De natuur is
mans genoeg
PvdA legt zichzelf
op de snijtafel
Mens hoeft meeuwen niet uit te roeien
De grote ontnuchtering is begonnen
ZATERDAG 7 JUNI 1986
EXTRA
PAGINA 29
Met een zekere regelmaat klinken geluiden op om het
meeuwenbestand in de kustgebieden te verkleinen. De kolonies
zouden te groot worden en de meeuwen zouden allerlei schade
berokkenen. In het verleden zijn er diverse regulerende maatregelen
uitgeprobeerd als afschieten, vergiftigen en nesten uitrapen.
Overigens zonder succes. Maar wat de mens niet is gelukt, heeft de vos
in luttele tijd voor elkaar gekregen. In de Wassenaarse duinen heeft
het optreden van vossen zelfs in anderhalfjaar tijd geleid tot het
verdwijnen van de kokmeeuw. Het lijkt er op dat de beste
'regelmeester' de natuur zeifis.
door Bert Paauw
Sinds anderhalf jaar is de kok
meeuw verdwenen uit de Wasse
naarse duinen. Een opmerkelijke
zaak, want deze meeuwensoort
hoorde in het recente verleden tot
de vaste bewoners van het ongeveer
2000 hectare grote gebied (Meijen-
del) tussen Den Haag en de Wasse
naarse Slag. In 1983 werden er nog
1780 broedparen van de kokmeeuw
gesignaleerd. Dat was een jaar later
al teruggelopen tot 1264.
De tellingen van vorig jaar gaven aan
dat de kokmeeuwen - in tegenstelling
tot de zilvermeeuwen, de kleine mantel
meeuwen en de stormmeeuwen - niet
langer broeden in de Wassenaarse dui
nen maar hun heil tegenwoordig ergens
anders zoeken. Kenners van het bewus
te gebied zeggen dat het vertrek van de
kokmeeuw alles heeft te maken met het
optreden van vossen waarvan het eerste
exemplaar in 1976 in Meijendel werd ge
signaleerd.
Overigens wordt dat optreden niet on
middellijk als schadelijk of onwenselijk
aangemerkt. Immers, in het verleden
zijn diverse pogingen ondernomen om
de forse meeuwenkolonies via allerlei
'kunstgrepen' (vergiftigingen, afschie
ten, nesten uithalen) te reduceren. Die
pogingen hebben nooit veel effect gesor
teerd. Maar wat de mens niet is gelukt
heeft de vos in korte tijd voor elkaar ge
kregen.
"Temeer reden om de regulatie aan de
natuur over te laten", zegt H. Wanders
uit Den Haag. Hij houdt zich al zo'n 50
jaar bezig met het wel en wee van vooral
vogels in de Wassenaarse duinen en
coördineert sinds 1963 de bezigheden
van de zogenaamde Meeuwengroepen.
Die groepen, bestaande uit ongeveer
tien mensen, doen eigenlijk niet veel an
ders dan het tellen van meeuwennesten.
Daar hebben ze het nu druk mee, want
de broedperiode van meeuwen loopt
van ongeveer half mei tot in de tweede
week van juni.
"Tegenwoordig moetje met cijfers ko
men als je wilt duidelijk maken welk ge
bied van belang is voor de vogelstand en
dus bescherming verdient", zegt Wan
ders. Hij merkt op dat het er in de jaren
vijftig en zestig heel anders toeging.
Zonder zich te baseren op onderzoekge-
gevens werd door allerlei mensen en in
stanties gezegd dat er regulerende maat
regelen moesten worden getroffen om
dat er te veel meeuwen zouden zijn.
Maatregelen als afschieten en vergifti
gen hebben echter nooit veel effect ge
sorteerd. Wanders: "Ondanks alle regu-"
leringen breidden de meeuwen zich uit
of verplaatsten zich naar andere gebie
den. Je kunt plaatselijk wel een kolonie
uitroeien, maar op de lange termijn hel
pen dergelijke maatregelen niet".
Tegenwoordig wint de opvatting, dat
het beter is om de natuur in eerste in
stantie z'n gang te laten gaan, weer aan
populariteit. In Wassenaar is de regule
ring van meeuwen in 1974 stopgezet.
