Voorn vangen vereist kennis van viswater Dammen Bridge VISSPORT POP CBC moetje horen èn zien Iets minder, mag dat? Grap loopt uit de hand Lang gewacht, toch gekomen ZATERDAG 12 JULI 1986 EXTRA PAGINA 21 DOOR BRAM VAN LEEUWEN De voorn is een zeer fraaie vis. Toch zijn er grote verschil len in uiterlijk. Dat hangt dik wijls af vdn de omstandighe den waaronder deze vissoort moet leven. Nederland ligt, als we de offi ciële indeling naar visver- spreidingsgebieden aanhou den, in de zogenaamde bra semzone. De brasem wordt dan ook vaak betiteld als on ze nationale sportvis. Toch is er een vissoort die in veel grotere aantallen in ons vis water voorkomt en aanzien lijk intensiever wordt bevist dan de brasem. Dat is de blankvoorn. Wie voor de eerste maal in zijn jeugd de hengel ter hand neemt zal waarschijnlijk bij de eerste kennismaking met een eerste vis worden geconfronteerd met de Het is een vis die in vrijwel alle viswateren in ons land voor komt. Toch wordt deze vissoort sinds kort ook gekweekt voor uitzetting in viswateren. Maar dat laatste gebeurt vooral ten be hoeve van kleinere afgesloten wateren in het midden en zuiden van ons land. In deze omgeving is er eerder sprake van en een overmaat aan voorn dan een te kort. Het feit dat vooral de begin nende jeugd zich concentreert op het vangen van voorn leidt wel eens tot de conclusie dat de ze vissoort gemakkelijk tevan- gen zou zijn. Dat gaat niet in alle gevallen op. Het is waar dat in wateren waarin grote hoeveelheden klei nere voorn voorkomt en waar het voedselaanbod aan de beschei den kant is er meestal wel een voorntje te vangen zal zijn. Maar vooral als het gaat om de grotere exemplaren is er zeker enige er varing voor nodig om deze vis aan de schubben te komen. Vooral in de zomerperiode wanneer de voorn zich over het gehele viswater verspreidt en af hankelijk van de weersomstan digheden vaak ook wisselt van diepte is het voor de hengelaar die succes wil boeken zaak dat hij de voorn opspoort. Een be langrijk voordeel daarbij is wan neer de hengelaar kennis bezit van het viswater. Zeker op wat groter water is een algemene richtlijn dat we de voorn in deze tijd moeten zoeken op vrij ondiep water. Na de pe riode van het afpaaien blijft de voorn nog geruime tijd op die vaak voedselrijke plekken rond hangen om het bij het paaispel verloren gegane lichaamsge wicht weer bij te spijkeren. Pas wanneer het weer wat kou der begint te worden en de wa tertemperatuur daalt begint de voorn weer op grote schaal sa men te scholen en verhuist dan naar de diepere plekken van meer of plas en de vaargeulen van kanalen en vaarten. Die be weging is ook vaak merkbaar in de loop van de dag. In de vroege ochtend is de voorn vaak vlak onder de oever te vinden en naar mate de dag vordert verkiest hij steeds vaker de verder kant gelegen delen. In de loop van de middag of te gen de avond keert de voorn weer naar die specifieke foura- geerplaatsen terug. Nu is een dergelijk gedrag zeker geen wet van meden en perzen. Het is heel goed mogelijk dat we de voorn in de zomerdag juist op een meter of vier, vijf diepte in de vaargeul terugvinden. Zoals het ook wel voorgekomen is dat we hartje winter de ene na de andere voorn op nauwelijks een meter water vingen. Een andere vuistregel voor de vangst van voorn is dat deze vis soort doorgaans een voorkeur heeft voor een wat hardere bo dem. Dus die plekken waar zich op de bodem wat stenen, een harde kleilaag of een verzame ling zoetwatermossels bevindt. Omdat die laatste ook in trek zijn bij de meerkoet vormen deze vo gels een goede vingerwijzing voor de plekken waar we meestal de blankvoorn