In de ban van
de afsluitringen
Oudere boeren
kunnen volgend
jaar in de vut
De NASA na de ramp met de space shuttle Challenger
ICTO wil
erkenning
en gaat
meepraten
MAANDAG 7 JULI 1986
"We zullen gewoon moeten doen wat gedaan moet wor
den om ons ruimteprogramma veilig en betrouwbaar te
"We zullen gewoon moeten doen wat gedaan moet wor
den om ons ruimteprogramma veilig en betrouwbaar te
maken", zei de Amerikaanse president Reagan bij het
in ontvangst nemen van het rapport van de presiden
tiele commissie over de toedracht van de ramp met de
space shuttle Challenger op 28 januari van dit jaar
waarbij zeven astronauten om het leven kwamen, een
shuttle van vier miljard gulden verloren ging en jaren
vertraging in het Amerikaanse ruimteprogramma ont
stond.
De algemene aanbeveling van het rapport luidt: "NA
SA, zorg voor een veel veiliger raketsysteem om men
sen in de ruimte te brengen dan jullie hebben gebruikt
en zorg er meteen voor dat zowel je eigen organisatie
als die van je toeleveringsbedrijven veel zorgvuldiger
en inzichtelijker gaan functioneren. Want zoals het tot
nu toe ging was het brandhout".
Blijkens het rapport schortte het
aan bijna alles dat voor veilige
vluchten met de ruimtependel
van belang was. De onzorgvul
digheden en regelrechte nalatig
heden die de commissie boven
tafel haalde waren soms zo
schrijnend dat leden van enkele
andere ruimte- en wetenschaps
commissies bij de presidentiële
commissie aandrongen op ge
rechtelijke vervolging van som
mige bij het shuttleproject be
trokken functionarissen.
Bob Walker vraagt zich af hoe
het toch mogelijk is dat de com
missies van het Amerikaanse
Congres, waarvan toch een stren
ge toezichthoudende funktie op
NASA moest worden veronder
steld, volstrekt onkundig waren
van de zich ophopende proble
men. Zijn collega Glickman doet
daar nog een schepje bovenop
door langs zijn neus weg op te
merken dat de toeschieteliike
houding van het Congres jegens
NASA niet zo vreemd is „met al
door
Ben Apeldoorn
Ontgelden
Vooral de verantwoordelijke
managers van het Marshall Spa
ce Flight Center, Lawrence Mul-
loy en William Lucas, moeten het
daarbij ontgelden. Hen wordt
grove nalatigheid en zelfs mislei
ding verweten met betrekking
tot de noodzakelijke controle
procedures bij de constructie
van de vaste brandstofraketten
waarvan een de ramp met de
Challenger veroorzaakte. Het
bleek de presidentiële commis
sie dat Mulloy herhaaldelijk
waarschuwingen over het niet
goed functioneren van de onder
ste afdichtringen van de stuwra-
ketten (de zogeheten vaste
brandstofraketten) had wegge
wuifd en sommige veiligheids
procedures had getorpedeerd.
Commissielid Hollings over
Mulloy: "Ik zal niet zeggen dat
hij die mensen moedwillig de
dood injoeg maar zijn optreden
was zonder meer laakbaar en hij
ontzag zich evenmin om zijn na
latigheden te verbloemen".
Lucas van het Marshall Space
Flight Center (MSFC) drong tij
dens een persconferentie, kort
na het ongeluk, aan om, ondanks
de ramp, door te gaan met het
space shuttle project nog voor
dat een grondig onderzoek de
oorzaken aan het licht had ge
bracht. Hollings: "Deze man
toonde geen wroeging, medele
ven en zelfs verantwoordelijk
heidsbesef. De Lucas-filosofie
was: nooit een lancering afbla
zen. Dit kankergezwel moet zo
spoedig mogelijk uit Marshall
Center worden verwijderd". Die
moeite heeft Lucas inmiddels
zelf al genomen: hij vertrekt per
3 juli 1986.
Het republikeinse Congreslid
die snoepreisjes als er weer eens
een shuttle werd gelanceerd".
"Het Congres kan dus de hand
ook in eigen boezem steken en
ook de Amerikaanse regering,
die de NASA onder zware druk
zette om zo economisch mogelijk
een toch al overladen program
ma af te werken, gaat niet vrijuit.
