl-fl;a4-a3,30 Dh3-f3 (op b2xa3
volgt Pd5xc3 schaak en vervol
gens Dxfl);a3xb2, 31 Lclxb2-
;De2-b5, 32 Pal-b3? Zie diagram.
Dit oogt als het reddende engel
tje, maar dat is het niet. In tijd
nood heeft wit de nu volgende
wending overzien. Overigens
had ook 32 Tel-cl wit niet uit de
problemen geholpen. Na Db5-c4
is de dreiging van Le7-d6 fnui
kend. 32....Pd5-e3! De gena
deklap. In wanhoop speelde wit
nog 33 Tfl-el??, om na 33... Db5-
d3 schaak op te geven. Veel be
ters had hij echter toch niet voor
handen.
door
Hans Vermin
Deze week is het weer een keer
'probleemweek'.
Als eerste de oplossing van een
probleem dat u wellicht allang
vergeten bent:
Wit:
15,16,30,34,37,39,40,44,48,49.
Zwart.
4,10,13,17,19,22,23,27,29,25.
Oplossing: 37-32, 40-35, 48-43,
43x32, 49x38, 32-27, 16x9, 15x4.
Ditmaal heb ik gekozen voor 2
Russische (diagram 1 en 2) en 2
van Hollandse makelij. In dia
gram 1 en 2 wint wit recht toe,
recht aan en in diagram 3 en 4
wint wit geforceerd.
Ik heb gedacht dat deze vier
problemen wel te doen zijn voor
u, al zal het zeker niet "effe" in 5
minuten lukken.
DIAGRAM II
Het creëren van verbindingen of
het verbreken daarvan vormt
één van de belangrijkste strate
gieën van het bridgespel. Be
roemd in dit geval is de stunt van
keizer Bao Daï tijdens een partij
tje in het keizerlijke paleis te Da-
lat, ergens in Afrika.
B52
<?-
O V 3
AVB 10 9853
HV643 N
<?94 w 0
O H 9 8 7 5 4 W,U O B 6 2
- Z H7 642
A 10 7
OB 10 876532
A 10
-
Noord, allen. Noord opende 3
KI, waarna OW belandden in 3
SA (hoe vertelt de geschiedenis
niet), te spelen door west. Noord
kwam uit met KI A en Bao Daï
als zuid speelde Sch A bij. Zijn
onderdanen waren verbijsterd
en die verbijstering nam nog toe
"WIE "TOERISME" als themati
sche hoofdverzameling heeft, of
als bij-verzameling naast zijn lan-
d(en)collectie, heeft voor een ge
bied gekozen dat permanent aan
uitbreiding onderhevig is en
waar men doorgaans bijzonder
veel plezier aan beleeft. In de
meeste gevallen zijn toeristische
zegels mooi uitgevoerd en ze ver
tellen vaak veel over de stad of
streek waarvoor ze aandacht vra
gen, zodat men op den duur ook
nog veel kennis vergaart. Bij de
ze puur toeristische zegels ko
men bovendien vaak series die
gewijd zijn aan het zoveel-jarig
bestaan van kerken, of abdijen
(en denk b.v. ook eens aan de
Duitse permanente series burch
ten en sloten), zodat men in feite
bijna oneindig kan uitbreiden.
Een van de landen die veel aan
"toerisme-op-zegels" doet is Bel
gië. Zo begon België op 13 no
vember 1965 een echte toeristi
sche reeks en sindsdien versche
nen al meer dan zeventig zegels
met dit thema. Op 30 juni werd
deze reeks weer uitgebreid met
zes zegels, twee van 9 frank (bei
de met een oplage van 2,7 mil
joen) en vier van 13 frank (alle
met een oplage van 3,2 miljoen).
Op een van de 9-frahkzegels
O
DIAGRAM IV
door
Tori Schipperheyn
toen de keizer op de nagespeelde
KI V (voor oosts heer) Ru A weg
wierp. 'Hij is gek geworden',
werd al gefluisterd, maar het te
gendeel bleek waar. Bao Daï's
fantasierijke tegenspel bleek
werkelijk de enige manier om
het contract down te krijgen. Het
verschafte noord in zowel schop
pen als ruiten een zekere entree
en dat betekende wests onder
gang.