Volgens Wanders zijn de aantallen
meeuwen sindsdien niet drastisch toe
genomen. "Er is duidelijk een zelfregu
lerend mechanisme in de natuur aanwe
zig. In een gebied dat door een nieuwe
soort wordt bevolkt zie je de populatie in
het begin snel groeien, maar op een ge
geven moment ontstaat er een stabiel ni
veau".
Het verdwijnen van de kokmeeuw uit
de Wassenaarse duinen houdt geen be
dreiging in voor deze diersoort, omdat
elders in Nederland, met name in het
oosten van het land, nog zo'n 200.000 ex
emplaren ervan zijn te vinden. "Boven
dien vormden de duinen toch al geen
ideaal woongebied voor de kokmeeuw",
vult Wanders aan. De kokmeeuw werd
voor het eerst in 1973 in Meijendel aan
getroffen. Een jaar later werd, met het
stopzetten van allerlei regulerende
maatregelen, besloten tot nauwkeurige
tellingen van de meeuwenpopulaties.
Dat tellen gebeurt onder meer via het
plaatsen van stokjes bij de nesten. Wan
ders zegt dat het tellen van broedparen
bepaald geen vervelend werkje is. "Je
bent in de natuur, je ziet allerlei dingen
om je heen, je merkt interessante ont
wikkelingen op".
Geleidelijk
Hij geeft van dat laatste een voorbeeld.
"Zilvermeeuwen vestigen zich in januari
en februari in bepaalde gebieden, de
mantelmeeuwen komen in de loop van
maart. Mantelmeeuwen gaan in de
broedgebieden van de zilvermeeuwen
zitten. Uiteindelijk verdrijven ze de zil
vermeeuwen, hoewel ze iets kleiner zijn.
Ze zijn echter agressiever. Het is heel
boeiend om te zien hoe zoiets geleidelijk
gebeurt".
Zowel de zilvermeeuw als de kleine
mantelmeeuw leidt een florerend be
staan in de Wassenaarse duinen. Vorig
jaar werden er 5074 broedparen van de
zilvermeeuw geteld en 1966 broedparen
van de kleine mantelmeeuw. Bij de
stormmeeuwen werden 468 broedparen
geteld.
Van de zilvermeeuw is bekend dat hij
al in 1920 in Meijendel broedde. In de
Tweede Wereldoorlog werd de kolonie
zilvermeeuwen van ettelijke honderden
exemplaren gereduceerd tot een veertig
tal. Na de oorlog dijde de kolonie weer
snel uit, waarna in 1965 een tweede te
rugslag volgde. Lozingen van afvalwater
met insectbestrijdingsmiddelen in het
Botlekgebied bij Rotterdam veroorzaak
ten een massale vergiftiging van zeevo
gels langs de Nederlandse kust. Ook die
aanslag werd overleefd, waarna er weer
een opbloeiperiode volgde.
De komst van de kleine mantelmeeuw
is van later datum. In 1950 vestigden
zich enkele paren. In 1965 waren dat er
nog steeds niet meer dan enkele tiental
len, waarbij de helft door de eerder ge
noemde vergiftigingsramp het leven liet.
Pas in de jaren zeventig nam het aantal
mantelmeeuwen snel toe.
De stormmeeuw dateert ook uit de ja
ren vijftig. De groei van deze meeuwen
soort heeft in Wassenaar geen stormach
tig verloop gekend. De kolonie is gelei
delijk uitgebreid tot om en nabij de 500
broedparen. De in 1973 gesignaleerde
kokmeeuw is zoals in de aanhef gemeld
inmiddels uitgeroeid door de vos. Wan
ders zegt dat de natuurbeheerders voor
lopig willen afwachten hoe de andere
meeuwenkolonies zich bij de aanwezig
heid van de vossen ontwikkelen. "Er is
op dit moment in elk geval nog geen re
den om de vossen te gaan bestrijden".
Vossen
De komst van de vos naar het Wasse
naarse duingëbied is nog maar zo'n tien
jaar oud. Leek hij via de intensieve drijf
jachten in de Middeleeuwen voorgoed
uit het westen van Nederland verdreven,
in 1968 werd zowaar weer een vos gesig
naleerd in het duingebied van Haarlem.
In de loop der jaren hebben meer en
meer vossen zich het duingebied eigen
gemaakt en zijn zich over de kuststrook
gaan verspreiden. In 1976 werd ook
Meijendel 'aangedaan'.
