Die ouwe Jouwe heeft gelijk' ZATERDAG 5 JULI 1986 EXTRA PAGINA 19 sie Pakistani. De aanwezigheid van de eerder gelande Indonesische paratroe* pers werd gedoogd. De UNTEA kwam met een eigen muntstelsel, dat wil zegf gen Nederlandse guldens met daarop in geslagen het woord UNTEA. Er ver schenen ook UNTEA-postzegels". Op 1 mei 1963 werd westelijk Nieuw] Guinea Indonesisch bezit, omgedoopt tot West-Irian zoals Hollandia ook een andere benaming kreeg: eerst Kota Ba- ru, naderhand Sukarnopura. Een golf van terreur overspoelde de Papoea's. Van de zogeheten 'free choice' zoals diq de inheemse bevolking in het plan-Bun* ker in het vooruitzicht was gesteld] kwam weinig of niets terecht. In het boek 'West Papua: the Obliteration of d people' valt te lezen hoe het Indonesi sche regime de vrije keus van de Paj poea's voor onafhankelijkheid dan wej het behoud van het Indonesisch staats burgerschap op 2 augustus 1969 uitleg; de. Volstaan werd met de raadpleging van 1025 Papoea-afgevaardigden die voorzien van naam en toenaam hun stem moesten uitbrengen. Unaniem spraken de Papoea's zich uit voor het aanblijven van de Indonesiërs. Minder dan twee weken na de 'volks! raadpleging' tekende de toenmaligs ANP-correspondent Link van Brugge» de volgende woorden op uit de mond van één der stemmers: „De man die mijn gevoel voor zelfrespect totaal heeft ver? woest, is brigadier-generaal Ali Murto- po, publiekelijk bekend als de chef-hen senspoeler. Deze speciale afgezant vail Soeharto heeft twee uur op ons ingei praat. Hy wees ons erop dat Indonesië als de sterkste militaire macht in Zui<J Oost-Azië in staat was om in elk omlig; gend land de bevolking angst aan te jar gen. Jakarta, zei hij ook, was niet geïnte resseerd in de Papoea's maar in West Irian als territorium. Als jullie onafhari? kelijk willen zijn, vraag God dan maar om een eiland in de Grote Oceaan, zodaf jullie daar naartoe kunnen emigreren". Sinds 1962 heeft Jouwe vier maal zijn land ingetuurd, staande aan de oostelij ke kant van de grens die de bakermat van de Papoea's in twee landen deelt# Hij voelde zich toen dichtbij maar tegeïi lijkertijd ver van zijn geboortegrond? „De Indonesiërs hebben mij person^ non grata verklaard, maar ook myn volk. wil niet dat Kaisiepo en ik terugkeren? Deden wij dat wel, dan zou dat dooC mijn volk worden uitgelegd als een capi£ tulatie voor de Indonesiërs". Als voorzitter van de Nationale Bevrij-j dingsraad van West Papua onderhoudt! Jouwe in codetaal contacten met ledeiff van de locale verzetsbeweging, de Orga-^ nisasie Papua Merdeka. „Hoeveel men* sen er betrokken zijn bij dat verzet, daar wordt nooit over gesproken. Ik heb in! elk geval wel redenen om aan te nemen dat negentig procent van de Papoea'^ voor onafhankelijkheid zou kiezenï mocht er ooit een rechtvaardige peiling* worden gehouden". Man van gezag Nóg gaat hij onder zijn volk door voor een man van gezag, maar vooral de radi cale jongeren hebben hem meer daij eens een laffe houding verweten. Over tuigd christen als hij is, staat Jouwe ee» politiek voor, die erop is gericht de wes reldopinie in te palmen voor de West Pa£ pua-zaak. „Sommige jongeren hebbeif gezegd: doe als Soekarno, ga kogels ko; pen bij de Russen. Ik heb geantwoord; ik doe niet als Soekarno, ik heet Nico= laas Jouwe en die laat zich niet in met vuige intimidatiepolitiek. Mijn beleid i$ erop gebaseerd dat de Papoea's in leverfi blijven. Zouden