Dit is natuurlijk een wel erg
kras staaltje. De volgende ma
noeuvre, ontleend aan de Neder
landse toemooipraktijk, was wat
makkelijker te vinden.
Oost, NZ. Oost opende een
zwakke 2 Sch (6-10 pt., zeskaart),
zuid en west pas, noord 3 KI, oost
pas en zuid 3 SA. West kwam uit
met Sch 3, van tafel de 2, oost de
752
<?AH
O 65
A V 10 9 6 4
3 N ♦HVB986
V 9 7 6 5 w n 1° 4
OB 10 743 WU O V 8
H5 Z B32
AIO 4
OB832
OAH92
87
boer en zuid... had moeten ne
men; het is immers bekend dat
oost een zeskaart heeft en west
dus een singleton.
Zuid vervolgt dan klaveren en
dummy speelt KI A en èen kleine
klaveren na als west klein speelt,
i-egt west de heer, dan. laat zuid
die houden, waarmee wordt be
reikt dat oost niet-aan slag komt.
Zuid evenwel hield de eerste
schoppenslag op en dat bleek fa
taal. Oost speelde schoppen te
rug en west speelde KI H bij! Dat
bezorgde oost in KI B een vaste
entree en daarmee was zuids lot
bezegeld.
prijkt de St.-Ludgeruskerk te Ze-
Ie die op 5 oktober 1704 werd in
gewijd.
Op de andere 9 fr.-zegel staat
het in renaissance stijl opgetrok
ken stadhuis van Waver, gelegen
op het vroegere kruispunt van
wegen van Brussel naar Namen
en van Leuven naar Nijvel.
Op de "eerste" van de vier 13
fr.-zegels staat de sluis van Ne-
derzwalm. Zwalm is een verza
melnaam van twaalf kleine, rus
tige dorpjes in Zuidoost-Vlaan
deren en het ontleent zijn naam
aan de kronkelende Zwalmbeek.
De volgende 13 fr.-zegel voert
ons naar Bedene, bekend als be
devaartoord voor vissers aan de,
Vlaamse kust. Afgebeeld wordt
de visserskapel Onze-Lieve-
Vrouw-ter duinen, die 250 jaar
geleden, in 1736, werd gebouwd.
Dan komen we aan in de Vi-
roinvallei in de Ardense bossen
bij de grens van Frankrijk. Op de
zegel zien we het prestigieuze
kasteel van de eigenaars van en
kele hoogovens, thans het admi-
li Viroin-
Tot slot belanden we in Kelmis
(La Calamine), een landelijke, bij
het drielandenpunt in de vallei
van de Geul gelegen gemeente,
die haar naam ontleent aan een
ryke zinkertslaag: La Calamine
(zinkerts) in het Frans, Kelmis in
het Duits. In 1919 was de ertslaag
uitgeput en thans herinnert nog
maar weinig in de 9300 inwoners
tellende gemeente aan de mijnin
dustrie van weleer.
LIECHTENSTEIN - Op 16 au
gustus hoopt Frans Josef II van
Liechtenstein zijn 80ste verjaar
dag te vieren. Naar aanleiding
daarvan heeft de post van het
vorstendom op 9 juni een por
tret-zegel uitgegeven met een
waarde van 3,50 frank.
Liechtenstein kwam op 9 juni
met nog vier zegels. Ter gelegen
heid van het 125-jarig bestaan
van de Landesbank van Liech
tenstein verscheen een 50 rap
pen-zegel met daarop een portret
van de oprichter van de bank,
Freiherr Haus von Hausen (1823-
1889) en verder kwamen drie ze
gels uit gewijd aan voorjaarsge
bruiken: 35 rp., palmzondag, 50
rp., huwelijk en 70 rp., processie
door de velden.