Winstbejag
Het zijn slechts twee voorbeel
den uit de stortvloed van be
schuldigingen die zowel door
Congresleden als leden van aller
lei commissies worden geuit. Be
schuldigingen die voortvloeien
uit de talloze voorbeelden van
mismanagement, winstbejag, ei
genbelang en arrogantie waar
naar het eindrapport van de pre
sidentiële commissie verwijst.
Nobelprijswinnaar voor natuur
kunde, Richard Feynman, lid
van de presidentiële commissie,
vat het gebeuren als volgt sa
men: "Een ding staat als een paal
boven water: de Challenger 51-L
missie van 28 januari 1986 mar
keert het einde van een opeen
volging van onvoorziene gebeur
tenissen waarbij de ene na de ah*
dere waarschuwing werd gege
ven dat er iets fout ging".
De baas
Duidelijk is dat NASA zeer
waarschijnlijk tot ver in 1988 niet
in staat zal zijn om de lancerin
gen met de space shuttle te her
vatten. NASA heeft echter op pa
pier nog steeds 1 juli 1987 staan
als datum waarop het program
ma weer kan worden opgepakt.
Maar de lijst met aanbevelingen
van de presidentiële commissie
is dermate lang en de vereiste on
derzoekingen en noodzakelijke
veranderingen zullen, zoveel tijd
in beslag gaan nemen, dat het
volgens velen nog wel 1990 kan
worden voordat NASA alle pro
blemen de baas is.
De commissie heeft vooral in
grijpende veranderingen voorge
steld aan de interne afdichtrin
gen (O-ringen) en de bevesti
gingswij ze van de segmenten
waaruit de vaste brandstofraket
ten (de SRB's: Solid Rocket
Boosters) zijn opgebouwd. De
ramp met de Challenger werd
door niet goed functio
nerende O-ringen veroorzaakt,
waardoor al tijdens de start een
vurig lek ontstond aan de onder
zijde van de rechter SRB.
"Die O-ringen hebben ook bij
sommige eerdere vluchten voor
problemen gezorgd maar toen
ging het allemaal nog goed. Een
inmiddels in het leven geroepen
groep deskundigen gaat zich nu
buigen over het probleem rond
de O-ringen. Daarmee ziet NASA
tevens de hoop in rook opgaan
om de lanceringen op korte ter
mijn voort te kunnen zetten met
extra verstevigingen rond de na
den van de SRB's; de presiden
tiële commissie ziet echter liever
een totaal nieuw ontwerp van die
zwakke plek gëbaseerd op kri
tisch onderzoek".
Astronauten
"Andere belangrijke aanbeve
lingen zijn onder meer het for
meren van meer toezicht hou
dende teams met verregaande
beslissingsbevoegdheden op
cruciale punten en veel meer
daadwerkelijke inbreng van de
astronauten zelf vooral daar waar
het gaat om veiligheidsaspekten.
Veel astronauten klagen er al ja
ren over dat ze roependen in de
woestijn zijn. Organisatorisch zal
er bij NASA dus veel gaan veran
deren en ook dat zal veel tijd in
beslag r
Door bestudering van de vele
uit zee opgeviste restanten van
de Challenger, van de externe
brandstoftank en van de beide
vaste brandstoftanks (SRB's) en
de maandenlange analyses van
de telemetrie en de vele films
van de 73 seconden durende
vlucht, heeft men nu. een helder
beeld van het verloop van de
ramp. De oorzaak was zoals ge
zegd het niet goed functioneren
van de 'onderste O-ringen van de
rechter SRB. De SRB's zijn de
grootste vaste brandstofraketten
die ooit zijn gebruikt. Bij de start
wegen ze elk 586 ton waarvan 514
ton brandstof.
Bij vol vermogen leveren ze
met z'n twee'en 2400 ton stuw
kracht aan het totale shuttle-sys
teem en daarbij staat op dè bin
nenwand van beide giganten een
driik van 630 ton per vierkante
meter. Elk naadje of scheurtje of
niet goed sluitend onderdeel is
bij die. enorme druk en tempera
tuur fataal. Al bij de start ver
scheen een rookwolk uit de on
derste naad van de rechter SRB;
36 seconden na de start door
breekt de shuttle-combinatie de
geluidbarrière. De stuwkracht
van de motoren wordt nu tijde
lijk teruggeschroefd om de druk
op het systeem, als gevolg van de
snelheid en de luchtweerstand,
niet te hoog op te laten lopen.
Commando
59 seconden na de start: gezag
voerder Francis Scobee krijgt
het commando 'volle kracht'.