wij naar de wapens grij| pen, dan betekende dat regelrechte zelf»: moord vanwege de Indonesische over^ macht. Ik heb de jongeren gezegd: als* jullie dood willen, als jullie willen dat ons land er alleen nog maar is voor de paradijsvogel, de kroonduif en de kan goeroe, dan moeten jullie mij meteen af zetten. En ja, dan ontstaat er toch weeg begrip voor mijn visie. Dan wordt erj toch weer gezegd: die ouwe Jouwe heeft; gelijk". „Als christen ben ik ervan overtuigd^ dat de Indonesiërs ooit voor dit onrecht zullen worden gestraft. Alles in dit leven op aarde is tijdelijk, zoals ook de onder drukking van het ene volk door het an» dere. De Romeinen wilden ooit Europa beheersen, later wilde Napoleon hetzelf de, zoals ook Hitler. En in Azië wilde Hii rohito alles Japans maken. De eis van deze tijd is dat de Indonesiërs hun voer ten van onze bodem moeten halen. Dat zal gebeuren, dat staat voor my vast. Al* leen weet ik niet wanneer, dat hangt vart de Schepper af'. mijn ontwerp gaf, bleek doorslagge vend. De basiskleuren van mijn vlag wa ren rood, wit en blauw. Als uiting van dankbaarheid aan de Nederlanders". Wrok Lang heeft hij in eigen land 'zijn' vlag niet aan de masten zien wapperen. Indo nesische paratroepen lieten zich al spoe dig droppen op Nederlands grondge bied; de Papoea-leiders Kaisiepo, Wom- siwor en Jouwe scheepten zich in gezel schap van Nederlandse bestuursambte naren in voor een enkele reis Nederland, nadat de Verenigde Naties in oktober 1962 het bestuurlijke gezag over Nieuw- Guinea van de Nederlanders had over genomen. Waar het uiterlijk vertoon van de vlag van Jouwe nu door de Indone siërs wordt uitgelegd als een teken van insubordinatie waarop in het 'gunstig ste' geval een lijfstraf staat, daar ziet de verbannen Papoea-voorman in Delft om in wrok naar een verloren strijd om het zelfbeschikkingsrecht. In zijn huiskamer hangen twee schil derijen van zijn geboortedorp die hem dagelijks herinneren aan wat eens was. Voor zich ziet-ie dan zijn vader. Stam hoofd, analfabeet en „toch een wijs man". Onwillekeurig denkt Jouwe dan ook terug aan het jaar 1944, toen de van uit Australië en Nieuw-Zeeland opruk kende Amerikaanse troepen Nieuw-Gui nea als strategische springplank ge bruikten voor hun oorlog met de 'Jap pen'. „Generaal McArthur richtte in Hol landia zijn Hoofdkwartier in. En wij Pa poea's, wij zagen zwarte mensen in au to's rondrijden, mensen met dezelfde huidskleur als wij. Amerikaanse neger soldaten! Ze legden wegen aan, ze bouw den huisjes, ze bleken alle denkbare technische kneepjes onder de knie te hebben. Wat zij deden, hadden wij daar voor alleen blanken zien doen. We wis ten eerst niet wat we zagen. Maar een maal bekomen van de verbazing dach ten wij: als die zwarte mensen dat kun nen, dan moeten wij daartoe ook in staat zijn. Eigenlijk is toen het verlangen naar zelfstandigheid ontstaan, we voelden de eerste drang naar onafhankelijkheid". In de tweede helft van 1946 werd Nico- laas Jouwe benoemd tot secretaris van de Raad van Stamhoofden. Dat college van Papoea-voormannen had altijd een non-politiek karakter gedragen. Dat de grootste vijanden aan te wijzen, al voegt Jouwe eraan toe dat het voordien rege rende republikeinse regime van Dwight Eisenhower Soekarno aanmerkelijk minder was toegedaan. „Op 20 oktober 1960 heeft Soekarno zyn minister van defensie Nasution met een uitgebreide staf naar Washington ge stuurd. Om