kunnen aantref fen. In tegensteling tot de meer modderige gedeelten van een plas waar je eerder zult worden geconfronteerd met brasem of blei. Overigens lopen de scheids lijnen tusen deze witvissoorten in de zomer veel minder sterk uiteen dan in de herfst en in de winter. Wie met het maken van een visstek begint zal vrijwel steeds als eerste exemplaren een paar voorns vangen. Voorns zijn ken nelijk wat minder schuw dan de brasem. Heeft de laatste echter eenmaal bezit genomen van de voerstek dan is de kans groot dat het met de vangst van de voorn voorlopig is afgelopen. Brasem tolereert bij zijn maaltijd meestal wel blei in de buurt, maar de voorn krijgt dan nauwelijkse de kans 'een vorkje mee te prikken'. Pas wanneer zo'n grote school stofzuigerbekken weer een an der plek heeft opgezocht keert de voorn terug. Een volgend er varingsfeit is dat de grootste voorns over het algemeen in de herfst en de winter worden ge vangen. In sommige hengel- sportboeken worden die winter- voorns zelfs als een aparte soort aangeduid, maar dat is een on juiste conclusie. Zoals er ook nog wel eens fou ten worden gemaakt bij de deter minatie van de voorn. Wanneer er vangsten worden gemeld van voorns die meer dan 40 centime ter lang* zijn en het gewicht van een kilo te boven gaan zijn dat meestal geen voorns, maar is de gevangen vis een winde of een meun. De gemiddelde maat van de meeste gevangen voorntjes ligt zo tussen de 13 en 20 centimeter. Er zijn echter wateren waarin door overbevolking en een be perkte voedselvoorraad de groei is gestagneerd en de voorntjes niet groter worden dan een centi meter of 15. Het gaat dan niet- zo als vaak wordt verondersteld - om jonge exemplaren, maar om volwassen vissen die geen nor male groei hebben doorgemaakt. Van een werkelijk grote voorn is sprake wanneer hij op de maatlat de drie decimeter pas seert. Het zijn bijzonder krachti ge vissen die een hengeltop diep kunnen laten krommen en die de lijm geruime tijd door het weater laten snijden alvorens te capitu leren... Afhankelijk van de kwaliteit en de begroeiing van het viswa ter ziet de voorn er nogal eens verschillend uit. In water met weinig plantengroei heeft de voorn over het algemeen zil verkleurige schubben en lichtro de vinnen. In plantenrijk pol derwater daarentegen zijn de schubben donkerder, meer ge bronsd van kleur en zijn de vin nen vaak ook feller rood van kleur. Ze benaderen daar soms het uiterlijk van een rietvoorn. Het onderscheiden van beide soorten is echter vrij simpel; de rietvoorn heeft een bek waarbij de onderlip iets verder uitsteekt dan de bovenlip; bij de blank- voorn zijn beide lippen even lang. Om het allemaal nog ingewik kelder te maken is het belangrijk te weten dat soms ook kruisin gen van voorn en blei en voorn en brasem voorkomen. In verband met het formaat van de vis het niet nodig voorns te bevissen met dikke lijnen. Met een lijntje van 16 tot 18 hpnderd- ste zit u echt wel aan dé boven grens. De echte wedstrijdvisser, die het vooral heeft gemunt op exemplaren die net de maat heb ben, gaat men de vis met aan merkelijk dunnere lijn te lijf. Soms tot 10 of 8 honderdste toe. Wat het aas betreft heeft de blankvoorn een brede belang stelling. Een pluim of broodvlok is ongetwijfeld het meest ge bruikte aas, maar ook aan een dotje maden is vaak goed voorn te vangen. In de wintermaanden komt vaak het zachtere aas zoals de verschillenden deegsoorten of het puntje smeerkaas beter uit de verf. Zoek de voorn over het alge meen vlak boven de bodem op en vis - als de omstandigheden het toelaten - met een klein licht pennetje. Zorg ér steeds voor dat de uitloding