Scobee antwoordt: 'O.K., volle
kracht'. De onderste veiligheids-
ringen van de rechter SRB bege
ven het: een verzengende vuur
straal barst naar buiten en ver
nielt in luttele seconden de on
derste bevestigingen van de SRB
met de reusachtige externe tank.
Uok de rechterzijde van de shutt
le krijgt het zwaar te verduren;
mogelijk dat de rechtervleugel
wordt afgerukt.
66 seconden na de start: vuur
wordt nu ook zichtbaar aan de
bovenzijde van de SRB die zich
blijkbaar tegen de grote tank aan
heeft gedrukt nu zijn onderste
bevestigingspunten niet vol
doende houvast meer bieden. In
de laatste sekonde voor de ramp
gebeurt alles bijna tegelijk. De
rechter SRB zwaait naar buiten
na de onderzijde van de externe
tank dermate te hebben bescha
digd dat deze openbarst. Tonnen
vloeibare waterstof stromen naar
buiten en vatten vlam. Dit levert
een enorme stuwkracht ineens
op waardoor het onderste water
stof bevattende reservoir van de
externe tank zich in het erboven
gelegen, met vloeibare zuurstof
gevulde deel perst.
Gelijktijdig daarmee dringt de
rechter booster de bovenzijde
van de externe tank binnen. Een
enorme ontploffing volgt. De
ramp had voor de NASA niet op
een ongelukkiger tijdstip kun
nen komen, juist nu er zoveel op
het programma stond en juist nu
ook andere landen en groepen
van landen zich intensiever met
(commerciële) ruimtevaart zijn
gaan bezighouden en nu de op
drachten beginnen binnen te
krijgen voor de lancering van sa
tellieten die eerder waren voor
bestemd om met de shuttle om
hoog gebracht te worden.
Russisch
Al met al ziet het er vöor de be
mande Amerikaanse ruimtevaart
in de nabije toekomst somber
uit. Zo sohiber dat het hoofd van
het Russische bemande ruimte
programma, de ex-astronaut ge
neraal Georgy Beregovoy, deze
maand een Britse delegatie aan
bood om een Britse astronaut,
die op de nominatie stdnd om
deel uit te maken van een shutt
le-bemanning, in 1988 of 1989
mee te laten vliegen met een
Russische ruimtevlucht..
Een prachtig aanbod en mis
schien wel een eerste aanzet om
dergelijke geweldige inspannin
gen in de toekomst voortaan ge
zamenlijk te gaan doen. Russen
en Amerikanen hebben elkaar de
hand al eerder geschud buiten
onze aardse dampkring maar
kennelijk zijn politici er nog
steeds niet van doordrongen dat
ruimte-expedities van deze pla
neet ook een inspanning van de
ze planeet moeten zijn en niet
slechts van een deel ervan. Ken
nelijk begrijpt men niet dat het
veel meer moeite kost om twee
Amerikanen en twee Russen met
twee kapsules omhoog te bren
gen in plaats van vier mensen
met één raket en dat dan ook
problemen veel slagvaardiger
kunneh worden aangepakt.
Vele handen maken het werk
immers veel lichter en dat heb je
bij de ruimtevaart nu juist nodig.
Vanaf 1987 en de jaren daarna kun
nen tussen de 40.000 en 60.000 Ne
derlandse boeren gebruik maken
van een vervroegde uittredings- of
te wel vut-regeling. Ze zijn of wor
den dan 55 jaar of ouder en krijgen
als ze op vrijwillige basis met hun
bedrijf willen stoppen, een premie
vanuit 'Brussel'. Maar dan moet de
boer echt zijn landbouw- of weide
gronden uit produktie nemen. De
EG-lidstaten, dus ook Nederland,
mogen aanvullende maatregelen
nemen om te voorkomen dat de ex-
boer in financiële problemen
komt.
door
Cees Keizer
1 Dat is althans het voorstel van
EG-landbouwcommissaris Frans
Andriessen. Dit zogenaamde socia
le plan wordt bestudeerd en bere
kend door het Nederlandse Ont-
wikkelings- en Saneringsfonds
voor de Landbouw. Daarna zal het
door het kabinet worden behan
deld.. Alle bij deze zaak betrokken
instanties hopen dat het kabinet
voor deze vut-regeling gelden be
schikbaar zal stellen. Maar land-
bouwexpérts in het parlement vre
zen dat door de extra bezuinigin
gen die in de komende vier jaar
moeten worden doorgevoerd, wei
nig of geen geld voor het vut-plan
op tafel zal komen.