wapens te kopen met het doel de Nederlanders van Nieuw-Gui nea te verjagen. Foster Dulles, de toen malige minister van buitenlandse zaken, weigerde de gevraagde kogels te leve ren. Soekarno heeft Nasution meteen doorgestuurd naar de Sowjet-Unie, naar Moskou. Van Chroesjtsjov heeft Nasu tion alles gekregen wat-ie wilde. Over eenkomstig de politiek van de Russen die landen niet uit humanitaire overwe gingen helpen, maar met het oogpunt in die om hulp vragende landen invloed te krygen". Het geheel van gebeurtenissen in die begin jaren zestig analyserend, komt Jouwe tot de slotsom dat Soekarno erin is geslaagd de twee supermachten op z'n hand te krijgen. „Zeker nadat Nixon was verslagen door Kennedy. De voormalige Indonesische ambassadeur in Oosten rijk Ide Anak Agung Gde Agung heeft dat ook geschreven in zijn boek 'Twenty years Indonesian foreign policy'. In dat boek valt herhaaldelijk te lezen dat West Irian bij Indonesië is gekomen dank zij de veranderde Amerikaanse houding". Geen confrontatie Politieke waarnemers namen in die tijd voetstoots aan dat Kennedy vanwe ge de Russische wapenleveranties aan Indonesië vreesde voor een al te grote Sowjet-invloed op Zuid Oost-Azië. De kwestie-Nieuw-Guinea was hem na de pas ingedamde Cuba-crisis geen nieuwe confrontatie tussen Oost en West waard. Fiasco In dit verband haalt Jouwe nog een voorval aan uit 1962. Op voorspraak van de Nederlandse diplomaten Van Rooyen en Schuermann, respectievelijk de am bassadeur en de voormalige ambassa deur in de VS, werd Jouwe ontboden op het State Department. Het gesprek met Elsworth Bunker draaide voor Jouwe uit op een fiasco. „Ik wilde beginnen met mijn relaas, maar Bunker was me net voor. Hij zei: meneer Jouwe, volgens de informatie die ik heb gekregen, bent u niet tegen kolonialisme. Ik antwoord de toen: mister Bunker, ik weet niet wat u verstaat onder kolonialisme. Als u denkt dat het moederland alles uit de kolonie haalt wat er maar weg te halen valt, moet ik u teleurstellen. Niet Neder land buit ons uit, heb ik toen gezegd, wij buiten Nederland uit voor een bedrag van 100 miljoen gulden per jaar. Dat is kolonialisme in omgekeerde richting. Nadat ik die woorden had gesproken, zei Bunker: sorry mister Jouwe, I have ano ther appointment. Buiten gekomen barstte ik in tranen uit". Bijna een kwart eeuw na dato merkt Jouwe met ingehouden woede op dat Bunker zich met zijn plan niets gelegen heeft laten liggen aan het Handvest van de Verenigde Naties. „De massale steun voor het plan-Bunker betekende in we zen dat de VN tot superkoloniale macht werd gebombardeerd. Zodoende heeft de VN volkomen in strijd met het eigen handvest gehandeld en dat vind ik nu nog het meest schandalige wat er zich in die jaren heeft afgespeeld. Mijn land werd van oktober 1962 tot 1 mei 1963 ge- 'Als mijn volk zou eisen dat ik de peniskoker zou dragen, dan zou ik dat doen'. 'De meeste Nederlanders staan onverschillig tegenover het lot van de Pa poea's op Irian Jaya'. (foto gpd» Jj|JHyflfly Papoealeider Nicolaas Jouwe treedt uit de vergetelheid in de derde aflevering gesprekken op de bijeenkomsten in Hol landia zich in hoofdzaak concentreerden op thema's als de jacht en de visserij, was opgelegd pandoer. Maar de keuze van Jouwes entree had duidelijk een po litieke achtergrond. Door zijn opleiding op een bestuursschool genoot de bele zen zoon van een stamhoofd duidelijk een pré voor de functie