nauwkeurig gebeurt zodat de vis bij het pakken van het aas zo min mogelijk weer stand voelt. En houdt altijd het hakenstekertje bij de hand want er zijn dagen dat de voorn het aas zo gulzig inslikt dat de haak achterin de bek terecht komt. Bijdragen: BartJungmann Wim Koevoet Ariejan Korteweg Claw Boys Claw: 'Love from the boys' (Polydor) Na Fatal Flowers en Blue Mur der is Claw Boys Claw alweer de derde groep van de Amsterdam se gitaarlichting, die onderdak vindt bij één van de grote platen maatschappijen. En sinds het succesvolle optreden op Pink pop gaat het de groep helemaal voor de wind. Op de planken is Claw Boys Claw een van de meest opwin dende binnenlandse bands. In de studio bleef daar tot nu toe wei nig van over. Daar brengt deze 'Love from the boys' geen enkele verandering in. Ze hebben hoor baar hun best gedaan de opwin ding van hun concerten op de plaat zo veel mogelijk vast te houden, maar dat pakt halfslach tig uit: de muziek is ergens tus sen podium en studio blijven ste ken. Twaalf nummers staan er op, en wat mij betreft zijn ze in wisselbaar: up-tempo, voorzien van loodzwaar gitaarspel en met een schrikbarend grote onderlin ge gelijkenis. Want dat is het gro te makke van Claw Boys Claw: men kan geen fatsoenlijke songs schrijven. Het begint, het eindigt en daartussen wordt wat ge bruld, maar van enige ontwikke ling is geen sprake. Geen wonder dat de Boys ooit doorbraken met 'Venus' van Shocking Blue en dat nu een andere cover - 'Loco motive Breath' van Jethro Tuil - het meest op de radio gedraaide deze plaat is. Als je de groep live ziet, heb je niet de kans erbij stil te staan dat Peter te Bos eigenlijk een vlak ke, gevoelloze stem heeft. Op de plaat is dat een schrijnend ge brek. Bij Claw Boys Claw is horen al leen niet genoeg. AK Aardige woorden en het hart op de juiste plaats betekenen nog niet dat je gerespecteerd wordt. Maar met een klinkend oeuvre van tien LP's verdien je niet an ders. De eerste zin omvat het the ma van 'Kind Words', een num mer van Joan Armatrading die met haar nieuwste produktie, 'Sleight of hand', een jubileum viert. In veertien jaar tien LP's maken, dat is op zich al een pres tatie. De constante kwaliteit en het verschil in stijlen van al die albums dwingen alleen maar res pect af. 'Sleight of hand' (goochelarij) is overigens wel de eerste sinds vele elpees waarvan de liefheb ber genoegen moet nemen met een ruim voldoende. Na het dis- co-achtige 'Secret Secrets' keert ze met deze elpee weer terug naar het uitgangspunt van 'The Key', waarop Armatrading zich van een stevige kant liet zien. Ook nu overheersén weer felle gitaarakkoorden, maar de verras sing is eraf en de composities lij ken minder. Wat de ballades be treft: daarin is Armatrading al tijd op haar best geweest en ook daarvoor geldt dat ze weieens be ter op dreef was. Maar in het ge val van Joan Armatrading zou je haast zeggen: mag het een keer tje? BJ Het Goede Doel - 'Mooi en onverslijtbaar' (Polydor) Ook met deze derde plaat heb ben de jongens van Het Goede Doel hun recht van bestaan niet bewezen. Tussen de tweede en de onderhavige plaat zit bijna drie jaar en waar al dat wachten nu voor nodig is geweest, blijft volstrekt onduidelijk. Een perio de van herbezinning? Wie weet, maar het is er dan wel eentje vol denkfouten geweest. Na 'Tempo Doeloe' was er namelijk maar een conclusie mogelijk: ga niet op de serieuze toer met iets wat is begonnen als een uit de hand gelopen grap. Natuurlijk kunnen we in een vlaag van chauvinisme de vlag gaan uithangen want gezegd moet worden dat Het Goede Doel op 'Mooi en Onverslijtbaar' wat arrangementen betreft