Wanders: "Ik weet niet hoeveel er nu
in het Wassenaarse gebied rondlopen.
Het is niet onderzocht, dus getallen zijn
aanvechtbaar, maar ik vermoed dat het
aantal tussen de tien en dertig zit. Het
gaat bij vossen altijd om families in een
bepaald territorium. Het is nu in elk ge
val zo dat je er elke dag wel eentje kunt
tegenkomen".
Vooralsnog is Wanders niet bang voor
een ongebreidelde toename van het vos-
senbestand in de Wassenaarse duinen.
"Ook de vossenstand reguleert zichzelf.
Neemt het aantal toe, dan worden er
minder jongen geboren, sterven er meer
eerstejaars vossen, en verlaten vossen
het gebied op zoek naar een ander ter
rein. Onderzoekingen in het Noordhol
lands duinreservaat hebben aangetoond
dat ondanks de aanwezigheid van vos
sen grondbroeders als de wulp en de kie
vit niet verdwijnen".
Natuurlijk blijven de duinbeheerders
volgens Wanders wel alert. "Er wordt
natuurlijk niet geredeneerd in de trant
van dat het jammer is als alle meeuwen
straks zijn verdwenen. Nee, er wordt
nauwlettend gevolgd wat er gaat gebeu
ren als maatregelen achterwege blijven.
Het lijkt me onzin om nu de vossen te
gaan uitroeien. En dan straks zeker weer
meeuwen afschieten, laten we nu eerst
maar eens kijken wat de natuur doet".
Geluiden over zowel het afschieten
van meeuwen (overigens een bescherm
de diersoort) als van vossen (geen be
schermde diersoort) klinken nog steeds
met een zekere regelmaat op. Meeuwen
zouden schade berokkenen aan flora en
fauna, terwijl vossen rabies (hondsdol
heid) zouden overbrengen.
Nooit bewezen
Wanders zegt dat het met de schade door
meeuwen allemaal best meevalt. "Meeu
wen halen hun hoofdvoedsel voorname
lijk uit zee, schaaldieren, kleine visjes,
krabben. Een enkele daarop gespeciali
seerde meeuw vangt jonge mollen, ko
nijntjes en eendjes. Er is nog nooit bewe
zen dat meeuwen grote schade toebren
gen aan andere broedkolonies. Het mee
nemen van een jong eendje is geen scha
de, dat valt onder het hoofdstuk natuur
lijke regulatie. Op de Wadden is geble
ken dat ondanks de vele meeuwen het
bestand aan eidereenden toeneemt".
"Wat meeuwen wel eens doen is helm
Wat de mens
niet is gelukt,
speelde de vos
de afgelopen ja
ren wel klaar.
Door zijn optre
den werd het
meeuwenbe
stand in de
Wassenaarse
duinen flink
uitgedund.
(archieffoto's)
uittrekken, wat het gevaar voor verstui
vingen vergroot. Verder kunnen er vege
tatieve veranderingen optreden door de
uitwerpselen van een kolonie, maar een
verandering in een natuurgebied hoeft
natuurlijk niet meteen als schadelijk te
worden aangeduid".
Het afschieten van vossen om rabiës
tegen te gaan spreekt Wanders eveneens
niet aan. "Via de jacht wordt rabiës eer
der verspreid dan tegengegaan. Als 'n
vos wordt afgeschoten wordt zijn plaats
ingenomen door een vos uit een ander
gebied die juist rabiës kan meebrengen.
Trouwens, tegenwoordig is het mogelijk
om via een vaccin in het voer een vos-
senpopulatie te immuniseren".
Hoewel hij er niet teveel over kwijt wil
blijkt Wanders niet veel op te hebben
met de motieven van jagers. "Ik zeg niet
dat geen enkele jager deugt, maar er zijn
er teveel die louter voor hun plezier op
de vos willen schieten. Ze zoeken er dan
allerlei redenen bij om dat jagen te
rechtvaardigen. Naar mijn mening is die
jacht in elk geval niet nodig uit een oog
punt van regulering. We kunnen het be
ter aan de natuur zelf overlaten om een
evenwicht te bereiken of te herstellen".