van contactper soon. „Ik kreeg de opdracht regelmatig over bepaalde zaken bij de Nederlandse resident Van Eekhout te protesteren. Maar ook om hem als vertegenwoordi ger van het Nederlandse bestuur voor te lichten over onze wensen naar aanlei ding van de Indonesische proclamatie. De Indonesiërs riepen: alle Nederlan ders het land uit en daaronder verston den ze ook Nieuw-Guinea. Wij wilden juist de Nederlanders in Nieuw-Guinea houden in het kader van een opleiding voor een zelfstandig bestuur". Proclamatie Twee dagen na de capitulatie van Ja pan hadden de Indonesische nationalis ten onder aanvoering van Soekarno de Republiek Indonesië uitgeroepen. Op 17 augustus 1945, bij proclamatie. Een reeks van opstanden tegen het Neder landse bestuur brak vervolgens uit. In een guerrilla-oorlog met de nationalisten werden de soldaten van de zeven decem- ber-divisie geacht ter plaatse de orde en rust te herstellen. Amerikaanse politieke druk op de Nederlandse regering, die werd geuit met de dreiging van stopzet ting van de Marshall-hulp, versnelde evenwel het dekolonisatieproces van wat eens Nederlands Indië heette. De cember 1949 werd de soevereiniteits overdracht op de Ronde Tafelconferen tie in Den Haag bekrachtigd. Westelijk Nieuw-Guinea werd niet in dat verdrag begrepen, de Papoea's bleven onder Ne derlands toezicht staan. Tegen de zin overigens van de Indonesische staatslie den als Soekarno en Yamin. Dat de late re vice-president Mohammed Hatta hen erop had gewezen dat Papoea's Melane- siërs waren, kon ze niet van het stand punt afbrengen dat dit volk wel degelijk tot het Maleise ras behoorde. „Zowel in etnisch opzicht als in cultu rele en geografische zin ligt mijn land geheel buiten de invloedssfeer van Ja karta", beklemtoont Jouwe. „Het Indo nesische volk is in het geheel niet ver want aan de Papoea's. Dat de Indone siërs en dan met name de Javanen het bezit van mijn land bleven claimen, kwam voort uit pure hebzucht. Ze aas den op onze bodemschatten, ze wilden levensruimte voor hun bevolking. Ver geet niet dat er alleen al op Java elke seconde twaalf baby's worden geboren. Indonesië is het grootste moslim-land ter wereld. Volgens de koran mag iedere man vier vrouwen hebben. Dat telt dus behoorlijk aan". „Toen ik mijn land in 1962 verliet, werd de bevolking gevormd door negen honderdduizend Papoea's. Nu zitten er een miljoen Javanen in steden als Jaya- pura, het vroegere Hollandia. Sinds 1963 zijn er meer dan tweehonderdduizend Papoea's vermoord. De Indonesiërs heb ben alle tuin- en jachtgronden ingepikt, zeg maar het hele hebben en houen van mijn volk. Jaarlijks wordt er voor 30 mil jard aan eigendommen weggehaald uit Nieuw-Guinea. De Papoea's zijn mas saal de jungle in gevlucht of uitgeweken naar het voormalige Australisch Nieuw- Guinea dat in 1973 onafhankelijk is ge worden". Dit alles heeft volgens Jouwe kunnen gebeuren, omdat de destijds door John Fitzgerald Kennedy gepresideerde Ame rikaanse regering een lippendienst heeft bewezen aan Soekarno. Hij laat dan ook niet na de Amerikanen nogmaals als zijn Zijn paspoort duidt op het Neder landse staatsburgerschap, maar nog altijd voelt hij zich in hart en ziel Papoea. Hoewel gehuwd met een Nederlandse en hoeveel dank hij ook verschuldigd zegt te zijn aan be paalde Nederlanders, Nicolaas Jou we voelt zich in zijn „tweede vader land" een banneling. Voorop ge steld: hij is volledig geassimileerd in