goed uit de hoek komt. De knulligheid is op zijn minst gehalveerd maar dus nog altijd aanwezig. De klompendansrock waar ook Toontje Lager maar niet vanaf wil, is onuitroeibaar. Grootste en onverkomelijke bezwaren maak ik tegen de tek sten en zang van Henk West-" broek, als VARA-presentator wat mij betreft veel beter te ge nieten. Eén voorbeeld: "Jij bent precies een Franse auto/Mooi en onverslijtbaar volgens de recla mespot/Maar als de motor nog wil lopen/Dan is het plaatwerk al verrot". Bij Henk Westbroek thuis moet toch nodig eens de 5 december-pagina van de kalen der worden verwijderd. Trou wens, een zanglesje zou ook niet gek zijn. De zangleraar moet dan vooral die arrogante intonatie uit 's mans strot wegwerken. WK Steve Winwood - 'Back in the high life' (Ariola). Was er maar een wet die muzi kanten verplichtte minstens één plaat per jaar te maken. Vooral in het geval Winwood zou dat heel goed uitwerken. De leider van het legendarische Traffic laat ge rust gaten vallen van een jaar of drie, vier, vijf, maar als hij dan een plaat uitbrengt is het meteen raak ook. Ook 'Back in the high life' maakt het lange wachten weliswaar weer goed maar roept vooral een nog grotere en waar schijnlijk nooit beantwoorde vraag naar méér op. Zijn vijfde plaat zal wel rond 1990 het le venslicht zien. Onbenutte capa citeit heet zoiets. Is Winwood nou gewoon lui of een te grote Pietje Precies? Meest opvallend aan 'Back in the high life' is het feit dat Win wood anderen toestaat hem bij te staan. De vorige twee platen speelde hij bijna volledig zelf vol. Het wemelt van de 'sterren': Joe Walsh, met prachtiggitaar werk op het ruige 'Split Decision', Nile Rodgers die met zijn subtiele 'funky' gitaaraanslagen de zaak swingend houdt en de blazers Tom Malone en Randy Brecker. Winwood zelf houdt zich de enorme vernieuwingen op tbet- senbordgebied ten spijt bij zijn heerlijk jankende hammondor geltje. Af en toe een aandoenlijk solootje op een synth uit het jaar nul. Voor het overige is het ge woon genieten geblazen van een van de mooiste stemmen uit de rockgeschiedenis. 'Back in the high life', inderdaad. ^K ADVERTENTIE OP ZOEK NAAR COMPACTDISCS KOM EENS LANGS BIJ CD-CENTRUM OE GROOTSTE COLLECf IE CD'S ALLE GENRES VOORRADIG LAGE PRIJZEN VOLOP PARKEERGELEGENHEID \l DE VALK Folkert-Jan Geertsma is inmid dels al enige tijd in het bezit van de Leidse schaaktitel. Een titel strijd die geen topzware bezet ting kende, maar je moet het toch altijd maar doen. De nieuwe kampioen, opvolger van Maarten Kuyt, leverde bovendien enkele interessante partijen af. Onder meer tijdens de derde ronde te gen Philidor-praeses Michiel Vergeer. Met zwart speelt Geertsma een Caro-Kan, waarin hij na enig laveerwerk op het juiste moment zijn slag slaat. De Oegstgeestenaar, vroeger hoofd zakelijk een taaie verdediger, de monstreert met deze partij meer all-round in zijn spel te zijn ge worden. Wit: Michiel Vergeer; Zwart: Folkert Geertsma 1 e2-e4;c7-c6, 2 d2-d4;d7-d5, 3 Pbl-c3;d5xe4,4 Pc3xe4;Lc8-f5, 5 Pe4-g3;Lf5-g6, 6 h2-h4;h7-h6, 7 h4-h5;Lg6-h7, 8 Pgl-f3;Pb8-d7, 9 Lfl-d3;Lh7xLd3,10 DdlxLd3;D- d8-d7, 11 Lcl-e3 (Ld2 is het meest gebruikelijk, de loper heeft op dat veld toch meer mo gelijkheden tot zijn beschikking. De witte koning staat in dat ge val na de lange rokade ook meer beschermd);Pg8-f6, 12 0-0-0;0-0- 0,13 Kcl-bl;e7-e6,14Thl-el;LfB- d6, 15 Pg3-e4 (hiermee biedt wit een pion aan, maar hij moet wel, wil hij nog een beetje mee blij ven doen);Pf6xPe4. Zwart reali seert zich terdege dat het aanne men van het pionoffer niet zo lD best is. Na het slaan op h5 staat het paard enigszins buitenspel en krijgt wit de gelegenheid zijn loper sterk op het veld f4 te pos teren. 