Zo'n vijftien jaar geleden hebben
de boeren- en tuindersorganisaties
geprobeerd oudere boeren die met
hun bedrijf om wat voor oorzaak
ook wilden stoppen, een zelfde so
ciale regeling te bezorgen als die
van oudere werknemers. Ongeveer
tien jaar geleden heèft de Sociaal-
Economische Raad eveneens uit
gesproken dat zo'n werknemersre
geling voor gewezen zelfstandigen
noodzakelijk werd geacht. Door de
economische neergang is daarvan
tot nu toe echter niets terechtgeko-
Volgens de landbouworganisa
ties zou er nu wel politieke over
eenstemming mogelijk zijn om ou
dere boeren die hun bedrijf inder
daad beëindigen, dezelfde sociale
regeling te bieden die werknemers
al jaren hebben. Dit opent volgens
de landbouworganisaties perspec
tieven om zoveel mogelijk boeren
op vrijwillige basis met hun bedrijf
te laten stoppen. Het ministerie
van sociale zaken, zou dan bereid
moeten zijn een deel van de lasten
te dragen.
Inkomen
In 1965 hebben ongeveer 2000
boeren van tussen de 65 en 70 jaar
gebruik gemaakt van een bedrijfs
beëindigingsregeling, die hen een
aantal jaren een geindexeerd
maandelijks inkomen van ruim 500
gulden verschafte. De regelingen
die daarna kwamen om boeren te
bewegen te stoppen met hun be
drijf, hebben weinig of niets uitge
haald.
Volgens de jongste berekenin
gen zijn er op het ogenblik in ons
land nog ruim 16.500 boeren die
ouder zijn dan 65 jaar, Juist voor
hen wil de Europese Gemeenschap
een regeling treffen om deze be
jaarden te bewegen hun landbouw
bedrijf te sluiten.
De Europese Gemeenschap is er
na jaren studie van overtuigd dat
landbouwgronden uit produktie
genomen moeten worden om de gi
gantische overschotten aan zuivel,
granen en vlees terug te dringen.
Alleen al het opslaan van die over
schotten kost de Gemeenschap
jaarlijks vele miljoenen guldens.
In de Europese Gemeenschap
zijn nu ongeveer 1,5 miljoen land
bouwers 55 jaar en ouder. Dit is 19
procent van het aantal boeren, die
samen ongeveer 26 miljoen hecta
ren exploiteren. Die ouderen be
werken 20 procent van het totale
landbouwareaal.
In de komende vijfjaar zullen in
totaal ongeveer 2,3 miljoen land
bouwers, dat wil zeggen 27 procent
van het totale aantal, behoren tot
de groep van 55- tot 65-jarigen. Die
exploiteren dan samen in totaal 40
miljoen hectaren, of bijna 34 pro
cent van de totale produktieve
gronden.
Naar schatting heeft ongeveer de
helft van de Europese boeren van
55 tot 65 jaar geen bedrijfsopvol-
ger. Juist deze landbouwers -
naast die van 65 jaar en ouder - wil
Brussel ertoe aansporen maatrege
len te treffen hun grond aan de
landbouw te onttrekken.
In Nederland ligt het voor wat
betreft de bedrijfsopvolging nog
moeilijker. Volgens het Centraal
Bureau voor de Statistiek zijn er in
ons land 73.463 zelfstandige be-
drijfshoofden in de landbouw die
55 jaar of ouder zijn. Daartegen
over staan slechts 24.913 bedrijfs-
opvolgers van 16 tot en met 25 jaar.
Dat betekent dat twee derde van
alle Nederlandse boeren geen be-
drijfsopvolger heeft.
De boeren die van de vut-rege
ling gebruik willen maken, mogen
het bedrijf volgens de in Brussel
opgestelde regels ook aan een zoon
overdoen. Dan mogen de gronden
wel in produktie blijven. De Ne
derlandse landbouworganisaties
willen nog een andere voorwaarde:
de boer mag zijn grond ook aan
zijn buurman verkopen, waardoor
dat bedrijf de kans krijgt te groeien
en meer levensvatbaar wordt.
De uitkering die de boeren van
uit Brussel krijgen als ze met hun
bedrijf stoppen, bedraagt voor, ten
hoogste tien jaar 10.000 gulden per
jaar voor gehuwden en f6250 per
jaar voor ongehuwden. De uitke
ring wordt gestopt als de betrokke
ne 70 jaar wordt.