De winnende verliezer van de
laatste verkiezingen, de PvdA,
heeft zich zelf op de snijtafel
gelegd. De komende maanden
zullen in het teken staan van
een diepsnijdend onderzoek
naar wat er allemaal fout is
gegaan. Want tegenover een
winst van vijf zetels en het
grootste aantal stemmen dat de
partij ooit behaalde, staan de
kapitale triomf van Lubbers en
zijn CDA, en het feit dat de
coalitie haar meerderheid
heeft weten te behouden.
Deugde de campagnetaktiek niet, was
Den Uyl als lijstrekker toch een mis
kleun, deed het onwrikbare raketten-
standpunt de partij de das om, wat
schort er aan het imago van de partij,
maar bovenal wat is het recept tegen
herhaling van de deceptie?
Het zijn prangende vragen. In het partij-
orgaan Voorwaarts bepleit huisfilosoof
Bart Tromp een radicale herschikking
van prioriteiten. Een pleidooi dat neer
komt op de afzwering van de polarisatie
gedachte, het bloot leggen en aanscher
pen van de politieke tegenstellingen.
Maar ook in andere geledingen van de
partij is het geknars van de hersenen
hoorbaar. Aan het woord komen Felix
Rottenberg, eens de links-radicale
smaakmaker in het dagelijks bestuur
van de PvdA, Wim Meijer, vice-voorzit-
ter van de fractie, en buitenlandspecia
list Relus ter Beek.
Ontnuchtering
„Kijk, de ruzie in de WD na hun ver
kiezingsnederlaag is een mooi voor
beeld. Wij doen er wel wat lacherig over,
maar zij hebben hun probleem over en
kele maanden opgelost. Dan hebben ze
een nieuwe politieke leider en een nieu
we politieke koers. Bij ons kan de dis
cussie nog wel enkele jaren duren. Het is
een voorbeeld voor mijn stelling dat de
PvdA zich niet snel aanpast aan de ge
wijzigde omstandigheden."
Felix Rottenberg (29), lid van het par
tijbestuur van de PvdA, oud-voorzitter
van de JS en directeur van politiek-cul-
tureel centrum De Populier/Balie in Am
sterdam, wil nog net niet zeggen dat hij
gedesillusioneerd is in zijn partij. Maar
zijn kritiek over de koers van de PvdA
sinds het midden van de jaren zeventig
en de afgelopen verkiezingscampagne in
het bijzonder laat weinig ruimte voor
twijfel: de grote ontnuchtering is begon-
door Louis Burgers en Peter van Nuysenburg
Rottenbergs requisitoir is onbarmhar
tig. Het 'reëel bestaande' socialisme van
de PvdA is gestrand in verstarring en
zelfgenoegzaamheid. Er wordt te traag
gereageerd op nieuwe ontwikkelingen.
Het debat wordt doodgepraat. Daardoor
is de vernieuwing in de partij - van le
vensbelang voor een vooruitstrevende
groepering - stilgevallen. De PvdA is
een behoudende club geworden. In een
bewust gekozen karikatuur: de partij
van uitkeringstrekkers en de 'losers' die
de kiezers van het 'dynamische midden'
niet weet te bereiken.
Rigide geworden
Hij stelt vast dat 'rechts' - lees CDA en
WD - in staat is veel sneller in te spelen
op vernieuwingen. Deze partijen zijn
ook veel eerder bereid hun politieke
koers te verleggen, aan te passen aan
nieuwe ontwikkelingen. Voor de PvdA,
als arbeiderspartij, is het veel lastiger
snel van standpunt te veranderen, bij
voorbeeld op het terrein van de sociale
politiek.
Daarbij komt dat de socialistische
'vergader- en discussiecultuur' een der
gelijke snelle aanpassing verder uitsluit.
Zo dreigt de PvdA in een isolement te
raken. En omdat nog geen tien procent
van de leden betrokken is bij de interne
besluitvorming, is ook de democratise
ring binnen de partij vastgelopen. Crea
tiviteit en inventiviteit vormen, kortom,
niet langer het handelsmerk van de
PvdA.
„De partij is rigide geworden. En het
ergste is dat er een kader, een elite dus,
is ontstaan die als vanzelf aanneemt: diè
bejaarden stemmen toch wel op ons. Er
worden bijvoorbeeld geen serieuze po
gingen ondernomen om jongeren met
minder vast omlijnde opvattingen over
politiek te bereiken. En dat is toch van
levensbelang. Sociaal-cultureel dreigt
de PvdA de boot te missen".