16 Dd3xe4;Pd7-f6,17 De4- h4 (wit verkiest nu toch maar de pion te dekken);Dc7-a5, 18 g2-g4 (de kwetsbare h-pion is nu af doend gedekt, maar inmiddels staat wel de witte dame voorlo pig buitenspel. Het taktische 18 c2-c4!?, later gevolgd door g2-g4 en d7-d5 biedt meer perspectief- );Da5-b5. De dame staat hier goed en verhindert nu c2-c4. 19 Pf3-d2;Ld6-a3. Dit verplicht wit tot Pb3 en neemt de dreiging c4 opnieuw weg. 20 Pd2-b3 (b2-b3 creëert teveel zwaktes);La3-e7. Hier staat de loper beter dan op d6. 21 Dh4-h3;a7-a5, 22 Le3-cl (met deze passieve zet werkt wit zich verder in de problemen. 22 c2-c4;Db5xc4, 23 Pb3xa5 biedt goede tegenkansen); a5-a4, 23 Tel-e5;Td8-d5. Ook het dameof fer Db5xTe5 ziet er kansrijk uit. 24 Te5xTd5;Db5xTd5, 25 Pb3-al (een onooglijke, passieve zet, die echter gedwongen is);Th8-d8, 26 f2-f3 (om Pf6-e4 te verhinderen, mogelijk had zwart dit al bij de voorgaande zet moeten spe- len);Dd5-b5. De dame zoekt haar vertrouwde stek weer op. Wit zit behoorlijk klem, maar de winst is voor zijn tegenspeler nog niet eenvoudig te realiseren. 27 c2- c3;Pf6-d5, 28 f2-f4;Db5-e2, 29 Tdl-fl;a4-a3,30 Dh3-f3 (op b2xa3 volgt Pd5xc3 schaak en vervol gens Dxfl);a3xb2, 31 Lclxb2- ;De2-b5, 32 Pal-b3? Zie diagram. Dit oogt als het reddende engel tje, maar dat is het niet. In tijd nood heeft wit de nu volgende wending overzien. Overigens had ook 32 Tel-cl wit niet uit de problemen geholpen. Na Db5-c4 is de dreiging van Le7-d6 fnui kend. 32....Pd5-e3! De gena deklap. In wanhoop speelde wit nog 33 Tfl-el??, om na 33... Db5- d3 schaak op te geven. Veel be ters had hij echter toch niet voor handen. door Hans Vermin Deze week is het weer een keer 'probleemweek'. Als eerste de oplossing van een probleem dat u wellicht allang vergeten bent: Wit: 15,16,30,34,37,39,40,44,48,49. Zwart. 4,10,13,17,19,22,23,27,29,25. Oplossing: 37-32, 40-35, 48-43, 43x32, 49x38, 32-27, 16x9, 15x4. Ditmaal heb ik gekozen voor 2 Russische (diagram 1 en 2) en 2 van Hollandse makelij. In dia gram 1 en 2 wint wit recht toe, recht aan en in diagram 3 en 4 wint wit geforceerd. Ik heb gedacht dat deze vier problemen wel te doen zijn voor u, al zal het zeker niet "effe" in 5 minuten lukken. DIAGRAM II Het creëren van verbindingen of het verbreken daarvan vormt één van de belangrijkste strate gieën van het bridgespel. Be roemd in dit geval is de stunt van keizer Bao Daï tijdens een partij tje in het keizerlijke paleis te Da- lat, ergens in Afrika. B52 <?- O V 3 AVB 10 9853 HV643 N <?94 w 0 O H 9 8 7 5 4 W,U O B 6 2 - Z H7 642 A 10 7 OB 10 876532 A 10 - Noord, allen. Noord opende 3 KI, waarna OW belandden in 3 SA (hoe vertelt de geschiedenis niet), te spelen door west. Noord kwam uit met KI A en Bao Daï als zuid speelde Sch A bij. Zijn onderdanen waren verbijsterd en die verbijstering nam nog toe "WIE "TOERISME" als themati sche hoofdverzameling heeft, of als bij-verzameling naast zijn lan- d(en)collectie, heeft voor een ge bied gekozen dat permanent aan uitbreiding onderhevig is en waar men doorgaans bijzonder veel plezier aan beleeft. In de meeste gevallen zijn toeristische zegels mooi uitgevoerd en ze ver tellen vaak veel over de stad of streek waarvoor ze aandacht vra gen, zodat men op den duur ook nog veel kennis vergaart. Bij de ze puur toeristische zegels ko men bovendien vaak series die gewijd zijn aan het zoveel-jarig bestaan van kerken, of abdijen (en denk b.v. ook eens aan de Duitse permanente series burch ten en sloten), zodat men in feite bijna oneindig kan uitbreiden. Een van de landen die veel aan "toerisme-op-zegels" doet is Bel gië. Zo begon België op 13 no vember 1965 een echte toeristi sche reeks en sindsdien versche nen al meer dan zeventig zegels met dit thema. Op 30 juni werd deze reeks weer uitgebreid met zes zegels, twee van 9 frank (bei de met een oplage van 2,7 mil joen) en vier van 13 frank (alle met een oplage van 3,2 miljoen). Op een van de 9-frahkzegels O DIAGRAM IV door Tori Schipperheyn toen de keizer op de nagespeelde KI V (voor oosts heer) Ru A weg wierp. 