Gaza-strook: Israels toekomstige Soweto
ZATERDAG 12JUL11986 M W Wül W M PAGINA 13
EMM
De strook is maar vijfenveertig kilometer lang en
acht kilometer breed. En is bezet. Al negentien
jaar. Er wonen 510.000 Palestijnen, van wie er
354.000 vluchteling zijn. Opeengepakt in hutten,
verspreid over achttien kampen. Een reservoir van
goedkope arbeidskrachten voor Israëls
economisch welbevinden. Ze zijn staatloos en
rechteloos. Voor het Israëlische militaire bestuur
zijn de conventies van Genève onder
oorlogsomstandigheden een dode letter.
Twaalfduizend hectare, éénderde van de
oppervlakte, is door de bezetter onteigend. Ruim
tweeduizend joodse kolonisten, verdeeld over
achttien nederzettingen, hebben in dit
overbevolkte gebied maar liefst 2200 hectare
ingepikt. Hoofdzakelijk Palestijnse ambtenaren
voeren de militaire orders uit. De Israëlische
gouverneur beveelt. Dat is Gaza.
Bij de VN-vluchtelingenorganisatie
UNWRA zijn ze blij met het rapport.
Volgens plaatsvervangend directeur in
Gaza, de Britse mevrouw Williams, be
vestigt de door Benvenisti en Roy be
schreven toestand de uitzichtloze situa
tie van de vluchtelingen. „Israël heeft in
de loop der jaren wel een rehabilitatie-
project op poten gezet", zegt zij in haar
kantoor in Gaza-stad, „maar dat biedt
weinig soelaas. Per jaar kunnen zo'n 700
a 800 gezinnen gebruik maken van het
zogenaamde 'bouw je eigen huis'-pro-
gramma. Weliswaar stelt Israel de grond
gratis beschikbaar, maar een gezin moet
toch altijd nog zo'n dertigduizend dollar
(75.000 gulden) by elkaar zien te krijgen
om met de bouw te kunnen beginnen".
"De Israëlische overheid kan een deel
van dit bedrag als lening verstrekken,
maar voor de meesten is alleen de rente
al niet op te brengen. Bovendien gaat
het maar om zo'n vijfduizend vluchtelin
gen per jaar en dat is vele malen minder
dat de explosieve bevolkingstoename".
Aalmoes
Het budget van UNRWA voor alle Pa
lestijnse vluchtelingen in het Midden-
Oosten is by lange na niet toereikend om
aan de nieuwe behuizing mee te betalen.
Op de begroting komt een kleine post
voor om er de reparaties aan de hutten
mee te bekostigen. Slechts genoeg om
tussen de honderd en twee honderd
krotten per jaar van een beter dak of een
vermolmde deur te voorzien.
De bijdragen voor het fonds van
UNWRA komen uit de rijke westerse
landen; de bijna in hun oliedollars ver
drinkende Arabische Golfstaten hebben
voor hun Palestijnse 'broeders' slechts
een aalmoes over. Saoedie-Arabië vindt
miljoenen guldens voor het opknappen
van moskeeën in Gaza belangrijker dan
de nog steeds voorkomende ondervoe
ding van kinderen.
UNWRA verstrekt nog dagelijks aan
de ernstigste gevallen een warme maal
tijd van 1800 calorieën. Voor alle vluch
telingen echter staat de UNWRA-begro-
ting voor voeding, dekens en kleding
slechts 12 gulden per persoon per jaar
toe.
Sara Roy heeft in haar verslag ernstige
kritiek op een ander facet van de bezet-
tingspolitiek: de huisvesting. Tenzij er
een vergunning is afgegeven staat het
militaire bestuur in feite eigenmachtige
veranderingen en verbeteringen aan de
krotten niet toe. En op zo'n toestemming
- zo die wordt afgegeven - moet de vluch
teling soms jaren wachten.