Zo scherp als Rottenberg het falen van
de sociaal-democratie analyseert, zo dui
delijk is hij ook in het aangeven van de
mogelijkheden om alsnog aan de impas
se te ontsnappen. „We moeten beginnen
met te erkennen dat er een probleem
ligt. Het socialisme mag maar eens in de
tien jaar meeregeren. Alleen na de oor
log en in het midden van de jaren zeven
tig was dat anders. In die perioden wa
ren we er, we stonden in het centrum
van de macht, de mensen voelden onze
vitaliteit."
„Onder invloed van de economische
crisis (eind jaren vijftig) zijn we wegge
zakt. En na 1977 gebeurde datzelfde.
Maar dat kwam, doordat toen de ver
nieuwing in de PvdA stilviel. De partij
viel in slaap, er kwamen geen nieuwe
jongeren bij. De mensen van Nieuw
Links raakten bezadigd, toen zij be
stuurlijke posities kregen."
Winsemiussen
„Er zal een nieuwe doorbraak in de
werkwijze van de partij moeten komen.
Dat hoeft niet gepaard te gaan met een
koerswijziging, want als die doorbraak
er komt, ontstaat er vanzelf belangstel
ling voor andere issues dan die eeuwige
kruisraketten, minima, enzovoort".
„Politici zullen minder aan hun plaats
gebakken moeten zitten. Ze moeten
meer de maatschappij in, uitgeleend
worden aan die maatschappij. Kijk naar
Winsemius in de WD. Die komt uit de
praktijk, is een paar jaar minister en zal
vermoedelijk weer naar het bedrijfsle
ven gaan. De PvdA moet ook Winse
miussen hebben, maar je ziet ze niet of
nauwelijks, omdat de partij ze niet op
zoekt. Wat we nu hebben is vaak middel
matig".
In dat noodzakelijke proces van her
bezinning zullen onherroepelijk een
aantal illusies sneuvelen. „De partij zal
er aan moeten wennen dat de politiek in
Nederland gekenmerkt wordt door sa
menwerkende minderheden. Overeen
stemming staat daarbij centraal. En dan
moet je niet doen alsof dat gegeven niet
bestaat". Strijdpunten, ononderhandel
bare punten (de kruisraketten!) corres
ponderen niet met die realiteit.
Behalve de nieuwe politieke leider,
Wim Kok, zal ook de nog te kiezen partij
voorzitter een belangrijke rol spelen.
Rottenberg maakt geen geheim van zijn
voorkeur. Max van den Berg moet niet
worden opgevolgd door een 'apparats
jik' als de huidige partijsecretaris Wim
van Velzen.
„Het gaat niet om zijn persoon. Maar
iemand die al acht jaar in de partij-orga
nisatie bezig is, moet weg. Je moet ie
mand hebben met bestuurlijke ervaring.
Met al zijn ijdelheden lijkt Jan Schaefer
een goede kandidaat, met een brede be
stuurlijke en maatschappelijke ervaring.
Het belangrijkste is dat hij ook op één
lijn zit met de politieke leider. Een nieu
we machtsstrijd tussen voorzitter en po
litieke leider is het laatste dat we kun
nen gebruiken".
Lubbers-effect
Rottenbergs analyse vindt weerklank
bij de vice-voorzitter van de fractie, Wim
Meijer. „Er zit veel waars in de woorden
van Rottenberg", aldus Meijer, die daar
bij aantekent dat Rottenberg wel heel
fors door de porceleinkast marcheert.
Meijer zelf heeft zijn evaluatie over de
'overwinningsnederlaag' nog niet afge
rond. Maar enkele factoren die daarbij
een rol hebben gespeeld, wil hij wel aan
geven.
Het Lubbers-effect, diens beloften in
zake koopkrachthandhaving van ambte
naren en uitkeringstrekkers, het econo
misch herstel, met name in de Randstad,
waardoor de bescherming van de zwak-
sten, eerlijk delen, minder zouden heb
ben aangesproken; een kleine bloemle
zing, waarbij de bewondering voor Lub
bers' campagnestijl regelmatig in zijn re
laas terugkomt.