'Hij is gek geworden', werd al gefluisterd, maar het te gendeel bleek waar. Bao Daï's fantasierijke tegenspel bleek werkelijk de enige manier om het contract down te krijgen. Het verschafte noord in zowel schop pen als ruiten een zekere entree en dat betekende wests onder gang. Dit is natuurlijk een wel erg kras staaltje. De volgende ma noeuvre, ontleend aan de Neder landse toemooipraktijk, was wat makkelijker te vinden. Oost, NZ. Oost opende een zwakke 2 Sch (6-10 pt., zeskaart), zuid en west pas, noord 3 KI, oost pas en zuid 3 SA. West kwam uit met Sch 3, van tafel de 2, oost de 752 <?AH O 65 A V 10 9 6 4 3 N ♦HVB986 V 9 7 6 5 w n 1° 4 OB 10 743 WU O V 8 H5 Z B32 AIO 4 OB832 OAH92 87 boer en zuid... had moeten ne men; het is immers bekend dat oost een zeskaart heeft en west dus een singleton. Zuid vervolgt dan klaveren en dummy speelt KI A en èen kleine klaveren na als west klein speelt, i-egt west de heer, dan. laat zuid die houden, waarmee wordt be reikt dat oost niet-aan slag komt. Zuid evenwel hield de eerste schoppenslag op en dat bleek fa taal. Oost speelde schoppen te rug en west speelde KI H bij! Dat bezorgde oost in KI B een vaste entree en daarmee was zuids lot bezegeld. prijkt de St.-Ludgeruskerk te Ze- Ie die op 5 oktober 1704 werd in gewijd. Op de andere 9 fr.-zegel staat het in renaissance stijl opgetrok ken stadhuis van Waver, gelegen op het vroegere kruispunt van wegen van Brussel naar Namen en van Leuven naar Nijvel. Op de "eerste" van de vier 13 fr.-zegels staat de sluis van Ne- derzwalm. Zwalm is een verza melnaam van twaalf kleine, rus tige dorpjes in Zuidoost-Vlaan deren en het ontleent zijn naam aan de kronkelende Zwalmbeek. De volgende 13 fr.-zegel voert ons naar Bedene, bekend als be devaartoord voor vissers aan de, Vlaamse kust. Afgebeeld wordt de visserskapel Onze-Lieve- Vrouw-ter duinen, die 250 jaar geleden, in 1736, werd gebouwd. Dan komen we aan in de Vi- roinvallei in de Ardense bossen bij de grens van Frankrijk. Op de zegel zien we het prestigieuze kasteel van de eigenaars van en kele hoogovens, thans het admi- li Viroin- Tot slot belanden we in Kelmis (La Calamine), een landelijke, bij het drielandenpunt in de vallei van de Geul gelegen gemeente, die haar naam ontleent aan een ryke zinkertslaag: La Calamine (zinkerts) in het Frans, Kelmis in het Duits. In 1919 was de ertslaag uitgeput en thans herinnert nog maar weinig in de 9300 inwoners tellende gemeente aan de mijnin dustrie van weleer. LIECHTENSTEIN - Op 16 au gustus hoopt Frans Josef II van Liechtenstein zijn 80ste verjaar dag te vieren. Naar aanleiding daarvan heeft de post van het vorstendom op 9 juni een por tret-zegel uitgegeven met een waarde van 3,50 frank. Liechtenstein kwam op 9 juni met nog vier zegels. Ter gelegen heid van het 125-jarig bestaan van de Landesbank van Liech tenstein verscheen een 50 rap pen-zegel met daarop een portret van de oprichter van de bank, Freiherr Haus von Hausen (1823- 1889) en verder kwamen drie ze gels uit gewijd aan voorjaarsge bruiken: 35 rp., palmzondag, 50 rp., huwelijk en 70 rp., processie door de velden.

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 21