Bovendien zijn gezinnen die van het
rehabilitatie-project gebruik maken,
verplicht de achtergelaten hut tot de
grond toe af te breken. Een fluitje van
een cent, maar wat zouden de krap be
ook Israëliërs uit de buurt bij wie de tuin
aangeharkt en gewied moet worden of
waar een ander klusje te doen is, rijden
stapvoets langs deze moderne 'slaven
markt' om voor nog minder dan twee
„geeltjes' het veelal vuile werk te laten
doen. Elke auto die niet harder dan 20
kilometer per uur rijdt, wordt door deze
werkzoekenden bestormd. Voor enkele
honderden per dag is er geen werk. Het
verlies is vier gulden voor het busretour
tje.
Uitbuiting
Sara Roy becijfert in haar rapport hoe
Israel aan deze arbeidskrachten dik ver
dient. De lonen voor de officieel geregis-
teerde Palestijnen liggen veertig procent
lager dan voor vergelijkbaar werk dat
door Israëliërs wordt uitgevoerd. Boven
dien worden daarvan nog eens loonbe
lasting en sociale premies ingehouden.
Maar als het op een werkloosheidsuitke
ring of ziekengeld aankomt, hebben zij
veel minder rechten dan Israëliërs.
Ronduit curieus is het dat de in Israel
legaal werkende Palestijnen een procent
van hun loon moeten afdragen aan de
almachtige Israëlische vakbond Hista
drut, terwijl het hen verboden is er lid
van te zijn. Bovendien heeft de vakbe
weging nog nimmer iets wezenlijks ge
daan met het doel de werkomstandighe
den en het loon van de Gaza's te verbete-
Behalve 87 miljoen gulden aan loonbe
lasting en sociale premies incasseert de
bezetter van de Gaza's per jaar 132,5 mil
joen gulden aan btw en andere vormen
van indirecte belasting. De lokale begro
ting bedraagt ruim 130 miljoen gulden
waarvan Israel voor een sluitend budget
slechts 44 miljoen voor haar rekening
hoeft te nemen.
Volgens de berekingen van Roy zou
Gaza financieel royaal op eigen benen
kunnen staan, ware het niet dat er jaar
lijks tussen 75 en 100 miljoen gulden in
de Israëlische schatkist verdwijnt. Het
klopt dus niet, aldus Sara Roy, dat Israel
door Taco Slagter
De hoofdzakelijk door Arabieren
bewoonde Gaza-strook viel in 1947
voor Israel buiten het verdeelplan
van de Verenigde Naties en werd tij
dens de eerste Arabisch-Israëlische
oorlog in 1948 door Egypte bezet.
Sinds Israel in de Zesdaagsde Oor
log van 1967 heer en meester is over
een drietal veroverde gebieden, zit
Gaza in het verdomhoekje. Door de
westerse wereld vergeten en voor
de Arabische landen 'een pijn in de
nek'.
Maar het onlangs verschenen weten
schappelijk onderzoek van het in Jeru
zalem gevestigde Westbank Data Base
Project naar de belabberde politieke en
sociaal-economische omstandigheden
in de omstreden strook veranderde dat
op slag. Sara Roy onthulde onder ver
antwoordelijkheid van de Israëlische de
mograaf prof.dr. Meron Benvenisti
(voormalig plaatsvervangend burge
meester van Jeruzalem) schokkende fei
ten en cijfers.
Zo werd onder meer vastgesteld dat Is
rael weinig doet om het ellendige lot van
de vluchtelingen te verbeteren. Verder
constateerden Roy en Benvenisti dat de
Gazastrook in economisch opzicht vrij
wel volledig van Israel afhankelijk is ge
maakt. En dat discriminerende maatre
gelen van het militaire bestuuur de bin
nenlandse handel en de export van ci-
trusprodukten ernstig belemmeren of
zelfs onmogelijk maken.
Maar ook met de gezondheidszorg en
het onderwijs in de strook is het vergele
ken met de situatie in Israel zelf, soms
treurig gesteld. Bovendien maakt Jeru
zalem met zwaar drukkende belastingen
pure winst uit het bezette gebied.
Onwil
Om een aantal van de conclusies uit
het rapport te kunnen controleren is een
bezoek aan Gaza en de vluchtelingen
kampen een noodzaak. Want het contro
leren van het gedegen verslag bij de ver
antwoordelijke Israëlische autoriteiten
is vanwege de wurgende bureaucratie
en onwil onbegonnen werk.