Hij voelt er niets voor de schuld te dra
peren op de schouders van Den Uyl, die
niet opgewassen is gebleken tegen Lub
bers. „Ik heb hem zelf geadviseerd om
het nóg een keer te doen en kom daar
niet op terug. Den Uyl heeft een uitste
kende campagne gevoerd. Vijf zetels
winst en meer stemmen dan ooit".
Het beeld dat de PvdA niet in het hart
van 'een dynamische samenleving' staat,
is ten dele juist, dat wil Meijer wel erken
nen. Hij is het met Rottenberg eens dat
ook groepen die op 'zoek zijn naar so
ciaal-culturele antwoorden op de uitda
gingen van deze tijd' - de benaming
'yuppies' wil hij niet in zijn mond nemen'
- zich bij de PvdA thuis moeten kunnen
voelen. Zoals hij ook diens stelling on
derschrijft dat de partij zich niet langer
moet blindstaren op de eigen navel,
maar de deur voor nieuwe ontwikkelin
gen in technologie en de sociale conse
quenties, vrije tijd, arbeidstijdverkor
ting naar maat, moet opengooien.
Kiezers binden
Maar dat laat onverlet dat de PvdA wel
moest opkomen voor de 'zwakkeren'.
„Het regeringsbeleid is eenzijdig afge
wenteld op de ambtenaren, trendvolgers
en uitkeringstrekkers. Die groepen ston
den op de tocht". Dat regeringsbeleid
moet in de toekomst bestreden worden
op een manier die redelijk is en duidelijk
maakt dat de PvdA een reëel alternatief
heeft te bieden.
Ook Meijer ziet een belangrijke rol
weggelegd voor de nieuwe partijvoorzit
ter. Maar anders dan Rottenberg wil hij
geen duidelijke voorkeur uitspreken.
Hij volstaat met een opsomming van ei
genschappen die naar zijn menig nodig
zijn. „Hij of zij moet een goede manager
zijn, besluitvorming kunnen organise
ren, in de maatschappij staan en de prin
cipiële uitgangspunten concreet kunnen
vertalen. Dat zijn de kwaliteiten van alle
tijden. Maar hij of zij moet ook nieuwe
kiezers weten te binden. En de partij cul
tuur verruimen. Inderdaad, de voorzitter
moet op één lijn zitten met de politiek
leider".
De kruisraket heeft zes jaar lang de
Nederlandse politiek beheerst, behalve
in de campagne, en de PvdA in de beeld
vorming gereduceerd tot de Partij tegen
de Raket. Buitenlandspecialist Relus
Ter Beek wil niet, zoals Tromp en Rot
tenberg, voor wie de hele kwestie een
gelopen koers is, het verzet tegen plaat
sing staken. Maar een ononderhandel
baar punt mag het niet meer zijn.
Evenals Meijer betuigt hij zijn instem
ming met de uitspraak van Kok dat als
die dingen er staan, we niet gaan eisen
dat ze zonder meer weg moeten als we in
de regering komen. Tegen de partijraad
van afgelopen zaterdag had hij opgezien.
Maar zijn angst dat dit orgaan de nuan
cering van Kok de grond in zou boren,
bleek ongegrond.
Niet gerust
Maar voor de langere termijn is hij er
niet gerust op. „Stel dat er een nieuw ka-
binet-Lubbers komt en dat dat kabinet
de rit uitzit, dan vrees ik dat de verkie
zingen in 1990 in het teken komen te
staan van het al dan niet opzeggen van
het plaatsingsverdrag met de Verenigde
Staten dat in 1991 afloopt. Dat kan en
mag niet gebeuren. We moeten accepte
ren dat de kiezers de plaatsing hebben
geaccepteerd".
„De PvdA mag nooit een één-thema
party worden. Het kan en mag niet zo
zijn dat de kruisraketten vijftien jaar
lang de positie van de PvdA, meerege
ren of niet, bepaalt. We moeten de kant
uit van de Duitse SPD, niet van de Ita
liaanse communisten, de PCI. Een grote
partij die nooit zal regeren. We zijn een
natuurlijke regeringspartij en dat moe
ten we ook kunnen terugvinden in ons
standpunt tegen de kruisraket".
Een partij is net zo redelijk als haar
onredelijkste standpunt? „Precies, dat is
natuurlijk zo".