Boven deze uitkering krijgt de
boer die geheel met zijn bedrijf
stopt een maximumbedrag van 375
gulden per jaar per hectare grond
die uit produktie wordt genomen.
In geval van bebossing van de
grond wordt de uitkering ver
hoogd om de kosten voor het on
derhoud van de aanplantingen te
dekken, tenminste als de gewezen
boer bereid is dit onderhoud voor
zijn rekening te nemen.
De werknemers van zo'n boeren
bedrijf dat aan de kant wordt ge
daan, kunnen van Brussel ook een
uitkering krijgen op voorwaarde
dat ze niet meer in de landbouw
gaan werken. Die uitkering be
draagt 7500 gulden per jaar en
wordt uitbetaald tot de werknemer
de normale pensioengerechtigde
leeftijd bereikt. De uitkering wordt
echter nooit langer dan tien jaar
verstrekt.
Door alle bij deze regeling be
trokken organisaties en instanties,
zoals het Ontwikkélings- en Sane
ringsfonds, wordt nu druk gere
kend en overlegd om een zo goed
mogelijke en maatschappelijk aan
vaardbare regeling tot stand te
brengen die bovendien moet zijn
aangepast aan de Nederlandse so
ciale- en belastingregels.
Het ICT0 (Interkerkelijk Comi
té Tweezijdige Ontwapening)
gaat deelnemen aan de raadple
gingen over het oorlogsvraag-
stuk die de Raad voor Overheid
en Samenleving (ROS) van de
Hervormde Kerk organiseert in
samenwerking met het Interker
kelijk Vredesberaad (IKV). Het
landelijke bestuur, dat eind vori
ge week voor het eerst in nieuwe
samenstelling vergaderde, be
sloot daartoe omdat het de ko
mende tijd de 'hoogste voorrang'
wil geven aan erkenning van het
ICTO door de kerken. Een ander
argument was voor het bestuur,
dat het IKV streeft naar meer
aansluiting bij de kerken. De ver
enigingsraad van het ICTO moet
het bestuursbesluit nog goed
keuren.
sioen gaan. Naar verwachting
komen er in die periode slechts 5
tot 7 predikanten bij.
Dat meldt het contactorgaan
van de commissie 'Contact tus
sen Molukse en Nederlandse
kerken'.
De Molukse Evangelische
Kerk heeft ongeveer 27.500 le
den, verspreid over 63 gemeen
ten. Van deze gemeenten heeft er
één meer dan 1000 leden, terwijl
er 36 minder dan 250 leden tel
len. Behalve de 29 predikanten
zijn nu vier hulppredikers actief.
Zij zijn niet bevoegd tot bedie
ning van de sacramenten. Verder
zijn er nog twee catecheten, van
wie er één ouder is dan 65 jaar.
De Molukse Evangelische
Kerk heeft de komende jaren vijf
tot zeven universitair opgeleide
theologen nodig voor kaderfunc
ties. Twee of drie van hen zouden
leidinggevende functies bij de
synode moeten vervullen. De an
deren zijn nodig voor roerus-
tingswerk en catechese of als ad
viseur bij kerkelijke c
Voor het werk in de gemeen
ten en classes (regio's) en voor de
catechese is er de komende jaren
behoefte aan 20 tot 30 predikan
ten en catecheten. Het is, gezien
het grote aantal kleine geneen-
ten, zeer de vraag, of de gemene-
ten in staat zullen zijn hét geld
voor meer predikanten op tafel
te brengen.
Diepgangcentrum. In okto
ber begint het Diepgangcentrum
te Hazerswoude op vijf verschil
lende plaatsen (waaronder Lei
den) een bezinningscyclus onder
de titel 'Reageren op ellende en
kwaad'. De cursus van vijf
avonden gaat in Leiden van start
op woensdag 1 oktober (gebouw
't Bruggehoofd, Steenschuur).
Voor nadere informatie en aan
melding kan men contact opne
men met het Diepgangcentrum,
Rijndijk 108, 2394 AJ Hazers
woude, telefoon 01714-2032.
Eigen centrum
Het bisdom Den Bosch
opent op 1 september een eigen
opleiding tot permanent diaken.
De opleiding is in het weekeinde
en begint met ten minste acht
kandidaten. Het bisdom streeft
naar een eigen centrum voor de
vorming van priesters en dia
kens, maar zolang dat centrum er
nog niet is, zal de diakenoplei
ding onderdak hebben in een
klooster.