De grauwheid van het noordelijke
grootste kamp Jabalia met ruim 50.000
vluchtelingen en het aan Gaza-stad en
het strand grenzende Sjati-kamp (40.000)
is al vanaf de hoofdweg zichtbaar. Het
woud van tv-antennes op de golfplaten
daken is echter geen garantie voor wel
vaart.
Het stinkt er. Langs de hutten stroomt
een open riool. Drollen en verrotte toma
ten drijven paarsgewijs via een beton
nen bak naar een lager gelegen poel met
behoorlijke afmetingen. Daar bezinkt de
rotzooi. En groeien cholera-bacteriën en
andere ziekteverwekkers volop. Elders
hebben de bewoners zelf een sleuf ge
graven. De viezigheid uit dit geïmprovi
seerde rioolsystteem eindigt ergens in
het zand van de ongeplaveide wegen in
de kampen.
In de krotten met een totale opper
vlakte van 24 vierkante meter wonen ge
middeld zes tot acht personen. Ashraf is
65 jaar eh zit met een apathische blik in
de ogen op een matras tegen een hut ge
leund. Op de vraag of dit zijn woning is
wyst hij naar het nauwe verbindings
paadje tussen de blokken. „Daar woon
ik', zegt hij afgemat.
Met zijn zes kinderen slaapt Ashraf in
de open lucht. In de krot is slechts plaats
voor primitieve kooktoestellen en op
eengestapelde huisraad, matrassen en
dekens. Als het in de winter regent
kruipt hij met zijn gezin onder de popu
lairste kunststof van deze tijd: plastic.
Dertig jaar
Voor deze Palestijn en honderddui
zenden lotgenoten bestaat die toestand
al meer dan dertig jaar. Tijdens de onaf-
hankelijksheidsoorlog in 1948 verjaagd
door de oprukkende Israëlische troepen,
verlieten zij vrijwillig de dorpen en ste
den, daartoe aangespoord door de Arabi
sche landen. Het zou maar een tijdelijke
zaak zijn, zo verzekerden de 'broeders'.
Maar de tenten in de kampen maakten
plaats voor de met financiële steun van
UNWRA (vluchtelingenorganisatie van
de Verenigde Naties) opgebouwde ste
nen hutten. Na de Zesdaagse Oorlog in
1967 uitgebreid met onderkomens voor
nog eens 100.000 vluchtelingen. Als eni
ge herinnering aan de plaats van oor
sprong kregen de honderden nauwe
steegjes en enkele hoofdverbindingen in
de kampen namen van de verlaten dor
pen in Israel en de westelijke Jordaanoe-
"De Palestijnen zijn de vuilnisophalers, de straatvegers en de hordenwassers van de Israëliërs".
beweert geen geld te hebben om de
soms barre leefomstandigheden in Gaza
te verbeteren.
De economische afhankelijkheid van
Israel uit zich in de strip op nog een an
dere, onvoorstelbare wijze. Voor 1967
was de export van citrusprodukten een
van de voornaamste bronnen van in
komsten en buitenlandse valuta. Maar
de laatste tien jaar is het de Palestijnse
boeren in Gaza verboden het fruit op de
markt van de EG af te zetten. Ter be
scherming van Israels export, zo is het
motief van Jeruzalem. Voor Gaza bleven
de markten van de Oostbloklanden en
Iran nog over.
Afgesneden
Sinds de val van de Perzische Sjah, de
felle concurrentie van Cuba in de afzet
gebieden van de Europese communisti
sche landen (Comecon) en de door Jor
danië om politieke redenen ingestelde
importquota (een doorgeefluik van agra
rische produkten uit Gaza naar de rest
van de Arabische wereld) is Gaza van
haar exportgebieden afgesneden.
Bovendien torpedeert de bezetter op
grond van militaire orders de landbouw-
produktie op tal van andere manieren.
Nieuwe vruchtbomen mogen niet meer
worden geplant, oude bomen mogen
niet meer worden vervangen (tenzij de
gouverneur daartoe een vergunning af
geeft) en „wilde' gronden, ook al zijn die
eigendom van de boer, mogen slechts
met toestemming en na een onevenredi
ge belastingheffing in cultuur worden
gebracht.