de westerse maatschappij. Mocht evenwel zijn land ooit de status van onafhankelijkheid krijgen, hij zou onmiddellijk terugkeren naar zijn roots en zich schikken naar de plaatselijke cultuur. „Ik hoop dat moment nog te beleven. Dat het recht van de onafhankelijkheid gaat zegevieren over het onrecht van de Indonesische onderdrukking. Ik zou de eerste de beste gelegenheid aangrijpen om in het vliegtuig te stappen. Die af spraak hebben mijn vrouw en ik al lang gemaakt. En zou mijn volk van mij eisen dat ik de peniskoker weer moest dragen, dan zou ik zonder meer gevolg geven aan die eis. Want ik ben Papoea, dat is mijn enige identiteit en die mag ik ten opzichte van mijn volk niet verloóche- Geen schuld Het is wat stil geworden rond de in Delft wonende Papoea-voorman, wiens markante hoofd bijna een kwart eeuw geleden geregeld op de beeldbuis ver scheen om kijkend Nederland voor te houden dat zijn land en zijn volk door de internationale politiek was uitgeleverd aan ,,'s werelds grootste anti-koloniale mogendheid met de ergste koloniale trekjes". De nu 63-jarige Jouwe bena drukt dat het niet zijn schuld is dat hij zich vandaag de dag zo sporadisch aan het Nederlandse volk presenteert. Nog altijd zegt hy ten zeerste begaan te zijn met de West Papua-zaak, („ik heb dan wel mijn haren verloren, maar niet mijn politieke streken"). Dat hij in ver gelijking met vroeger veel minder de ge legenheid krijgt in het openbaar de aan dacht te vragen voor de „rechtvaardige onafhankelijkheidsstrijd van de Pa poea's" ligt volgens hem aan de Neder landse regering en aan de media die naar zijn mening te veel in de pas van de over heid zouden lopen. Enkelingen als de door hem gewaardeerde oud-ministers Joseph Luns, Marga Klompé en Edzo Toxopeus alsmede het door hem al evenzeer gerespecteerde oud-kamerlid Scheps („mijn politieke leermeester") uitgezonderd, leeft de overgrote meer derheid van de Nederlandse bevolking in zijn optiek thans langs het lot van de Papoea's op Irian Jaya, eens Nederlands Nieuw-Guinea. „Men doet hier net alsof wy niet bestaan. In talloze brieven heb ik minister-presi dent Lubbers en minister Van den Broek van buitenlandse zaken om steun gevraagd voor onze zaak. Maar helaas, antwoord heb ik nooit gekregen. De Ne derlandse staat pompt miljarden in een corrupt bewind dat myn volk vertrapt. Een paar weken geleden hoorde ik de Zuidafrikaanse dominee Allan Boesak zeggen: Nederlanders, aan uw handen kleeft bloed. Onwillekeurig dacht ik toen, die uitspraak gaat ook op in relatie tot de Papoea's. Laten we wel zijn, de Nederlanders hebben nog steeds een ereschuld ten opzichte van de Pa poea's". Stelling Hij baseert die uitspraak op twee stel lingen. Waren het niet de Nederlanders die op 24 augustus 1828 ongevraagd het onherbergzame gebied annexeerden, twee eeuwen nadat de ook wel Hugo Grotius geheten vader van de volken rechten Hugo de Groot erop had gewe zen dat het vervreemden van land uit sluitend en alleen mag geschieden na verkregen toestemming van de inheem se bevolking? Waren het ook niet de Ne derlanders, althans een „delegatie van zakenlieden" onder leiding van prof. Duynstee en Unilever-topman Paul Rij- kens die „buiten de regering om" op het Witte Huis president Kennedy het ver haal ophing dat Nederland die „domme Papoea's" maar al te graag kwijt wilde? „De Nederlandse zakenlieden voelden in het begin van de jaren zestig geen mo rele plicht