Het bestuur is hiermee terug
gekomen op een eerder besluit
om zich verre te houden van de
consultaties. Een van de bezwa
ren was de nauwe band tussen
de hervormde Raad voor Over
heid en Samenleving en het IKV.
Het bestuur vond deelneming
ook weinig zin hebben omdat de
hervormde synode het ICTO niet
als kerkelijke vredesbeweging
wilde erkennen.
Het ICTO-bestuur ging verder
akkoord met het initiatief van
het comité van aanbeveling en
de oud-voorzitter van het Her
vormd Vredesberaad, jhr. W. H.
de Savornin Lohman, om te be
middelen in het conflict binnen
het ICTO. Dat conflict leidde in
mei tot aftreding van vier be
stuursleden.
In de komende Vredesweek
zal het ICTO met een eigen vre-
deskrant uitkomen. Het Her
vormd Vredesberaad bleek niet
bereid, daaraan mee te werken.,
Predikantentekort. In de
Molukse Evangelische Kerk in
ons land dreigt een tekort aan
predikanten. Van de 29 die op
het ogenblik actief zijn zullen er
de komende jaren 14 met pen-
Op het ogenblik zijn er in ons
land twee opleidingen tot perma
nent diaken, te weten in het
aartsbisdom Utrecht (samen met
het bisdom Rotterdam) en het
bisclom Roermond. Vijf kandida
ten van het bisdom Den Bosch
volgen nu de opleiding in
Utrecht.
Leiden. Ds. E. M. Panne-
koek, hervormd predikant in de
wijk Kooi-Pniël, heeft een be
noeming per 1 januari 1987 tot
bijstand in het pastoraat van de
hervormde gemeente in Ame-
rongen aangenomen. In decem
ber hoopt ds. Pannekoek 65 te
worden. Hij zou volgens de ker
korde tot 1 mei volgend jaar in
Leiden kunnen blijven werken,
maar zal nu tegen het einde van
dit jaar afscheid nemen. Zeven
tien jaar heeft hij in Leiden ge
werkt.
Leiden. Op 17 augustus zal
de heer W. R. Hendriks, nog wo
nende in Schoonhoven, in de
Marekerk worden geïnstalleerd
als evangelist voor de hervormde
wijkgemeenten Marewijk en
Kooi-Pniël. De aanstelling van
de heer Hendriks - die vooral on
der de jeugd gaat werken - werd
mogelijk door medewerking van
de hervormde Bond voor Inwen
dige Zending op Gereformeerde
Grondslag.
Voorgangers in de dienst van
17 augustus zullen zijn de predi
kanten Meijers en Pannekoek
(van de twee wijkgemeenten) en
dr. L. Westland te Amersfoort
predikant voor het vormings-,
opleidings- en lectuurwerk van
de genoemde bond.
Beroepen
Hervormde Kerk: aangeno
men naar Westbroek K. C. Kos
Meeuwen, naar Wirdum (Fr.)
kandidaat C. van den Berg Leeu
warden, naar Wilnis kandidaat J.
A. de Koeijer 's Gravenpolder.
Gereformeerde Kerken: aan
genomen naar Sassenheim K. E.
Bras Deventer; bedankt voor
Eelde G. van de Veere Vlaardin-
gen, voor Delft P. van der Horst
Katwijk aan Zee.
Christelijke Gereformeerde
Kerken: bedankt voor Harder-
wijk/Zeewolde B. de Graaf Zie-
rikzee.
Baptistengemeenten: aange
nomen de benoeming tot pasto
raal medewerker te Meppel
(deelwerk) G. Goessens Utrecht;
beroepbaar W. de Lepper, Coe-
vorden, en J. Stijkel, Hengelo
(Ov.).
Vrouwen. De wetgevende sy
node van de Anglicaanse Kerk in
Groot-Brittannië heeft zich uit
gesproken tegen het voorgaan in
kerkdiensten van vrouwelijke
priesters uit het buitenland.
De anglicaanse gemeenschap
telt over de hele wereld ongeveer
70 miljoen leden. In 9 van de 27
kerkprovincies zijn in de loop
der jaren 750 vrouwen tot pries
ter gewijd. De Engelse kerk -
hoofd van de anglicaanse ge
meenschap - heeft zich tot nu toe
terughoudend in deze zaak opge
steld.
Zeventig procent van de bis
schoppen stemde vóór de bui
tenlandse vrouw als priester,
maar dat percentage was bij de
lagere geestelijkheid en de leken
aanmerkelijk lager.
Een model van de shuttle, geheel gemaakt
(fotoGPD)