En verder is het niet toegestaan de
overige land- en tuinbouwprodukten -
behalve de groenten en vruchten die
geen concurrentie vormen voor de Israë
lische tuinder - binnen Israel te verko
pen. Daarentegen kunnen Israëlische
groentebazen ongelimiteerd hun tweede
keus, door de staat zwaar gesubsidieer
de agrarische produkten, op de markten
van Gaza dumpen. De lokale agrariërs
kunnen die oneerlijke competitie met
hun hoge kosten (duur water en bestrij
dingsmiddelen) niet aan.
De door Israel in de jaren zeventig af
gezette burgemeester van Gaza, Rashad
a-Shawwa (75), is de bezettingspolitiek
een gruwel. „Wij zijn de belastinginners
voor de Israëliërs en worden tegelijker
tijd op grove wijze bestolen", zegt de be
jaarde politieke leider, ooit zelf groot
grondbezitter.
Woedend
Hoewel Shawwa bekend staat als een
gematigd man, is hij tijdens het korte ge
sprek woedend en onderstreept die bit
terheid bij elk aangesneden onderwerp
met een vuistslag op het riante bureau
van zijn kantoor in Gaza-stad. „De Pale
stijnen zijn de vuilnisophalers, de straat
vegers en de bordenwassers van de Is
raëliërs", fulmineert hij. conomisoh
zijn we al geannexeerd. De helft van het
werkvolk is in Israel aan de slag en onze
bescheiden industrie wordt opgezadeld
met Israëlische halfprodukten die wii
mogen afmaken. Made in Israel, staat er
dan op het label van die spijkerbroeken
en polo-shirts".
„Wij zijn alleen goed om die kleding'
aan elkaar te naaien, terwijl het ons on
mogelijk wordt gemaakt zelf een textiel
fabriek te beginnen. Het rapport van
prof. Benvenisti is volledig juist en zo
hier en daar nog aan de optimistische
kant".
Het schuim Komt op de mond van de
ex-burgemeester als de landonteigening
ter sprake komt. „Meer dan eenderde
van ons land is door de bezetter gecon
fisqueerd. En dat gaat nog elke dag door.
Ten behoeve van de joodse kolonisten
die hier uit Amerika zijn komen aan
waaien", zegt Shawwa bitter.
Een rondrit langs een aantal van die
nederzettingen maakt duidelijk was
Shawwa bedoelt. Tien van de achttien
joodse kolonieën liggen aaneengeregen
in het zogenaamde Katif-blok in het
zuiden van Gaza. Ooit bedoeld als mili
taire uitkijkposten, maar later bevolkt
door slechts 2150 fanatieke religieuze
nationalisten die menen dat de joden
aan Gaza historisch-bijbelse rechten
kunnen ontlenen. Hun aantal is net zo
groot als de bevolkingsdichtheid per
vierkante kilometer voor de 354.000 Pa
lestijnse vluchtelingen in de strip.
Uitkijktorens
Even ten zuiden van het aan de kust
gelegen vluchtelingenkamp Deir al Ba-
lah vallen de schellen van je ogen. In het
duinzand hebben de kolonisten van de
met hekken, prikkeldraad en uitkijkto
rens omgeven nederzetting Nahal Katif
een strak gazon met zwembad aange
legd. In de ligstoelen luieren enkelen
van hen. Pal tegen het strand zijn vakan
tiehuisjes in aanbouw. Toerisme heeft
de toekomst, moeten deze Israëliërs
hebben gedacht. Maar dan moet je wel
het Uzi-machinepistool meenemen,
want in deze heksenketel van vijandig
heid is het verre van veilig. Wie komt
hier in godsnaam zijn vrije dagen door
brengen, vraag je je in gemoede af, de
morele kanten van een dergelijk uitstap
je nog buiten beschouwing gelaten.
En zo is dat bij alle nederzettingen in
de bezette Gazastrook het geval. Riante
huizen met bloemperken tussen de gril
lige zandformaties en veelal een groot
betonnen ontmoetingsgebouw waarop
de architekt van Atzmona een meters
hoge Davidster ter provocatie van de lo
kale bevolking heeft ontworpen.