ten opzichte van ons. Ze had den alleen oog voor de handelsbetrek kingen met Indonesië. Zij hebben ertoe bijgedragen dat de Amerikanen ons over onze hoofden heen in handen hebben gespeeld van de Indonesiërs. Daarom zeg ik in navolging van Boesak: Neder landers, er kleeft bloed aan uw handen". Met nadruk stelt Jouwe dat de Neder landers niet de vijanden van de Papoea's zijn. Dat zijn de Amerikanen, merkt hij verbitterd op. De Nederlanders, zegt Jouwe, die hebben ons volk 134 jaar lang beschermd. „Ze zijn onze opvoeders ge weest. Daar zijn de Papoea's hen nu nog dankbaar voor". Dat gevoel van dankbaarheid jegens de Nederlanders verwerkte Jouwe in 1961 in zijn ontwerp van de nationale vlag, dat door het nationale congres werd gekozen boven de inzendingen van Nico Tanggahma en Eliezer Bonay. „De toelichting die ik bij de presentatie van door Gerard van Putten „En wat hebben de Amerikanen toen gedaan? Wat heeft Kennedy toen ge daan?", roept Jouwe fel, „die heeft de Indonesiërs niet alleen Hercules-vlieg tuigen beschikbaar gesteld, die heeft ook de diplomaat Elsworth Bunker aan gesteld om de overdracht van Nieuw- Guinea aan Indonesië té regelen. Bun ker heeft een plan opgesteld dat erin voorzag dat mijn land tijdelijk onder het gezag van de VN zou komen te staan, dat Nieuw-Guinea vervolgens per 1 mei 1963 zou toevallen aan Indonesië met daarbij de kanttekening dat de Papoea's in 1969 over hun lot zouden mogen be slissen. De Quay, Toxopeus, Luns, wij len staatssecretaris Bot, kortom de hele Nederlandse regering kantte zich tegen het plan-Bunker. Die mensen hebben zich waardig gedragen, zij hadden ons mensen van de Nieuw-Guinea-raad toe gezegd dat we zelfbestuur zouden krij gen met ingang van 1970. De Nederlan ders zouden ons begeleiden tot de da tum waarop Nieuw-Guinea de onafhan kelijke status zou krijgen". Tot zijn ergernis en verdriet is het alle maal anders gelopen. Het plan-Bunker kreeg steun van het overgrote deel van de mogendheden, aangesloten bij de Verenigde Naties. Alleen Israël stemde tegen. De Nederlandse regering legde zich uiteindelijk neer bij de stemming. „Kennedy had zijn broer Robert naar Den Haag gestuurd om hem als bood schappenjongen van Soekarno te ge bruiken. Robert Kennedy hield de Ne derlandse regering voor dat Soekarno ernstig van plan was de kwestie-Nieuw- Guinea militair op te lossen. Stel je voor, de Amerikaanse minister van justitie als boodschappenjongen van Soekarno. Ik kan niet anders zeggen dan dat de Ame rikanen in deze zaak een schandalige rol plaatst onder het gezag van de UNTEA, de United Nations Temporary Executi ve Administration. De UNTEA beschik te over een leger, gevormd door een divi- Al verschijnt zijn markante hoofd veel minder dan vroeger op de beeldbuis om kijkend Nederland voor te houden dat zijn land moet leven onder het onrechtvaardige juk van het Indonesische bewind, Papoea-voorman Nicolaas Jouwe acht zich nog net zo strijdbaar als voorheen. „Ik heb wel mijn haren verloren, maar niet mijn politieke streken. Zo lang ik leef, zal ik vechten voor een onafhankelijk Nieuw-Guinea. Dat mijn land ooit het zelfbestuur zal verkrijgen, staat voor mij vast. Ik weet alleen niet wanneer, dat weet alleen de Schepper". Nicolaas Jouwe zo'n 20 jaar gele den. (foto ANP) Nicolaas Jouwe nu: "Ik blijf vechten voor mijn volk".

Historische Kranten, Erfgoed Leiden en Omstreken

Leidsch Dagblad | 1986 | | pagina 19