Bovendien beschikken met name de
nederzettingen in het zuiden over de
voornaamste waterreserves van de Ga-
zastreek waaruit zij voor agrarische
doeleinden vrijelijk kunnen putten. Ter
wijl de Palestijnse boeren in deze streek
vanwege het chronische watergebrek op
rantsoen zijn gesteld.
Bij dit alles roepen de Israëlische auto
riteiten dat de Palestijnen van Gaza het
onder het Egyptisch bestuur nog veel
slechter hadden. De Israëlische bezet
ting heeft er toch maar toe geleid dat de
totale inkomsten vele male hoger zijn, er
meer werkgelegenheid is, de kinder
sterfte is gedaald en de gezondheidszorg
en het onderwijs zijn verbeterd.
Verder verzwakt
Ex-burgemeester Shawwa vindt dat
maar onzin. Hij zegt: „Ten eerste pikten
de Egyptenaren ons land niet af en ten
tweede mochten we onze eigen binnen
lands bestuur regelen. Bovendien was
de Egyptische wetgeving niet van toe
passing, betaalden we aan Cairo geen
belasting. Israel heeft Gaza in feite gean
nexeerd. In alles. Alleen staat het nog
niet officieel op papier".
„In economisch opzicht zijn we sinds
1967 structureel alleen maar verder ver
zwakt. Er is geen enkele zinvolle inves
tering mogelijk geweest, terwijl de be
volking explosief toeneemt. In het jaar
2000 zitten we hier volgens de schattin
gen met een miljoen mensen op een
kluitje".
Over politieke oplossingen wordt in
de Gazastreek nauwelijks meer nage
dacht. Autonomie onder Israëlische toe
zicht - door permier Peres van Israel tot
nog toe slechts met de mond beleden -
ziet niemand zitten. Verdeeld zijn de ge
lederen over Jordaans of Egyptisch be
stuur. En in een door de Gazastrook en
de westelijke Jordaanoever gevormde
Palestijnse onafhankelijke staat geloven
slechts zy die menen dat ook water kan
branden.
Niettemin neeft net geografische isole
ment de Gazastrook bij welke politieke
oplossing dan ook sociaal en econo
misch al voorbestemd als het „Soweto
van Israel". Dat is bij al het onrecht nu
reeds de ironie van het lot voor deze Pa
lestijnen.
11 1 Js V,
**!*- •- - :j. - vTW - - V:
Vluchtelingenkamp in de Gaza-strook: "Wij zijn in feite al geannexeerd"
huisde buren er blij mee zijn geweest als
zij de hut hadden mogen betrekken. En
ook op de plaatsen waar het leger de
krotten met een bulldozer in één keer
omver haalde omdat een van de bewo
ners van 'terreuracties' werd verdacht -
onschuldige ouders en overige inwonen
de familieleden ten spijt - is 'nieuw
bouw' verboden.
Verzet breken
Om het verzet te breken, is de achter
liggende gedachte voor dit onmenselijk
optreden. De uit de kampen opererende
guerrilla mag dan begin jaren zeventig
met de ijzeren-vuist-politiek van de
toenmalige generaal Arik Sjaron gena
deloos zijn neergeslagen, het Palestijns
nationalisme is nog steeds manifest.
Meer succes heeft Israel de afgelopen
negentien bezettingsjaren geboekt om
de economie van Gaza voor het meren
deel ondergeschikt te maken aan die van
het 'moederland'. Per dag trekken meer
dan 45.000 in Gaza woonachtige semi-ge-
schoolde Palestijnen naar Israel om er
goedkope arbeid te leveren.
Dat is ruim 43 procent van de
werkende massa in de strook. Ruim
twaalfduizend ongeschoolden doen dat
via de zwarte markt. Honderden van de
ze groep kun je al 's morgens om vijf uur
op de vangrails langs de hoofdweg nabij
Asjkelon (iets ten noorden van Gaza)
aantreffen. Er zitten kinderen van twaalf
jaar tussen. Bepakt met een mandje of
een plastic tasje waarin de schamele
lunch wordt meegedragen.
Het zijn hoofdzakelijk Israëlische aan
nemers die hen voor gemiddeld vijftig
gulden per dag komen oppikken. Maar